Page 305 of 582

303
6 6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Wissel de banden zoals aangegeven in
de afbeelding.
Vo o r
Voor een gelijkmatige bandenslijtage en een
langere levensduur van de banden adviseert
Toyota de wielen te wisselen met hetzelfde
interval als de controle van de banden.
Uw auto is uitgerust met een banden-
spanningswaarschuwingssysteem dat
gebruikmaakt van bandenspannings-
sensoren en -zenders om een lage
bandenspanning te signaleren voordat
deze tot problemen leidt.
De door het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem gesignaleerde
bandenspanning kan op het
multi-informatiedisplay worden weer-
gegeven.
Als de bandenspanning onder een
bepaalde waarde komt, wordt de
bestuurder gewaarschuwd door mid-
del van een melding op het scherm
en een waarschuwingslampje.
(→Blz. 342)
OPMERKING
■Als tijdens het rijden in elke band een
te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te
laag is, anders kunnen de banden en/of
velgen ernstig beschadigd raken.
■Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over
onverharde wegen en wegen met kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben moge-
lijk een verlaging van de bandenspanning
tot gevolg, waardoor de verende werking
van de banden vermindert. Bovendien
kunnen de banden zelf en de velgen en
carrosserie beschadigd raken bij het rijden
over onverharde wegen.
Wisselen van banden
A
Bandenspannings-
waarschuwingssysteem
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 303 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 306 of 582

3046-3. Zelf uit te voeren onderhoud
■Periodieke controle van de banden-
spanning
Het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem vervangt de periodieke controle van de
bandenspanning niet. Controleer daarom ook
zelf regelmatig de bandenspanning.
■Bandenspanning
●Nadat met de startknop stand AAN gese-
lecteerd is, kan het enkele minuten duren
voordat de bandenspanning wordt weerge-
geven. Het kan ook enkele minuten duren
voordat de bandenspanning wordt weerge-
geven nadat de banden op spanning zijn
gebracht.
●De bandenspanning verandert met de tem-
peratuur. De weergegeven waarden kun-
nen verschillen van de waarden die met
andere bandenspanningmeters worden
gemeten.
■Situaties waarin het bandenspannings-
waarschuwingssysteem mogelijk niet
goed werkt
●Onder de volgende omstandigheden werkt
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn
gemonteerd.
• Er is een band vervangen door een exem-
plaar dat niet overeenkomt met de
OE-specificaties (Original Equipment).
• Er is een band vervangen door een exem-
plaar dat niet de voorgeschreven maat
heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteu-
nende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating
die de ontvangst van de radiografische sig-
nalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs,
vooral bij de wielen of de wielkasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger
is dan de voorgeschreven waarde.
• Als er banden zonder bandenspannings-
sensoren en -zenders worden gebruikt.
• Als de identificatiecode op de banden-
spanningssensoren en -zenders niet is
geregistreerd in de bandenspanningswaar-
schuwingssysteem-ECU.
●In de volgende situaties kunnen de presta-
ties worden beïnvloed.
• Wanneer u in de buurt van een televisie-
zendmast, elektriciteitscentrale, tanksta-
tion, radiozender, videowall, luchthaven of
andere locatie rijdt waar sterke radiogolven
of elektromagnetische velden aanwezig
zijn
• Als u een draagbare radio, mobiele tele-
foon, draadloze telefoon of een ander
draadloos communicatiemiddel bij u draagt
Als de bandenpositiegegevens niet juist wor-
den weergegeven als gevolg van slechte ont-
vangst van de radiogolven, kan de weergave
worden hersteld door verder te rijden en zo
de ontvangst van de radiogolven te verande-
ren.
●Wanneer de auto geparkeerd is, kan het
langer duren voordat de waarschuwing
verschijnt of verdwijnt.
●Wanneer de bandenspanning snel daalt,
zoals bij een klapband, dan verschijnt de
waarschuwing mogelijk niet.
■Waarschuwingen bandenspannings-
waarschuwingssysteem
De eventuele waarschuwing van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem is geba-
seerd op de rijomstandigheden. Daarom laat
het systeem mogelijk zelfs een waarschu-
wing zien wanneer de bandenspanning niet
laag genoeg is of wanneer de druk hoger is
dan de druk die was ingesteld tijdens het ini-
tialiseren van het systeem.
Bij het vervangen van banden of velgen
moeten de bandenspanningssensoren
en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningssenso-
ren en -zenders geplaatst worden,
moeten de identificatiecodes van deze
componenten worden geregistreerd in
de bandenspanningswaarschuwings-
systeem-ECU en moet het banden-
spanningswaarschuwingssysteem wor-
den geïnitialiseerd.
Plaatsen van
bandenspanningssensoren
en -zenders
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 304 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 307 of 582

305
6 6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Laat de identificatiecodes van de ban-
denspanningssensoren en -zenders
registreren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
(→Blz. 307)
■Vervangen van banden en velgen
Als de identificatiecode van de bandenspan-
ningssensor en -zender niet is geregistreerd,
werkt het bandenspanningswaarschuwings-
systeem niet correct. Na ongeveer 10 minu-
ten rijden gaat het waarschuwingslampje
lage bandenspanning gedurende 1 minuut
knipperen en het blijft daarna branden om
aan te geven dat er een storing in het sys-
teem aanwezig is.
■Het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem moet worden geïni-
tialiseerd onder de volgende
omstandigheden:
Bij het wisselen van wielen.
Bij het wijzigen van de bandenspan-
ning (bijvoorbeeld omdat u de rij-
snelheid aanzienlijk gaat verande-
ren).
Als de bandenmaat wordt aange-
past.
Als het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem wordt geïnitialiseerd,
wordt de actuele bandenspanning als
referentiespanning beschouwd.
■Initialiseren van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem
1Parkeer de auto op een veilige
plaats en zet de motor uit.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer
de auto rijdt.
2Breng de banden op de voorge-
schreven spanning bij koude ban-
den.
OPMERKING
■Repareren of vervangen van banden,
velgen, bandenspanningssensoren,
-zenders en ventieldopjes
●Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of bandenspan-
ningssensoren en -zenders contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige omdat de bandenspan-
ningssensoren en -zenders beschadigd
kunnen raken als er niet voorzichtig
mee wordt omgegaan.
●Vergeet niet de dopjes weer op de ven-
tielen aan te brengen. Als de ventieldop-
jes niet geplaatst worden, dan kan er
water in de bandenspanningssensoren
terechtkomen en kunnen ze vast gaan
zitten.
●Vervang ventieldopjes alleen door het
voorgeschreven type ventieldopje.
Anders kunnen de dopjes vast komen te
zitten.
■Voorkomen van schade aan de ban-
denspanningssensoren en -zenders
Als een band is gerepareerd met banden-
reparatievloeistof, werken de bandenspan-
ningssensor en -zender mogelijk niet
goed. Neem wanneer bandenreparatie-
vloeistof is gebruikt zo snel mogelijk con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Vervang na het gebruik van
bandenreparatievloeistof de bandenspan-
ningssensor en -zender wanneer de band
wordt gerepareerd of vervangen.
(→Blz. 304)
Initialiseren van het
bandenspannings-
waarschuwingssysteem
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 305 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 308 of 582

3066-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Breng de banden op de voorgeschreven
spanning voor de banden in koude toestand.
Deze spanning vormt de referentiespanning
voor het bandenspanningswaarschuwings-
systeem.
3Zet het contact AAN.
4Houd de resetschakelaar van het
bandenspanningswaarschuwings-
systeem ingedrukt tot het waar-
schuwingslampje lage bandenspan-
ning 3 keer langzaam knippert.
5Laat het contact nog enkele minu-
ten AAN staan en zet het vervol-
gens UIT.
■Als u per ongeluk op de resetknop van
het waarschuwingssysteem voor lage
bandenspanning drukt
Als de initialisatie is uitgevoerd, breng dan de
banden op de voorgeschreven spanning en
initialiseer het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem opnieuw.
■Initialisatieprocedure
●Voer de initialisatie uit na het op spanning
brengen van de banden.
Zorg er daarnaast voor dat de banden
koud zijn bij de initialisatie en bij het aan-
passen van de bandenspanning.
●Als u het contact tijdens de initialisatie per
ongeluk UIT hebt gezet, dan is het niet
noodzakelijk de resettoets in te drukken,
omdat de initialisatie automatisch herstart
wordt wanneer het contact de volgende
keer AAN wordt gezet.
●Als u per ongeluk de resettoets indrukt
wanneer initialiseren niet nodig is, breng
de banden dan op de juiste spanning wan-
neer ze koud zijn en voer opnieuw de initi-
alisatie uit.
■Als de initialisatie van het bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem niet vol-
tooid is
De initialisatie kan worden uitgevoerd in
enkele minuten. In de volgende gevallen wor-
den de instellingen echter niet opgeslagen en
zal het systeem niet goed werken. Laat, als
herhaalde pogingen de bandenspanning op
te slaan mislukken, de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
●Als de resetschakelaar van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem wordt
bediend, gaat het waarschuwingslampje
lage bandenspanning niet 3 keer knippe-
ren.
●Na het initialiseren knippert het waarschu-
wingslampje lage bandenspanning gedu-
rende 1 minuut en blijft het tijdens het rij-
den nog gedurende 10 minuten branden.
WAARSCHUWING
■Bij het initialiseren van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem
Druk niet op de resetknop van het banden-
spanningswaarschuwingssysteem voor-
dat de banden op de voorgeschreven
spanning zijn gebracht. Anders kan het
voorkomen dat het waarschuwingslampje
voor de lage bandenspanning niet gaat
branden terwijl de bandenspanning te laag
is, of wel gaat branden terwijl de banden-
spanning in orde is.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 306 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 309 of 582

307
6 6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
De bandenspanningssensoren en -zen-
ders zijn voorzien van een unieke iden-
tificatiecode. Bij het vervangen van een
bandenspanningssensor en -zender is
het noodzakelijk om de identificatie-
code te registreren. Laat de identifica-
tiecodes registreren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Registreren van identificatiecodes
De identificatiecodes van de bandenspan-
ningssensoren en -zenders van twee sets
banden kunnen worden geregistreerd.
Als de identificatiecodes voor zowel de nor-
male banden als de winterbanden vooraf zijn
geregistreerd, is het niet nodig om de identifi-
catiecodes te registreren wanneer de nor-
male banden worden vervangen door winter-
banden.
Naast de set identificatiecodes van de senso-
ren van het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem die al bij de auto is geregis-
treerd, kan een tweede set identificatiecodes
worden geregistreerd.
Er kan een tweede set identificatiecodes van
de sensoren van het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem worden geregistreerd
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Als er 2 sets identificatiecodes zijn geregis-
treerd, kunnen beide sets identificatiecodes
worden geselecteerd.
1Parkeer de auto op een veilige
plaats en zet het contact AAN.
2Druk de resetschakelaar van het
bandenspanningswaarschuwings-
systeem binnen 3 seconden 3 keer
achter elkaar in.
3Het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat 3 seconden
branden en vervolgens 3 keer knip-
peren.
4Het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat gedurende 1
minuut knipperen en blijft vervol-
gens branden.
5Als de wijziging van de identificatie-
code is voltooid, dooft het waar-
schuwingslampje lage bandenspan-
ning.
Controleer of de spanning van de banden
wordt weergegeven op het multi-informatie-
display.
Registreren van
identificatiecodesWijzigen van de set
identificatiecodes
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 307 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 310 of 582

3086-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Breng de auto tot stilstand op een
veilige plaats en een stevige, vlakke
ondergrond.
Activeer de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P
(automatische transmissie) of in de
achteruitversnelling (handgescha-
kelde transmissie).
Zet de motor af.
■Krik en krikslinger
Uw auto is voorzien van een bandenrepara-
tieset. Daarom is uw auto niet uitgerust met
een krik en een krikslinger voor het verwisse-
len van een wiel. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige om een krik
en een krikslinger aan te schaffen.
●Krik
●Krikslinger
Sleepoog
Schroevendraaier
Krikslinger (indien aanwezig)
Ver vangen van een band
Krik de auto uitsluitend op met de
krik onder een van de aangegeven
kriksteunpunten.
Als de auto wordt opgekrikt terwijl
de krik niet goed is geplaatst, kan
de auto beschadigd raken of van
de krik vallen en ernstig letsel ver-
oorzaken.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige als het vervangen van de
band moeilijk gaat.
Voor het opkrikken van de auto
Plaats van de krik en het gereedschap
A
C
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 308 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 311 of 582

309
6 6-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Onderhoud en verzorging
Wielmoersleutel
Krik (indien aanwezig)
1Plaats wielblokken.
2Draai de wielmoeren iets los (één
slag).D
WAARSCHUWING
■Gebruik van de krik
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Onjuist gebruik van de krik kan ertoe lei-
den dat de auto van de krik valt, wat tot
dodelijk of ernstig letsel kan leiden.
●Gebruik de krik uitsluitend voor het ver-
wisselen van een wiel of de montage en
het verwijderen van sneeuwkettingen.
●Gebruik voor het verwisselen van ban-
den onder deze auto geen krik van een
andere auto.
●Controleer altijd of de krik goed onder
het krikpunt staat.
●Zorg ervoor dat er zich geen lichaams-
delen bevinden onder een auto die
alleen door een krik wordt ondersteund.
●Start de motor niet en ga niet met de
auto rijden als deze door de krik wordt
ondersteund.
●Krik de auto niet op als er nog iemand in
de auto aanwezig is.
●Plaats niets op of onder de krik als de
auto wordt opgekrikt.
●Krik de auto niet verder op dan voor het
verwisselen van het wiel noodzakelijk is.
●Plaats de auto op bokken als u onder de
auto moet zijn.
●Zorg wanneer u de auto laat zakken dat
er niemand onder komt. Breng mensen
in de buurt op de hoogte van het laten
zakken.
Verwijderen van een wiel
Lekke bandPositie wielblok
Links voorAchter het rechter
achterwiel
Rechts voorAchter het linker ach-
terwiel
Links achterVoor het rechter
voorwiel
Rechts achterVoor het linker voor-
wiel
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 309 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 312 of 582

3106-3. Zelf uit te voeren onderhoud
3Draai deel van de krik met de
hand aan totdat de uitsparing in de
kop van de krik in contact komt met
het kriksteunpunt.
4Draai de krik vervolgens verder
omhoog totdat het wiel vrij van de
grond is.
5Verwijder alle wielmoeren en het
wiel.
Leg het wiel met de buitenzijde omhoog op
de grond, om krassen op de velg te voorko-
men.
1Verwijder eventueel aanwezige ver-
ontreinigingen van het contactvlak
van de velg.
Als er verontreinigingen op het contactvlak
aanwezig zijn, kunnen tijdens het rijden de
wielmoeren los lopen, waardoor het wiel los
kan raken.
AWAARSCHUWING
■Vervangen van een wiel met een
lekke band
Raak de wielen of het gedeelte rond de
remmen niet aan direct nadat met de auto
is gereden.
Nadat met de auto is gereden, zijn de wie-
len en het gedeelte rond de remmen
mogelijk zeer heet. Wanneer u deze delen
tijdens het verwisselen van een wiel, enz.
met uw handen, voeten of andere
lichaamsdelen aanraakt, kan dit leiden tot
brandwonden.
Plaatsen van het wiel
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 310 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM