Page 481 of 582

19
2 2-2. Connectiviteitsinstellingen
Basisfuncties
2-2.Connectiviteitsinstellingen
1Sluit een apparaat aan.
Als het apparaat niet is ingescha-
keld, schakel het dan alsnog in.
●Compatibel USB-geheugen:Blz. 84
●Compatibele iPod/iPhone:Blz. 84
●Dit systeem ondersteunt niet de op de
markt beschikbare USB-hubs.
●Afhankelijk van het apparaat, bijvoorbeeld
een mobiele telefoon, wordt dit apparaat
na het aansluiten opgeladen.
1Schakel de Bluetooth®-verbinding
van uw Bluetooth
®-telefoon/-appa-
raat in.
Deze functie is niet beschikbaar
wanneer de Bluetooth
®-verbinding
van uw Bluetooth
®-telefoon/-appa-
raat is uitgeschakeld.
2Druk op de toets .
Aansluiten/loskoppelen van
een USB-geheugen/
draagbaar apparaat
Aansluiten van een apparaat
Registreren/aansluiten van
een Bluetooth®-apparaat
Om het handsfree-systeem of het
Bluetooth
®-audiosysteem te kun-
nen gebruiken, moet u een
Bluetooth
®-telefoon/-apparaat in
het systeem registreren.
Zodra de telefoon/het apparaat
die/dat met Bluetooth
® is verbon-
den, is geregistreerd, kunt u het
handsfree-systeem en het
Bluetooth
®-audiosysteem gebrui-
ken.
Vo o r d e e e r s t e keer registreren
van een Bluetooth®-telefoon/
-apparaat
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 19 Wednesday, February 2, 2022 12:52 PM
Page 482 of 582

202-2. Connectiviteitsinstellingen
3Selecteer “Yes” (ja) om een
Bluetooth
®-telefoon/-apparaat te
registreren.4Volg de STAPPEN 4 T/M 7 onder
“Registreren van een Bluetooth®-
telefoon/-apparaat”. (Blz. 24)
Dit systeem ondersteunt de volgende diensten.
Profielen
Bluetooth®-
apparaatSpecificatieFunctieVe re i s t e nAanbevelin-
gen
Bluetooth®-
telefoon/-apparaatBluetooth®-
specificatieRegistreren van
een Bluetooth®-
telefoon/-apparaatVe r s i e 2 . 1Ve r s i e 4 . 2
Bluetooth®-
apparaatProfielFunctieVe re i s t e nAanbevelin-
gen
Bluetooth®-telefoon
HFP (Handsfree-
profiel)Handsfree-systeemVe r s i e 1 . 0Ve r s i e 1 . 7
PBAP (Phone Book
Access-profiel)Contacten
overbrengenVe r s i e 1 . 0Ve r s i e 1 . 2
MAP (Message
Access-profiel)Berichtfunctie
Bluetooth®-telefoon-Ve r s i e 1 . 3
SPP (Serial Port-
profiel)Apps-functie-Ve r s i e 1 . 2
Bluetooth®-
apparaat
A2DP (Advanced
Audio Distribution-
profiel)
Bluetooth®-
audiosysteem
Ve r s i e 1 . 0Ve r s i e 1 . 3
AV R C P ( A u d i o /
Video Remote
Control-profiel)
Ve r s i e 1 . 0Ve r s i e 1 . 6
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 20 Wednesday, February 2, 2022 12:52 PM
Page 483 of 582
21
2 2-2. Connectiviteitsinstellingen
Basisfuncties
●Als uw mobiele telefoon geen HFP-profiel ondersteunt, kunt u hem niet als Bluetooth®-tele-
foon registreren. Bovendien kunt u in dat geval niet gebruikmaken van het PBAP-, MAP- of
SPP-profiel.
●Als de versie van de/het aangesloten Bluetooth®-telefoon/-apparaat ouder is dan geadvi-
seerd of niet compatibel is, kan het zijn dat de/het Bluetooth®-telefoon/-apparaat niet goed
werkt.
●Als de app niet probleemloos draait of onstabiel is, sluit dan de Bluetooth®-verbinding van de
telefoon/het apparaat af en sluit de telefoon/het apparaat vervolgens opnieuw aan via
Bluetooth
® (Blz. 26) en/of via een USB-kabel (Blz. 19). Als het probleem blijft bestaan,
start dan de/het Bluetooth®-telefoon/-apparaat opnieuw op.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 21 Wednesday, February 2, 2022 12:52 PM
Page 484 of 582
222-2. Connectiviteitsinstellingen
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 22 Wednesday, February 2, 2022 12:52 PM
Page 485 of 582
3
23
3
Instellingen
Instellingen
.3-1. Bluetooth®-instellingen
Bluetooth
®-instellingen .............24
3-2. Overige instellingen
Algemene instellingen ..............29
Geluidsinstellingen ...................36
Radio-instellingen .....................37
Onderhoudsinstellingen ............38
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 23 Wednesday, February 2, 2022 12:52 PM
Page 486 of 582

243-1. Bluetooth®-instellingen
3-1.Bluetooth®-instellingen
1Druk op de toets .
2Selecteer “Settings” (instellingen).
3Selecteer “Phone” (telefoon).
4Selecteer de onderwerpen die u wilt
instellen.
Beheren van Bluetooth
®-telefoons/
-apparaten
Registreren van een Bluetooth®-telefoon/
-apparaat: Blz. 24
Verbinden van Bluetooth
®-telefoons/-appara-
ten of de verbinding ervan verbreken:
Blz. 26
Wissen van Bluetooth
®-telefoons/-appara-
ten: Blz. 27
Beheren van de lijst met contacten
Instellen van het downloaden van het tele-
foonboek/de recente oproepen: Blz. 27
Sorteren van de lijst met recente oproepen
en de lijst met contacten: Blz. 46Wissen van de lijst met alle favorieten:
Blz. 47
Instellen van berichten: Blz. 50
Wijzigen van de naam van het
apparaat
Instellen van Apple CarPlay:
Blz. 59
Instellen van Android Auto:
Blz. 61
●Het scherm “Manage Devices” (apparaten
beheren) kan ook worden weergegeven
door “Manage Devices” (apparaten behe-
ren) of “Add Device” (apparaat toevoegen)
te selecteren op het telefoonscherm
(Blz. 42) of het Bluetooth
® audiobedie-
ningsscherm (Blz. 76).
Er kunnen maximaal 5 Bluetooth®-tele-
foons/-apparaten worden geregistreerd.
Bluetooth
® compatibele telefoons
(HFP) en apparaten (AVP) kunnen
gelijktijdig worden geregistreerd.
1Ga naar het telefooninstellings-
scherm. (Blz. 24)
2Selecteer “Manage devices” (appa-
raten beheren).
3Selecteer “Add” (toevoegen).
Wanneer een melding wordt weerge-
geven, volg dan de aanwijzingen op
het scherm.
Bluetooth®-instellingen
Telefooninstellingsscherm
A
B
Registreren van een
Bluetooth
®-telefoon/-apparaat
C
D
E
F
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 24 Wednesday, February 2, 2022 12:52 PM
Page 487 of 582

25
3 3-1. Bluetooth
®-instellingen
Instellingen
4Als dit scherm wordt weergegeven,
zoek dan de op dit scherm weerge-
geven toestelnaam op het scherm
van uw Bluetooth
®-telefoon/-appa-
raat.
“Cancel” (annuleren): hiermee kunt u
het registreren annuleren.
Raadpleeg de bij uw Bluetooth
®-
telefoon/-apparaat geleverde hand-
leiding voor meer informatie over de
bediening van het apparaat.
5Registreer met uw Bluetooth
®-tele-
foon/-apparaat.
Voor Bluetooth
®-telefoons/-appara-
ten die SSP-compatibel (Secure
Simple Pairing) zijn, is geen pincode
nodig. Afhankelijk van het type
Bluetooth
®-telefoon/-apparaat dat is
aangesloten, kan er een melding op
het scherm van uw Bluetooth
®-tele-
foon/-apparaat worden weergege-
ven waarin gevraagd wordt de regis-
tratie te bevestigen. Reageer en
voer op uw Bluetooth
®-telefoon/
-apparaat de handelingen uit die in
de bevestigingsmelding worden aan-
gegeven.
●Om uw Bluetooth®-telefoon/-apparaat
opnieuw te registreren nadat de telefoon of
het apparaat uit het systeem is gewist,
moet u de eerder op uw Bluetooth
®-tele-
foon/-apparaat opgeslagen systeeminfor-
matie wissen en vervolgens uw
Bluetooth
®-telefoon/-apparaat registreren.
6Controleer of het volgende pop-
upscherm wordt weergegeven.
“Cancel” (annuleren): hiermee kunt u
het registreren annuleren.
Als er een bevestigingsmelding
wordt weergegeven waarin u wordt
gevraagd of de contactgegevens
van de telefoon naar het systeem
moeten worden overgebracht, druk
dan op de gewenste toets.
7Controleer of de naam van het ver-
bonden apparaat wordt weergege-
ven nadat de verbinding is gemaakt.
Als een foutmelding wordt weerge-
geven, volg dan de aanwijzingen op
het scherm en probeer het nog een
keer.
●Bij het registreren van een NFC-compati-
bel apparaat, kan de/het Bluetooth®-tele-
foon/-apparaat worden geregistreerd door
de telefoon/het apparaat tegen het NFC-
logo van het audio-/informatiesysteem te
houden tot de verbinding tot stand is
gebracht.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 25 Wednesday, February 2, 2022 12:52 PM
Page 488 of 582

263-1. Bluetooth®-instellingen
Er kunnen maximaal 5 Bluetooth®-tele-
foons/-apparaten (telefoons (HFP) en
apparaten (AVP)) worden geregis-
treerd.
Als er meerdere Bluetooth
®-telefoons/
-apparaten zijn geregistreerd, selec-
teer dan de/het Bluetooth
®-telefoon/
-apparaat waarmee u verbinding wilt
maken.
1Ga naar het telefooninstellings-
scherm. (Blz. 24)
2Selecteer “Manage devices”
(apparaten beheren).
3Selecteer de/het Bluetooth
®-tele-
foon/-apparaat waarvan de verbin-
ding tot stand moet worden
gebracht of waarvan de verbinding
verbroken moet worden.
Selecteer “Yes” (ja) om de verbin-
ding met de/het Bluetooth
®-telefoon/
-apparaat te verbreken.
Naast de/het op dat moment verbon-
den Bluetooth
®-telefoon/-apparaat
wordt “Connected” (verbonden)
weergegeven.Als de/het gewenste Bluetooth
®-
telefoon/-apparaat niet in de lijst
staat, selecteer dan “Add” (toevoe-
gen) om de/het Bluetooth
®-telefoon/
-apparaat te registreren. (Blz. 24)
4Controleer of naast de/het
Bluetooth
®-telefoon/-apparaat
“Connected” (verbonden) wordt
weergegeven als de verbinding tot
stand is gebracht.
Als een foutmelding wordt weerge-
geven, volg dan de aanwijzingen op
het scherm en probeer het nog een
keer.
●Tijdens het afspelen van muziek via
Bluetooth®-audio kan het verbinding
maken met de/het Bluetooth®-telefoon/
-apparaat langer duren dan normaal.
●Afhankelijk van het type Bluetooth®-tele-
foon/-apparaat dat wordt verbonden, kan
het nodig zijn om extra stappen uit te voe-
ren op de/het Bluetooth
®-telefoon/-appa-
raat.
Leg de/het Bluetooth®-telefoon/-appa-
raat op een plaats waar er een verbin-
ding tot stand kan worden gebracht.
Als het contact in stand ACC of AAN
wordt gezet, zoekt het systeem naar
geregistreerde Bluetooth
®-telefoons/
-apparaten die zich in de buurt van
het systeem bevinden.
Het systeem zal verbinding maken
met de/het geregistreerde
®-telefoon/
-apparaat waarmee het laatst verbin-
ding is gemaakt, als de telefoon/het
apparaat zich in de nabijheid
bevindt.
Verbinden van een Bluetooth®-
telefoon/-apparaat of de
verbinding ervan verbreken
Modus voor automatisch verbin-
ding maken
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 26 Wednesday, February 2, 2022 12:52 PM