Page 49 of 582

47
1 1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
■Als de schakelaar van de veiligheids-
gordel en/of het zitherkenningssys-
teem voor de voorpassagier defect zijn
Als de schakelaar van de veiligheidsgordel
en/of het zitherkenningssysteem voor de
voorpassagier defect zijn, gaat het waarschu-
wingslampje SRS branden. Wij raden u aan
om het systeem onmiddellijk door uw
Toyota-dealer te laten nakijken als het waar-
schuwingslampje SRS gaat branden.
■Wanneer moet u contact opnemen met
uw Toyota-dealer of een ander service-
center?
Als uw auto betrokken is geweest bij een
aanrijding, kan dit een negatieve invloed heb-
ben op de werking van het airbagsysteem
voor de voorpassagier. Wij raden u aan om
uw auto te laten nakijken door uw
Toyota-dealer. Gebruik de voorpassagiers-
stoel niet terwijl u naar uw Toyota-dealer of
een ander servicecenter rijdt.
■Werking systeem
De airbags werken alleen wanneer het con-
tact AAN staat.
Als de airbags geactiveerd worden, is er een
luide knal hoorbaar en komt er wat rook vrij.
Dit is normaal bij het activeren. Deze rook
duidt niet op brand in de auto.
WAARSCHUWING
■Waarschuwingslabels
Aan beide zijden van de zonneklep aan
passagierszijde bevinden zich waarschu-
wingslabels. Lees zorgvuldig de beschrij-
ving op Blz. 56.
■Bij gebruik van een baby- of kinder-
zitje
PLAATS EEN KINDERZITJE NOOIT OP
DE VOORSTOEL, OOK NIET WANNEER
DE VOORPASSAGIERSAIRBAG IS UIT-
GESCHAKELD. Plaats het op de juiste
manier op de achterstoel. Ook wordt het
sterk aangeraden dat een in de rijrichting
geplaatst kinderzitje of zittingverhoger op
de achterstoel wordt geplaatst en dat kin-
deren die te groot zijn voor een baby- of
kinderzitje ook op de achterstoel plaatsne-
men. Dit omdat kinderen die op de voor-
passagiersstoel zitten dodelijk of ernstig
gewond kunnen raken wanneer de voor-
passagiersairbag wordt geactiveerd. Ach-
terin zitten kinderen het veiligst.
■Algemene voorzorgsmaatregelen
met betrekking tot de voorpassa-
giersairbag
Wanneer er een volwassene op de voor-
passagiersstoel zit, plaats dan geen voor-
werpen (schoenen, paraplu, enz.) onder
de voorpassagiersstoel. Anders wordt de
voorpassagiersairbag mogelijk uitgescha-
keld, ondanks het feit dat er een volwas-
sene op de stoel zit. Hierdoor kan letsel
ontstaan.
●Sta niet toe dat de inzittende op de ach-
terstoel met zijn/haar voeten de zitting
van de voorpassagiersstoel optilt.
●Prop geen voorwerpen tussen de voor-
passagiersstoel en de zijpaneelbekle-
ding/middenstijl, het portier of het mid-
denopbergvak. Anders wordt de zitting
mogelijk opgetild.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 47 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 50 of 582

481-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
■Wanneer er een kleine volwassene
op de voorpassagiersstoel zit
Wanneer er een kleine volwassene op de
voorpassagiersstoel zit, wordt het airbag-
systeem voor al dan niet geactiveerd,
afhankelijk van de zithouding van de inzit-
tende. Als het controlelampje OFF blijft
branden terwijl het controlelampje ON
dooft wanneer er een kleine volwassene
op de voorpassagiersstoel zit, raadpleeg
dan Blz. 46.
■Algemene voorzorgsmaatregelen
met betrekking tot het zitherken-
ningssysteem
Trap niet tegen de voorpassagiersstoel en
stel hem niet bloot aan hevige schokken.
Anders gaat het waarschuwingslampje
SRS mogelijk branden om een storing aan
te geven in het zitherkenningssysteem
voor de voorpassagier. We raden u in dit
geval aan om zo spoedig mogelijk contact
op te nemen met uw Toyota-dealer.
■Na activering
Raak de onderdelen van het SRS-airbag-
systeem direct nadat de airbag is geacti-
veerd niet met blote handen aan. Anders
kunt u brandwonden oplopen doordat de
onderdelen door het activeren zeer heet
kunnen zijn.
OPMERKING
■Voorpassagiersairbag
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht. Anders werkt de voorpassagiers-
airbag mogelijk niet goed of kan het sys-
teem defect raken.
●Oefen geen grote kracht uit op de voor-
passagiersstoel, bijvoorbeeld door er
tegenaan te schoppen.
●Zorg ervoor dat de achterpassagiers
niet hun voeten tussen de rugleuning
van de voorstoel en de zitting laten rus-
ten.
●Mors geen vloeistof op de voorpassa-
giersstoel. Verwijder gemorste vloeistof
zo snel mogelijk.
●Verwijder of demonteer de voorpassa-
giersstoel niet.
●Plaats geen accessoires (zoals een
audioversterker), behalve een origineel
Toyota-accessoire, onder de voorpas-
sagiersstoel.
●Plaats geen voorwerpen (schoenen,
paraplu, enz.) onder de voorpassagiers-
stoel.
●Plaats geen voorwerpen (boeken, enz.)
rond de voorpassagiersstoel.
●Gebruik de voorpassagiersstoel nooit
zonder hoofdsteun.
●Laat geen voorwerpen achter op de
voorpassagiersstoel wanneer u de auto
verlaat en zorg ervoor dat de gesp van
de veiligheidsgordel niet in de gordel-
sluiting is gestoken.
●Plaats geen scherpe voorwerpen op de
stoel en maak geen gaten in de stoelbe-
kleding.
●Plaats geen magneet in de buurt van de
gordelsluiting of de blokkeerautomaat
van de veiligheidsgordel.
●Gebruik de voorstoelen niet wanneer de
stoel of de rugleuningverstelling niet
goed is vergrendeld. Als de stoel of de
rugleuning niet goed is vergrendeld, stel
deze dan opnieuw af. Raadpleeg
Blz. 117 voor de afstelprocedure.
■Bij gebruik van een baby- of kinder-
zitje
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht aangezien een zitje de belasting op
de voorpassagiersstoel vergroot, waar-
door deze niet goed werkt.
●Monteer geen accessoires zoals een
tafeltje of tv-scherm aan de rugleuning.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 48 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 51 of 582

49
1 1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
De side airbag en curtain airbag aan
bestuurders- en passagierszijde wor-
den onafhankelijk van elkaar geacti-
veerd aangezien elk zijn eigen bot-
singssensor heeft. Daardoor worden ze
bij hetzelfde ongeval mogelijk niet
beide geactiveerd. De side airbag en
curtain airbag aan bestuurders- en pas-
sagierszijde worden ook onafhankelijk
van de airbag voor aan bestuurders- en
voorpassagierszijde in het stuurwiel en
dashboard geactiveerd.
Op de volgende plaatsen bevindt zich
een botsingssensor die de kracht van
de aanrijding signaleert:
In de middenstijl links en rechts
In de wielkuip links en rechts
In het portier links en rechts
In de airbagregelmodule
Na het activeren begint de side airbag
meteen weer leeg te lopen. De tijd tus-
sen het signaleren van een aanrijding
en het leeglopen van de side airbag na
activering is korter dan de tijd die nodig is om te knipperen met de ogen. De
curtain airbag blijft na het activeren
enige tijd opgeblazen, waarna hij lang-
zaam leegloopt.
De side airbag en curtain airbag wor-
den zelfs geactiveerd als er geen inzit-
tende op de stoel zit aan de zijde van
de aanrijding.
De side airbag en curtain airbag zijn
ontworpen om te worden geactiveerd
bij een matige tot ernstige aanrijding
van opzij. Ze zijn niet ontworpen om
geactiveerd te worden bij de meeste
lichte aanrijdingen van opzij. Ze zijn
ook niet ontworpen om geactiveerd te
worden bij de meeste frontale aanrijdin-
gen en aanrijdingen van achteren,
omdat het activeren van de side airbag
en curtain airbag de inzittende in deze
situaties niet zou helpen.
Side airbags en curtain airbags kunnen
slechts eenmaal worden geactiveerd.
Het activeren van de side airbag en
curtain airbag is afhankelijk van de hoe-
veelheid kracht die wordt ervaren in het
passagierscompartiment tijdens een
aanrijding van opzij. Die hoeveelheid is
voor elke soort aanrijding verschillend
en hoeft niet overeen te komen met de
zichtbare schade aan de auto zelf.
OPMERKING
●Sta niet toe dat de inzittende op de ach-
terstoel zijn/haar handen of benen op de
rugleuning van de voorpassagiersstoel
legt of aan de rugleuning trekt.
Side airbag en curtain airbag
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 49 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 52 of 582

501-1. Voor een veilig gebruik
■Voorbeeld van het soort ongeval
Wanneer is het het meest waar-
schijnlijk dat de side airbag en cur-
tain airbag worden geactiveerd?
Bij een ernstige aanrijding van opzij in de
buurt van de voorstoel worden de side air-
bag en curtain airbag geactiveerd.
Voorbeelden van soorten ongevallen
waarbij de side airbag en curtain air-
bag mogelijk worden geactiveerd:
• Raken van een stoeprand of een ander
hard voorwerp
• In of over een diepe kuil rijden
• Hard neerkomen
Mogelijk worden de side airbags en curtain
airbags geactiveerd bij zware stoten tegen
de onderkant van de auto.
Wanneer worden de side airbags
waarschijnlijk niet geactiveerd?
Er zijn veel soorten aanrijdingen waarbij de
side airbag mogelijk niet hoeft te worden
geactiveerd. Bij ongevallen zoals hier aan-
gegeven wordt de side airbag mogelijk niet
geactiveerd afhankelijk van de kracht van de
aanrijding.• De auto is betrokken bij een aanrijding
van opzij onder een schuine hoek.
• De auto is betrokken bij een aanrijding
van opzij, niet in de buurt van het passa-
gierscompartiment.
• De auto raakt een telefoonpaal of iets ver-
gelijkbaars.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 50 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 53 of 582
51
1 1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
• De auto wordt van opzij aangereden door
een motorfiets.
• De auto rolt op zijn zijkant of op het dak.
Wanneer wordt de curtain airbag
waarschijnlijk niet geactiveerd?
Er zijn veel soorten aanrijdingen waarbij de
curtain airbag mogelijk niet hoeft te worden
geactiveerd. Bij ongevallen zoals hier aan-
gegeven wordt de curtain airbag mogelijk
niet geactiveerd, afhankelijk van de kracht
van de aanrijding.
• De auto is betrokken bij een aanrijding
van opzij onder een schuine hoek.• De auto is betrokken bij een aanrijding
van opzij, niet in de buurt van het passa-
gierscompartiment.
• De auto raakt een telefoonpaal of iets ver-
gelijkbaars.
• De auto wordt van opzij aangereden door
een motorfiets.
• De auto rolt op zijn zijkant of op het dak.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 51 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 54 of 582

521-1. Voor een veilig gebruik
Wanneer worden de side airbag en
curtain airbag niet geactiveerd?
Bij ongevallen zoals hier aangegeven zijn de
side airbag en curtain airbag in de meeste
gevallen niet ontworpen om te worden geac-
tiveerd.
• De auto heeft een frontale aanrijding met
een andere auto (rijdend of stilstaand).
• De auto wordt van achteren aangereden.
• De auto maakt een koprol in de lengte-
richting.
Als tijdens een aanrijding de auto meer
dan eenmaal aan de zijkant wordt
geraakt, worden de side airbag en cur-tain airbag alleen geactiveerd bij de
eerste schok die hard genoeg is.
Voorbeeld: Als bij een dubbele aanrij-
ding van opzij, eerst met de ene auto
en direct daarna met een tweede auto
vanuit dezelfde richting, de side airbag
en curtain airbag bij de eerste schok
worden geactiveerd, zullen ze niet wor-
den geactiveerd bij de tweede.
Curtain airbag
Side airbag
1Eerste schok
2Tweede schok
A
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 52 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 55 of 582

53
1 1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
Een diagnosesysteem controleert con-
tinu of het SRS-airbagsysteem (inclu-
sief de gordelspanners voor) operatio-
neel is wanneer het contact AAN staat.
Het waarschuwingslampje SRS toont
een normale werking van het systeem
door ongeveer 6 seconden te branden
als het contact AAN wordt gezet.
De volgende onderdelen worden
gecontroleerd door het waarschuwings-
lampje:
Sensor frontale aanrijding
• Rechts
•Links
Airbagregelmodule (inclusief bot-
singssensor)
Airbagmodule voor
• Bestuurderszijde
• Voorpassagierszijde
Knie-airbagmodule (bestuurders-
zijde)
Sensor aanrijding opzij
• Middenstijl rechts
• Middenstijl links
• Portier rechts
• Portier links
• Wielkuip rechts achter
• Wielkuip links achter
Side airbagmodule
• Bestuurderszijde
• Voorpassagierszijde
Sensoren zitherkenningssysteem
voorpassagier
Schakelaar veiligheidsgordel (voor-
passagierszijde)
Curtain airbagmodule
• Rechts
•Links
Gordelspanner
• Bestuurderszijde
Gordelspanner en adaptieve span-
krachtbegrenzer
• Voorpassagierszijde
Controlelampje voorpassagiersair-
bag ON of OFF
Alle bijbehorende bedrading
■Waarschuwingslampje SRS
Wij raden u aan om het systeem onmiddellijk
door uw Toyota-dealer te laten nakijken als
het waarschuwingslampje SRS gaat bran-
den.
Controles SRS-airbagsysteem
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 53 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 56 of 582

541-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
■Waarschuwingslampje SRS
Als het waarschuwingslampje een van de
volgende condities vertoont, breng dan de
auto zo snel mogelijk op een veilige plaats
tot stilstand en neem contact op met een
Toyota-dealer. Als het systeem niet wordt
nagekeken door een monteur en indien
nodig wordt gerepareerd, werken de gor-
delspanners en/of airbag mogelijk niet
goed, wat letsel tot gevolg kan hebben.
●Knipperen of flikkeren van het waar-
schuwingslampje
●Het waarschuwingslampje brandt niet
wanneer het contact de eerste keer
AAN wordt gezet
●Continu branden van het waarschu-
wingslampje
●Branden van het waarschuwingslampje
tijdens het rijden
Belangrijke
voorzorgsmaatregelen in
verband met uitlaatgassen
Uitlaatgassen bevatten stoffen die
schadelijk zijn bij inademing.
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten het schadelijke
koolmonoxide (CO). Dit is een kleurloos
en reukloos gas. Neem de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht.
Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in
acht neemt, kunnen er uitlaatgassen in de
auto terechtkomen waardoor de bestuur-
der duizelig kan worden en een ongeval
kan veroorzaken, of wat kan leiden tot de
dood of zeer schadelijk kan zijn voor de
gezondheid.
■Belangrijke punten tijdens het rijden
●Houd de achterklep gesloten.
●Als u uitlaatgassen ruikt in de auto, zelfs
als de achterklep gesloten is, moet u de
ruiten openzetten en de auto zo snel
mogelijk laten nakijken door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Tijdens het parkeren
●Als de auto zich in een slecht geventi-
leerde omgeving of een afgesloten
ruimte bevindt, zoals een garage, moet
u de motor uitschakelen.
●Laat de motor niet langdurig stationair
draaien.
Als dat niet anders kan, parkeer de auto
dan op een open plek en zorg ervoor
dat er geen uitlaatgassen in het interieur
terecht kunnen komen.
●Laat de motor niet draaien op een
plaats waar sneeuw de afvoer van de
uitlaatgassen zou kunnen hinderen. Als
zich sneeuw rond de auto ophoopt ter-
wijl de motor draait, kunnen uitlaatgas-
sen zich verzamelen en in de auto
terechtkomen.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 54 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM