Page 225 of 582
223
4 4-5. EyeSight
Rijden
De bestuurder wordt gewaarschuwd door 1 kort piepsignaal en het controlelampje
tijdelijke uitschakeling EyeSight (wit), het controlelampje OFF van het
Pre-Crash Brake-systeem en het controlelampje Lane Departure Warning OFF
gaan gelijktijdig branden.
Er wordt ook een melding weergegeven op het display van het instrumentenpaneel.
Als de oorzaak voor de tijdelijke uitschakeling is verholpen, wordt EyeSight automa-
tisch weer ingeschakeld.
OPMERKING
Als tijdens het rijden (geel) gelijktijdig
met het motorcontrolelampje brandt, laat
uw auto dan zo snel mogelijk controle-
ren/repareren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige. EyeSight kan
niet worden gebruikt in het geval van bij-
voorbeeld een storing in het motorma-
nagement.
Tijdelijke uitschakeling
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 223 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 226 of 582
2244-5. EyeSight
WaarschuwingsmeldingOorzaakActie
“EyeSight Disabled No
Camera View” (EyeSight uitge-
schakeld, geen camerabeel-
den)
De stereocamera kan objec-
ten vóór de auto niet goed
signaleren.
• De voorruit is vuil of besla-
gen.
• Slechte weersomstandig-
heden.
• Fel licht vóór de auto.
•Maak de voorruit schoon.
•Als het EyeSight-systeem
is uitgeschakeld door
slechte weersomstandighe-
den of fel licht vóór de auto,
wordt het systeem weer
ingeschakeld als u enige
tijd met de auto hebt gere-
den nadat de omstandighe-
den zijn verbeterd. Als het
systeem ook nadat de
omstandigheden zijn verbe-
terd en er enige tijd is ver-
streken niet meer wordt
ingeschakeld, neem dan
contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een
andere naar behoren
gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige om het
systeem te laten controle-
ren.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 224 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 227 of 582

225
4 4-5. EyeSight
Rijden
●Als (wit) brandt, kunnen er geen Eye-
Sight-functies worden gebruikt, uitgezon-
derd de conventionele cruise control.
●Als (wit) brandt, werkt het Reverse
Automatic Braking-systeem (RAB) moge-
lijk niet.
“EyeSight Disabled Temp
Range” (EyeSight uitgescha-
keld, temperatuur buiten
bereik)
Zeer lage of hoge tempera-
tuur
Het systeem wordt weer inge-
schakeld als de temperatuur
weer binnen het werkingsbe-
reik van het EyeSight-sys-
teem ligt. Als het systeem ook
wanneer de binnentempera-
tuur van de auto binnen het
werkingsbereik ligt niet meer
wordt ingeschakeld, neem
dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een
andere naar behoren gekwali-
ficeerde en uitgeruste des-
kundige om het systeem te
laten controleren.
“EyeSight Disabled Check
Manual” (EyeSight uitgescha-
keld, raadpleeg handleiding)
• Het EyeSight-systeem
wordt opgestart.
• Het systeem heeft bepaald
dat de auto sterk helt.
• De functie secundair rem-
men van het Pre-Crash
Brake-systeem is 3 keer
geactiveerd sinds de motor
is gestart.
• De motor is uitgeschakeld.
Het systeem wordt weer inge-
schakeld als de oorzaak is
verholpen. Het kan in dat
geval even duren tot het sys-
teem weer wordt ingescha-
keld. Als het systeem ook
nadat de omstandigheden zijn
verbeterd en er enige tijd is
verstreken niet meer wordt
ingeschakeld, neem dan con-
tact op met een erkende
Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige om
het systeem te laten controle-
ren.
WaarschuwingsmeldingOorzaakActie
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 225 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 228 of 582

2264-6. Gebruik van overige rijsystemen
4-6.Gebruik van overige rijsystemen
*: Indien aanwezigDe BSD/RCTA bestaat uit de volgende
functies.
Het tijdens het rijden signaleren van
een voertuig op een aangrenzende
rijstrook dat zich in de dode hoek
bevindt of dat met hoge snelheid
nadert (Blind Spot Detection)
Het signaleren van een van rechts of
links naderend voertuig tijdens het
achteruitrijden (Rear Cross Traffic
Alert)
Het systeem gebruikt radarsensoren
voor de volgende functies.
De BSD/RCTA-radarsensor voldoet aan de
regelgeving met betrekking tot radiogolven
die in elk land van kracht is. Zie Blz. 398 voor
meer informatie.
■Blind Spot Detection (BSD)
Het systeem waarschuwt de bestuurder
voor de aanwezigheid van voertuigen in
de dode hoek.
Als het systeem een voertuig in de
dode hoek signaleert, waarschuwt
het de bestuurder door het (de)
naderingslampje(s) BSD/RCTA in de
buitenspiegel(s) te laten branden.
Als de bestuurder de richtingaanwij-
zer inschakelt aan de zijde waar het
naderingslampje BSD/RCTA brandt,
waarschuwt het systeem de bestuur-
der voor het gevaar door het nade-
ringslampje BSD/RCTA te laten
knipperen.
BSD/RCTA*
De BSD/RCTA gebruikt hoekradars
achter om de functies Blind Spot
Detection, Lane Change Assist en
Rear Cross Traffic Alert uit te voe-
ren.
Deze functies van de BSD/RCTA
signaleren objecten en voertuigen
achter de auto en wijzen de
bestuurder op de aanwezigheid
ervan tijdens het wisselen van rij-
strook of het achteruitrijden.
WAARSCHUWING
Veilig rijden blijft altijd de verantwoordelijk-
heid van de bestuurder. Kijk altijd goed om
u heen tijdens het wisselen van rijstrook of
achteruitrijden.
Het systeem is ontworpen om de bestuur-
der te ondersteunen bij het wisselen van
rijstrook en het achteruitrijden door het
gebied achter en naast de auto te bewa-
ken. U kunt echter niet uitsluitend op dit
systeem vertrouwen om uw veiligheid tij-
dens het wisselen van rijstrook en het ach-
teruitrijden te garanderen. Wanneer u te
veel op dit systeem vertrouwt, kan dat lei-
den tot een ongeval met dodelijk of ernstig
letsel tot gevolg. Het systeem heeft ver-
schillende beperkingen. Het naderings-
lampje BSD/RCTA kan vertraagd of hele-
maal niet gaan knipperen of branden ter-
wijl er wel een voertuig op de
aangrenzende rijstrook rijdt of van links of
rechts nadert.
Het is altijd de verantwoordelijkheid van de
bestuurder om het gebied achter en naast
de auto in de gaten te houden.
Kenmerken systeem
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 226 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 229 of 582

227
4 4-6. Gebruik van overige rijsystemen
Rijden
Werkingsgebied
■Lane Change Assist (LCA)
Het systeem waarschuwt de bestuurder
voor voertuigen op de aangrenzende
rijstroken die met hoge snelheid nade-
ren.
Als het systeem een snel naderend
voertuig op een aangrenzende rij-
strook signaleert, waarschuwt het de
bestuurder door het (de) naderings-
lampje(s) BSD/RCTA in de buiten-
spiegel(s) te laten branden.
Als de bestuurder de richtingaanwij-
zer inschakelt aan de zijde waar het
naderingslampje BSD/RCTA brandt,
waarschuwt het systeem de bestuur-
der voor het gevaar door het nade-
ringslampje BSD/RCTA te laten
knipperen.
Werkingsgebied
■Rear Cross Traffic Alert (RCTA)
Het systeem waarschuwt de bestuurder
wanneer tijdens het achteruitrijden een
voertuig van links of rechts nadert.
Deze functie helpt de bestuurder het
gebied achter en naast de auto in de
gaten te houden tijdens het achteruitrij-
den.
Als het systeem een voertuig signaleert
dat van links of rechts nadert, waar-
schuwt het de bestuurder op de vol-
gende manier.
Het (de) naderingslampje(s)
BSD/RCTA in de buitenspiegel(s)
knippert (knipperen).
Er klinkt een waarschuwingszoemer.
Er wordt een pictogram op het
scherm van het multimediasysteem
weergegeven.
Werkingsgebied
Beperkingen in de detectieprestaties
van de RCTA
De detectieprestaties van de RCTA zijn
beperkt en daarom werkt de RCTA
mogelijk niet goed als de auto schuin is
ingeparkeerd.
A
A
A
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 227 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 230 of 582

2284-6. Gebruik van overige rijsystemen
Voorbeeld 1
1Detectiebereik van de radarsenso-
ren
2Gebied buiten het detectiebereik
van de radarsensoren
Geparkeerde auto
Voertuig dat mogelijk niet wordt
gesignaleerd
Voorbeeld 2
1Detectiebereik van de radarsenso-
ren
Voertuig dat mogelijk wordt gesig-
naleerd
Het systeem kan signaleren dat het voertuig
voor uw auto langs rijdt. Kijk altijd goed
om u heen tijdens het achteruitrijden.
■Voorwaarden voor werking
De BSD/RCTA werkt wanneer aan alle
onderstaande voorwaarden wordt vol-
daan.
Het contact staat AAN.
Het waarschuwingslampje
BSD/RCTA en het controlelampje
BSD/RCTA OFF zijn uit.
De auto rijdt met een snelheid van
ten minste 12 km/h (behalve bij het
achteruitrijden).
De selectiehendel staat in stand R
(alleen RCTA).
De BSD/RCTA werkt in de volgende
situaties niet.
Het controlelampje BSD/RCTA OFF
brandt.
De rijsnelheid is lager dan 10 km/h,
zonder dat het controlelampje
BSD/RCTA OFF per se hoeft te
branden (behalve bij het achteruitrij-
den).
●In de volgende gevallen wordt de
BSD/RCTA uitgeschakeld en gaat het
waarschuwingslampje BSD/RCTA bran-
den.
• Er is een storing opgetreden in het sys-
teem, inclusief het naderingslampje
BSD/RCTA.
●Als het waarschuwingslampje BSD/RCTA
brandt, wees dan extra voorzichtig.
(→Blz. 232)
WAARSCHUWING
Een naderend voertuig wordt mogelijk
niet gesignaleerd als het detectiebereik
wordt beperkt door de geparkeerde auto
. Kijk altijd goed om u heen tijdens het
achteruitrijden.
A
C
Werking systeem
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 228 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 231 of 582

229
4 4-6. Gebruik van overige rijsystemen
Rijden
●In de volgende gevallen wordt de werking
van de BSD/RCTA tijdelijk onderbroken (of
wordt de functie uitgeschakeld) en gaat het
controlelampje BSD/RCTA OFF branden.
• Als een radarsensor niet meer voldoende
goed is uitgelijnd (als de stand van de
radarsensor om welke reden dan ook is
gewijzigd, moet de sensor worden afge-
steld. Laat de sensor afstellen door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.)
• Als zich een grote hoeveelheid sneeuw of
ijs heeft gehecht tegen het oppervlak van
de achterbumper rondom de radarsenso-
ren
• Als de auto langere tijd rijdt op een
besneeuwde weg of in een omgeving
(zoals een woestijn) zonder objecten in de
omgeving
• Als de temperatuur rondom de radarsen-
soren te sterk stijgt door langdurig hel-
lingop rijden in de zomer, enz.
• Als de temperatuur rondom de radarsen-
soren extreem laag wordt
• Als de spanning van de accu van de auto
afneemt
• Als de spanning van de auto hoger is dan
de door de accu van de auto geleverde
spanning
●Als er niet meer sprake is van de boven-
staande situaties, wordt de BSD/RCTA
weer ingeschakeld en gaat het controle-
lampje BSD/RCTA OFF uit. Maar als het
controlelampje BSD/RCTA OFF langere
tijd brandt, laat het systeem dan zo snel
mogelijk nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
●De detectieprestaties van de radarsenso-
ren zijn beperkt. Mogelijk werkt de
BSD/RCTA-detectie of het systeem onder
de volgende omstandigheden niet correct.
• Als het gedeelte van de achterbumper
rondom de radarsensoren is vervormd
• Als zich ijs, sneeuw of modder hecht aan
het oppervlak van de achterbumper
rondom de radarsensoren
• Als er stickers of iets dergelijks zijn aange-
bracht op het oppervlak van de achterbum-
per rondom de radarsensoren of op de
radarsensoren zelf
• Bij ongunstige weersomstandigheden,
zoals regen, sneeuw en mist
• Bij het rijden op natte of besneeuwde
wegen, of bij het rijden door waterplassen
●De radarsensoren signaleren mogelijk niet
of kunnen moeite hebben met het signale-
ren van de volgende voertuigen en voor-
werpen.
• Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers,
stilstaande objecten op de weg of in de
berm, enz.
• Voertuigen met een carrosserievorm die
mogelijk geen radargolven weerkaatst
(lage voertuigen zoals een aanhangwa-
gen zonder lading of een sportauto)
• Voertuigen die uw auto niet naderen maar
zich wel in het detectiegebied bevinden (op
een aangrenzende rijstrook achter de auto
of naast de auto tijdens het achteruitrijden)
(Het systeem bepaalt de aanwezigheid van
naderende voertuigen op basis van de
door de radarsensoren gesignaleerde
gegevens.)
• Voertuigen waarvan de rijsnelheid sterk
verschilt met die van uw auto
• Voertuigen die langere tijd met dezelfde
snelheid als uw auto rijden op een aan-
grenzende rijstrook
• Tegenliggers
• Voertuigen op de rijstrook naast de aan-
grenzende rijstrook
• Voertuigen die u inhaalt en die met een
veel lagere snelheid rijden
●Op een weg met bijzonder smalle rijstro-
ken kan het systeem voertuigen signaleren
op een rijstrook naast de aangrenzende rij-
strook.
Als de BSD/RCTA actief is, wordt de
bestuurder indien nodig gewaar-
schuwd door:
Het naderingslampje BSD/RCTA (als
er voertuigen aanwezig zijn op aan-
grenzende rijstroken).
Het naderingslampje BSD/RCTA en
de waarschuwingszoemer (als een
voertuig van links of rechts nadert tij-
dens het achteruitrijden)
Naderingslampje/
waarschuwingszoemer
BSD/RCTA
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 229 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 232 of 582

2304-6. Gebruik van overige rijsystemen
■Naderingslampje BSD/RCTA
In elke buitenspiegel is een naderings-
lampje gemonteerd.
Het lampje gaat branden als er een
naderend voertuig achter de auto wordt
gesignaleerd.
Onder de volgende omstandigheden
knippert het lampje om de bestuurder
te waarschuwen voor het gevaar.
Als de richtingaanwijzer wordt inge-
schakeld aan de zijde waar het
lampje brandt
Als het systeem tijdens het achteruit-
rijden een voertuig signaleert dat
van links of rechts nadert.
Naderingslampje BSD/RCTA
Dimfunctie naderingslampje
BSD/RCTA
Als de koplampen worden ingescha-
keld, wordt de lichtsterkte van het nade-
ringslampje BSD/RCTA verlaagd.
●Onder de volgende omstandigheden kan
het lastig zijn om het naderingslampje
BSD/RCTA te zien.
• Als de zon rechtstreeks op het lampje
schijnt
• Als de koplampen van een voertuig achter
uw auto rechtstreeks op het lampje schij-
nen
●Als de knop van de dimmer van de dash-
boardverlichting in de hoogste stand staat,
wordt de lichtsterkte van het naderings-
lampje BSD/RCTA niet verlaagd als de
koplampen worden ingeschakeld. Zie
Blz. 91 voor meer informatie over de knop
van de dimmer van de dashboardverlich-
ting.
■Naderingswaarschuwingszoemer
BSD/RCTA (alleen bij achteruitrij-
den)
In combinatie met het knipperen van
het naderingslampje BSD/RCTA klinkt
er een waarschuwingszoemer om de
bestuurder voor het gevaar te waar-
schuwen. De instelling van het geluids-
volume van de waarschuwingszoemer
kan worden gewijzigd via het scherm
van het multimediasysteem.
(→Blz. 377)
■Veiligheidstips met betrekking tot
het naderingslampje/de waar-
schuwingszoemer BSD/RCTA
In de volgende gevallen gaat het
naderingslampje BSD/RCTA moge-
lijk te laat branden of klinkt de waar-
schuwingszoemer mogelijk te laat, of
geeft het systeem mogelijk helemaal
geen waarschuwingen.
• Wanneer een voertuig komende vanaf
een rijstrook naast de aangrenzende rij-
strook naar de aangrenzende rijstrook
gaat
• Bij het rijden op een steile helling of op
een weg die herhaaldelijk scherp omhoog
en omlaag gaat.
• Bij het passeren van een pashoogte
• Wanneer zowel uw auto als een voertuig
op een aangrenzende rijstrook aan de
rand van de rijstrook rijdt
• Wanneer meerdere voertuigen naderen
die onderling nauwelijks afstand houden
• In bochten met een kleine hoek (scherpe
bochten of bij het afslaan op een kruising)
A
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 230 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM