Page 177 of 582

175
4 4-5. EyeSight
Rijden
*: Indien aanwezig
Tijdens het automatisch remmen kunnen
vreemde geluiden te horen zijn. Deze worden
veroorzaakt door de aansturing van de rem-
men en duiden niet op een probleem.
Pre-Crash Brake-systeem*
Bij een dreigende aanrijding van
een obstakel of voetganger vóór
de auto helpt het EyeSight-sys-
teem de aanrijding te voorkomen
of de gevolgen ervan te beperken
door de bestuurder te waarschu-
wen. Als de bestuurder geen actie
onderneemt om de aanrijding te
voorkomen, kunnen vlak voordat
de aanrijding zou plaatsvinden de
remmen automatisch worden
geactiveerd om de schade te
beperken of indien mogelijk de
aanrijding nog te voorkomen. Als
de bestuurder wel actie onder-
neemt om de aanrijding te voorko-
men, kan de Pre-Crash Brake
Assist worden geactiveerd om de
bestuurder daarbij te helpen.
Deze functie kan worden geacti-
veerd als de selectiehendel in
stand D, M of N staat.
WAARSCHUWING
●Gebruik het Pre-Crash Brake-systeem
en de functie Pre-Crash Brake Assist
nooit met opzet om uw auto tot stilstand
te brengen of een aanrijding te voorko-
men. Deze functies kunnen niet onder
alle omstandigheden een aanrijding
voorkomen. Als de bestuurder voor het
remmen volledig vertrouwt op de wer-
king van het Pre-Crash Brake-systeem,
kan een aanrijding ontstaan.
●Let bij een waarschuwing van het sys-
teem goed op het verkeer vóór en naast
de auto en bedien het rempedaal en/of
voer andere handelingen uit indien
nodig.
●Het EyeSight Pre-Crash Brake-sys-
teem is met name bedoeld om een
kop-staartbotsing met een ander voer-
tuig indien mogelijk te voorkomen of de
schade en het letsel als gevolg van een
dergelijke aanrijding te beperken. Het
systeem kan naast andere auto's en
vrachtwagens bijvoorbeeld ook motorrij-
ders, fietsers en voetgangers als obsta-
kel signaleren. Afhankelijk van de
omstandigheden
*2 kan het echter voor-
komen dat signalering niet mogelijk is.
Van opzij naderende voertuigen, tegen-
liggers, achteruitrijdende voertuigen,
kleine dieren/kinderen en muren of
poorten worden bijvoorbeeld mogelijk
niet gesignaleerd.
●Het Pre-Crash Brake-systeem wordt
geactiveerd op het moment dat het
bepaalt dat een aanrijding niet meer kan
worden voorkomen en is ontworpen om
de auto vlak voor de aanrijding krachtig
af te remmen. Het resultaat hiervan is
afhankelijk van verschillende omstan-
digheden
*2. De werking van deze func-
tie heeft daardoor niet altijd hetzelfde
effect.
●Als het Pre-Crash Brake-systeem is
geactiveerd, blijft het ook werken als het
gaspedaal gedeeltelijk wordt ingetrapt.
Het systeem wordt echter
uitgeschakeld als het gaspedaal plotse-
ling of volledig wordt ingetrapt.
●Wanneer de bestuurder het rempedaal
intrapt of het stuurwiel bedient, oordeelt
het systeem mogelijk dat de bestuurder
een uitwijkactie uitvoert. De automati-
sche remregeling wordt dan mogelijk
niet geactiveerd, zodat de bestuurder
de volledige controle houdt.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 175 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 178 of 582

1764-5. EyeSight
WAARSCHUWING
●Als het snelheidsverschil tussen uw
auto en het obstakel voor uw auto gelijk
is aan de onderstaande waarde
*1 of gro-
ter is, kan een aanrijding mogelijk niet
meer worden voorkomen. Ook als het
snelheidsverschil kleiner is dan hieron-
der
*1 aangegeven, is het mogelijk dat
door een invoegend voertuig of een
andere factor die van invloed is op bij-
voorbeeld het zicht of de wegconditie
*2
de functie de auto niet tot stilstand kan
brengen of niet wordt geactiveerd.
Afhankelijk van de hieronder aange-
geven omstandigheden
*2 is het mogelijk
dat ook de Pre-Crash Brake Assist niet
wordt geactiveerd.
*1: Bij een voertuig: ongeveer 50 km/h,
Bij voetgangers: ongeveer 35 km/h
*2: Omstandigheden waaronder het
Pre-Crash Brake-systeem geen obsta-
kels kan signaleren:
• Afstand tussen uw auto en het obstakel,
snelheidsverschil, zijdelingse verplaat-
sing (de hoeveelheid offset)
• Voertuigcondities (belading, aantal inzit-
tenden, enz.)
• Wegcondities (hellingsgraad, gladheid,
staat van het wegdek, drempels, enz.)
• Slecht zicht naar voren (regen, sneeuw,
rook/mist, enz.)
• Het gesignaleerde object is geen
auto/vrachtwagen, motorrijder, fietser of
voetganger.
⎯ Een huisdier of ander dier (hond, ree,
enz.)
⎯ Een vangrail, telefoonpaal, boom, hek-
werk, muur, enz.
• Ook als het object een motorrijder, fiet-
ser of voetganger is, kan het afhankelijk
van de lichtsterkte van de omgeving, de
relatieve verplaatsing en de vorm of
hoek van het object voorkomen dat het
systeem het object niet kan signaleren.
• Het systeem bepaalt dat een handeling
door de bestuurder (op basis van de
bediening van het gas- of rempedaal, de
stuurwielhoek, enz.) is bedoeld om de
aanrijding te voorkomen.
• De staat van onderhoud van de auto
(remsysteem, bandenslijtage, banden-
spanning, enz.)
• Er wordt met een aanhangwagen gere-
den of er wordt een andere auto
gesleept.
• De remmen zijn koud door een lage bui-
tentemperatuur of vlak nadat de motor
is gestart.
• De remmen zijn oververhit geraakt in
een afdaling (de remwerking is vermin-
derd).
• Bij regen of na het wassen van de auto
(de remmen zijn nat waardoor de rem-
werking is verminderd).
• Voorwaarden voor signalering door de
stereocamera
Met name in de volgende gevallen kan het
voorkomen dat de functie de auto niet tot
stilstand kan brengen of niet wordt geacti-
veerd.
⎯ Slecht weer (bijvoorbeeld zware regen-
val, een sneeuwstorm of dichte mist)
⎯ Het zicht is slecht door opwaaiend
zand, rook of waterdamp of het zicht naar
voren wordt belemmerd wanneer water,
sneeuw, vuil of stof wordt opgeworpen
door voor- of tegenliggers.
⎯ Wanneer u met uitgeschakelde koplam-
pen in het donker of in een tunnel rijdt
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 176 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 179 of 582

177
4 4-5. EyeSight
Rijden
WAARSCHUWING
⎯ Bij rijden in het donker of in een tunnel
zonder voorligger met brandende achter-
lichten.
⎯ Bij het naderen van een motorrijder,
fietser of voetganger in het donker.
⎯ In de avond- of ochtendschemering.
⎯ Er bevindt zich een auto/vrachtwagen,
motorrijder, fietser of voetganger buiten
het door de koplampen verlichte gebied.
⎯ Fel licht vóór de auto (laagstaande zon,
grootlicht van een tegemoetkomende
auto, enz.).
⎯ De voorruit is beslagen, gekrast of vet-
tig, bedekt met sneeuw, vuil, stof of rijp of
anderszins slecht doorzichtig. Dit beperkt
het zichtveld van de stereocamera. Er
kunnen ook reflecties door ontstaan.
⎯ Tijdens het gebruik van de ruiten-
sproeier of erna als nog niet alle ruiten-
sproeiervloeistof van de voorruit is gewist.
⎯ Het object kan niet goed worden her-
kend doordat het zicht van de stereoca-
mera wordt gehinderd door druppels
regenwater of ruitensproeiervloeistof of de
ruitenwisserbladen.
⎯ Het zichtveld van de camera wordt
afgedekt.
⎯ De voorligger is een voertuig met een
zeer lage, smalle of onregelmatig
gevormde achterzijde (het systeem kan
een ander deel van dat voertuig als achter-
zijde beschouwen en op basis daarvan
werken).
• De voorligger is een onbeladen vracht-
wagen of aanhanger/oplegger met een
laadplateau zonder achter- en/of zijpa-
nelen.
• Voertuigen met aan de achterzijde uit-
stekende lading
• Voertuigen met een afwijkende vorm
(autotransporters, motorfietsen met
zijspan, enz.)
• Zeer lage voertuigen, enz.
⎯ Er bevindt zich een muur of iets derge-
lijks voor een stilstaand voertuig.
⎯ Er bevindt zich een ander object vlak bij
het voertuig.
⎯ U nadert het voertuig van opzij.
⎯ Het voertuig rijdt achteruit of komt u
tegemoet, enz.
⎯ Het obstakel is smaller en lager dan wat
de stereocamera kan signaleren.
• Kleine dieren of kinderen, enz.
• Voetgangers die zijn gaan zitten of lig-
gen
⎯ Het gesignaleerde obstakel is bijvoor-
beeld een hekwerk of muur met een uni-
form patroon (gestreept patroon, bakste-
nen, enz.).
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 177 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 180 of 582

1784-5. EyeSight
WAARSCHUWING
⎯ U nadert een wand of poort van (spie-
gel)glas.
⎯ Plotseling uitwijken, accelereren of
decelereren van het voertuig voor u.
⎯ Een object zoals een auto/vrachtwa-
gen, motorrijder, fietser of voetganger
duikt plotseling van opzij op of komt plot-
seling voor de auto langs.
⎯ Direct na het wisselen van rijstrook
duikt een obstakel vlak voor uw auto op.
⎯ Er bevindt zich een auto/vrachtwagen,
motorrijder, fietser of voetganger vlak bij
de voorbumper van uw auto.
⎯ Het snelheidsverschil tussen uw auto
en een obstakel is 5 km/h of kleiner (bij het
remmen op het moment dat het obstakel
zich dicht bij uw auto bevindt, kan het
afhankelijk van de vorm en de grootte van
het obstakel voorkomen dat het obstakel
buiten het zichtveld van de stereocamera
terechtkomt).
⎯ In scherpe bochten en bij het op- of
afrijden van een steile helling
⎯ Op een hobbelig of onverhard wegdek
⎯ Bij veranderingen in de lichtsterkte van
de omgeving, zoals bij het in- of uitrijden
van een tunnel.
●Probeer het Pre-Crash Brake-systeem
niet zelf uit. Mogelijk werkt het systeem
niet goed, waardoor een ongeval kan
ontstaan.
●Het systeem werkt mogelijk niet goed
onder de volgende omstandigheden.
Schakel onder deze omstandigheden
het Pre-Crash Brake-systeem uit.
(→Blz. 183)
• De bandenspanning is niet correct.
*1
• De banden links en rechts of de loop-
vlakken van de banden zijn onregelma-
tig versleten.
*1
• Er zijn banden in een onjuiste maat
gemonteerd.*1
• Een lekke band is tijdelijk gerepareerd
met een bandenreparatieset.
• De wielophanging is gewijzigd (ook bij
een wijziging van het originele
Toyota-onderstel).
• De stereocamera wordt afgedekt door
een object dat op de auto is aange-
bracht.
• Er zijn sneeuwkettingen aangebracht.
• De koplampen zijn vuil of bedekt met
sneeuw of ijs. (Objecten worden niet
goed verlicht en zijn moeilijker te signa-
leren.)
• De optische assen zijn niet goed uitge-
lijnd. (Objecten worden niet goed ver-
licht en zijn moeilijker te signaleren.)
• De verlichting, waaronder de koplam-
pen en mistlampen, is aangepast.
• De werking van de auto is instabiel
geworden door een ongeval of een sto-
ring.
• Het waarschuwingslampje remsysteem
brandt rood.
*2
• De auto is zwaar beladen.
• De auto heeft meer inzittenden dan toe-
gestaan.
• Het instrumentenpaneel werkt niet goed
(defecte controlelampjes of geluidssig-
nalen, een niet goed werkend display,
enz.)
*3
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 178 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 181 of 582

179
4 4-5. EyeSight
Rijden
WAARSCHUWING
*1: De wielen en banden hebben een aan-
tal zeer belangrijke functies. Zorg dat
ze de juiste specificaties hebben.
(→Blz. 375)
*2: Als het waarschuwingslampje remsys-
teem (rood) niet uitgaat, breng de auto
dan onmiddellijk op een veilige plaats
tot stilstand en neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige om het systeem te laten
controleren.
*3: Zie Blz. 88 voor meer informatie over
het instrumentenpaneel.
OPMERKING
Schakel voorafgaand aan de volgende
situaties het Pre-Crash Brake-systeem uit.
Anders kan het Pre-Crash Brake-systeem
onverwachts worden geactiveerd.
●Als de auto wordt gesleept.
●Bij het oprijden van bijvoorbeeld een
autotransporter of laaddek.
●Bij gebruik van een rollenbank o.i.d.
voor een controle, enz.
●Bij het vrij laten draaien van de aange-
dreven wielen als de auto op de brug
staat.
●Bij het rijden langs spandoeken, vlag-
gen of laaghangende takken.
●De auto wordt geraakt door dichte/hoge
begroeiing.
●Bij het rijden op een circuit.
●Bij het wassen in een wasstraat.
Het Pre-Crash Brake-systeem kan ook
worden geactiveerd in de volgende situa-
ties. Let dus goed op om te zorgen dat u
veilig rijdt.
●Bij het passeren van een automatisch
hek (bij het openen en sluiten).
●Wanneer u dicht achter een voorligger
rijdt.
●Wanneer de hellingshoek van de weg
sterk verandert.
●Het zicht is slecht door opwaaiend zand,
rook of waterdamp of het zicht naar
voren wordt belemmerd wanneer water,
sneeuw, vuil of stof wordt opgeworpen
door voor- of tegenliggers.
●Bij het rijden door waterdamp, rook,
enz.
●Onder barre weersomstandigheden,
zoals bij zware sneeuwval of een
sneeuwstorm.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 179 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 182 of 582

1804-5. EyeSight
Het EyeSight-systeem kan ook voet-
gangers signaleren. Het EyeSight-sys-
teem signaleert voetgangers op basis
van hun grootte, vorm en beweging.
Het systeem signaleert een voetganger
als de contouren van het hoofd en de
schouders duidelijk zijn te onderschei-
den.
Ongeveer 1 - 2 m
OPMERKING
●Bij een sterk dampende uitlaat van het
voertuig voor uw auto, bijvoorbeeld bij
koud weer.
●Er bevindt zich een obstakel langs een
bocht of op een kruispunt.
●Er wordt vlak langs een voertuig of
object gereden.
●Wanneer u de auto dicht bij een muur of
een voorligger tot stilstand brengt.
●Wanneer u door de waternevel van een
sprinklersysteem voor de weg rijdt.
Op de auto aangebrachte accessoires die
verder uitsteken dan de voorbumper ver-
groten de lengte van de auto, waardoor
het systeem een aanrijding mogelijk niet
kan voorkomen.
Als de bestuurder tijdens het automatisch
remmen het rempedaal intrapt, kan er veel
weerstand in het pedaal voelbaar zijn. Dit
is echter normaal. Door het rempedaal
dieper in te trappen kunt u meer remkracht
uitoefenen.
Signalering van voetgangers
WAARSCHUWING
De Pre-Crash Brake-functie van het Eye-
Sight-systeem signaleert ook voetgangers
als obstakels. Onder bepaalde omstandig-
heden worden voetgangers echter moge-
lijk niet gesignaleerd door het systeem. In
de volgende situaties is de kans het
grootst dat het systeem een voetganger
niet als object kan signaleren.
●De voetganger loopt in een groep.
A
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 180 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 183 of 582

181
4 4-5. EyeSight
RijdenWanneer er tijdens het rijden een obstakel voor uw auto opduikt, treedt het systeem
in de volgende volgorde in werking om de bestuurder te waarschuwen, de remmen
aan te sturen en de remlichten te laten branden.
Waarschuwing volgafstand:
Wanneer het systeem vaststelt dat er een kans op een aanrijding is, klinkt een geluidssignaal
dat bestaat uit herhaaldelijke korte piepsignalen en gaan de controlelampjes op het display
van het instrumentenpaneel branden om de bestuurder te waarschuwen.
De waarschuwing volgafstand werkt als de Adaptive Cruise Control niet is geactiveerd.
Zodra de bestuurder het rempedaal heeft ingetrapt om snelheid te minderen en een veilige
volgafstand wordt aangehouden, stopt de waarschuwing.
Primair remmen en waarschuwing:
Wanneer het systeem vaststelt dat er een grote kans op een aanrijding met een obstakel vóór
de auto is, klinkt een geluidssignaal dat bestaat uit herhaaldelijke korte piepsignalen en gaan
de controlelampjes op het display van het instrumentenpaneel branden om de bestuurder te
waarschuwen. In bepaalde situaties kunnen de remmen worden aangestuurd en kan het
motorkoppel worden begrensd. Als het systeem oordeelt dat de bestuurder voldoende actie
(remmen, sturen, enz.) heeft ondernomen om de kans op een aanrijding te beperken, wordt de
aansturing van de remmen gestopt.
Secundair remmen en waarschuwing:
Wanneer het systeem oordeelt dat de kans op een aanrijding zeer groot is, verandert het
geluidssignaal in een continu piepsignaal en zorgt het systeem ervoor dat krachtiger wordt
afgeremd. Wanneer het systeem vervolgens ondanks eventuele acties van de bestuurder om
de aanrijding te voorkomen oordeelt dat een aanrijding onvermijdelijk is, zorgt het systeem
voor de aansturing van de remmen en de begrenzing van het motorkoppel.
WAARSCHUWING
●De voetganger bevindt zich vlak bij een
muur of een ander object.
●De voetganger maakt gebruik van een
paraplu.
●De voetganger draagt kleding in onge-
veer dezelfde kleur als de omgeving.
●De voetganger heeft veel bagage bij
zich.
●De voetganger bukt, zit gehurkt of ligt
op de grond.
●De voetganger bevindt zich in een don-
kere omgeving.
●De voetganger duikt plotseling van opzij
op of komt plotseling voor de auto langs.
Werking Pre-Crash Brake-systeem
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 181 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 184 of 582

1824-5. EyeSight
Wanneer de auto volledig tot stilstand is gebracht door het automatische noodremsysteem,
klinkt een geluidssignaal (3 korte piepjes - 1 kort piepje - 1 lange piep), waarna de remmen
geleidelijk worden gelost waardoor de auto weer in beweging begint te komen. Trap nadat de
auto tot stilstand is gekomen het rempedaal in om de auto op zijn plaats te houden.
●In de volgende gevallen wordt noch het primaire remmen, noch het secundaire remmen
geactiveerd.
• De rijsnelheid is ongeveer 1 km/h of lager (als de selectiehendel in stand N staat en de rij-
snelheid ongeveer 4 km/h of lager is) of 200 km/h of hoger.
• De VSC is geactiveerd.
●Als het systeem de brandende remlichten van uw voorligger signaleert, begint uw auto eer-
der te decelereren dan wanneer dit niet het geval zou zijn.
●In bepaalde gevallen kan het primaire remmen voor een langere periode worden geacti-
veerd. Een reden daarvoor kan een groot snelheidsverschil met het obstakel voor uw auto
zijn. In die gevallen kan het systeem ervoor zorgen dat er sterker of minder sterk wordt afge-
remd.
Na activering van het Pre-Crash Brake-systeem wordt enige tijd een melding weer-
gegeven op het display van het instrumentenpaneel.
“Pre-Collision Braking System Activated” (Pre-Crash Brake-systeem geacti-
veerd)
Waarschuwing volgafstand
Kans op een aanrijding aanwezig
Primair remmen en waarschuwing
Kans op een aanrijding groot
A
A
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 182 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM