6
De hoogspanningsonderdelen en
kabels van hybrideauto's stralen onge-
veer net zo veel elektromagnetische
golven uit als conventionele auto's met
een benzinemotor of huishoudelijke
elektronische apparatuur, ook al zijn ze
elektromagnetisch afgeschermd.
De ontvangst via een zend-/ontvangin-
stallatie kan in sommige gevallen
gestoord worden.
De auto is uitgerust met geavanceerde
computers die bepaalde informatie
opslaan, zoals:
• Motortoerental/toerental elektromo-
tor (toerental tractiemotor)
• Status gaspedaal
• Status rempedaal
• Rijsnelheid
• Bedrijfsstatus van de ondersteu-
nende systemen
• Beelden van de camera's
Uw auto is uitgerust met camera's. Neem
voor de locatie van registrerende camera's
contact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
De opgeslagen informatie is afhankelijk
van de uitvoering en de aanwezige
opties van de auto, en van de bestem-
ming.
Deze computers slaan geen gesprek-
ken of geluiden op en ze slaan alleen in
bepaalde situaties beelden van buiten
de auto op.Gebruik van gegevens
Toyota en derden waarmee Toyota een con-
tract heeft afgesloten kunnen de gegevens
die door deze computer worden opgeslagen
gebruiken om storingen vast te stellen,
onderzoek te doen en de kwaliteit van de
producten te verbeteren.
Toyota en derden waarmee Toyota een con-
tract heeft afgesloten stellen de gegevens
die zijn opgeslagen niet beschikbaar aan
derden, behalve:
• Met toestemming van de eigenaar van de
auto of, wanneer het een leaseauto
betreft, van de leaserijder van de auto
• Op officieel verzoek van de politie, de
rechtbank of een ander overheidsorgaan
• Voor gebruik door Toyota in een rechts-
zaak
• Voor onderzoek waarbij de gegevens niet
worden gekoppeld aan een bepaalde auto
of eigenaar
Deze auto is uitgerust met een black
box. De belangrijkste taak van de black
box is om bij bepaalde aanrijdingen of
bijna-aanrijdingen, bijvoorbeeld wan-
neer de airbag wordt geactiveerd of er
tegen een obstakel wordt gereden,
gegevens op te slaan waarmee kan
worden achterhaald hoe de systemen
van de auto hebben gefunctioneerd. De
black box is ontworpen om gedurende
korte tijd, meestal 30 seconden of min-
der, gegevens op te slaan met betrek-
king tot het dynamische gedrag en de
veiligheidssystemen van de auto.
Afhankelijk van de ernst van de aanrij-
ding en het soort aanrijding worden er
echter mogelijk geen gegevens opge-
slagen.
Opslaan voertuiginformatie
Black box
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 6 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
7
De black box in deze auto is ontworpen
om gegevens op te slaan zoals:
• Hoe de diverse systemen in uw auto
functioneerden;
• Of en hoe ver de bestuurder het gas-
pedaal en/of het rempedaal had
ingetrapt; en
• Hoe hard de auto reed.
Deze gegevens kunnen inzicht geven
in de omstandigheden waaronder de
aanrijding plaatsvond en welk letsel
daarbij optrad.
OPMERKING: De black box slaat uit-
sluitend gegevens op wanneer er een
aanrijding plaatsvindt; de black box
slaat onder normale rijomstandigheden
dus geen gegevens op. De black box
slaat nooit persoonlijke gegevens op
(zoals naam, geslacht, leeftijd, plaats
van de aanrijding). Andere partijen,
zoals ordehandhavers, kunnen de
gegevens van de black box echter kop-
pelen aan persoonlijke gegevens die bij
een onderzoek naar een aanrijding
worden verkregen.
Om de gegevens die door de black box
zijn opgeslagen uit te lezen, is speciale
apparatuur nodig en is toegang tot de
auto of de black box vereist. Naast de
autofabrikant beschikken ook andere
partijen, zoals ordehandhavers, over
speciale apparatuur om de gegevens
uit te lezen, mits zij toegang hebben tot
de auto of de black box.Openbaarmaking van gegevens van
de black box
Toyota stelt de gegevens die door de black
box zijn opgeslagen niet beschikbaar aan
derden, behalve:
• Met toestemming van de eigenaar van de
auto (of, wanneer het een leaseauto
betreft, van de leaser van de auto)
• Op officieel verzoek van de politie, de
rechtbank of een ander overheidsorgaan
• Voor gebruik door Toyota in een rechts-
zaak
Indien noodzakelijk kan Toyota echter:
• De gegevens gebruiken voor onderzoek
naar de veiligheid van de auto
• De gegevens voor onderzoek beschik-
baar stellen aan derden, zonder daarbij
specifieke informatie te verstrekken over
de auto of de eigenaar
De airbags en de gordelspanners in uw
Toyota bevatten explosieve chemica-
liën. Wanneer uw auto wordt vernietigd
terwijl de airbags en/of de gordelspan-
ners nog intact zijn, kan tijdens de ver-
nietiging een ontploffing plaatsvinden
en brand ontstaan. Laat daarom het air-
bagsysteem en de gordelspanners
eerst verwijderen en afvoeren door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
Het woord “QR-code” is een geregis-
treerd handelsmerk van DENSO WAVE
INCORPORATED in Japan en andere
landen.
Vernietigen van uw Toyota
“QR-code”
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 7 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
341-1. Voor een veilig gebruik
■Onderdelen SRS-airbagsysteem
Sensor frontale aanrijding (links)
Sensor frontale aanrijding (rechts)
Waarschuwingslampje SRS
Airbagmodule voor (bestuurderszijde)
Airbagregelmodule (inclusief botsingssensor)
Controlelampje voorpassagiersairbag ON of OFF
Airbagmodule voor (voorpassagierszijde)
Schakelaar veiligheidsgordel (voorpassagierszijde)
Curtain airbagmodule (rechts)
Sensor aanrijding opzij (portier rechts)
Side airbagmodule (voorpassagierszijde)
Gordelspanner en adaptieve spankrachtbegrenzer (voorpassagierszijde)
Sensor aanrijding opzij (middenstijl rechts)
Airbagbedrading
Sensor aanrijding opzij (wielkuip rechts achter)
Sensor zitherkenningssysteem voorpassagier
A
C
D
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 34 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
421-1. Voor een veilig gebruik
De side airbags werken alleen voor de
inzittenden voorin.
Bij een matige tot ernstige aanrijding
van opzij wordt de curtain airbag aan
de zijde van de aanrijding geactiveerd
tussen de inzittende en de zijruit en
vormt hij een aanvulling op de veilig-
heidsgordel door de impact op het
hoofd van de inzittende te beperken.
■Zitherkenningssysteem
De zitherkenningssensoren bevinden
zich tussen de stoel en de stoelslede
en bewaken de lichaamsbouw en hou-
ding van de voorpassagier. Het zither-
kenningssysteem bepaalt aan de hand
van de lichaamsbouw en houding van
de voorpassagier of de voorpassagiers-
airbag moet worden geactiveerd.
Zitherkenningssensoren
De voorpassagiersairbag wordt moge-
lijk niet door het zitherkenningssysteem
geactiveerd, ook al wordt de bestuur-
dersairbag wel geactiveerd. Dit is nor-
maal.
■Controlelampjes voorpassagiers-
airbag ON of OFF
Raadpleeg Blz. 86.
Controlelampje voorpassagiersair-
bag OFF
Controlelampje voorpassagiersair-
bag ON
■Werking
Bestuurderszijde
De airbag wordt geactiveerd zodra
er een aanrijding plaatsvindt.
Na het activeren begint de airbag
meteen weer leeg te lopen zodat
het zicht van de bestuurder niet
wordt belemmerd.
A
A
A
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 42 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
461-1. Voor een veilig gebruik
■Voorpassagiersairbag
De side airbag en curtain airbag voor de
voorpassagier worden niet aangestuurd door
het airbagsysteem voor.
■Omstandigheden waarin de voorpassa-
giersairbag niet wordt geactiveerd
Als aan een van de volgende voorwaarden
met betrekking tot de voorpassagiersstoel
wordt voldaan, wordt de voorpassagiersair-
bag niet geactiveerd:
●De stoel is niet bezet.
●De stoel is voorzien van een geschikt
baby- of kinderzitje waar een kindje in zit.
(Zie WAARSCHUWING hieronder.)
●Het systeem wordt gecontroleerd nadat
het contact AAN is gezet.
●Er zit een storing in de sensor van het zit-
herkenningssysteem voor de voorpassa-
gier.
■Omstandigheden waarin de voorpassa-
giersairbag wordt geactiveerd
Als aan een van de volgende voorwaarden
met betrekking tot de voorpassagiersstoel
wordt voldaan, wordt de voorpassagiersair-
bag geactiveerd bij een aanrijding:
●Wanneer er een volwassene op de stoel
zit.
●Wanneer er bepaalde items (zoals een kan
water) op de stoel zijn geplaatst.
■Als het controlelampje voorpassagiers-
airbag ON gaat branden en het controle-
lampje OFF dooft
Als u denkt dat het controlelampje voorpas-
sagiersairbag ON/OFF niet correct is, doe
dan het volgende:
●Controleer of er zich afgezien van de inzit-
tende geen voorwerpen op de stoel bevin-
den.
●Controleer of de voorpassagiersstoel en
de rugleuning ervan goed zijn vergrendeld
door de stoel naar voren en naar achteren
proberen te bewegen.
Als het controlelampje ON nog steeds brandt
terwijl het controlelampje OFF dooft nadat u
bovenstaande procedure hebt gevolgd,
raden wij u aan om direct contact op te
nemen met uw Toyota-dealer om het sys-
teem te laten nakijken.Zelfs als het systeem de controle door de
dealer heeft doorstaan, is het raadzaam dat
bij volgende ritten een kleine volwassene
altijd op de achterstoel plaatsneemt.
■Als het controlelampje voorpassagiers-
airbag OFF gaat branden en het contro-
lelampje ON dooft, zelfs wanneer er een
volwassene op de voorpassagiersstoel
zit
Dit wordt mogelijk veroorzaakt doordat de
volwassene verkeerd op de voorpassagiers-
stoel zit.
1Zet het contact UIT.
2Vraag de voorpassagier om de rugleu-
ning rechtop te zetten, rechtop in het
midden van de zitting te gaan zitten, de
veiligheidsgordel correct vast te maken,
zijn/haar benen naar voren te plaatsen
en de stoel in de achterste stand te zet-
ten.
3Zet het contact AAN.
Als het controlelampje OFF blijft branden ter-
wijl het controlelampje ON uit blijft, doe dan
het volgende:
1Zet het contact UIT.
2Controleer of de voorpassagier geen
deken, stoelkussen, stoelbekleding,
stoelverwarming, massagekussen, enz.
gebruikt.
3Als de voorpassagier te veel lagen kle-
ding draagt, moeten alle overbodige
items worden verwijderd voordat op de
voorpassagiersstoel plaatsgenomen kan
worden of moet de passagier op de ach-
terstoel plaatsnemen.
4Zet het contact AAN en wacht 6 secon-
den om het systeem een zelfcontrole te
laten uitvoeren. Na de systeemcontrole
doven beide controlelampjes gedurende
2 seconden. Nu moet het controlelampje
ON gaan branden terwijl het controle-
lampje OFF uit blijft.
Als het controlelampje OFF nog altijd blijft
branden terwijl het controlelampje ON uit
blijft, vraag dan de inzittende om op de ach-
terstoel plaats te nemen. Wij raden u aan om
direct contact op te nemen met uw
Toyota-dealer om het systeem te laten nakij-
ken.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 46 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
481-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
■Wanneer er een kleine volwassene
op de voorpassagiersstoel zit
Wanneer er een kleine volwassene op de
voorpassagiersstoel zit, wordt het airbag-
systeem voor al dan niet geactiveerd,
afhankelijk van de zithouding van de inzit-
tende. Als het controlelampje OFF blijft
branden terwijl het controlelampje ON
dooft wanneer er een kleine volwassene
op de voorpassagiersstoel zit, raadpleeg
dan Blz. 46.
■Algemene voorzorgsmaatregelen
met betrekking tot het zitherken-
ningssysteem
Trap niet tegen de voorpassagiersstoel en
stel hem niet bloot aan hevige schokken.
Anders gaat het waarschuwingslampje
SRS mogelijk branden om een storing aan
te geven in het zitherkenningssysteem
voor de voorpassagier. We raden u in dit
geval aan om zo spoedig mogelijk contact
op te nemen met uw Toyota-dealer.
■Na activering
Raak de onderdelen van het SRS-airbag-
systeem direct nadat de airbag is geacti-
veerd niet met blote handen aan. Anders
kunt u brandwonden oplopen doordat de
onderdelen door het activeren zeer heet
kunnen zijn.
OPMERKING
■Voorpassagiersairbag
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht. Anders werkt de voorpassagiers-
airbag mogelijk niet goed of kan het sys-
teem defect raken.
●Oefen geen grote kracht uit op de voor-
passagiersstoel, bijvoorbeeld door er
tegenaan te schoppen.
●Zorg ervoor dat de achterpassagiers
niet hun voeten tussen de rugleuning
van de voorstoel en de zitting laten rus-
ten.
●Mors geen vloeistof op de voorpassa-
giersstoel. Verwijder gemorste vloeistof
zo snel mogelijk.
●Verwijder of demonteer de voorpassa-
giersstoel niet.
●Plaats geen accessoires (zoals een
audioversterker), behalve een origineel
Toyota-accessoire, onder de voorpas-
sagiersstoel.
●Plaats geen voorwerpen (schoenen,
paraplu, enz.) onder de voorpassagiers-
stoel.
●Plaats geen voorwerpen (boeken, enz.)
rond de voorpassagiersstoel.
●Gebruik de voorpassagiersstoel nooit
zonder hoofdsteun.
●Laat geen voorwerpen achter op de
voorpassagiersstoel wanneer u de auto
verlaat en zorg ervoor dat de gesp van
de veiligheidsgordel niet in de gordel-
sluiting is gestoken.
●Plaats geen scherpe voorwerpen op de
stoel en maak geen gaten in de stoelbe-
kleding.
●Plaats geen magneet in de buurt van de
gordelsluiting of de blokkeerautomaat
van de veiligheidsgordel.
●Gebruik de voorstoelen niet wanneer de
stoel of de rugleuningverstelling niet
goed is vergrendeld. Als de stoel of de
rugleuning niet goed is vergrendeld, stel
deze dan opnieuw af. Raadpleeg
Blz. 117 voor de afstelprocedure.
■Bij gebruik van een baby- of kinder-
zitje
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht aangezien een zitje de belasting op
de voorpassagiersstoel vergroot, waar-
door deze niet goed werkt.
●Monteer geen accessoires zoals een
tafeltje of tv-scherm aan de rugleuning.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 48 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
53
1 1-1. Voor een veilig gebruik
Veiligheid en beveiliging
Een diagnosesysteem controleert con-
tinu of het SRS-airbagsysteem (inclu-
sief de gordelspanners voor) operatio-
neel is wanneer het contact AAN staat.
Het waarschuwingslampje SRS toont
een normale werking van het systeem
door ongeveer 6 seconden te branden
als het contact AAN wordt gezet.
De volgende onderdelen worden
gecontroleerd door het waarschuwings-
lampje:
Sensor frontale aanrijding
• Rechts
•Links
Airbagregelmodule (inclusief bot-
singssensor)
Airbagmodule voor
• Bestuurderszijde
• Voorpassagierszijde
Knie-airbagmodule (bestuurders-
zijde)
Sensor aanrijding opzij
• Middenstijl rechts
• Middenstijl links
• Portier rechts
• Portier links
• Wielkuip rechts achter
• Wielkuip links achter
Side airbagmodule
• Bestuurderszijde
• Voorpassagierszijde
Sensoren zitherkenningssysteem
voorpassagier
Schakelaar veiligheidsgordel (voor-
passagierszijde)
Curtain airbagmodule
• Rechts
•Links
Gordelspanner
• Bestuurderszijde
Gordelspanner en adaptieve span-
krachtbegrenzer
• Voorpassagierszijde
Controlelampje voorpassagiersair-
bag ON of OFF
Alle bijbehorende bedrading
■Waarschuwingslampje SRS
Wij raden u aan om het systeem onmiddellijk
door uw Toyota-dealer te laten nakijken als
het waarschuwingslampje SRS gaat bran-
den.
Controles SRS-airbagsysteem
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 53 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
541-1. Voor een veilig gebruik
WAARSCHUWING
■Waarschuwingslampje SRS
Als het waarschuwingslampje een van de
volgende condities vertoont, breng dan de
auto zo snel mogelijk op een veilige plaats
tot stilstand en neem contact op met een
Toyota-dealer. Als het systeem niet wordt
nagekeken door een monteur en indien
nodig wordt gerepareerd, werken de gor-
delspanners en/of airbag mogelijk niet
goed, wat letsel tot gevolg kan hebben.
●Knipperen of flikkeren van het waar-
schuwingslampje
●Het waarschuwingslampje brandt niet
wanneer het contact de eerste keer
AAN wordt gezet
●Continu branden van het waarschu-
wingslampje
●Branden van het waarschuwingslampje
tijdens het rijden
Belangrijke
voorzorgsmaatregelen in
verband met uitlaatgassen
Uitlaatgassen bevatten stoffen die
schadelijk zijn bij inademing.
WAARSCHUWING
Uitlaatgassen bevatten het schadelijke
koolmonoxide (CO). Dit is een kleurloos
en reukloos gas. Neem de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht.
Als u deze voorzorgsmaatregelen niet in
acht neemt, kunnen er uitlaatgassen in de
auto terechtkomen waardoor de bestuur-
der duizelig kan worden en een ongeval
kan veroorzaken, of wat kan leiden tot de
dood of zeer schadelijk kan zijn voor de
gezondheid.
■Belangrijke punten tijdens het rijden
●Houd de achterklep gesloten.
●Als u uitlaatgassen ruikt in de auto, zelfs
als de achterklep gesloten is, moet u de
ruiten openzetten en de auto zo snel
mogelijk laten nakijken door een
erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Tijdens het parkeren
●Als de auto zich in een slecht geventi-
leerde omgeving of een afgesloten
ruimte bevindt, zoals een garage, moet
u de motor uitschakelen.
●Laat de motor niet langdurig stationair
draaien.
Als dat niet anders kan, parkeer de auto
dan op een open plek en zorg ervoor
dat er geen uitlaatgassen in het interieur
terecht kunnen komen.
●Laat de motor niet draaien op een
plaats waar sneeuw de afvoer van de
uitlaatgassen zou kunnen hinderen. Als
zich sneeuw rond de auto ophoopt ter-
wijl de motor draait, kunnen uitlaatgas-
sen zich verzamelen en in de auto
terechtkomen.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 54 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM