Page 145 of 582

143
4 4-2. Rijprocedures
Rijden
Als de motor wordt uitgezet terwijl de
selectiehendel in een andere stand dan
P staat, wordt het contact niet UIT maar
in stand ACC gezet. Voer de volgende
procedure uit om het contact UIT te zet-
ten:
1Controleer of de parkeerrem is
geactiveerd.
2Zet de selectiehendel in stand P.
3Controleer of ACCESSORY (stand
ACC) op het instrumentenpaneel
wordt weergegeven en druk de
startknop kort en stevig in.
4Controleer of ACCESSORY (stand
ACC) of IGNITION ON (contact
AAN) op het instrumentenpaneel uit
is.
*: Indien aanwezig
*1: Zet de selectiehendel onder normale
rijomstandigheden in stand D voor een
zo laag mogelijk brandstofverbruik en
een zo laag mogelijke geluidsproductie.
*2: In de handgeschakelde modus kan de
transmissie in iedere versnelling worden
vastgezet.
■Beschermen van de automatische
transmissie
Als de ATF-temperatuur hoog is, wordt
“Transmission Oil Temperature Check
Owner's Manual” (Transmissievloeistoftem-
peratuur. Zie handleiding) weergegeven op
het multi-informatiedisplay en schakelt de
auto automatisch over naar de transmissie-
beschermingsmodus. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Uitzetten van de motor als de
selectiehendel in een andere
stand dan P staat (auto's met
automatische transmissie)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
accu
Schakel de motor niet uit als de selectie-
hendel in een andere stand dan P staat.
Als de motor wordt uitgeschakeld met de
selectiehendel in een andere stand wordt
het contact niet UIT maar in stand ACC
gezet. Als het contact in stand ACC blijft
staan, kan de accu ontladen raken.
Automatische transmissie*
Selecteer de schakelstand op
basis van uw doel en de situatie.
Doel en functie van de scha-
kelstanden
Scha-
kelstandDoel of functie
PParkeren van de auto/starten
van de motor
RAchteruit
N
Neutraal
(Toestand waarbij het vermo-
gen niet wordt overgebracht)
D
Normaal rijden*1
Tijdelijk rijden in handgescha-
kelde modus (→Blz. 145)
MRijden in handgeschakelde
modus*2 (→Blz. 146)
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 143 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 146 of 582

1444-2. Rijprocedures
■Tijdens het rijden met de Adaptive
Cruise Control of conventionele cruise
control ingeschakeld
Er kan ook worden teruggeschakeld wanneer
de Adaptive Cruise Control of conventionele
cruise control wordt gebruikt. Na het terug-
schakelen wordt verder gereden met de inge-
stelde snelheid. (→Blz. 145, 146)
■Automatische selectie van versnelling
bij stilstaande auto
Als bij koude motor het stationair toerental is
verhoogd en op een glad wegdek wordt gere-
den, wordt voor het stoppen en wegrijden
automatisch de 2e versnelling geselecteerd.
■AI-SHIFT-functie
●De AI-SHIFT-functie schakelt automatisch
de passende versnelling in, in overeen-
stemming met de handelingen van de
bestuurder en de rijomstandigheden. De
AI-SHIFT-functie is automatisch geacti-
veerd als de selectiehendel in stand D
staat. (De functie wordt uitgeschakeld als
de selectiehendel in stand M wordt gezet.)
●De G AI-SHIFT-functie schakelt automa-
tisch een passende versnelling in voor
sportief rijden overeenkomstig de hande-
lingen van de bestuurder en de rijomstan-
digheden. De G AI-SHIFT-functie werkt
automatisch wanneer de selectiehendel in
stand D staat en de SPORT-modus is
geselecteerd als rijmodus. (De functie
wordt uitgeschakeld als de NOR-
MAL-modus wordt geselecteerd met de rij-
modusselectieschakelaar of als de selec-
tiehendel in stand M wordt gezet.)
■Na het opladen/aansluiten van de accu
→Blz. 361
Trap, terwijl het contact AAN staat,
het rempedaal in en zet de selectiehen-
del in een andere stand.
Breng de auto altijd eerst geheel tot stilstand
voordat u schakelt tussen stand P en D.
■Schakelblokkeersysteem
Het schakelblokkeersysteem is een systeem
dat voorkomt dat de selectiehendel tijdens
het starten per ongeluk in een andere stand
gezet wordt.
De selectiehendel kan alleen uit stand P wor-
den gezet wanneer het contact AAN staat en
het rempedaal wordt ingetrapt.
■Als de selectiehendel niet in een andere
stand dan P kan worden gezet
Controleer eerst of het rempedaal is inge-
trapt.
Als de selectiehendel niet in een andere
stand gezet kan worden terwijl u het rempe-
daal ingetrapt hebt, kan er een probleem
aanwezig zijn in het schakelblokkeersys-
teem. Laat de auto direct nakijken door uw
Toyota-dealer.
Met de volgende procedure kan in noodge-
vallen de blokkering van de selectiehendel
ongedaan worden gemaakt.
Uitschakelen van de schakelblokkering:
1Activeer de parkeerrem.
2Zet het contact UIT.WAARSCHUWING
■Rijden op glad wegdek
Schakel voorzichtig terug en vermijd plot-
seling accelereren om te voorkomen dat
de auto in een slip raakt of de aangedre-
ven wielen doorslippen.
Bedienen van de
selectiehendel
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 144 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 147 of 582

145
4 4-2. Rijprocedures
Rijden
3Trap het rempedaal in.
4Wrik het afdekplaatje omhoog met een
sleufkopschroevendraaier o.i.d.
Omwikkel het uiteinde van de schroeven-
draaier met een doek om schade aan het
afdekplaatje te voorkomen.
5Druk de deblokkeerschakelaar in.
De selectiehendel kan worden verplaatst als
de schakelaar ingedrukt is.
→Blz. 252Er kan tijdelijk in de handgeschakelde
modus worden gereden door de paddle
shift-schakelaars te bedienen terwijl de
selectiehendel in stand D staat.
Wanneer dit gebeurt, worden de gese-
lecteerde versnelling en M weergege-
ven op de schakelstand- en schakelbe-
reikindicator.
(Wanneer het motortoerental in de
buurt van het rode gebied komt, wordt
er automatisch opgeschakeld.)
Schakeladviesindicator: →Blz. 146
1Opschakelen
2Terugschakelen
Het geselecteerde schakelbereik, M1 t/m
M6, wordt weergegeven op het instrumen-
tenpaneel.
■Automatisch uitschakelen van tijdelijk
rijden in de handgeschakelde modus in
stand D
Tijdelijk rijden in handgeschakelde modus in
stand D wordt in de volgende situaties uitge-
schakeld:
●Als de rijsnelheid te laag is.
●Als het gaspedaal langer dan een
bepaalde tijd wordt ingetrapt.
●Als het gaspedaal volledig, of bijna volle-
dig, is ingetrapt.
●Als de selectiehendel in een andere stand
dan D wordt gezet.
WAARSCHUWING
■Voorkomen van ongevallen bij het
uitschakelen van de schakelblokke-
ring
Activeer de parkeerrem en trap het rempe-
daal in alvorens de deblokkeerschakelaar
in te drukken.
Als per ongeluk het gaspedaal in plaats
van het rempedaal wordt ingetrapt als de
deblokkeerschakelaar wordt ingedrukt en
de selectiehendel uit stand P wordt gezet,
kan de auto plotseling wegrijden, hetgeen
kan leiden tot een ongeval met dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg.
Selecteren van de rijmodus
Tijdelijk rijden in
handgeschakelde modus
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 145 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 148 of 582

1464-2. Rijprocedures
●Wanneer de paddle shift-schakelaar “+”
gedurende een bepaalde periode continu
wordt bediend
■Waarschuwingszoemer bij beperking
terugschakelmogelijkheid
Als er wordt teruggeschakeld terwijl er met
een snelheid wordt gereden waarbij niet
teruggeschakeld kan worden (wanneer het
terugschakelen ervoor zorgt dat het motor-
toerental in het rode gebied komt), klinkt er
een zoemer om de bestuurder te waarschu-
wen dat er niet kan worden teruggeschakeld.
Zet de selectiehendel in stand M voor
de handgeschakelde modus.
Wanneer de schakeladviesindicator is
ingeschakeld, kan de gewenste ver-
snelling worden geselecteerd met de
selectiehendel of de paddle shift-scha-
kelaars.
De schakeladviesindicator helpt de
bestuurder om het brandstofverbruik en
de uitlaatgasemissie binnen de limieten
van het motorvermogen te verlagen.
Als er wordt opgeschakeld terwijl de rijsnel-
heid te laag is voor de gewenste versnelling,
wijzigt de versnelling niet.
Indicator opschakelen
Indicator terugschakelen
1Opschakelen (+)
2Terugschakelen (-)
Telkens wanneer de selectiehendel of pad-
dle shift-schakelaars worden bediend, wordt
er een versnelling op- of teruggeschakeld en
wordt de geselecteerde versnelling, 1 t/m 6,
ingeschakeld.
De geselecteerde versnelling, M1 t/m M6,
wordt vastgezet en op het instrumentenpa-
neel weergegeven.
In de handgeschakelde modus wordt
onder normale omstandigheden uitslui-
tend geschakeld als de selectiehendel
of een van de paddle shift-schakelaars
wordt bediend.
In de volgende situaties wordt in de
handgeschakelde modus echter auto-
matisch geschakeld:
Als de rijsnelheid lager wordt (alleen
terugschakelen).
Wanneer de motorolietemperatuur
hoog is en het motortoerental in de
buurt van het rode gebied komt.
WAARSCHUWING
■Voorkomen van onjuiste bediening
Bevestig geen voorwerpen, zoals acces-
soires, aan de paddle shift-schakelaars.
Anders kunnen de paddle shift-schake-
laars onbedoeld worden bewogen.
Rijden in handgeschakelde
modus
A
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 146 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 149 of 582

147
4 4-2. Rijprocedures
Rijden
■Waarschuwingszoemer bij beperking
terugschakelmogelijkheid
Als er wordt teruggeschakeld terwijl er met
een snelheid wordt gereden waarbij niet
teruggeschakeld kan worden (wanneer het
terugschakelen ervoor zorgt dat het motor-
toerental in het rode gebied komt), klinkt er
een zoemer om de bestuurder te waarschu-
wen dat er niet kan worden teruggeschakeld.
*: Indien aanwezig
■Bedienen van de selectiehendel
1Trap het koppelingspedaal stevig in.
2Zet vervolgens de selectiehendel in
de gewenste versnelling.
Schakel alleen sequentieel.
3Laat het koppelingspedaal geleide-
lijk opkomen.
Als het inschakelen van stand R moeilijk
gaat, zet dan de selectiehendel in de neu-
traalstand, laat de koppeling even opkomen
en probeer het dan opnieuw.
WAARSCHUWING
■Voorkomen van onjuiste bediening
Bevestig geen voorwerpen, zoals acces-
soires, aan de paddle shift-schakelaars.
Anders kunnen de paddle shift-schake-
laars onbedoeld worden bewogen.
■Schakeladviesindicator
De indicatie van de schakeladviesindicator
dient slechts als richtlijn voor zuiniger rij-
den. De indicator informeert de bestuurder
niet over de juiste timing voor veilig scha-
kelen. De bestuurder is verantwoordelijk
voor het correct schakelen overeenkom-
stig de verkeers- of rijomstandigheden
(bijv. inhalen of heuvelop rijden).
Deze indicator ondersteunt de bestuurder
om zuiniger te rijden. Het voertuigsysteem
bepaalt de timing van het schakelen over-
eenkomstig de rijomstandigheden en infor-
meert de bestuurder m.b.v. de indicator in
het instrumentenpaneel. Raadpleeg
“Schakeladviesindicator” voor meer infor-
matie.
Handgeschakelde
transmissie*
Bedieningsinstructies
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 147 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 150 of 582

1484-2. Rijprocedures
■De selectiehendel in stand R zet-
ten
Trek om de selectiehendel in de achter-
uit te zetten de ring onder de selectie-
hendelknop omhoog.
■Maximaal toegestane snelheden
Houd u bij maximaal accelereren aan de
onderstaande maximaal toegestane snelhe-
den in elke versnelling.
SchakelstandMaximale snelheid
km/h
146 (29)
276 (48)
3108 (68)
4138 (86)
5167 (104)
6218 (136)
OPMERKING
■Voorkomen van beschadigingen aan
de auto
Neem bij het schakelen de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht. Anders kunnen
de motor, de handgeschakelde transmis-
sie en/of de koppeling beschadigd raken.
●Zet de selectiehendel niet in een andere
stand zonder eerst het koppelingspe-
daal in te trappen.
●Trek de ring onder de pookknop alleen
omhoog om de achteruitversnelling in te
schakelen.
●Zet de selectiehendel alleen in stand R
als de auto stilstaat.
●Laat uw hand niet op de selectiehendel
rusten en houd hem ook niet vast als u
niet schakelt.
●Schakel alleen sequentieel, om te voor-
komen dat het motortoerental te hoog
wordt.
●Laat het koppelingspedaal niet plotse-
ling opkomen.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 148 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 151 of 582

149
4 4-2. Rijprocedures
Rijden
De geselecteerde schakelstand wordt
op het multi-informatiedisplay weerge-
geven.
■Weergave schakelstandindicator
In de volgende situaties wordt de geselec-
teerde schakelstand niet weergegeven:
●Wanneer de selectiehendel in stand N
staat.
●Wanneer de rijsnelheid 10 km/h of lager is
(behalve wanneer de selectiehendel in
stand R staat).
●Wanneer het koppelingspedaal wordt inge-
trapt.
De schakeladviesindicator helpt de
bestuurder om het brandstofverbruik en
de uitlaatgasemissie binnen de limieten
van het motorvermogen te verlagen.
De schakeladviesindicator kan niet worden
uitgeschakeld.
Indicator opschakelen
Indicator terugschakelen
■Display schakeladviesindicator
●De schakeladviesindicator wordt mogelijk
niet weergegeven wanneer uw voet op het
koppelingspedaal rust.
●De schakeladviesindicator treedt mogelijk
in werking om te voorkomen dat de motor
afslaat bij een laag motortoerental.
Schakelstandindicator
Schakeladviesindicator
WAARSCHUWING
■Schakeladviesindicator
De indicatie van de schakeladviesindicator
dient slechts als richtlijn voor zuiniger rij-
den. De indicator informeert de bestuurder
niet over de juiste timing voor veilig scha-
kelen. De bestuurder is verantwoordelijk
voor het correct schakelen overeenkom-
stig de verkeers- of rijomstandigheden
(bijv. inhalen of heuvelop rijden).
Deze indicator ondersteunt de bestuurder
om zuiniger te rijden. Het voertuigsysteem
bepaalt de timing van het schakelen over-
eenkomstig de rijomstandigheden en infor-
meert de bestuurder m.b.v. de indicator in
het instrumentenpaneel. Raadpleeg
“Schakeladviesindicator” voor meer infor-
matie.
De schakeladviesindicator is gewoonlijk
een richtlijn om zuiniger te rijden en treedt
mogelijk ook in werking om te voorkomen
dat de motor afslaat bij een laag motortoe-
rental.
A
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 149 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 152 of 582

1504-2. Rijprocedures
De hendel keert direct na bediening
terug in zijn oorspronkelijke positie.
1Links afslaan
2Rijstrookwisseling naar rechts
(beweeg de hendel iets omhoog en
houd hem vast
*)
De richtingaanwijzers aan de rechterzijde
knipperen totdat de hendel wordt losgelaten.
3Rijstrookwisseling naar links
(beweeg de hendel iets omlaag en
houd hem vast
*)
De richtingaanwijzers aan de linkerzijde
knipperen totdat de hendel wordt losgelaten.
4Links afslaan
*: Als de richtingaanwijzerschakelaar in
stand 2 of 3 wordt gezet en de hendel
meteen weer wordt losgelaten, knipperen
de richtingaanwijzers 3 keer.
■Als de richtingaanwijzers niet
stoppen met knipperen nadat u
links of rechts bent afgeslagen of
als u ze wilt uitschakelen
Beweeg de hendel in de tegenoverge-
stelde richting van 2 of 3. Als u de hen-
del naar 1 of 4 beweegt, gaan de gese-
lecteerde richtingaanwijzers knipperen.
■De richtingaanwijzers kunnen bediend
worden als
Het contact AAN staat.
■Als het controlelampje sneller knippert
dan normaal
Controleer of er een lamp van de richtingaan-
wijzer voor of achter is doorgebrand.
■Als de richtingaanwijzers stoppen met
knipperen voordat van rijstrook is ver-
anderd
Bedien de hendel nogmaals.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. (→Blz. 377)
Richtingaanwijzer-
schakelaar
Bedieningsinstructies
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 150 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM