Page 193 of 582

191
4 4-5. EyeSight
Rijden
■Instellen van de Adaptive Cruise
Control
1De Adaptive Cruise Control in de
stand-bystand zetten
Druk op de toets ON-OFF. (wit) en de
indicator instelling volgafstand worden weer-
gegeven op het display van het instrumen-
tenpaneel.
Op de plaats van de ingestelde snelheid
wordt “- - - km/h (- - - MPH)” weergegeven.
Controlelampje Adaptive Cruise
Control
Ingestelde snelheid
Indicator voor uw auto
Indicator instelling volgafstand
Indicator instelling volgafstand
(icoon)
Als het multi-informatiedisplay is ingesteld op
de weergave van andere informatie dan de
informatie van het ondersteunende systeem,
wordt de indicator voor de instelling van de
volgafstand als een icoon weergegeven.
De Adaptive Cruise Control kan worden
geactiveerd wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan en
het controlelampje READY wordt weer-
gegeven op het display van het instru-
mentenpaneel.
• Zowel het bestuurdersportier als het
voorpassagiersportier is gesloten.
• De veiligheidsgordel van de bestuur-
der is vastgemaakt.
• De selectiehendel in de stand D of M
staat.
• Het rempedaal wordt niet ingetrapt.
• De werking van EyeSight is niet tij-
delijk onderbroken. (wit) brandt
niet. (→Blz. 223)
• U rijdt niet op een steile helling.
• Het stuurwiel is niet sterk naar één
kant gedraaid.
• De rijsnelheid ligt tussen 0 km/h en
ongeveer 180 km/h.
• De parkeerrem is gedeactiveerd.
• Het waarschuwingslampje van het
benzineroetfiltersysteem brandt of
knippert niet.
• De rijmodus is ingesteld op de NOR-
MAL-modus of de SPORT-modus.
(→Blz. 252)
• Het Pre-Crash Brake-systeem is niet
uitgeschakeld in de TRACK-modus.
(→Blz. 183, 257)
• De TRC en het VSC-systeem zijn
niet uitgeschakeld. (→Blz. 257)
Gebruik van de Adaptive
Cruise Control
A
C
D
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 191 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 194 of 582

1924-5. EyeSight
Wanneer het waarschuwingslampje
laag brandstofniveau brandt, is de
Adaptive Cruise Control mogelijk niet
beschikbaar.
Controlelampje READY
2Instellen van de Adaptive Cruise
Control
Duw de cruise control-schakelaar in de rich-
ting van -SET of +RES.
De Adaptive Cruise Control wordt geacti-
veerd en de regeling wordt gestart op basis
van de rijsnelheid op het moment dat de
schakelaar omhoog of omlaag werd geduwd
om de snelheid in te stellen.
Als er geen voorligger is gesignaleerd, houdt
de auto de ingestelde snelheid aan.
Als de Adaptive Cruise Control wordt
geactiveerd, gaat het controlelampje
READY uit, wordt de ingestelde snel-
heid weergegeven en wordt groen
in plaats van wit.
Groen
●Er kan een snelheid worden ingesteld bij
een rijsnelheid van 30 km/h tot 180 km/h.
●Als de snelheid wordt ingesteld bij een rij-
snelheid van ongeveer 30 km/h of lager,
wordt de snelheid ingesteld op 30 km/h.
●Wanneer u de snelheid instelt in een bocht,
zal de auto mogelijk niet accelereren of
zelfs decelereren ondanks dat de inge-
stelde snelheid hoger is dan de actuele rij-
snelheid.
●Als niet gaat branden, ook niet als op
de toets ON-OFF wordt gedrukt, werkt de
Adaptive Cruise Control niet.
●Als het vaak voorkomt dat niet gaat
branden, ook niet als op de toets ON-OFF
wordt gedrukt, is er mogelijk een storing
aanwezig in het systeem. Neem contact op
met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
om het systeem te laten controleren.
A
WAARSCHUWING
Houd bij het instellen van de snelheid voor
de Adaptive Cruise Control altijd rekening
met de geldende snelheidslimiet, de ver-
keersintensiteit, de wegcondities en ove-
rige omstandigheden.
A
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 192 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 195 of 582

193
4 4-5. EyeSight
Rijden
Als een voorligger wordt gesignaleerd,
klinkt er 1 kort piepsignaal en wordt de
indicator voor een voorligger weerge-
geven.
Uw auto volgt de voorligger en houdt de
geselecteerde volgafstand aan. De
snelheid van uw auto wordt dan aange-
past aan die van de voorligger, zonder
de ingestelde snelheid te overschrijden.
Als de voorligger niet meer wordt gesig-
naleerd, klinkt er 1 kort piepsignaal en
verdwijnt de indicator voor de voorlig-
ger. Als de bestuurder accelereert door
het gaspedaal in te trappen, wordt
wit in plaats van groen. Als de bestuur-
der het gaspedaal loslaat, wordt
groen in plaats van wit.
Indicator voor voorligger (icoon)
Indicator voor voorligger
●Als het multi-informatiedisplay is ingesteld
op de weergave van andere informatie dan
de informatie van het ondersteunende sys-
teem, wordt de indicator voor de voorligger
als een icoon weergegeven. (→Blz. 92)
●Het geluidssignaal voor de signalering of
het niet meer signaleren van een voorlig-
ger als de Adaptive Cruise Control is geac-
tiveerd, kan worden uitgeschakeld via de
persoonlijke voorkeursinstellingen.
(→Blz. 377)
■Werking van de Adaptive Cruise
Control
Als er geen voorligger wordt gesig-
naleerd
De auto houdt de door de bestuurder inge-
stelde snelheid aan, die ligt tussen 30 km/h
en 180 km/h.
Als er een voorligger wordt gesigna-
leerd
De auto houdt de snelheid van de voorligger
aan met de door de bestuurder geselec-
teerde volgafstand (keuze uit vier instellin-
gen) tot maximaal de ingestelde snelheid
van tussen 30 km/h en 180 km.
Als er geen voorligger meer wordt
gesignaleerd
De auto neemt geleidelijk de ingestelde
snelheid weer aan en blijft met deze snel-
heid rijden.
Als een voorligger wordt gesignaleerd terwijl
wordt geaccelereerd naar de ingestelde
snelheid, wordt de volgregeling weer geacti-
veerd.
A
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 193 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 196 of 582

1944-5. EyeSight
●Als de Adaptive Cruise Control de remmen
activeert, gaan de remlichten van de auto
branden.
●Bij het afdalen van een helling kan de
Adaptive Cruise Control ook als er geen
voorligger aanwezig is de remmen active-
ren om te voorkomen dat de ingestelde
snelheid wordt overschreden.
●Tijdens het automatisch remmen kunnen
bepaalde geluiden te horen zijn. Deze wor-
den veroorzaakt door de aansturing van de
remmen en duiden niet op een probleem.
●Gebruik het gaspedaal wanneer u de snel-
heid kort wilt verhogen. Na het loslaten van
het gaspedaal keert de auto geleidelijk
weer terug naar de weergegeven inge-
stelde rijsnelheid.
●Als de voorligger niet meer wordt gesigna-
leerd terwijl uw auto nog automatisch
wordt afgeremd, worden de remmen auto-
matisch geleidelijk gelost. Trap indien
nodig het gaspedaal in.
●De functie voor het volgen van een voorlig-
ger heeft de volgende eigenschappen:
• Als wordt gesignaleerd dat de remlichten
van de voorligger branden, begint de dece-
leratie eerder dan wanneer dat niet het
geval is.
• Als u met een snelheid van meer dan
ongeveer 60 km/h een rijstrook opschuift
om een auto in te halen, zorgt het systeem
ervoor dat sneller naar de ingestelde snel-
heid wordt geaccelereerd op basis van het
gebruik van de richtingaanwijzers.
• Als de rijstrookinstelling afwijkt van de
actuele rijrichting, kan de auto sneller dan
gebruikelijk accelereren als de bestuurder
richting aangeeft om na het inhalen van
een auto terug te keren naar de oorspron-
kelijke rijstrook. (→Blz. 377)
●Voor de mate van acceleratie door de
cruise control kunnen vier niveaus worden
ingesteld. (→Blz. 377)
■Verhogen van de ingestelde snel-
heid
Met de cruise control-schakelaar
Duw de schakelaar kort in de richting
van +RES.
Elke keer dat de schakelaar omhoog wordt
geduwd, wordt de ingestelde snelheid met 1
km/h verhoogd.
Houd de schakelaar in de richting
van +RES geduwd.
Zolang de schakelaar omhooggeduwd wordt
gehouden, wordt de ingestelde snelheid in
stappen van 5 km/h verhoogd.
Bij het bedienen van de schakelaar ver-
andert de ingestelde snelheid op het
display van het instrumentenpaneel.
Met het gaspedaal
1Trap het gaspedaal in om de rijsnel-
heid te verhogen.
OPMERKING
Als de bestuurder tijdens het automatisch
remmen het rempedaal intrapt, kan er veel
weerstand in het pedaal voelbaar zijn. Dit
duidt niet op een probleem. Door het rem-
pedaal dieper in te trappen kunt u meer
remkracht uitoefenen. Als het rempedaal
wordt losgelaten, keert het terug in de oor-
spronkelijke positie.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 194 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 197 of 582

195
4 4-5. EyeSight
Rijden
2Duw de cruise control-schakelaar in
de richting van -SET als de
gewenste snelheid is bereikt.
De rijsnelheid op het moment dat de schake-
laar wordt bediend, wordt ingesteld als de
nieuwe ingestelde snelheid en wordt weer-
gegeven op het display van het instrumen-
tenpaneel.
■Verlagen van de ingestelde snel-
heid
Met de cruise control-schakelaar
Duw de schakelaar kort in de richting
van -SET.
Elke keer dat de schakelaar omlaag wordt
geduwd, wordt de ingestelde snelheid met 1
km/h verlaagd.
Houd de schakelaar in de richting
van -SET geduwd.
Zolang de schakelaar omlaaggeduwd wordt
gehouden, wordt de ingestelde snelheid in
stappen van 5 km/h verlaagd.
Bij het bedienen van de schakelaar ver-
andert de ingestelde snelheid op het
display van het instrumentenpaneel.
Met het rempedaal
1Trap het rempedaal in om de rijsnel-
heid te verlagen.
De Adaptive Cruise Control wordt uitgescha-
keld en (controlelampje Adaptive
Cruise Control) wordt wit in plaats van
groen.
2Duw de cruise control-schakelaar in
de richting van -SET als de
gewenste snelheid is bereikt.
De rijsnelheid op het moment dat de schake-
laar wordt bediend, wordt ingesteld als de
nieuwe ingestelde snelheid en wordt weer-
gegeven op het display van het instrumen-
tenpaneel.
OPMERKING
●Als uw auto een voorligger volgt, wordt
de actuele rijsnelheid geregeld overeen-
komstig de snelheid van de voorligger.
Om die reden zal de rijsnelheid niet wor-
den verhoogd als door de cruise con-
trol-schakelaar in de richting van +RES
te bewegen een snelheid wordt inge-
steld die hoger is dan de snelheid van
de voorligger. Het aanhouden van een
veilige volgafstand heeft dan prioriteit.
Als u echter op deze wijze de ingestelde
snelheid hebt verhoogd en de voorligger
niet meer wordt gesignaleerd (bijvoor-
beeld doordat u bent opgeschoven naar
een lege rijstrook), accelereert de auto
naar de nieuwe ingestelde snelheid.
Wijzig de ingestelde snelheid en contro-
leer de waarde van de ingestelde snel-
heid die wordt weergegeven op het dis-
play van het instrumentenpaneel.
●Wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt
terwijl de Adaptive Cruise Control is
ingeschakeld, worden de automatische
remregeling en de waarschuwingen van
de Adaptive Cruise Control niet geacti-
veerd. Als er op dat moment echter een
grote kans is op een aanrijding met een
obstakel vóór de auto, kunnen wel de
waarschuwingen en de remregeling van
het Pre-Crash Brake-systeem worden
geactiveerd.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 195 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 198 of 582

1964-5. EyeSight
■De snelheid tijdelijk verhogen
Trap het gaspedaal in om de snelheid
tijdelijk te verhogen.
Wanneer u het gaspedaal loslaat,
neemt de auto de ingestelde snelheid
weer aan.
Als de bestuurder door het gaspedaal
in te trappen de rijsnelheid verhoogt
terwijl de Adaptive Cruise Control in
werking is, wordt wit. Als de
bestuurder het gaspedaal weer heeft
losgelaten, wordt weer groen.
■De snelheid tijdelijk verlagen
Trap het rempedaal in om de rijsnelheid
te verlagen. Als het rempedaal wordt
ingetrapt, wordt de Adaptive Cruise
Control uitgeschakeld. wordt wit in
plaats van groen en het display van het
instrumentenpaneel blijft de ingestelde
snelheid weergeven.
Laat het rempedaal los en duw de
cruise control-schakelaar in de richting
van +RES om de ingestelde snelheid te
resetten.
Wit
■De instelling van de volgafstand
wijzigen
U kunt kiezen uit 4 instellingen voor de
volgafstand die tussen uw auto en uw
voorligger wordt aangehouden.
Elke keer dat de toets (instelling
volgafstand) wordt ingedrukt, wordt de
afstand tot de voorligger gewijzigd.
●De volgafstand verandert overeenkomstig
de rijsnelheid. Hoe hoger de rijsnelheid,
des te groter de volgafstand.
A
OPMERKING
Als uw auto een voorligger volgt, wordt
normaal gesproken de snelheid automa-
tisch verhoogd of verlaagd overeenkom-
stig de snelheid van de voorligger. Als uw
auto de voorligger echter dichter nadert
wanneer u bijvoorbeeld de snelheid moet
verhogen om van rijstrook te wisselen en
de voorligger plotseling zijn snelheid ver-
laagt, of als een ander voertuig plotseling
op uw rijstrook invoegt, gebruik dan het
gaspedaal of het rempedaal om uw snel-
heid overeenkomstig de situatie aan te
passen.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 196 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 199 of 582

197
4 4-5. EyeSight
Rijden
Indicatie van de volgafstanden
●De als laatste ingestelde volgafstand wordt
automatisch weer geselecteerd als u de
Adaptive Cruise Control weer inschakelt
met de toets ON-OFF.
■Uitschakelen door de bestuurder
De Adaptive Cruise Control kan op de
volgende manieren worden uitgescha-
keld.
Trap het rempedaal in.
wordt wit in plaats van groen en het dis-
play van het instrumentenpaneel blijft de
ingestelde snelheid weergeven.
Wit
Trek de cruise control-schakelaar in
de richting van CANCEL.
wordt wit in plaats van groen en het dis-
play van het instrumentenpaneel blijft de
ingestelde snelheid weergeven.
■Automatische uitschakeling door
het systeem
Wanneer het Adaptive Cruise Con-
trol-systeem uw auto volledig tot stil-
stand brengt, klinkt een geluidssignaal
(3 korte piepjes - 1 kort piepje - 1 lange
piep), waarna het systeem de controle
over uw auto beëindigt.
Indicator
volgafstandAls uw
rijsnelheid 4
0 km/h isAls uw
rijsnelheid
100 km/h is
Ongeveer
30 mOngeveer
60 m
Ongeveer
25 mOngeveer
50 m
Ongeveer
20 mOngeveer
40 m
Ongeveer
15 mOngeveer
30 m
Uitschakelen van de Adaptive
Cruise Control
OPMERKING
Wanneer de auto tot stilstand is gekomen,
worden de remmen door de automatische
remfunctie geleidelijk gelost waardoor de
auto begint te kruipen. Trap nadat de auto
tot stilstand is gekomen het rempedaal in
om de auto op zijn plaats te houden.
A
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 197 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 200 of 582

1984-5. EyeSight
In de volgende gevallen klinkt een
geluidssignaal van 1 korte piep en 1
lange piep en wordt de Adaptive Cruise
Control automatisch uitgeschakeld.
wordt wit in plaats van groen. Het uit-
schakelen van de Adaptive Cruise Con-
trol wordt bevestigd door een melding
op het multi-informatiedisplay.
Op een zeer steile helling.
De TRC of VSC is geactiveerd.
De rijsnelheid is verhoogd tot meer
dan ongeveer 200 km/h terwijl de
cruise control is ingeschakeld.
Er wordt een scherpe stuurbeweging
naar links of rechts gemaakt.
De selectiehendel wordt in een
andere stand dan D of M gezet.
• De werking van de Adaptive Cruise Con-
trol kan worden hervat nadat de selectie-
hendel is teruggezet in stand D of M.
Het bestuurders- of voorpassagiers-
portier is geopend.
De veiligheidsgordel van de bestuur-
der is niet vastgemaakt.
Er is een storing aanwezig in het
EyeSight-systeem. ( : geel)
(→Blz. 222)
De werking van het EyeSight-sys-
teem is tijdelijk onderbroken. ( :
wit) (→Blz. 223)
De functie secundair remmen van
het Pre-Crash Brake-systeem is
geactiveerd.
De parkeerrem is geactiveerd.
Het motortoerental komt in het rode
gebied van de toerenteller.
De modus SNOW is ingesteld.
(→Blz. 252)Het Pre-Crash Brake-systeem is uit-
geschakeld in de TRACK-modus.
(→Blz. 183, 257)
De TRC en het VSC-systeem zijn
uitgeschakeld. (→Blz. 257)
De aangedreven wielen slippen door
op een glad wegdek.
Het waarschuwingslampje van het
benzineroetfiltersysteem brandt of
knippert.●Bij een storing in EyeSight wordt
(geel) weergegeven op het display van het
instrumentenpaneel en branden het con-
trolelampje OFF van het Pre-Crash
Brake-systeem en het controlelampje Lane
Departure Warning OFF. Breng in dat
geval de auto op een veilige plaats tot stil-
stand, schakel de motor uit en start de
motor opnieuw. Als de controlelampjes na
het opnieuw starten blijven branden, kan
de Adaptive Cruise Control niet worden
gebruikt. U kunt wel normaal verder rijden
met de auto. Neem echter contact op met
een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
om het systeem te laten controleren.
(→Blz. 222)
●Als de werking van EyeSight tijdelijk is
onderbroken, branden het controlelampje
OFF van het Pre-Crash Brake-systeem en
het controlelampje Lane Departure Warn-
ing OFF en wordt (wit) weergegeven
op het display van het instrumentenpaneel.
(→Blz. 223)
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 198 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM