Page 89 of 582

87
2 2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
TRACK-modus
*1: Deze lampjes gaan branden wanneer het
contact AAN wordt gezet om aan te
geven dat er een systeemcontrole wordt
uitgevoerd. Ze doven nadat de motor is
aangeslagen of nadat er enkele secon-
den verstreken zijn. Er kan een storing in
een systeem aanwezig zijn als een
lampje niet gaat branden of uitgaat. Laat
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
*2: Het lampje gaat branden wanneer het
systeem wordt uitgeschakeld.
*3: Dit lampje brandt op het multi-informatie-
display.
*4: Dit controlelampje gaat branden wanneer
de koelvloeistoftemperatuur te laag is.
*5: Dit lampje brandt in de dakconsole.
*6: Wanneer de buitentemperatuur ongeveer
3°C of lager is, gaat dit controlelampje
branden.Controlelampje SNOW-modus
(indien aanwezig) (→Blz. 252)
Controlelampje SPORT (indien
aanwezig) (→Blz. 252)
Controlelampje TRACK
(→Blz. 257)
SNOW
SPORT
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 87 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 90 of 582
882-1. Instrumentenpaneel
■Plaats van meters en tellers
NORMAL-modus
Multi-informatiedisplay
Geeft de bestuurder allerlei gegevens met betrekking tot de auto (→Blz. 92)
Geeft bij een storing waarschuwingsmeldingen weer (→Blz. 344)
Toerenteller
Geeft het motortoerental aan in omwentelingen per minuut
Als de motor koud is, is het rode gebied lager dan normaal
Buitentemperatuur
Geeft de buitentemperatuur aan binnen het bereik -40°C tot 50°C. Het controlelampje lage
buitentemperatuur gaat branden als de buitentemperatuur 3°C of lager is.
Klok
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur weer
Brandstofmeter
Snelheidsmeter
Schakelstand en ingeschakelde versnelling (→Blz. 143, 148)
Weergave kilometerteller en dagteller (→Blz. 90)
Meters en tellers
Weergave instrumentenpaneel
A
C
D
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 88 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 91 of 582

89
2 2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
TRACK-modus
Multi-informatiedisplay
Geeft de bestuurder allerlei gegevens met betrekking tot de auto (→Blz. 92)
Geeft bij een storing waarschuwingsmeldingen weer (→Blz. 344)
Toerenteller
Geeft het motortoerental aan in omwentelingen per minuut
Als de motor koud is, is het rode gebied lager dan normaal
Buitentemperatuur
Geeft de buitentemperatuur aan binnen het bereik -40°C tot 50°C. Het controlelampje lage
buitentemperatuur gaat branden als de buitentemperatuur 3°C of lager is.
Klok
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Geeft de koelvloeistoftemperatuur weer
Brandstofmeter
Snelheidsmeter
Schakelstand en ingeschakelde versnelling (→Blz. 143, 148)
Weergave kilometerteller en dagteller (→Blz. 90)
■Toerentalindicator
Als het motortoerental een ingestelde
waarde bereikt, gaat de schakelstand-
en schakelbereikindicator oranje bran-
den en klinkt er een zoemer. Als het
motortoerental in het rode gebied komt,
gaat de schakelstand- en schakelberei-kindicator rood branden en klinkt er een
zoemer.
De toerentalindicator is standaard uitge-
schakeld. De instelling kan worden gewijzigd
via van het multi-informatiedisplay.
(→Blz. 377)
A
C
D
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 89 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 92 of 582

902-1. Instrumentenpaneel
Het motortoerental waarbij de toerentalindi-
cator wordt weergegeven, kan worden
gewijzigd via van het multi-informatie-
display. (→Blz. 377)
■Weergave buitentemperatuur
●Onder de volgende omstandigheden wordt
mogelijk niet de juiste buitentemperatuur
weergegeven of duurt het langer voordat
de weergave wordt gewijzigd:
• Wanneer de auto stilstaat of met lage snel-
heid rijdt (lager dan 20 km/h)
• Wanneer de buitentemperatuur plotseling
verandert (bijvoorbeeld bij het in- of uitrij-
den van een garage of tunnel)
●Wanneer -- wordt weergegeven, zit er
mogelijk een storing in het systeem.
Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
■LCD-scherm
→Blz. 93
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De weergave van het instrumentenpaneel
kan op het multi-informatiedisplay aan de
persoonlijke voorkeur worden aangepast.
(→Blz. 377)
■Wijzigen van de weergave
Druk op de knop voor het wijzigen van
de weergave tot het gewenste item
weergegeven wordt.
WAARSCHUWING
■Informatiedisplay bij lage temperatu-
ren
Laat het interieur van de auto op tempera-
tuur komen alvorens het informatiedisplay
te gebruiken. Bij extreem lage temperatu-
ren kan het informatiedisplay trager reage-
ren en worden wijzigingen mogelijk met
enige vertraging weergegeven.
Zo kan er bijvoorbeeld een vertraging ont-
staan tussen het schakelen door de
bestuurder en de weergave van de inge-
schakelde versnelling op het display. Deze
vertraging kan de bestuurder doen beslui-
ten nogmaals terug te schakelen, waar-
door er snel en te sterk op de motor wordt
afgeremd en er een aanrijding kan ont-
staan, mogelijk met dodelijk of ernstig let-
sel tot gevolg.
OPMERKING
■Voorkomen van schade aan de motor
en onderdelen ervan
●Laat de naald van de toerenteller niet in
het rode gebied komen dat het maxi-
mumtoerental aangeeft.
●Let extra op het motortoerental als de
motor koud is omdat het rode gebied
dan lager is dan normaal.
●Als de naald van de koelvloeistoftempe-
ratuurmeter knippert, kan de motor
oververhit zijn. Breng de auto zo snel
mogelijk op een veilige plaats tot stil-
stand en controleer de motor nadat
deze volledig is afgekoeld. (→Blz. 362)
Weergave kilometerteller en
dagteller
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 90 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 93 of 582

91
2 2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
■Onderwerpen die worden weerge-
geven
Kilometerteller
Geeft de totale afstand weer die met de auto
gereden is.
Dagteller A/dagteller B
Geeft de afstand weer die met de auto gere-
den is sinds de teller de laatste keer op nul is
gezet. Dagteller A en B kunnen onafhanke-
lijk van elkaar worden gebruikt en verschil-
lende afstanden weergeven.
Geef om een dagteller te resetten de
gewenste dagteller weer en houd vervol-
gens de knop voor het wijzigen van de weer-
gave ingedrukt.
Als de koplampen of de parkeerlichten
voor zijn ingeschakeld, kan de helder-
heid van de instrumentenpaneel- en
dashboardverlichting worden ingesteld
met de knop voor de helderheid van de
dashboardverlichting.1Helderder
2Donkerder
■Instellen helderheid dashboardverlich-
ting
Als de koplampen of parkeerlichten voor wor-
den ingeschakeld, wordt de instrumentenpa-
neel- en dashboardverlichting gedimd. Als de
knop voor de helderheid van de dashboard-
verlichting echter in de hoogste stand wordt
gedraaid, wordt de verlichting, zelfs als de
koplampen of de parkeerlichten voor worden
ingeschakeld, niet gedimd.
■Uitschakelen automatisch dimmen
Wanneer de omgeving licht is, bijvoorbeeld
overdag, of als de verlichting wordt ingescha-
keld voordat dit nodig is, wordt de automati-
sche dimfunctie uitgeschakeld. In dat geval
kan de helderheid niet worden ingesteld,
zelfs niet als aan de knop voor de helderheid
van de dashboardverlichting wordt gedraaid.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. (→Blz. 377)
De klok kan worden ingesteld op het
scherm van het multimediasysteem.
■Automatisch instellen van de klok
1Druk op .
2Selecteer .
3Selecteer “General” (algemeen).
4Selecteer “Clock” (Klok).
Wijzigen van de helderheid van
de dashboardverlichting
Afstellen van de klok
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 91 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 94 of 582

922-1. Instrumentenpaneel
5Selecteer “Time Setting” (tijdinstel-
ling).
6Selecteer “Sync With Phone” (syn-
chroniseren met telefoon).
De klok wordt automatisch ingesteld als
een telefoon via Bluetooth
® is verbon-
den om telefoonboekgegevens over te
brengen. Raadpleeg de handleiding
voor het multimediasysteem voor meer
informatie.
■Handmatig instellen van de klok
1Druk op .
2Selecteer .
3Selecteer “General” (algemeen).
4Selecteer “Clock” (Klok).
5Selecteer “Time Setting” (tijdinstel-
ling).
6Selecteer “Manual” (handmatig) en
stel vervolgens de klok in.
7Selecteer OK.
■Wijzigen van de klok tussen
12-uurs/24-uursweergave
1Druk op .
2Selecteer .
3Selecteer “General” (algemeen).
4Selecteer “Clock” (Klok).
5Selecteer “12H” of “24H”.
■Scherm klokinstellingen
Het scherm voor de klokinstellingen kan ook
worden weergegeven door de klok op de sta-
tusbalk aan te raken.
■Weergave
Normale weergave
Door menu-iconen te selecteren op het
multi-informatiedisplay kunnen verschil-
lende soorten rijgerelateerde informa-
tie worden weergegeven. Het
multi-informatiedisplay kan ook worden
gebruikt voor het wijzigen van de dis-
play-instellingen en andere voertuigin-
stellingen.
Daarnaast worden in bepaalde situaties
pop-updisplays met waarschuwingen of
tips weergegeven.
Display TRACK-modus
Auto's zonder EyeSight:
In de TRACK-modus wordt het display
voor de TRACK-modus continu weer-
gegeven.
Auto's met EyeSight:
In de TRACK-modus wordt het
Pre-Crash Brake-systeem uitgescha-
keld en wordt het display voor de
Multi-infor matiedisplay
Het multi-informatiedisplay ver-
schaft de bestuurder uiteenlo-
pende gegevens met betrekking
tot de auto.
Displays en menu-iconen
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 92 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 95 of 582

93
2 2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
TRACK-modus continu weergegeven.
(→Blz. 183)
Daarnaast worden in bepaalde situaties
pop-updisplays met waarschuwingen of
tips weergegeven.
Koelvloeistoftemperatuur
(→Blz. 88)
Motorolietemperatuur
Geeft de motorolietemperatuur weer.
Snelste rondetijd
Zie Blz. 97 voor de bedieningsmethode.
Actuele rondetijd
Zie Blz. 97 voor de bedieningsmethode.
■Menu-iconen
Selecteer een menu-icoon om de
inhoud ervan weer te geven.
*: Weergegeven als een navigatie-app via
Apple CarPlay of Android Auto wordt
gebruikt. Raadpleeg de handleiding voor
het multimediasysteem voor meer infor-
matie.
■LCD-scherm
Op het scherm kunnen kleine vlekjes of lichte
puntjes verschijnen. Dit verschijnsel is ken-
merkend voor LCD-schermen en u kunt het
scherm zonder problemen blijven gebruiken.
Het multi-informatiedisplay wordt
bediend met de bedieningstoetsen van
het instrumentenpaneel.
Raadpleeg voor informatie over de
functie van elke menu-icoon de uitleg
onder de koptekst van de desbetref-
fende menu-icoon.
Rij-informatie (→Blz. 94)
Informatie voor sportief rijden
(→Blz. 95)
Aan navigatiesysteem gekop-
pelde weergave
* (→Blz. 97)
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave (→Blz. 97)
Weergave informatie ondersteu-
nend systeem (indien aanwezig)
(→Blz. 98)
Weergave instelling ondersteu-
nend systeem (→Blz. 98)
A
C
D
Weergave instellingen
(→Blz. 98)
Weergave waarschuwingsmel-
ding (→Blz. 344)
WAARSCHUWING
■Het multi-informatiedisplay bij lage
temperaturen
Laat het interieur van de auto op tempera-
tuur komen alvorens het informatiedisplay
te gebruiken. Bij extreem lage temperatu-
ren kan het informatiedisplay trager reage-
ren en worden wijzigingen mogelijk met
enige vertraging weergegeven.
Zo kan er bijvoorbeeld een vertraging ont-
staan tussen het schakelen door de
bestuurder en de weergave van de inge-
schakelde versnelling op het display. Deze
vertraging kan de bestuurder doen beslui-
ten nogmaals terug te schakelen, waar-
door er snel en te sterk op de motor wordt
afgeremd en er een aanrijding kan ont-
staan, mogelijk met dodelijk of ernstig let-
sel tot gevolg.
Wijzigen van de weergave van
het instrumentenpaneel
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 93 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 96 of 582

942-1. Instrumentenpaneel
/ : Menu-iconen selecteren
/ : De weergegeven informa-
tie wijzigen, omhoog/omlaag scrol-
len op het scherm en de cursor
bewegen
Indrukken: Invoeren
Ingedrukt houden: Schaal van de
G-krachtenweergave resetten/wijzi-
gen
Terugkeren naar het vorige scherm
■Onderwerpen die worden weerge-
geven
Druk op of van de bedie-
ningstoets van het instrumentenpaneel
en selecteer . Druk vervolgens op
of om de volgende items weer
te geven:
Rij-informatie (pagina 1)
Rij-informatie (pagina 2)
Rij-informatie (pagina 3)
Rij-informatie (pagina 4)
■Rij-informatie (pagina 1)
Gebruik de weergave ter referentie.Vo l tm e t e r
Geeft de laadspanning weer.
De weergegeven spanning kan verschillen
van de werkelijke accuspanning, gebruik de
voltmeter daarom als een richtsnoer.
Motorolietemperatuurmeter
Geeft de motorolietemperatuur weer.
■Rij-informatie (pagina 2)
Gebruik de weergave ter referentie.
Actueel brandstofverbruik
Geeft het actuele brandstofverbruik weer.
Gemiddeld brandstofverbruik
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik
weer sinds de functie is gereset.
Actieradius
Geeft de geschatte maximale afstand aan
die nog met de in de tank aanwezige brand-
stof kan worden gereden.
Deze afstand wordt berekend op basis van
het gemiddelde brandstofverbruik. Hierdoor
kan de werkelijke afstand die nog kan wor-
den gereden, afwijken van de weergegeven
afstand.
Soort rij-informatie
A
C
A
A
C
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 94 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM