Page 129 of 582

127
3 3-5. Openen, sluiten van de ruiten
Voordat u gaat rijden
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast
aan de persoonlijke voorkeur. (→Blz. 377)
Druk de schakelaar in om de passa-
giersruiten te blokkeren.
Gebruik deze schakelaar om te voorkomen
dat kinderen per ongeluk een passagiersruit
openen of sluiten.
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg hebben.
■Sluiten van de ruiten
●De bestuurder is verantwoordelijk voor
de bediening van de elektrisch bedien-
bare ruiten, ook voor die van de passa-
giers. Laat, om onbedoelde bediening,
met name door kinderen, te voorkomen,
de elektrisch bedienbare ruiten niet door
kinderen bedienen. Het kan gebeuren
dat een lichaamsdeel van een kind of
een andere passagier klem komt te zit-
ten tussen de elektrisch bedienbare ruit.
Wanneer er een kind in de auto zit, ver-
dient het aanbeveling om de blokkeer-
schakelaar voor de ruitbediening te
gebruiken. (→Blz. 127)
●Controleer of geen van de inzittenden
een lichaamsdeel naar buiten steekt dat
bekneld zou kunnen raken als de ruiten
bediend worden.
●Wanneer de elektrisch bedienbare rui-
ten worden bediend met de afstandsbe-
diening of mechanische sleutel, bedien
dan de elektrisch bedienbare ruit nadat
u hebt gecontroleerd of er geen risico is
dat een passagier met een lichaams-
deel bekneld kan raken tussen de ruit.
Laat kinderen de ruit niet bedienen via
de afstandsbediening of mechanische
sleutel. Het kan gebeuren dat een
lichaamsdeel van een kind of een
andere passagier klem komt te zitten
door het bedienen van de elektrisch
bedienbare ruit.
●Wanneer u uit de auto stapt, zet dan het
contact UIT en neem de sleutel en het
kind met u mee. Anders kan het kind de
auto mogelijk onbedoeld, uit katten-
kwaad, enz. bedienen, wat tot een
ongeval kan leiden.
■Klembeveiliging
●Gebruik geen lichaamsdelen om de
klembeveiliging opzettelijk te activeren.
●De klembeveiliging werkt mogelijk niet
als iets klem komt te zitten als de ruit
bijna volledig gesloten is. Zorg ervoor
dat er geen lichaamsdelen klem komen
te zitten tussen de ruit.
■Knelbeveiliging
●Steek geen lichaamsdelen of kleding-
stukken in de opening om te proberen of
de knelbeveiliging werkt.
●De knelbeveiliging werkt mogelijk niet
als iets bekneld raakt op het moment
dat de ruit bijna volledig geopend is.
Zorg ervoor dat er geen lichaamsdelen
of kledingstukken klem komen te zitten
tussen de ruit.
Voorkomen van onbedoelde
bediening (blokkeerschakelaar
ruitbediening)
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 127 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 130 of 582
1283-5. Openen, sluiten van de ruiten
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 128 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 131 of 582

4
129
4
Rijden
Rijden
.4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto ................130
Lading en bagage ..................137
Rijden met een
aanhangwagen....................138
4-2. Rijprocedures
Startknop ...............................139
Automatische transmissie......143
Handgeschakelde
transmissie ..........................147
Richtingaanwijzer-
schakelaar ...........................150
Parkeerrem ............................151
ASC (Active Sound Control) ..152
4-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar......................153
High Beam Assist ..................156
Mistachterlichten....................159
Ruitenwissers en
-sproeiers ............................160
4-4. Tanken
Openen van de tankdop ........1624-5. EyeSight
EyeSight .................................165
Pre-Crash Brake-systeem ......175
Adaptive Cruise Control .........185
Conventionele
cruise control .......................201
Pre-Collision Throttle
Management ........................209
Lane Departure Warning ........214
Lane Sway Warning ...............216
Lead Vehicle Start Alert ..........218
Overzicht van waarschu-
wings-/meldingsgeluiden .....220
Storing en tijdelijke
uitschakeling EyeSight.........222
4-6. Gebruik van overige
rijsystemen
BSD/RCTA .............................226
Reverse Automatic
Braking-systeem (RAB) .......234
Achteruitrijcamera ..................244
Conventionele cruise control ..248
Rijmodusselectieschakelaar...252
Hill Start Assist Control...........253
Uitlaatgasfiltersysteem ...........255
Ondersteunende systemen ....256
4-7. Rijtips
Rijden in de winter..................260
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 129 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 132 of 582

1304-1. Voordat u gaat rijden
4-1.Voordat u gaat rijden
■Starten van de motor
→Blz. 139
■Rijden
Automatische transmissie
1Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
(→Blz. 143)
2Deactiveer de parkeerrem.
(→Blz. 151)
3Laat het rempedaal geleidelijk
opkomen en trap langzaam het gas-
pedaal in om de auto in beweging te
brengen.
Handgeschakelde transmissie
1Zet met ingetrapt koppelingspedaal
de selectiehendel in de 1e versnel-
ling. (→Blz. 147)
2Deactiveer de parkeerrem.
(→Blz. 151)
3Laat het koppelingspedaal geleide-
lijk opkomen. Trap tegelijkertijd het
gaspedaal langzaam in om de auto
in beweging te brengen.
■Tot stilstand brengen van de auto
Automatische transmissie
1Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.2Activeer indien nodig de parkeer-
rem.
Zet de selectiehendel in stand P als er gedu-
rende langere tijd wordt gestopt. (→Blz. 143)
Handgeschakelde transmissie
1Trap met ingetrapt koppelingspe-
daal het rempedaal in.
2Activeer indien nodig de parkeer-
rem.
Als de auto gedurende langere tijd stilstaat,
zet dan de selectiehendel in stand N.
(→Blz. 147)
■Parkeren van de auto
Automatische transmissie
1Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in om
de auto volledig tot stilstand te bren-
gen.
2Activeer de parkeerrem (→Blz. 151)
en zet de selectiehendel in stand P.
(→Blz. 143)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3Druk op de startknop om de motor
uit te zetten.
4Laat het rempedaal langzaam opko-
men.
5Vergrendel de portieren nadat u
gecontroleerd hebt of u de sleutel
bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien
nodig wielblokken.
Handgeschakelde transmissie
1Trap met ingetrapt koppelingspe-
daal het rempedaal in om de auto
volledig tot stilstand te brengen.
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de
onderstaande procedures:
Rijprocedure
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 130 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 133 of 582

131
4 4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
2Activeer de parkeerrem.
(→Blz. 151)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3Zet de selectiehendel in stand N.
(→Blz. 147)
Zet de auto bij het parkeren op een helling in
de 1e versnelling of de achteruit en plaats
indien nodig wielblokken.
4Druk op de startknop om de motor
uit te zetten.
5Laat het rempedaal langzaam opko-
men.
6Vergrendel de portieren nadat u
gecontroleerd hebt of u de sleutel
bij u hebt.
■Wegrijden op een steile helling
omhoog
Automatische transmissie
1Activeer de parkeerrem en zet de
selectiehendel in stand D.
2Trap het gaspedaal geleidelijk in.
3Deactiveer de parkeerrem.
Handgeschakelde transmissie
1Activeer de parkeerrem en zet de
selectiehendel in de 1e versnelling.
2Trap het gaspedaal een beetje in en
laat tegelijkertijd het koppelingspe-
daal geleidelijk opkomen.
3Deactiveer de parkeerrem.
■Als u wegrijdt op een helling omhoog
De Hill Start Assist Control wordt geactiveerd.
(→Blz. 253)
■Rijden in de regen
●Rijd voorzichtig als het regent, omdat het
zicht dan minder is, de ruiten beslagen
kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
●Rijd extra voorzichtig wanneer het begint
te regenen, de weg kan dan immers bij-
zonder glad zijn.
●Matig uw snelheid bij het rijden in de
regen, tussen band en wegdek kan er zich
dan immers een waterfilm vormen die het
sturen en remmen kan bemoeilijken.
■Motortoerental tijdens het rijden (auto's
met automatische transmissie)
In de volgende gevallen kan het motortoeren-
tal tijdens het rijden te hoog oplopen. Dit is
het gevolg van automatisch op- of terugscha-
kelen, al naar gelang de rijomstandigheden.
Het duidt niet op plotseling accelereren.
●Het systeem signaleert dat de auto een
helling op of af rijdt
●Als het gaspedaal wordt losgelaten
●Bij het nemen van een bocht
●Als het rempedaal stevig wordt ingetrapt
■Beperken van het motorvermogen
(Brake Override-systeem)
Wanneer het gaspedaal en rempedaal gelijk-
tijdig worden ingetrapt, wordt het motorver-
mogen mogelijk beperkt.
■Inrijperiode nieuwe auto (de eerste
1.600 km)
De prestaties en levensduur van uw auto zijn
afhankelijk van hoe u met uw auto omgaat en
ervoor zorgt wanneer deze nieuw is. Volg
deze instructies op gedurende de eerste
1.600 km:
●Laat de motor niet met te veel toeren
draaien. Laat het motortoerental niet oplo-
pen tot meer dan 4.000 omw/min, behalve
in een noodgeval.
●Rijd niet langdurig met een constant motor-
toerental of een constante snelheid, of
deze snelheid nu hoog of laag ligt.
●Vermijd plotseling wegrijden of snel accele-
reren, behalve in een noodgeval.
●Vermijd hard remmen, behalve in een
noodgeval.
Hanteer dezelfde inrijprocedure bij een
gereviseerde motor, een nieuw geplaatste
motor of wanneer de remblokken of -voe-
ringen door nieuwe exemplaren zijn ver-
vangen.
■Remblokken met hoge wrijvingscoëffi-
ciënt
De remblokken en -schijven zijn ontworpen
voor gebruik onder zware belasting. Daar-
door zijn er mogelijk remgeluiden te horen,
afhankelijk van de rijsnelheid, remkracht en
omgeving (temperatuur, vochtigheid, enz.).
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 131 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 134 of 582

1324-1. Voordat u gaat rijden
■Remsysteem met in remschijf geïnte-
greerde parkeerremtrommel
Uw auto is uitgerust met een remsysteem
met in de remschijf geïntegreerde parkeer-
remtrommel. Deze trommelremmen moeten
regelmatig worden bijgesteld. Bij het vervan-
gen van onderdelen van de parkeerrem, die-
nen ze te worden afgesteld. Laat het bijstel-
len uitvoeren door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Na het starten van de motor
Nadat de motor is gestart, kunnen de inlaat-
en uitlaatgeluiden en trillingen korte tijd toe-
nemen om de uitstoot te beperken, maar dit
duidt niet op een storing.
■Rijden in het buitenland
Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in het
desbetreffende land geldende wettelijke
voorschriften en controleer of de juiste brand-
stof verkrijgbaar is. (→Blz. 370)
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgs-
maatregelen kan dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg hebben.
■Bij het starten van de auto (auto's
met automatische transmissie)
●Houd het rempedaal altijd ingetrapt als
de auto stilstaat en de motor draait. Dit
voorkomt kruipen van de auto.
●Trap het rempedaal stevig in, aangezien
het motortoerental anders mogelijk
direct na het starten van de motor stijgt
wanneer de airconditioning in werking
is, het stuurwiel wordt gedraaid, enz. en
zo het kruipen verergert. Activeer de
parkeerrem indien nodig.
■Tijdens het rijden
●Zorg ervoor dat u, voordat u wegrijdt,
blindelings het gas- en rempedaal kunt
vinden.
• Als u per ongeluk in plaats van het rem-
pedaal het gaspedaal intrapt, zal de
auto onverwacht accelereren, wat een
ongeval tot gevolg kan hebben.
• Bij het achteruitrijden draait u wellicht
uw lichaam, waardoor het bedienen van
de pedalen moeilijk wordt. Zorg dat u de
pedalen altijd goed kunt bedienen.
• Zorg dat u altijd in de juiste houding
achter het stuur zit, ook als de auto
maar kort hoeft te rijden. Zo kunt u het
rem- en gaspedaal goed bedienen.
• Trap het rempedaal met uw rechtervoet
in. Wanneer u het rempedaal met uw
linkervoet intrapt, kan in een noodgeval
uw reactie vertraagd worden, waardoor
een ongeval kan ontstaan.
●Rijd niet met de auto over licht ontvlam-
bare materialen en parkeer de auto ook
niet in de buurt van dergelijke materia-
len.
Het uitlaatsysteem en de uitlaatgassen
kunnen zeer heet worden. Deze hete
onderdelen kunnen brand veroorzaken
als er licht ontvlambaar materiaal aan-
wezig is.
●Auto's met handgeschakelde transmis-
sie: Laat het koppelingspedaal niet te
snel opkomen. Anders kan de auto plot-
seling naar voren schieten, waardoor
een ongeval kan ontstaan.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 132 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 135 of 582

133
4 4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
WAARSCHUWING
●Zet de motor niet uit tijdens het rijden.
Door de motor tijdens het rijden uit te
zetten, verliest u niet de controle over
het stuurwiel of de remmen, maar werkt
de bekrachtiging van deze systemen
niet meer. Hierdoor zullen het remmen
en sturen veel zwaarder gaan dan nor-
maal. Zet in dat geval de auto aan de
kant zodra dit veilig kan.
In geval van nood echter, bijvoorbeeld
als de auto onmogelijk op de normale
manier tot stilstand kan worden
gebracht: →Blz. 326
●Rem bij het afdalen van een steile hel-
ling af op de motor (terugschakelen) om
een veilige snelheid aan te kunnen hou-
den.
Het continu gebruiken van de remmen
kan leiden tot oververhitting en een ver-
minderde remwerking. (→Blz. 143, 147)
●Verstel het stuurwiel, de stoel en de bin-
nen- en buitenspiegels niet tijdens het
rijden.
Als u dat wel doet, kunt u de macht over
het stuur verliezen.
●Controleer altijd of alle passagiers hun
armen, hoofd en andere lichaamsdelen
binnen de auto houden.
■Rijden op glad wegdek
●Door plotseling remmen, accelereren en
sturen kunnen de banden hun grip ver-
liezen, met controleverlies tot gevolg.
●Door plotseling accelereren, afremmen
op de motor als gevolg van schakelen,
of wijzigingen in het motortoerental kan
de auto in een slip raken.
●Trap, nadat u door een plas bent gere-
den, het rempedaal lichtjes in om ervoor
te zorgen dat de remmen goed werken.
Door natte remblokken kan de remwer-
king afnemen. Remmen die aan één
kant van de auto nat zijn en niet goed
werken, kunnen de besturing bemoeilij-
ken.
■Bedienen van de selectiehendel
●Auto's met automatische transmissie:
Laat de auto niet achteruit rollen als de
vooruitversnelling is ingeschakeld of
vooruit rollen terwijl de selectiehendel in
stand R staat.
Als dat wel gebeurt, kan de motor
afslaan of kan de remwerking of de
besturing in negatieve zin worden beïn-
vloed, waardoor een ongeval of schade
aan de auto kan ontstaan.
●Auto's met automatische transmissie:
Zet de selectiehendel tijdens het rijden
niet in stand P.
Als u dat wel doet, kan er schade aan
de transmissie ontstaan waardoor u de
controle over de auto kunt verliezen.
●Zet de selectiehendel tijdens het achter-
uitrijden niet in een vooruitversnelling.
Als u dat wel doet, kan er schade aan
de transmissie ontstaan waardoor u de
controle over de auto kunt verliezen.
●Zet de selectiehendel tijdens het voor-
uitrijden niet in stand R.
Als u dat wel doet, kan er schade aan
de transmissie ontstaan waardoor u de
controle over de auto kunt verliezen.
●Zet de selectiehendel tijdens het rijden
niet in stand N. Als u dat wel doet, wordt
de verbinding tussen de motor en de
transmissie verbroken. Als de selectie-
hendel in stand N staat, is afremmen op
de motor niet mogelijk.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 133 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM
Page 136 of 582

1344-1. Voordat u gaat rijden
WAARSCHUWING
●Auto's met automatische transmissie:
Zet de selectiehendel niet in een andere
stand als het gaspedaal ingetrapt is. Als
de selectiehendel in een andere stand
dan P of N wordt gezet, kan de auto
onverwacht snel accelereren, waardoor
een ongeval kan ontstaan met dodelijk
of ernstig letsel tot gevolg.
●Leg geen voorwerpen in de buurt van
de selectiehendel. Anders kan hij moge-
lijk niet goed bediend worden.
●Als de hoes van de selectiehendel tij-
dens het schoonmaken wordt verwij-
derd, plaats hem dan weer terug op de
oorspronkelijke plaats. Als de hoes van
de selectiehendel niet wordt terugge-
plaatst, is de selectiehendel mogelijk
niet goed te bedienen.
■Als u een piepend of krassend geluid
hoort (remblokslijtage-indicatoren)
Laat de remblokken zo snel mogelijk nakij-
ken en indien nodig vervangen door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige. De
remschijven kunnen beschadigd raken als
de remblokken niet op tijd worden vervan-
gen.
Het rijden met een auto waarvan de rem-
blokken en/of de remschijven de slijtageli-
miet hebben overschreden, is gevaarlijk.
■Bij stilstaande auto
●Laat de motor niet met te veel toeren
draaien.
Als de transmissie in een andere stand
dan P (automatische transmissie) of N
staat, kan de auto onverwachts accele-
reren, hetgeen tot een ongeval kan lei-
den.
●Auto's met automatische transmissie:
Voorkom het ontstaan van ongevallen
door het wegrollen van de auto en houd
het rempedaal altijd ingetrapt als de
motor draait. Activeer indien nodig de
parkeerrem.
●Voorkom voor- of achteruitrollen van de
auto bij stoppen op een helling, waar-
door een ongeval kan ontstaan: trap
altijd het rempedaal in en activeer de
parkeerrem indien nodig.
●Voorkom dat de motor met een te hoog
toerental draait.
Als de motor met een hoog toerental
draait terwijl de auto stilstaat, kan het
uitlaatsysteem oververhit raken, het-
geen brand kan veroorzaken als er
brandbaar materiaal aanwezig is.
■Als de auto geparkeerd is
●Laat geen brillen, aanstekers, spuitbus-
sen of blikken frisdrank in de auto liggen
als deze in de zon geparkeerd staat.
Dit kan resulteren in het volgende:
• Een aansteker of spuitbus kan gas gaan
lekken, waardoor brand kan ontstaan.
• De temperatuur in de auto kan zo hoog
oplopen dat kunststof brillenglazen en
kunststof monturen kunnen vervormen
of barsten.
• Blikjes frisdrank kunnen openbarsten,
waardoor de inhoud in het interieur
terechtkomt. Bovendien kan de vloeistof
kortsluiting in de elektrische componen-
ten van de auto veroorzaken.
●Laat geen aanstekers achter in de auto.
Als een aansteker in het dashboard-
kastje of op de vloer ligt, kan deze per
ongeluk gaan branden als er bagage
wordt geplaatst of een stoel wordt afge-
steld en brand veroorzaken.
●Plak geen parkeerschijven op de voor-
ruit of andere ruiten. Plaats geen reser-
voirs zoals luchtverfrissers op het instru-
mentenpaneel of dashboard. Deze par-
keerschijven of reservoirs kunnen als
een lens werken en brand veroorzaken
in de auto.
GR 86_OM_Europe_OM18131E_1_2203.book Page 134 Tuesday, February 22, 2022 9:51 AM