Page 49 of 274
STUURWIEL
Op enkele uitvoeringen kan het stuur zowel in
lengterichting als in hoogte worden versteld.
Ga voor het verstellen als volgt te werk:
ontgrendel de hendel A fig. 38 door deze naar
voren te drukken (stand 1);
plaats het stuur in de gewenste stand;
vergrendel de hendel A door hem naar het stuur
te trekken (stand 2).
BELANGRIJK
De verstelling mag alleen worden
uitgevoerd als de auto stilstaat en de
motor is afgezet .
BELANGRIJK
Het is streng verboden om de-/
montagewerkzaamheden uit te voeren,
waarvoor wijzigingen in de stuurinrichting of de
stuurkolom vereist zijn (bijv. bij montage van
een diefstalbeveiliging). Hierdoor kunnen de
prestaties van het systeem, de garantie en
de veiligheid in gevaar worden gebracht en
voldoet de auto niet meer aan de
typegoedkeuring.
fig. 38F0T0040
45
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 50 of 274
SPIEGELS
BINNENSPIEGEL
(indien aanwezig)
De binnenspiegel is voorzien van een
beveiligingsmechanisme, waardoor de spiegel bij een
krachtig contact met een inzittende losschiet.
Met het hendeltje A fig. 39 kan de spiegel in twee
standen worden gezet: normale of anti-
verblindingsstand.
BUITENSPIEGELS
Spiegels handmatig inklappen
Indien nodig (bijv. bij nauwe doorgangen) kunnen de
buitenspiegels worden ingeklapt door ze van stand
A fig. 40 in stand B te zetten.
BELANGRIJK
Rijd alleen met de buitenspiegels in
stand A fig. 40
BELANGRIJK
De buitenspiegels zijn licht gebogen,
waardoor de waarneming van de
afstand wordt gewijzigd.
Handmatige verstelling
Bedien van binnenuit de knop A fig. 41.
fig. 39F0T0027fig. 40F0T0042
46
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 51 of 274
Elektrische regeling
(indien aanwezig)
De elektrische verstelling van de buitenspiegels is
alleen mogelijk als de contactsleutel in stand MAR
staat.
Ga als volgt te werk:
kies met de keuzeschakelaar A fig. 42 de gewenste
spiegel (rechts of links);
plaats de schakelaar A in stand B en druk op de
schakelaar voor het verstellen van de linker
buitenspiegel;
plaats de schakelaar A in stand B en druk op de
schakelaar voor het verstellen van de linker
buitenspiegel;
Plaats na het verstellen de schakelaar A terug in de
middelste vergrendelstand C.
fig. 41F0T0194fig. 42F0T0041
47
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 52 of 274
VERWARMING EN VENTILATIE
LUCHTROOSTERS
1. Vast luchtrooster boven 2. Verstelbare luchtroosters in het midden 3. Vaste luchtroosters aan de zijkanten
4. Verstelbare luchtroosters aan zijkanten 5. Luchtroosters in beenruimte
fig. 43F0T0148
48
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 53 of 274
LUCHTROOSTERS IN HET MIDDEN EN
AAN DE ZIJKANTEN
A Verstelbaar luchtrooster aan zijkant fig. 44
B Vast luchtrooster ontdooiing zijraam fig. 44
C Verstelbare luchtroosters in het midden fig. 45Om de luchtroosters A en B te gebruiken, moet u
met de betreffende schuif de luchtroosters in de
gewenste stand zetten.
fig. 44F0T0031
fig. 45F0T0030
49
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 54 of 274

VERWARMING EN VENTILATIE
BEDIENINGSKNOPPEN
Hierna worden de belangrijkste bedieningselementen
van de verwarming en de ventilatie beschreven
fig. 46:
Adraaiknop voor regeling van de luchttemperatuur
(menging van warme/koude lucht)
Bschuif voor in- en uitschakelen luchtrecirculatie
Cdraaiknop voor inschakelen aanjager
Ddraaiknop voor de luchtverdeling.
KLIMAATREGELING
Met de draaiknop D kan de lucht op 5 manieren over
het hele interieur worden verdeeld:
luchtstroom uit de luchtroosters in het midden
en de uitstroomopeningen aan de zijkant;
voor verwarming van de beenruimten, waarbij
de luchtstroom op het gezicht koel blijft
("bilevel"-stand);
voor een snellere verwarming van het interieur;
voor verwarming van het interieur en
ontwaseming van de voorruit;
voor ontwaseming en ontdooiing van de
voorruit en de zijruiten voor.
VERWARMING
Ga als volgt te werk:
draai de knop A helemaal naar rechts (in stand
);
draai de draaiknop C op de gewenste snelheid;
draai de draaiknop D in stand:
voor het verwarmen van de voeten en
tegelijkertijd ontwasemen van de voorruit;
voor lucht naar de beenruimten en koelere
lucht uit de luchtroosters in het midden en de
uitstroomopeningen op het dashboard;
voor een snelle verwarming.
SNELLE VERWARMING
Ga als volgt te werk:
sluit alle luchtroosters op het dashboard;
draai de knop A op;
draai de knop C op 4;
draai de knop D op.fig. 46F0T0074
50
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 55 of 274

SNELLE ONTWASEMING/ONTDOOIING
VAN DE VOORRUIT EN DE ZIJRUITEN
VOOR (functie MAX-DEF)
Ga als volgt te werk:
draai de knop A op;
draai de knop C op 4;
draai de knop D op;
zet de schuif B op.
Nadat de ruiten ontwasemd zijn, kan een stand
gekozen worden waarbij het comfort optimaal blijft.
Beslaan van de ruiten voorkomen
Als het buiten extreem vochtig is en/of bij regen
en/of bij grote verschillen in interieur- en
buitentemperatuur, raden wij u de volgende
procedure aan om het beslaan van de ruiten te
voorkomen:
zet de schuif B op;
draai de knop A op;
draai de knop C op 2;
draai de knop D opof in standals de ruiten
niet beslagen zijn.REGELING AANJAGERSNELHEID
Ga voor een goede ventilatie van het interieur als
volgt te werk:
open de luchtroosters in het midden en de
uitstroomopeningen aan de zijkant geheel;
draai de knop A in het blauwe vlak;
zet de schuif B op;
draai de draaiknop C op de gewenste snelheid;
draai de knop D op;
LUCHTRECIRCULATIE INSCHAKELEN
Zet de schuif B in stand
.
Het verdient aanbeveling om de recirculatiefunctie in
te schakelen in de file of in tunnels. Hiermee wordt
voorkomen dat vervuilde lucht het interieur bereikt.
Het is niet raadzaam dit systeem langdurig te laten
werken, omdat anders, vooral als u met meerdere
personen in de auto zit, de kans aanzienlijk toeneemt
dat de ruiten beslaan.
BELANGRIJK Met de recirculatiefunctie kan,
afhankelijk van de gekozen werking ("verwarmen" of
"koelen") sneller het gewenste resultaat worden
bereikt. Het is echter niet raadzaam deze functie in
te schakelen op regenachtige of koude dagen, omdat
dan de ruiten aan de binnenzijde aanzienlijk sneller
kunnen beslaan.
51
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 56 of 274

ONTWASEMEN/ONTDOOIEN
ACHTERRUIT EN BUITENSPIEGELS
(voor bepaalde uitvoeringen/markten, waar voorzien)
Druk op knop
fig. 47 om deze functie in te
schakelen. Bij inschakeling gaat het lampje op de
knop branden.
U kunt de verwarming eerder uitschakelen door
nogmaals op de knop
te drukken.
BELANGRIJK Plak geen stickers of andere plaatjes
op de elektrische weerstandsdraden aan de
binnenzijde van de achterruit, om beschadiging van
de achterruitverwarming te voorkomen.
EXTRA VERWARMING
(voor bepaalde uitvoeringen/markten, waar voorzien)
Dit systeem zorgt voor een snellere verwarming
van het interieur bij koud weer en bij een lage
temperatuur van de koelvloeistof in de motor.De extra verwarming wordt automatisch
ingeschakeld als u de motor start, de draaiknop A in
het rode gebied draait en de aanjager ten minste
op de eerste snelheid inschakelt (draaiknop C).
De extra verwarming schakelt automatisch uit als de
ingestelde temperatuur is bereikt.
BELANGRIJK De extra verwarming wordt niet
ingeschakeld als de accu onvoldoende is opgeladen.
fig. 47F0T0048
52
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER