Page 185 of 274
MISTLAMPEN VOOR
(voor bepaalde uitvoeringen/markten, waar voorzien)
BELANGRIJK Wendt u voor het vervangen van een
defecte mistlamp tot het Fiat Servicenetwerk.
ACHTERLICHTUNITS
In de achterlichtunits zijn de gloeilampen voor de
achterlichten, de richtingaanwijzers, de
achteruitrijlichten/mistachterlichten en de remlichten
opgenomen.
Ga om de achterlichtunits te bereiken als volgt te
werk:
open de achterdeuren;
draai de schroeven A fig. 162 los zodat de
achterlichtunit B fig. 163 bereikbaar is;
trek de stekker C fig. 163 los.De lampen zijn op de volgende wijze in de lichtunit
fig. 164 en fig. 165 geplaatst:
fig. 161F0T0098fig. 162F0T0099
181
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 186 of 274
ARemlichten;
BRichtingaanwijzers;
CAchteruitrijlichten;
DAchterlichten/mistachterlichten.
Om de lampen te bereiken moeten de 5 lippen E
fig. 164 naar buiten worden getrokken.
fig. 163F0T0100
fig. 165F0T0102fig. 164F0T0101
182
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 187 of 274
DERDE REMLICHT
Uitvoeringen met achterdeuren
Laat het derde remlicht fig. 166 door het Fiat
Servicenetwerk vervangen.
KENTEKENPLAATVERLICHTING
Ga voor het vervangen van de gloeilampen A fig. 167
als volgt te werk:
druk de borglippen in op de punten die door de
pijlen worden aangegeven en verwijder de
lamphouders;
draai de lamphouder B fig. 168 linksom en
verwijder de lamp C.
GLOEILAMP
INTERIEURVERLICHTING
VERVANGEN
Zie voor het type lamp en het bijbehorende
vermogen de paragraaf “Lamp vervangen”.
fig. 166F0T0103
fig. 167F0T0104
fig. 168F0T0105
183
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 188 of 274
PLAFONDVERLICHTING VOOR
Plafondverlichting met kantelbaar lampenglas
Ga voor het vervangen van de gloeilampen als volgt
te werk:
trek het plafondlampje A fig. 169 los bij de door
de pijl aangegeven punten;
open het beschermdeksel Bfig. 170 zoals
aangegeven;
maak het lampje C fig. 170 los uit de
veercontacten aan de zijkant en vervang het; plaats
het nieuwe lampje en controleer of het goed
vastzit in de veercontacten;
sluit de bescherming en plaats het plafondlampje in
de zitting; controleer of het goed geborgd is.Plafondlamp met spotverlichting
(indien aanwezig)
Ga voor het vervangen van de gloeilampen als volgt
te werk:
verwijder het plafondlampje A fig. 171 op de door
de pijlen aangegeven punten;
fig. 169F0T0106
fig. 170F0T0458
fig. 171F0T0143
184
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 189 of 274

open het beschermdeksel B fig. 172;
maak de lampjes los uit de veercontacten aan de
zijkant en vervang ze; controleer of de nieuwe
lampjes goed vastzitten in de veercontacten;
sluit het beschermdeksel B fig. 172 en plaats het
plafondlampje A fig. 171 in de zitting; controleer
of het goed geborgd is.
PLAFONDVERLICHTING ACHTER
Cargo uitvoeringen
Gloeilamp vervangen:
trek het plafondlampje A fig. 173 los bij de door
de pijl aangegeven punten;
open het beschermdeksel Bfig. 174 zoals
aangegeven;
maak het lampje C fig. 174 los uit de
veercontacten aan de zijkant en vervang het; plaats
het nieuwe lampje en controleer of het goed
vastzit in de veercontacten;
sluit het beschermdeksel B fig. 174 en plaats het
plafondlampje in de zitting; controleer of het
goed geborgd is.
sluit het beschermdeksel B en plaats het
plafondlampje in de zitting; controleer of het goed
geborgd is.
Combi uitvoeringen
Gloeilamp vervangen:
druk op de knop A fig. 175 en verwijder de
uitneembare zaklantaarn B;
trek het lampje los bij de door de pijl aangegeven
punten;
fig. 172F0T0144fig. 173F0T0107
185
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 190 of 274

maak het lampje C fig. 176 los uit de
veercontacten aan de zijkant en vervang het; plaats
het nieuwe lampje en controleer of het goed
vastzit in de veercontacten;ZEKERINGEN VERVANGEN
ALGEMENE INFORMATIE
Het elektrische systeem wordt door zekeringen
beveiligd: de zekering brandt door bij een storing of
bij oneigenlijk gebruik van het systeem.
Als een elektrisch systeem niet werkt, controleer
dan eerst of de zekering niet is doorgebrand: de
verbindingsstrip A fig. 177 mag niet onderbroken zijn.
Is dit wel het geval, dan moet u de zekering
vervangen door een exemplaar met dezelfde
stroomsterkte (zelfde kleur).
B zekering in goede staat.
C zekering met doorgebrande strip.
Gebruik het tangetje D voor het vervangen van de
zekeringen. Dit tangetje bevindt zich in de
gereedschaptas of in de Fix & Go houder (indien
aanwezig).
fig. 174F0T0458
A
U
T
O
fig. 175F0T0108
A
U
T
O
fig. 176F0T0109
186
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 191 of 274

BELANGRIJK
Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk als
de zekering opnieuw doorbrandt .
Vervang de doorgebrande zekering nooit
door een metalen band of ander
vervangend materiaal.
BELANGRIJK
Vervang de zekering nooit door een
zekering met een hoger ampèrage;
BRANDGEVAAR.
BELANGRIJK
Als een hoofdzekering (MEGA-FUSE,
MIDI-FUSE) doorbrandt , wendt u dan
tot het Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK
Controleer voordat de zekering wordt
vervangen of de contactsleutel niet
in het contactslot zit en of alle verbruikers zijn
gedoofd en/of uitgeschakeld.
BELANGRIJK
Als een hoofdzekering van de
veiligheidssystemen (airbagsysteem,
remsysteem), krachtbron (motor,
versnellingsbak) of stuursysteem doorbrandt ,
wendt u dan tot het Fiat Servicenetwerk.
De componenten die door de zekeringen worden
beveiligd, staan in de tabellen op de volgende pagina's
aangegeven.
fig. 177F0T0015
187
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 192 of 274
ZEKERINGEN IN ZEKERINGENKAST IN
MOTORRUIMTE
De zekeringenkast bevindt zich rechts van de motor.
Deksel van zekeringenkast demonteren
Ga als volgt te werk:
trek de beschermkap A fig. 178 op de pluspool van
de accu omhoog en verwijder de kap;
haak de lip A fig. 179 los en verwijder het
beschermdeksel B van de zekeringenkast;
verplaats het deksel in de richting van de koplamp
door het linksom te draaien (zoals aangegeven
door de pijl) en verwijder het deksel fig. 180;
de zekeringen zijn nu bereikbaar fig. 182.
Als de motorruimte moet worden
uitgespoten, zorg dan dat de waterstraal
niet direct op de zekeringenkast in de
motorruimte wordt gericht .
fig. 178F0T0171fig. 179F0T0172
188
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER