Page 81 of 274

BELANGRIJK
Sluit eerst de rechter deur 2 fig. 78
volledig en vervolgens de linker deur 1
fig. 78. Sluit de twee deuren nooit gelijktijdig.
Opening in noodgevallen eerste deur van
binnenuit
Bedien van binnenuit de knop A fig. 81.
Openen tweede deur
Trek na het openen van de eerste deur de hendel A
fig. 82 in de richting van de pijl.
BELANGRIJK Gebruik de handgreep A
fig. 82uitsluitend in de aangegeven richting.
RUITBEDIENING
ELEKTRISCHE RUITBEDIENING VOOR
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Er bevinden zich knoppen fig. 83 op het paneel van
het bestuurdersportier waarmee de volgende
functies bediend kunnen worden, met de
contactsleutel naar de stand MAR gedraaid:
A: Openen/sluiten linker ruit
B: Openen/sluiten rechter ruit
Druk op knop A of B om de betreffende ruit te
openen.
Trek knop A of B omhoog om de betreffende ruit te
sluiten.
Druk kort op een van de knoppen voor het
“stapsgewijs” openen/sluiten van de ruit; als de
schakelaar langer wordt ingedrukt, wordt de "continu
automatische" werking ingeschakeld zowel tijdens
fig. 81F0T0060fig. 82F0T0142
77
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 82 of 274

het openen als het sluiten. De ruit stopt in de
gewenste stand als u nogmaals op de knop A of B
drukt.
De ruitbediening is voorzien van een
beveiligingssysteem (voor bepaalde uitvoeringen/
markten, indien aanwezig) dat een eventueel obstakel
kan registreren als de ruit sluit. In dat geval
onderbreekt het systeem de ruitbeweging en wordt
de ruitbeweging onmiddellijk omgekeerd.
BELANGRIJK Als de anti-letselfunctie binnen 1
minuut 5 keer inschakelt, dan voert het systeem
automatisch de "recovery" uit (zelfbescherming).
Hierbij gaat de ruit telkens een klein stukje omhoog
totdat de ruit helemaal gesloten is.
Ga voor het herstellen van de juiste werking van het
systeem als volgt te werk:
open de ruiten;
of
draai de contactsleutel in de stand STOP en
vervolgens in stand MAR.
Als er geen storingen zijn, dan werkt de ruit weer
normaal.
BELANGRIJK Bij uitgenomen sleutel of sleutel in de
stand STOP kunnen de ruiten nog gedurende
ongeveer 2 minuten worden bediend. De werking
wordt onmiddellijk onderbroken als een van de
portieren wordt geopend.
BELANGRIJK
Oneigenlijk gebruik van de elektrische
ruitbediening kan gevaarlijk zijn.
Controleer voor en tijdens het bedienen van de
ruit altijd of de passagiers niet kunnen worden
verwond door de bewegende ruit of door
voorwerpen die door de ruit worden
meegesleept of geraakt . Verwijder altijd de
sleutel uit het contactslot als u de auto
verlaat , om te voorkomen dat een
onverwachtse inschakeling van de elektrische
ruitbediening gevaar oplevert voor de
achtergebleven passagiers.
HANDMATIGE RUITBEDIENING VOOR
Op enkele uitvoeringen moeten de zijruiten voor
met de hand worden bediend.
Open of sluit de ruiten met de daarvoor bestemde
slinger.
fig. 83F0T0044
78
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 83 of 274

BAGAGERUIMTE
OPENEN IN EEN NOODGEVAL VAN
BINNENUIT
In een noodgeval, kan de bagageruimte als volgt
geopend worden van binnenuit:
open de zijschuifdeur en klap de rugleuning van de
achterbank omlaag om toegang te krijgen tot de
bagageruimte (Combi-versies);
of
open de zijschuifdeur (Cargo-versies);
gebruik lipje A fig. 84 dat zich aan de binnenkant
van de rechter openslaande deur bevindt;
open de linker openslaande deur door aan de
handgreep te trekken (zie "Portieren" in dit
hoofdstuk).
BELANGRIJK
Als in een gebied wordt gereden waar
weinig tankstations aanwezig zijn en
men benzine in een tankje wil meenemen, moet
dit overeenkomstig de geldende voorschriften
en in een goedgekeurd tankje gebeuren dat op
passende wijze is vastgezet . In geval van een
botsing is het risico op brand toch altijd groter.
BELANGRIJK
Overschrijd nooit het maximum
toegestane laadvermogen van de
bagageruimte (zie hoofdstuk "Technische
gegevens"). Zorg er tevens voor dat voorwerpen
die in de bagageruimte zijn geplaatst , goed
vastgezet zijn om te voorkomen dat deze na
plotseling remmen naar voren komen, waardoor
passagiers gewond zouden kunnen raken.
HOEDENPLANK VERWIJDEREN
(Combi-versies)
(voor bepaalde versies/markten)
De hoedenplank fig. 85 bestaat uit twee delen. Om
hem te verwijderen, gaat u als volgt te werk:
Open de openslaande achterdeuren en til het
voorste deel A fig. 85 op door pen A fig. 86
uit zetel F fig. 86 te halen;
fig. 84F0T0060
79
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 84 of 274
til het achterste deel B fig. 85 op door het
losmaken van de pennen B en C fig. 86 uit zetels
D en E fig. 86.
Als de bank volledig is ingeklapt, de hoedenplank
verwijderen zoals beschreven en horizontaal
opbergen tussen de voorstoelen en de ingeklapte
achterbank.Om de hoedenplank weer op zijn plaats te zetten
dezelfde procedure in omgekeerde volgorde
uitvoeren.
BELANGRIJK
De ingeklapte stoel mag niet gebruikt
worden om bagage te vervoeren. De
lading zou naar voren geworpen kunnen worden
tegen de rugleuning van de voorstoelen,
waardoor de inzittenden ernstig letsel kunnen
oplopen.
BAGAGERUIMTE VERGROTEN
Ga als volgt te werk:
open de achterdeuren en verwijder de
hoedenplank (zoals hiervoor is beschreven);
fig. 85F0T0062
fig. 86F0T0456fig. 87F0T0921
80
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 85 of 274

zet de hoofdsteunen van de achterstoelen
helemaal naar beneden;
plaats de veiligheidsgordel opzij en controleer of
deze volledig uitgetrokken en niet verdraaid is;
til de borghendel A fig. 87 van de rugleuning op en
klap de rugleuning naar voren zodat u een vlakke
laadvloer krijgt. Bij het optillen van de hendel
wordt een rood merkteken zichtbaar.
Om de bagageruimte groter te maken, trek aan lipje
A fig. 88 achter de rugleuning van de achterbank
en klap de bank en de rugleuning naar voren.
DE ACHTERBANK VERWIJDEREN
De achterbank kan worden verwijderd om
omvangrijke ladingen mee te nemen en de
bagageruimte groter te maken.Combi versies
Werk met de twee haken A fig. 89 onder de zijkant
van de bank (een aan elke kant) nadat de achterbank
naar voren is geklapt zoals eerder beschreven.
DE ACHTERBANK TERUGKLAPPEN
Ga als volgt te werk:
controleer of de overtollige gordelband van de
veiligheidsgordel goed is ingebracht in de
overeenkomende beugel:
breng het kussen terug in de horizontale positie
en controleer of deze correct bevestigd is;
klap de rugleuning terug en controleer of deze
goed vastzit.
Een pictogram (fig. 90) bevindt zich onder het
gescheiden stoelkussen en laat zien hoe de bank
weer vast te zetten op de beugels die aan de vloer
zijn geschroefd.
fig. 88F0T0065fig. 89F0T0199
81
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 86 of 274
LADING VASTZETTEN
Haken (verschillend aantal, afhankelijk van versie) zijn
bevestigd aan de vloer voor het gemakkelijk
vastzetten van de lading.
fig. 91: Cargo-versies;
fig. 92: Combi versies.MOTORKAP
OPENEN
Ga als volgt te werk:
trek de hendel A fig. 93 in de richting van de pijl;
fig. 90F0T0302
fig. 91F0T0057
fig. 92F0T0058
fig. 93F0T0045
82
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 87 of 274
bedien het hendeltje B fig. 94 en til de motorkap
omhoog;
open de motorkap;
breng de steunstang van de motorkap A fig. 95
omhoog tot hij hoorbaar vergrendelt;
BELANGRIJK
Controleer of de armen van de
ruitenwissers tegen de ruit aanstaan
voordat u de motorkap optilt .
SLUITEN
Ga als volgt te werk:
houd de motorkap met een hand omhoog en trek
met de andere het mechanisme A fig. 96 naar u
toe en laat de stang B zakken;
laat de motorkap tot op ongeveer 20 centimeter
van de motorruimte zakken en laat dan de
motorkap vallen; controleer vervolgens door de
motorkap op te tillen, of de kap goed is gesloten
en niet alleen vastzit aan de
veiligheidsvergrendeling. Druk in dit laatste geval
de motorkap niet dicht, maar til hem opnieuw
fig. 94F0T0067
fig. 95F0T0216fig. 96F0T0283
83
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
op en herhaal de handeling.
Page 88 of 274

BELANGRIJK Onder de motorkap bevindt zich een
plaatje met een korte samenvatting van de hiervoor
beschreven handelingen voor het openen/sluiten
van de motorkap (zie fig. 97).
BELANGRIJK
Om veiligheidsredenen moet de
motorkap tijdens het rijden altijd goed
gesloten zijn. Controleer daarom altijd of de
motorkap goed vergrendeld is. Als u tijdens het
rijden merkt dat de motorkap niet goed is
vergrendeld, stop dan onmiddellijk en sluit de
motorkap op de juiste wijze.
IMPERIAAL/SKIDRAGER
BEVESTIGINGSPUNTEN
De bevestigingspunten bevinden zich op de punten
A, B, C fig. 98.
DAKRAILS
(indien aanwezig)
Enkele uitvoeringen zijn uitgerust met twee dakrails
fig. 99 waarop verschillende accessoires geplaatst
kunnen worden voor het vervoer van diverse
voorwerpen (ski's, surfplanken enz.).
BELANGRIJK
Houdt u zorgvuldig aan de wettelijke
bepalingen betreffende de maximale
afmetingen.
fig. 97F0T0215fig. 98F0T0154
84
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER