2017 FIAT FIORINO Instructieboek (in Dutch)

kort indrukken voor weergave van de
verschillende gegevens;
even ingedrukt houden voor het op nul zetten
(reset) en het beginnen van een nieuwe rit.
Begint als een reset is uitgevoerd:
"handmatig" door de gebruiker d.m.v. het
indrukken van de betreffende knop;
“automatisch” als de “afgelegde afstand“ de
waarde 9999,9 km bereikt of als de „reistijd“ de
waarde 99.59 bereikt (99 uur en 59 minuten);
iedere keer als de accu losgekoppeld is geweest.
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet terwijl
het scherm van “Trip A” wordt weergegeven, dan
worden alleen de gegevens van “Trip A” op nul gezet.
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet terwijl
het scherm van “Trip B” wordt weergegeven, dan
worden alleen de gegevens van “Trip B” op nul gezet.Voor het op nul zetten (reset) moet u, met de sleutel
in stand MAR, langer dan 2 seconden op de knop
TRIP drukken.
Trip verlaten
De TRIP-functie wordt automatisch verlaten nadat
alle waarden zijn weergegeven of door de knopSET
langer dan 1 seconde in te drukken.
fig. 22F0T0038
37
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

ZITPLAATSEN
ZITPLAATSEN VOOR
BELANGRIJK
Alle afstellingen mogen uitsluitend bij
een stilstaande auto worden uitgevoerd.
Verstellen in lengterichting
Trek de hendel A fig. 23 omhoog en schuif de stoel
naar voren of naar achteren: als u rijdt, moeten
de armen licht gebogen zijn en de handen op de rand
van het stuurwiel steunen.
BELANGRIJK
Controleer of de zitplaats goed
geblokkeerd is door hem naar voren en
naar achteren te schuiven, nadat de hendel is
losgelaten. Als de stoel niet is geblokkeerd, kan
de stoel plotseling verschuiven, waardoor u
de controle over de auto zou kunnen verliezen.
Rugleuning verstellen
Draai aan de knop B fig. 23.
Hoogteverstelling (alleen bestuurderszijde)
(indien aanwezig)
Met de hendel C fig. 23 kunt u het achterste deel van
de zitting omhoog of omlaag zetten voor een betere
en comfortabelere zitpositie.
BELANGRIJK De verstelling is alleen mogelijk als u
op de stoel zit.
Verstelling lendensteun bestuurdersstoel
(indien aanwezig)
Draai aan de knop D fig. 23 om het steunvlak van de
rugleuning aan te passen.
Stoelverwarming
(indien aanwezig)
Zet de sleutel op de stand MAR en druk op de knop
A fig. 24 om de functie in/uit te schakelen.
B
D
C
A
fig. 23F0T0153
38
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Bij inschakeling gaat het lampje op de knop branden.
INKLAPBARE PASSAGIERSSTOEL
(indien aanwezig)
Op enkele uitvoeringen kan de passagiersstoel
worden ingeklapt.BELANGRIJK Verplaats de stoel uitsluitend als er
geen passagiers op de achterzitplaatsen zitten.
Stoel inklappen
Ga voor het inklappen van de stoel als volgt te werk:
open het portier aan passagierszijde;
gebruik de hendels A fig. 25 en klap de rugleuning
naar voren in de richting van de pijl;
druk vervolgens de rugleuning B fig. 26 omlaag: de
stoel is nu volledig ingeklapt in "tafel"-stand;
trek aan de lip C fig. 26 en duw de rugleuning nog
verder omlaag: de stoel is nu volledig ingeklapt.
Stoel terugplaatsen
Ga om de stoel weer in de normale gebruiksstand te
zetten als volgt te werk:
pak de lip C fig. 26 en trek de rugleuning omhoog;fig. 24F0T0205
fig. 25F0T0235fig. 26F0T0457
39
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

gebruik de hendels B fig. 27 en trek de stoel
verder omhoog.
BELANGRIJK
Als de passagiersstoel volledig is
ingeklapt , mag de daardoor ontstane
ruimte niet als laadruimte gebruikt worden. Het
is daarom raadzaam om eventuele voorwerpen
op de stoelen te verwijderen of vast te zetten
om te voorkomen dat ze tijdens het rijden
een obstakel kunnen vormen of gevaar
opleveren. Als er geen scheidingswand tussen de
cabine en de laadruimte is, kunnen lange
voorwerpen of pakketten een deel van de
passagiersruimte in beslag nemen. Zorg dat
dergelijke voorwerpen of pakketten goed
bevestigd zijn aan de betreffende haken en
geen obstakel kunnen vormen of gevaar
opleveren tijdens het rijden.
BELANGRIJK
Als er geen scheidingswand tussen de
cabine en de laadruimte is, kunnen
lange voorwerpen of pakketten een deel van de
passagiersruimte in beslag nemen. Zorg ervoor
dat dergelijke voorwerpen of pakketten goed
bevestigd zijn aan de betreffende haken en
geen obstakel kunnen vormen of gevaar
opleveren tijdens het rijden.
TOEGANG TOT DE ZITPLAATSEN ACHTER
(Combi-uitvoeringen)
De achterzitplaatsen zijn bereikbaar na het openen
van een van de zijschuifdeuren (zie de paragraaf
"Portieren" in dit hoofdstuk).
fig. 27F0T0237
40
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

SCHEIDINGSWANDEN
(indien aanwezig)
UITVOERINGEN CARGO
Vaste scheidingswand
Dit vormt de afscheiding tussen de passagiersruimte
en de laadruimte.
Vaste scheidingwand met ruitfig. 29
Deze is voorzien van een ruit in het midden,
waardoor u de vervoerde lading kunt inspecteren.
Vaste scheidingswand met rooster
Dit vormt de afscheiding tussen de passagiersruimte
en de laadruimte. Bevat een metalen rooster
waardoor de vervoerde lading in de gaten kan
worden gehouden.Deelbare, draaibare scheidingswand
Indien lading met ongewone afmetingen moet
worden vervoerd, kan de scheidingswand als volgt
worden geopend:
klap de passagiersstoel in (zie aanwijzingen op de
vorige pagina's);
fig. 28F0T0179
fig. 29F0T0167
fig. 30F0T0059
41
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

Maak vanuit de laadruimte de pen A fig. 32, op de
achterkant van het tussenschot los en plaats deze
in de zitting B op de rugleuning van de ingeklapte
stoel.
Voer voor het terugplaatsen van de scheidingswand
de beschreven handelingen in omgekeerde volgorde
uit.
BESCHERMROOSTER BESTUURDER
(indien aanwezig)
Enkele uitvoeringen hebben een vast rooster fig. 33,
dat de bestuurder beschermt tegen schuivende lading
in de laadruimte, en dat de mogelijkheid biedt de
laadruimte uit te breiden met de cabineruimte aan
passagierszijde.
fig. 31F0T0196fig. 32F0T0210
42
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

COMBI UITVOERINGEN
(indien aanwezig)
Vaste scheidingswand
Deze bevindt zich achter de rugleuning van de
zitplaatsen achterHOOFDSTEUNEN
VOOR
Deze zijn in hoogte verstelbaar en vergrendelen
automatisch in de gewenste stand fig. 35.
Hoofdsteun omhoog: trek de hoofdsteun omhoog
totdat deze hoorbaar vergrendelt.
Hoofdsteun omlaag: druk op de knop A fig. 35 en
zet de hoofdsteun omlaag.
fig. 33F0T0177
fig. 34F0T0195fig. 35F0T0053
43
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER

BELANGRIJK
Verplaats de hoofdsteunen alleen als de
auto stilstaat en de motor is afgezet .
De hoofdsteunen moeten zodanig worden
afgesteld dat het hoofd, en niet de nek, op de
hoofdsteun leunt . Alleen in deze positie bieden
ze bescherming.Voor het optimaal benutten van
de hoofdsteun moet de rugleuning zo zijn
ingesteld dat u rechtop zit en dat uw hoofd zich
zo dicht mogelijk bij de hoofdsteun bevindt .
ACHTER
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Om de hoofdsteunen te gebruiken, moeten ze
omhoog worden getrokken.
Om de hoofdsteunen te laten zakken, op de knoppen
A fig. 36 fig. 37 drukken en de hoofdsteun in de
rugleuning duwen.Uittrekken: trek de hoofdsteun volledig omhoog
("gebruiksstand") totdat hij hoorbaar vergrendelt.
BELANGRIJK Als de zitplaatsen achter gebruikt
worden, moeten de hoofdsteunen altijd volledig zijn
uitgetrokken.
fig. 36F0T0054fig. 37 - N1 versies (4 zitplaatsen)F0T0341
44
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER