Page 689 of 819

6–87
Onderhoud en verzorging
Verzorging van het uiterlijk
*Bepaalde modellen.
Onderhoud van de
veiligheidsgordels
1. Reinig het verontreinigde gedeelte door
dit licht te deppen met een zachte doek
die is gedompeld in een oplossing van
een zacht reinigingsmiddel (ongeveer
5%) en water.
2. Veeg het resterende reinigingsmiddel
weg met behulp van een doek die is
gedompeld in schoon water en goed is
uitgewrongen.
3. Voordat u de veiligheidsgordels laat
oprollen die voor reiniging naar
buiten zijn getrokken, deze grondig
afdrogen en er voor zorgen dat er geen
vochtresten op achterblijven.
WAARSCHUWING
Als een veiligheidsgordel gerafeld is of
slijtage vertoont, deze door een of ¿ ciële
Mazda reparateur laten vernieuwen:
Als veiligheidsgordels in een dergelijke
toestand worden gebruikt, kunnen deze
niet de volledige bescherming bieden,
wat ernstig of dodelijk letsel kan
veroorzaken.
Gebruik voor het verwijderen van
vlekken van een veiligheidsgordel een
zacht schoonmaakmiddel:
Als voor het reinigen van de
veiligheidsgordels organische
oplosmiddelen worden gebruikt of als
deze bevlekt of gebleekt raken, bestaat
de kans dat de gordels verzwakken,
met als gevolg dat ze niet de volledige
bescherming kunnen bieden,
wat ernstig of dodelijk letsel kan
veroorzaken.
OPMERKING
Reinig veiligheidsgordels zorgvuldig
als deze vuil zijn geworden. Wanneer
deze niet worden schoongemaakt, zullen
deze later moeilijker te reinigen zijn
en kan dit het soepel oprollen van de
veiligheidsgordel nadelig beïnvloeden.
Onderhoud van kunststof bekleding
Verwijder stof en vuil van de kunststof
bekleding met behulp van een borstel of
stofzuiger.
Verwijder vlekken van kunststof bekleding
met behulp van een schoonmaakmiddel
voor lederen en kunststof bekleding.
Onderhoud van bekleding
1. Reinig het verontreinigde gedeelte door
dit licht te deppen met een zachte doek
die is gedompeld in een oplossing van
een zacht reinigingsmiddel (ongeveer
5%) en water.
2. Veeg het resterende reinigingsmiddel
weg met behulp van een doek die is
gedompeld in schoon water en goed is
uitgewrongen.
Onderhoud van lederen bekleding *
1. Verwijder stof en zand met behulp van
een stofzuiger.
2. Veeg het verontreinigde gedeelte af
met een zachte doek en een geschikt,
speciaal reinigingsmiddel of een zachte
doek die gedompeld is in een oplossing
van een zacht schoonmaakmiddel
(ongeveer 5%) en water.
3. Veeg het resterende reinigingsmiddel
weg met behulp van een doek die is
gedompeld in schoon water en goed is
uitgewrongen.
Page 690 of 819

6–88
Onderhoud en verzorging
Verzorging van het uiterlijk
4. Neem het vocht op met een droge,
zachte doek en laat het leer verder
drogen op een goed geventileerde
plaats buiten direct zonlicht. Als het
leder bijvoorbeeld door regen nat is
geworden, het vocht opnemen en zo
spoedig mogelijk laten drogen. OPMERKING
Echt leer is een natuurlijk materiaal
en daarom is het oppervlak ervan niet
gelijkmatig en kan dit natuurlijke
schrammen, krassen en plooien
bevatten.
Om het materiaal zo lang mogelijk
in goede conditie te houden wordt
regelmatig onderhoud, ongeveer
tweemaal per jaar, aanbevolen.
Als de lederen bekleding met
het onderstaande in aanraking
is gekomen, deze onmiddellijk
reinigen.
Wanneer dit niet onmiddellijk wordt
schoongemaakt, kan dit vroegtijdige
slijtage, schimmelvorming of
vlekken veroorzaken.
Zand of vuil
Vet of olie, zoals handcrème
Alcohol, zoals in cosmetica of
haarverzorgingsproducten
Als de lederen bekleding nat wordt,
het vocht onmiddellijk met een droge
doek opnemen. Vocht dat op het leer
achterblijft kan veroudering zoals
verharding en krimp veroorzaken.
Blootstelling aan direct zonlicht
gedurende lange perioden kan
veroudering en krimp veroorzaken.
Wanneer de auto gedurende lange
tijd in direct zonlicht geparkeerd
staat, het interieur afdekken met
behulp van zonneschermen.
Laat geen kunststof producten
gedurende langere tijd op de lederen
bekleding achter. Deze kunnen
de kwaliteit en de kleur van het
leder nadelig beïnvloeden. Als de
cabinetemperatuur erg hoog oploopt,
kan het plastic zacht worden en aan
het echt leer gaan kleven.
Page 691 of 819

6–89
Onderhoud en verzorging
Verzorging van het uiterlijk
*Bepaalde modellen.
Onderhoud van plastic onderdelen
OPGELET
Gebruik geen polijstmiddelen.
Afhankelijk van de bestanddelen van
het product, kunnen deze verkleuring,
vlekken, barsten of afschilfering van de
laklaag veroorzaken.
Onderhoud van de bovenkant van
het instrumentenpaneel (zachte
bekleding)
Voor de bovenkant van het zachte
stootkussen is buitengewoon zacht
materiaal gebruikt. Als de zachte
bekleding met een droge doek hard
wordt afgewreven, bestaat de kans dat
het oppervlak beschadigd wordt en dat er
witte krassen ontstaan.
1. Reinig het verontreinigde gedeelte
met een zachte doek die gedompeld
is in een oplossing van een zacht
schoonmaakmiddel (ongeveer 5%) en
water.
2. Veeg het resterende reinigingsmiddel
weg met behulp van een doek die is
gedompeld in schoon water en goed is
uitgewrongen.
Onderhoud van de Active Driving
Display*
Het buitenoppervlak van de combiner en
de spiegel zijn voorzien van een speciale
laag. Gebruik bij het reinigen ervan geen
harde, grove doek of schoonmaakmiddel.
Gebruik een gladde, zachte doek.
Als een chemisch oplosmiddel op de
combiner of spiegel is terechtgekomen, dit
onmiddellijk afvegen. Anders bestaat de
kans dat deze worden beschadigd en dat de
buitenste laag bekrast wordt.
Onderhoud van het paneel
Als een paneel verontreinigd is geraakt,
dit afvegen met een zachte doek die is
gedompeld in schoon water en goed is
uitgewrongen.
Volg onderstaande procedure als bepaalde
delen verdere reiniging behoeven:
1. Reinig het verontreinigde gedeelte
met een zachte doek die gedompeld
is in een oplossing van een zacht
schoonmaakmiddel (ongeveer 5 %) en
water.
2. Veeg het resterende reinigingsmiddel
weg met behulp van een doek die is
gedompeld in schoon water en goed is
uitgewrongen.
OPMERKING
Wees bijzonder voorzichtig bij het
reinigen van panelen met glanzende
oppervlakken en metalen onderdelen
zoals plaatwerk, aangezien deze
gemakkelijk bekrast worden.
Page 692 of 819
6–90
Onderhoud en verzorging
Verzorging van het uiterlijk
Reinigen van de binnenzijde van
de ruiten
Indien de binnenzijden van de ruiten
van de auto bedekt raken met een
olieachtig, vettig of wasachtig laagje,
dienen deze gereinigd te worden met
behulp van een glasreiniger. Volg de
gebruiksaanwijzing op de verpakking van
het reinigingsmiddel.
OPGELET
De binnenzijde van het ruitglas niet
afkrabben of bekrassen. Dit kan
schade aan de verwarmingsdraden en
de antennedraden veroorzaken.
Gebruik voor het reinigen van de
binnenzijde van het ruitglas een
zachte doek bevochtigd met lauw
water en veeg de verwarmingsdraden
en antennedraden voorzichtig af.
Gebruik van ruitreinigingsmiddelen
kan schade aan de
verwarmingsdraden en de
antennedraden veroorzaken.
Page 693 of 819

7–1*Bepaalde modellen.7–1
7Als er zich een probleem voordoet
Nuttige informatie over wat u kunt doen als er zich een probleem
voordoet met de auto.
Parkeren in noodgevallen ................... 7-2
Parkeren in noodgevallen ............... 7-2
Bevestigingsriem voor
gevarendriehoek
* ............................ 7-3
Lekke band .......................................... 7-4
Opbergplaatsen van reservewiel en
gereedschapset ............................... 7-4
Lekke band noodreparatieset
* ...... 7-10
Verwisselen van een lekke band
(Met reservewiel) ......................... 7-18
Accu is uitgeput ................................. 7-25
Starten met een hulpaccu ............. 7-25
Starten in noodgevallen .................... 7-28
Starten van een verzopen motor
(MZR 1.6, SKYACTIV-G 1.5,
SKYACTIV-G 2.0, en SKYACTIV-G
2.5) ............................................... 7-28
Starten door aanduwen ................. 7-28
Leegraken van de brandstoftank
(SKYACTIV-D 1.5 en SKYACTIV-D
2.2) ............................................... 7-29
Oververhitting ................................... 7-30
Oververhitting .............................. 7-30
Slepen in noodgevallen ..................... 7-32
Sleepmethoden ............................. 7-32
Sleephaken ................................... 7-33 Waarschuwings-/indicatielampjes en
waarschuwingszoemers .................... 7-36
Als een waarschuwingslampje gaat
branden of knipperen ................... 7-36
Berichten die verschijnen op de multi-
informatiedisplay ......................... 7-50
Berichten die verschijnen op de
display
* ......................................... 7-52
In de volgende gevallen wordt een
waarschuwingszoemer
geactiveerd ................................... 7-54
Wanneer de achterklep/het kofferdeksel
niet geopend kan worden.................. 7-61
Wanneer de achterklep/het
kofferdeksel niet geopend kan
worden .......................................... 7-61
Active Driving Display functioneert
niet ...................................................... 7-63
Als de Active Driving Display niet
functioneert .................................. 7-63
Page 694 of 819
7–2
Als er zich een probleem voordoet
Parkeren in noodgevallen
Parkeren in noodgevallen
De waarschuwingsknipperlichten dienen
steeds te worden gebruikt wanneer u de
auto in een noodgeval op de rijbaan of
langs de kant van de weg tot stilstand
brengt.
De waarschuwingsknipperlichten
dienen als waarschuwing voor de
overige weggebruikers om bijzondere
voorzichtigheid in acht te nemen bij het
benaderen of passeren van uw auto.
Druk de
waarschuwingsknipperlichtschakelaar
in en alle richtingaanwijzerlampen
zullen gaan knipperen. De
waarschuwingsknipperlichtindicatielampjes
in de instrumentengroep gaan tegelijkertijd
knipperen.
OPMERKING
De richtingaanwijzers kunnen
niet gebruikt worden wanneer de
waarschuwingsknipperlichten zijn
ingeschakeld.
Controleer de plaatselijk geldende
bepalingen betreffende het gebruik
van de waarschuwingsknipperlichten
bij het slepen van de auto om na
te gaan of er geen inbreuk wordt
gedaan op de wettelijke bepalingen.
Page 695 of 819
7–3
Als er zich een probleem voordoet
Parkeren in noodgevallen
*Bepaalde modellen.
Bevestigingsriem voor
gevarendriehoek
*
Bewaar de gevarendriehoek in de rechter
zijbekleding en zet deze met de riem vast.
Sedan
Riem
Hatchback
Riem
Page 696 of 819
7–4
Als er zich een probleem voordoet
Lekke band
Opbergplaatsen van reservewiel en gereedschapset
OPMERKING
Het is mogelijk dat uw auto al dan niet is uitgerust met een reservewiel, krik,
wielmoersleutel en gereedschapset. Raadpleeg voor bijzonderheden een of ¿ ciële Mazda
reparateur.