Page 433 of 819

5–7
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Luchtinlaatkeuzeschakelaar
Deze keuzeschakelaar regelt de aanvoer
van de lucht welke het interieur
binnenkomt.
Druk op de inlaatluchtkeuzeschakelaar om
beurtelings over te schakelen tussen de
standen voor aanvoer van buitenlucht en
gerecirculeerde lucht.
Stand voor recirculerende lucht (
)
De aanvoer van buitenlucht is afgesloten.
De lucht binnen in het interieur wordt
gerecirculeerd.
Stand voor aanvoer van buitenlucht
(
)
Buitenlucht wordt het interieur
binnengelaten. Gebruik deze stand voor
ventilatie of ontdooien van de voorruit.
WAARSCHUWING
De stand voor gerecirculeerde lucht
bij koud of regenachtig weer niet
gebruiken:
Gebruik van de stand voor
gerecirculeerde lucht bij koud of
regenachtig weer is gevaarlijk
aangezien dit het beslaan van de ruiten
kan veroorzaken. Uw uitzicht wordt
dan belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben.
Achterruitverwarmingsschakelaar
Druk voor het ontdooien van de achterruit
de achterruitverwarmingsschakelaar in.
Zie Achterruitverwarming op pagina
4-90.
Verwarming
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand
.
2. Zet de luchtinlaatkeuzeschakelaar in de
stand voor aanvoer van buitenlucht.
3. Zet de temperatuurregelknop in de
stand voor verwarmde lucht.
4. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
5. Indien verwarming met ontvochtiging
gewenst is, de airconditioning
inschakelen.
OPMERKING
Wanneer de voorruit beslaat, de
functiekeuzeregelknop in de stand
zetten. Indien koelere lucht op
gezichtsniveau gewenst is, de
functiekeuzeregelknop in de stand
zetten en de temperatuurregelknop
afstellen zodat een optimaal comfort
gehandhaafd blijft.
De lucht die naar de vloer stroomt
is warmer dan de lucht die naar het
gezicht gevoerd wordt (behalve
wanneer de temperatuurregelknop in
de hoogste of laagste stand gezet is).
Page 434 of 819

5–8
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Koeling (Met airconditioning)
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand
.
2. Zet de temperatuurregelknop in de
stand voor koude lucht.
3. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
4. Schakel de airconditioning is door het
indrukken van de A/C schakelaar.
5. Stel nadat het koelen is begonnen
de aanjagerregelknop en
temperatuurregelknop naar wens af
voor het handhaven van de meest
comfortabele temperatuur.
OPGELET
Als de airconditioning wordt
gebruikt tijdens het oprijden van
lange hellingen of in druk verkeer,
het waarschuwingslampje voor
motorkoelvloeistoftemperatuur in het
oog houden om te zien of dit oplicht of
knippert (pagina 4-46).
De airconditioning kan dan
oververhitting van de motor
veroorzaken. Schakel de airconditioning
uit, indien het waarschuwingslampje
oplicht of knippert (pagina 7-30 ).
OPMERKING
(Type A) Zet wanneer maximale koeling
gewenst is de temperatuurregelknop
in de laagste stand, zet de
luchtinlaatkeuzeschakelaar in
de stand voor gerecirculeerde
lucht en draai vervolgens de
aanjagerregelknop volledig rechtsom.
(Type B) Zet wanneer maximale koeling
gewenst is de temperatuurregelknop
in de laagste stand, zet de
luchtinlaatkeuzeschakelaar in de
stand voor gerecirculeerde lucht en
zet vervolgens de aanjagerregelknop
in stand 4.
Indien warmere lucht op vloerniveau
gewenst is, de functiekeuzeregelknop
in de
stand zetten en de
temperatuurregelknop afstellen zodat
een optimaal comfort gehandhaafd
blijft.
De lucht die naar de vloer stroomt
is warmer dan de lucht die naar het
gezicht gevoerd wordt (behalve
wanneer de temperatuurregelknop in
de hoogste of laagste stand gezet is).
Page 435 of 819

5–9
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Ventilatie
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand
.
2. Zet de luchtinlaatkeuzeschakelaar in de
stand voor aanvoer van buitenlucht.
3. Zet de temperatuurregelknop in de
gewenste stand.
4. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
Ontdooien en ontwasemen van de
voorruit
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
stand
.
2. Zet de temperatuurregelknop in de
gewenste stand.
3. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
4. Indien verwarming met ontvochtiging
gewenst is, de airconditioning
inschakelen.
WAARSCHUWING
De voorruit niet ontwasemen met
behulp van de stand met de
temperatuurregelaar in de stand voor
koude lucht:
Gebruik van de stand
met de
temperatuurregelaar in de stand voor
koude lucht is gevaarlijk, aangezien dit
het beslaan van de voorruit kan
veroorzaken. Uw uitzicht wordt dan
belemmerd, hetgeen een ernstig
ongeluk tot gevolg kan hebben. Zet bij
gebruik van stand
de
temperatuurregelaar in de stand voor
hete of warme lucht.
OPMERKING
(Type A) Schakel voor maximale ontwaseming
de airconditioning in, zet de
temperatuurregelknop in de hoogste
stand en draai de aanjagerregelknop
volledig rechtsom.
(Type B) Schakel voor maximale ontwaseming
de airconditioning in, zet de
temperatuurregelknop in de hoogste
stand en de aanjagerregelknop in
stand 4.
Indien warme lucht bij de
voetenruimte gewenst is, de
functiekeuzeregelknop in stand
zetten.
In stand wordt de stand voor
aanvoer van buitenlucht automatisch
gekozen. De
luchtinlaatkeuzeschakelaar kan niet
veranderd worden naar de stand voor
gerecirculeerde lucht.
Page 436 of 819
5–10
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Ontvochtigen (Met
airconditioning)
Schakel de airconditioning bij koel
of koud weer in om de voorruit en de
zijruiten te helpen ontwasemen.
1. Zet de functiekeuzeregelknop in de
gewenste stand.
2. Zet de luchtinlaatkeuzeschakelaar in de
stand voor aanvoer van buitenlucht.
3. Zet de temperatuurregelknop in de
gewenste stand.
4. Stel de aanjagerregelknop in op de
gewenste snelheid.
5. Schakel de airconditioning is door het
indrukken van de A/C schakelaar.
OPMERKING
Eén van de functies van de
airconditioning is ontvochtiging van
de lucht, en voor het gebruik van deze
functie hoeft de temperatuur niet op
koud ingesteld te worden. Dus stel de
temperatuurregelknop in op de gewenste
stand (warm of koud) en schakel de
airconditioning in wanneer u de lucht in
het interieur wenst te ontvochtigen.
Page 437 of 819

5–11
Interieurvoorzieningen
Klimaatregelsysteem
Automatische airconditioning
Achterruitverwarmingsschakelaar Temperatuurregelknop
AanjagerregelknopFunctiekeuzeregelknop
A/C schakelaarLuchtinlaatkeuzeschakelaar
Regelschakelaars
Temperatuurregelknop
Deze knop regelt de temperatuur. Draai
deze rechtsom voor verhoging van
temperatuur en linksom voor verlaging
van temperatuur.
Aanjagerregelknop
De aanjager heeft zeven snelheden.
AUTO stand
De hoeveelheid luchtstroom wordt
automatisch geregeld overeenkomstig de
ingestelde temperatuur.
Behalve AUTO stand
De hoeveelheid luchtstroom kan afgesteld
worden op het gewenste niveau door de
regelknop te draaien.
0 positie
Zet de regelknop op 0 om het systeem uit
te schakelen.
Functiekeuzeregelknop
Draai de functiekeuzeregelknop voor het
kiezen van de luchtstroomfunctie (pagina
5-4 ).
AUTO stand
De luchtstroomfunctie wordt automatisch
op de gekozen temperatuur afgesteld.
Behalve AUTO stand
De stand voor de gewenste luchtstroom
kan worden gekozen door het draaien van
de regelknop.
Page 438 of 819