5–23
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
  De signalen van FM zenders zijn 
vergelijkbaar met lichtstralen, aangezien 
deze niet om hoeken kunnen buigen 
maar wel weerkaatst kunnen worden. In 
tegenstelling tot AM signalen, kunnen FM 
signalen niet verder reiken dan de horizon. 
Dit is de reden waarom FM zenders geen 
grote afstanden kunnen overbruggen, 
hetgeen AM zenders wel kunnen.
AM golf FM golf
FM golf
100—200 km Ionosfeer
  Atmosferische  omstandigheden  kunnen 
eveneens van invloed zijn op de FM 
ontvangst. Een hoge vochtigheid kan 
slechte ontvangst veroorzaken. Echter op 
bewolkte dagen kan de ontvangst beter 
zijn dan op heldere dagen.
  Vervorming van het signaal door 
weerkaatsing
    Aangezien  FM  signalen  door  obstakels 
weerkaatst kunnen worden, bestaat de 
kans dat het rechtstreekse signaal en het 
weerkaatste signaal gelijktijdig ontvangen 
worden. Hierdoor wordt de ontvangst 
enigszins vertraagd, waardoor een 
ongelijkmatig of vervormd geluid ontstaat. 
Dit probleem kan zich ook voordoen bij 
ontvangst dicht in de buurt van de zender.
Weerkaatste golf
Direct
  Trillend/overspringend  geluid
    FM signalen bewegen zich voort in 
rechte lijnen en worden afgezwakt in 
valleien, tussen hoge gebouwen, bergen 
en dergelijke. De ontvangst op dit soort 
plaatsen kan langzaam wegvallen en kan 
hinderlijke storende geluiden veroorzaken.
  Storing als gevolg van een te zwak 
signaal
    In sommige stedelijke gebieden is de 
ontvangst zwak, aangezien de zender 
zich op een te grote afstand bevindt. De 
ontvangst in dergelijke randgebieden 
wordt gekenmerkt door het uiteenvallen 
van het geluid.
                      
         
        
        5–24
Interieurvoorzieningen
Audio-installatie
  Storing als gevolg van een te sterk 
signaal
    Zendsignalen dicht in de buurt van een 
zender zijn buitengewoon krachtig. 
Storing en het uiteenvallen van het geluid 
kan dan de ontvangst hinderen.
  Storing als gevolg van ontvangst van 
twee zenders met nagenoeg identieke 
frequenties
    In een gebied waar twee krachtige zenders 
op nagenoeg identieke frequenties 
uitzenden, is het mogelijk dat de 
oorspronkelijk afgestemde zender tijdelijk 
verdwijnt en dat de tweede zender wordt 
ontvangen. Dit zal eveneens storing tijdens 
de ontvangst veroorzaken.
Zender 2 
88,3 MHz Zender 1 
88,1 MHz
 Bedieningstips voor de CD speler
    Condensvorming
    Onmiddellijk na het inschakelen van de 
verwarming wanneer de auto koud is, 
bestaat de kans dat de CD of de optische 
onderdelen (prisma en lens) in de CD 
speler overdekt raken met een laagje 
condens. In dat geval zal de CD zodra 
deze in het apparaat wordt gestoken 
onmiddellijk worden uitgeworpen. 
Wanneer een CD met een laagje condens 
overdekt is, kan dit verholpen worden 
door de disc eenvoudig met een zachte 
doek af te vegen. Condensvorming op 
optische onderdelen zal natuurlijkerwijs 
in ongeveer een uur verdwijnen. Wacht 
totdat normale bediening weer mogelijk 
is, alvorens te proberen het apparaat te 
gebruiken.