Page 273 of 819

4–109
Tijdens het rijden
i-ELOOP
i-ELOOP Indicatielampje/
Bedrijfstoestanddisplay
De bestuurder wordt op de hoogte
gesteld van de regeneratiestatus van het
i-ELOOP systeem en de bedrijfstoestand
van het voertuig door middel van
het i-ELOOP indicatielampje en de
bedrijfstoestanddisplay.
i-ELOOP Indicatielampje
Brandt (Voertuigen zonder type C/type
D audio)
Tijdens regeneratie gaat het lampje
branden.
Knippert
Als de motor gestart wordt nadat er
gedurende langere tijd niet met de auto is
gereden, is het mogelijk dat het i-ELOOP
indicatielampje gaat knipperen. Laat de
motor stationair draaien en wacht totdat
het indicatielampje uit gaat.
OPMERKING
Er klinkt een pieptoon als er met
de auto wordt gereden terwijl het
i-ELOOP indicatielampje knippert.
Bovendien, als u het stuurwiel draait
terwijl het lampje knippert, zal dit
zwaarder voelen dan normaal. Dit
duidt echter niet op een afwijking.
Parkeer de auto met draaiende motor
op een veilige plaats en probeer
het stuurwiel niet te draaien. Nadat
het i-ELOOP indicatielampje is
opgehouden met knipperen zal de
werking van het stuur weer normaal
worden.
(Voertuigen met type C/type D
audio)
Er verschijnt een melding op de
middendisplay en het i-ELOOP
indicatielampje gaat tegelijkertijd
knipperen.
Zie Waarschuwingsberichten die
verschijnen op de display op pagina
7-52 .
Bedrijfstoestanddisplay (Voertuigen met
type C/type D audio)
De regeneratiestatus van het i-ELOOP
systeem wordt getoond op de
middendisplay.
Zie Bedrijfstoestanddisplay op pagina
4-112 .
Page 274 of 819

4–110
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
*Bepaalde modellen.
Brandstofverbruikmonitor *
Bij voertuigen met type C/type D audio, kan de bedrijfstoestand, het brandstofverbruik en
de energiebesparing *1 beurtelings worden getoond door bediening van de pictogrammen in
de display.
Bovendien kan wanneer de einddisplay is ingeschakeld na het voltooien van een rit de totale
energiebesparing tot op dat moment in de einddisplay worden getoond.
1. Selecteer het
pictogram op het thuisscherm voor het tonen van het toepassingen
scherm.
2. Selecteer “Brandstofverbruiks”.
3. Bedien de commanderschakelaar of raak het scherm aan voor het tonen van het menu.
OPMERKING
Wanneer het menu wordt getoond door aanraking van het scherm, wordt de display
automatisch na 6 seconden verborgen.
4. Selecteer het pictogram in het menu en voer de bediening uit. Het gebruik van de
pictogrammen is als volgt:
Indicatie op display Bedrijfstoestand
Verbergt de menudisplay.
Toont het toepassingen scherm.
Schakelt de brandstofverbruikmonitor over in de
volgorde van bedrijfstoestand, brandstofverbruik en
energiezuinigheid
*1 .
Stelt de brandstofverbruikgegevens terug.
Toont het volgende instelscherm.
Einddisplay in-/uitschakelen In-/uitschakelen van de functie die het terugstellen
van de brandstofverbruikgegevens koppelt aan de
dagteller (Dagteller A)
*1 Met i-stop functie.
Page 275 of 819

4–111
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
Brandstofverbruikdisplay
Informatie betreffende het brandstofverbruik wordt getoond.
Indicatie op display Bedrijfstoestand
Toont het brandstofverbruik gedurende de laatste 60
minuten.
Toont het brandstofverbruik elke minuut gedurende
de laatste 1 tot 10 minuten.
Toont het brandstofverbruik elke 10 minuten
gedurende de laatste 10 tot 60 minuten.
Toont het gemiddelde brandstofverbruik over de
laatste 5 terugstellingen en na de huidige
terugstelling.
Berekent het gemiddelde brandstofverbruik elke
minuut na het begin van een rit en toont dit op de
display.
OPMERKING
De brandstofverbruikgegevens kunnen worden teruggesteld aan de hand van de
volgende procedure:
Druk op de terugstelschakelaar op het menuscherm.
Wanneer de functie die de brandstofverbruikmonitor koppelt aan de dagteller is
ingeschakeld, dagteller A van de dagteller terugstellen.
Wis de informatie van het gemiddelde brandstofverbruik die wordt getoond in de
boordcomputer.
Na het terugstellen van de brandstofverbruikgegevens wordt “-- -” getoond terwijl het
gemiddelde brandstofverbruik wordt berekend.
Page 276 of 819
4–112
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
Bedrijfstoestanddisplay
De bedrijfstoestand van de i-stop functie en de i-ELOOP regeneratiestatus worden getoond.
Indicatie op display Bedrijfstoestand
Met i-ELOOP systeem
Toont het niveau van de elektriciteit die opgewekt
wordt door regeneratief remmen.
Toont de hoeveelheid elektriciteit die opgeslagen is
in de oplaadbare accu.
Met i-ELOOP systeem
Toont de status van de elektriciteit die wordt
opgeslagen in de oplaadbare accu en die wordt
geleverd aan de elektrische apparatuur (op de
display wordt tegelijkertijd de gehele auto verlicht
weergegeven).
Toont het totale brandstofverbruik.
Page 277 of 819
4–113
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
Indicatie op display Bedrijfstoestand
Met i-ELOOP systeem
Zonder i-ELOOP systeem
Toont de bedrijfsklaarstatus van de i-stop functie om
aan te geven of deze al dan niet voor gebruik
beschikbaar is.
Toont de bedrijfsklaarstatus van de i-stop functie
vanaf het voertuig (motor, accu en airconditioning)
met gebruik van gekleurde pictogrammen. De
blauwe kleur geeft aan dat de i-stop functie
bedrijfsklaar is en de grijze kleur geeft aan dat deze
niet bedrijfsklaar is.
Page 278 of 819
4–114
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
Indicatie op display Bedrijfstoestand
Met i-ELOOP systeem
Zonder i-ELOOP systeem
Toont de status van de i-stop functie terwijl de auto
stilstaat.
Geeft de handelingen aan die de bestuurder moet
uitvoeren om de i-stop functie te activeren wanneer
deze niet in werking is.
Toont de huidige hoeveelheid tijd dat de i-stop
functie in werking is geweest en de totale
hoeveelheid tijd dat deze in werking is geweest.
De bedrijfstoestand van de i-stop functie wordt
aangegeven door de kleur van het motorgedeelte. De
kleur is blauw wanneer de i-stop functie in werking
is en grijs wanneer deze niet in werking is.
Page 279 of 819

4–115
Tijdens het rijden
Brandstofverbruikmonitor
Energiebesparingsdisplay
De actuele prestaties van de energiebesparing worden getoond.
Indicatie op display Bedrijfstoestand
De bladgra ¿ ek groeit al naargelang de hoeveelheid
CO 2 uitstoot die door de werking van het systeem
wordt gereduceerd. De totaal verzamelde
hoeveelheid bladgroei wordt aangegeven in termen
van het aantal boomgra ¿ eken.
Toont de totale rijafstand die door de werking van de
i-stop functie verlengd kon worden.
Toont het percentage van tijd dat de auto door de
werking van de i-stop functie is stopgezet in
vergelijking tot de totale hoeveelheid tijd dat de auto
is stopgezet.
Toont de hoeveelheid tijd dat de i-stop functie heeft
gefunctioneerd.
Toont de totale hoeveelheid tijd dat de auto is
stopgezet.
Eindscherm
Als de einddisplay op de brandstofverbruikmonitor aan is wanneer het contact vanuit de
stand ON op OFF wordt gezet, wordt de werkelijke energiebesparing (met i-stop functie) of
de informatie over het brandstofverbruik (zonder i-stop functie) getoond.
Page 280 of 819

4–116
Tijdens het rijden
Drive-selectie
*Bepaalde modellen.
Drive-selectie *
Drive-selectie is een systeem dat de drive-stand van de auto overschakelt. Wanneer de
sportstand is geselecteerd, geeft de auto bij de bediening van het gaspedaal een krachtigere
respons. Dit zorgt voor een extra snelle acceleratie, wat nodig kan zijn voor het veilig
uitvoeren van manoeuvres zoals het wisselen van rijbaan, het oprijden van snelwegen of het
inhalen van andere voertuigen.
OPGELET
Gebruik de sportstand niet bij het rijden op gladde wegen zoals natte of met sneeuw
bedekte wegen. Dit kan slippen van de banden veroorzaken.
OPMERKING
Wanneer de sportstand wordt geselecteerd, wordt er met hogere motortoerentallen
gereden wat kan leiden tot een hoger brandstofverbruik. Mazda raadt aan dat u bij
normaal rijden de sportstand uitschakelt.
Onder de volgende omstandigheden kan de drive-stand niet worden overgeschakeld:
ABS/TCS/DSC is in bedrijf
Het Mazda Radar Cruise Control (MRCC) systeem/kruissnelheidsregelaar is
ingeschakeld.
Het stuurwiel wordt abrupt gedraaid.