5–103
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Microfoon (handsfree)
De microfoon wordt gebruikt voor het inspreken van spraakopdrachten of voor het houden
van een handsfree-telefoongesprek.
Sprekentoets, opneemtoets en ophangtoets (handsfree)
De basisfuncties van Bluetooth
® handsfree kunnen worden gebruikt voor bijvoorbeeld
bellen of ophangen via het gebruik van de spreken-, opneem- en ophangtoetsen op het
stuurwiel.
Commanderschakelaar (Type C/Type D)
De commanderschakelaar wordt gebruikt voor afstelling van het volume en bediening van
de display. Kantel of draai de commanderknop voor het verplaatsen van de cursor. Druk op
de commanderknop voor het selecteren van het pictogram.
Afstelling van het volume
De aan/uit/volume regelknop van de audio-installatie
*1 of de volumeregelknop van de
commanderschakelaar*2 wordt gebruikt voor het afstellen van het volume. Draai de
regelknop rechtsom om het volume te verhogen en linksom om het volume te verlagen.
Het volume kan ook worden afgesteld met behulp van de volumetoets op het stuurwiel.
*1 Type A/Type B
*2 Type C/Type D
OPMERKING
Als het volume lager is vergeleken met andere audiomodi, het volume aan de
apparatuurzijde verhogen.
(Type C/Type D)
Het gespreksvolume en het volume van de gesproken begeleiding en de beltoon kunnen elk
van te voren worden ingesteld.
1. Selecteer het
pictogram op het thuisscherm voor het tonen van het
Communicatiescherm.
2. Selecteer
.
3. Stel de
en de af met behulp van de schuifregelaar.
5–104
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Gereed maken van Bluetooth ®
(Type A/Type B)
Gereed maken van Bluetooth ® handsfree
Instelling van de paringcode
De 4-cijferige paringcode voor de
registratie van uw mobiele telefoon
(paring) kan tevoren worden ingesteld.
OPMERKING
De standaard ingestelde waarde is
“0000”.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2. Zeg: [Geluidssignaal] “Setup”
3. Prompt: “Selecteer één van
de volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler.”
4. Zeg: [Geluidssignaal] “Koppel opties”
5. Prompt: “Selecteer één van de
volgende opties: koppelen, bewerken,
wissen, lijst weergeven, of pincode
instellen.”
6. Zeg: [Geluidssignaal] “Pincode
instellen.”
7. Prompt: “Uw huidige PIN-code is
XXXX. Wilt u het wijzigen naar een
andere koppelingspincode?”
8. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja”
9. Prompt: “Spreek een 4-cijferige
koppelingscode in.”
10. Zeg: [Geluidssignaal] “YYYY”
11. Prompt: “YYYY is dit nummer
correct?”
12. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja” of “Nee”
13. In geval van “Ja”, doorgaan naar stap
14. Bij “Nee” keert de procedure terug
naar stap 9. 14. Prompt: “Uw nieuwe
koppelingspincode is YYYY. Gebruik
deze pincode voor het koppelen van
apparaten aan het handsfree-systeem.
Wilt u nu een apparaat koppelen?”
15. Zeg: [Geluidssignaal] “Ja” of “Nee”
16. In geval van “Ja” schakelt
het systeem over naar de
apparatuurregistratiemodus. Als
“Nee”, keert het systeem terug naar de
standby-stand.
Paren van apparatuur
Voor het gebruik van Bluetooth ® handsfree
moet de apparatuur uitgerust met
Bluetooth
® aan de hand van de volgende
procedure met de Bluetooth ® eenheid
gepaard worden.
Maximaal zeven stuks apparatuur
waaronder handsfree mobiele telefoons en
Bluetooth
® audioapparatuur kunnen met
één auto gepaard worden.