Page 665 of 819
6–63
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
   4.   Trek aan het midden van elk van 
de plastic klemmen en verwijder de 
klemmen.
   5.   Trek  de  zijbekleding  van  de 
kofferruimte weg.
Verwijderen
Monteren 
   6.   Draai de houder en de gloeilamp 
linksom en verwijder deze.
     Achterste richtingaanwijzerlampen
     Remlichten/Achterlichten/Achterste
zijmarkeringslampen (Gloeilamp 
type)
                      
         
        
        
     
        
        Page 666 of 819
6–64
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
   7.   Maak de stekker los van de eenheid 
door het uitsteeksel op de stekker met 
uw vinger in te drukken en aan de 
stekker te trekken.
     Achterste richtingaanwijzerlampen
     Remlichten/Achterlichten/Achterste
zijmarkeringslampen (Gloeilamp 
type)
   8.   Maak de gloeilamp los door deze naar 
buiten te trekken.
     Achterste richtingaanwijzerlampen, 
Lampen van rem-/achterlichten/
Achterste zijmarkeringslampen 
(Gloeilamp type)
   9.   Monteer  de  nieuwe  gloeilamp  in 
de omgekeerde volgorde van het 
verwijderen.
  Hatchback
(Linkerzijde)
   1.   Zorg  ervoor  dat  het  contact 
uitgeschakeld is en de 
koplampschakelaar uit is.
   2.   Verwijder  de  afdekking.
                      
         
        
        
     
        
        Page 667 of 819
6–65
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
   3.   Draai de houder en de gloeilamp 
linksom en verwijder deze.
     Achterste richtingaanwijzerlampen
     Lampen van rem-/achterlichten 
(Gloeilamp type)
   4.   Maak de stekker los van de eenheid 
door het uitsteeksel op de stekker met 
uw vinger in te drukken en aan de 
stekker te trekken.
     Achterste richtingaanwijzerlampen
     Lampen van rem-/achterlichten 
(Gloeilamp type)
                      
         
        
        
     
        
        Page 668 of 819
6–66
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
   5.   Maak de gloeilamp los door deze naar 
buiten te trekken.
     Achterste richtingaanwijzerlampen, 
Lampen van rem-/achterlichten 
(Gloeilamp type)
   6.   Monteer  de  nieuwe  gloeilamp  in 
de omgekeerde volgorde van het 
verwijderen.
   7.   Steek de uitsteeksels van de afdekking 
op hun plaats en monteer de afdekking.
Uitsteeksels
 OPMERKING
 Controleer dat de afdekking stevig op 
zijn plaats zit. (Rechterzijde)
   1.   Zorg  ervoor  dat  het  contact 
uitgeschakeld is en de 
koplampschakelaar uit is.
   2.   Draai de knop en verwijder de 
krikafdekking.
   3.   Draai  de  vleugelbout  en  krikschroef 
linksom.
   4.   Verwijder  de  krik
                      
         
        
        
     
        
        Page 669 of 819
6–67
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
   5.   Draai de houder en de gloeilamp 
linksom en verwijder deze.
     Achterste richtingaanwijzerlampen
     Remlichten/Achterlichten/Achterste
zijmarkeringslampen (Gloeilamp 
type)
   6.   Maak de stekker los van de eenheid 
door het uitsteeksel op de stekker met 
uw vinger in te drukken en aan de 
stekker te trekken.
     Achterste richtingaanwijzerlampen
     Remlichten/Achterlichten/Achterste
zijmarkeringslampen (Gloeilamp 
type)
                      
         
        
        
     
        
        Page 670 of 819
6–68
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
   7.   Maak de gloeilamp los door deze naar 
buiten te trekken.
     Achterste richtingaanwijzerlampen, 
Lampen van rem-/achterlichten/
Achterste zijmarkeringslampen 
(Gloeilamp type)
   8.   Monteer  de  nieuwe  gloeilamp.
   9.   Steek de vleugelbout in de krik met de 
krikschroef naar beneden gericht en 
draai de vleugelbout rechtsom om deze 
provisorisch vast te zetten.
   10.  Draai de krikschroef in de richting 
aangegeven in de afbeelding.
   11.  Draai de vleugelbout volledig aan om 
de krik vast te zetten.
 OPMERKING
 Als de krik niet goed wordt vastgezet, 
kan deze tijdens het rijden gaan 
rammelen. Let er op dat de krikschroef 
voldoende stevig wordt vastgedraaid. 
   12.  Monteer  de  afdekking  in  de 
omgekeerde volgorde van het 
verwijderen.
   13.  Steek de uitsteeksels van de afdekking 
op hun plaats en monteer de afdekking.
Uitsteeksels
 OPMERKING
 Controleer dat de afdekking stevig op 
zijn plaats zit. 
                      
         
        
        
     
        
        Page 671 of 819
6–69
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
*Bepaalde modellen.
    Achteruitrijlampen  (Sedan), 
Achteruitrijlampen/Achtermistlicht
(Hatchback)
*
    S e d a n
     1.   Zorg  ervoor  dat  het  contact 
uitgeschakeld is en de 
koplampschakelaar uit is.
   2.   Trek aan het midden van elk van 
de plastic klemmen en verwijder de 
klemmen.
   3.   Trek  de  kofferdekselbekleding  weg.
Verwijderen
Monteren 
   4.   Maak de elektrische stekker los van de 
gloeilamp door het uitsteeksel op de 
stekker met uw vinger in te drukken en 
aan de stekker te trekken.
   5.   Draai de houder en de gloeilamp 
linksom en verwijder deze.
   6.   Maak de gloeilamp los uit de houder.
   7.   Monteer  de  nieuwe  gloeilamp  in 
de omgekeerde volgorde van het 
verwijderen.
  Hatchback
     1.   Zorg  ervoor  dat  het  contact 
uitgeschakeld is en de 
koplampschakelaar uit is.
   2.   Verwijder  de  afdekking.
                      
         
        
        
     
        
        Page 672 of 819
6–70
Onderhoud en verzorging
Zelf uit te voeren onderhoud
*Bepaalde modellen.
   3.   Maak de elektrische stekker los van de 
gloeilamp door het uitsteeksel op de 
stekker met uw vinger in te drukken en 
aan de stekker te trekken.
   4.   Draai de houder en de gloeilamp 
linksom en verwijder deze.
   5.   Maak de gloeilamp los uit de houder.
   6.   Monteer  de  nieuwe  gloeilamp  in 
de omgekeerde volgorde van het 
verwijderen.
  Achtermistlicht  (Sedan) *
     1.   Zorg  ervoor  dat  het  contact 
uitgeschakeld is en de 
koplampschakelaar uit is.
   2.   Draai de houder en de gloeilamp 
linksom en verwijder deze.
   3.   Maak de gloeilamp los uit de houder.
   4.   Monteer  de  nieuwe  gloeilamp  in 
de omgekeerde volgorde van het 
verwijderen.