4–29
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Ty p e  C
Keuzeschakelaar
Druk op de 
keuzeschakelaar Druk op de 
keuzeschakelaar
Druk op de 
keuzeschakelaar
Kilometerteller
Dagteller A
Dagteller B
 OPMERKING
 Wanneer het contact op ACC of uit 
gezet wordt, kunnen de kilometerteller 
of dagtellers niet getoond worden, 
echter in de volgende gevallen kunnen 
gedurende een periode van ongeveer 
10 minuten door het indrukken van de 
keuzeschakelaar de dagtellers onbedoeld 
overgeschakeld of op nul teruggesteld 
worden:
   
      Nadat het contact vanuit ON op uit is 
gezet.
        Nadat het bestuurdersportier geopend 
is.
  Kilometerteller
    De kilometerteller geeft de totale door de 
auto afgelegde afstand aan.
  Dagteller
    De dagteller registreert de totale afgelegde 
afstand van twee ritten. De ene rit wordt 
geregistreerd in dagteller A en de andere in 
dagteller B.
  Dagteller A bijvoorbeeld kan de afstand 
vanaf het punt van vertrek registreren en 
dagteller B kan het punt registreren waar 
de brandstoftank gevuld is.
  Wanneer dagteller A wordt gekozen, zal 
wanneer de keuzeschakelaar binnen één 
seconde opnieuw wordt ingedrukt naar 
dagteller B overgeschakeld worden.
  Wanneer dagteller A wordt gekozen, 
verschijnt TRIP A op de display. Wanneer 
dagteller B wordt gekozen, verschijnt 
TRIP B.
  De dagteller registreert de totale door 
de auto afgelegde afstand, totdat de 
meter weer op nul teruggesteld wordt. 
Zet de meter terug op “0.0” door de 
keuzeschakelaar één  seconde of langer 
ingedrukt te houden. Gebruik deze meter 
voor het meten van reisafstanden en voor 
het berekenen van het brandstofverbruik.