Page 329 of 819

4–165
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Instellen van de snelheid
1. Stel de rijsnelheid af op de gewenste instelling met behulp van het gaspedaal.
2. Volgafstandregeling begint wanneer de SET
of SET schakelaar wordt ingedrukt. De
ingestelde snelheid en de afstand-tussen-voertuigen display gevuld met witte lijnen wordt
getoond. De instelindicatie (groen) van het Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem wordt tegelijkertijd getoond.
Rijstatus Display
Tijdens het rijden met constante snelheid
Tijdens het rijden met volgafstandregeling
OPMERKING
Als een voorliggend voertuig wordt bespeurd tijdens het rijden met constante snelheid,
wordt de voorliggend-voertuig indicatie getoond en wordt de volgafstandregeling
uitgevoerd. Wanneer een voorliggend voertuig niet langer wordt bespeurd, wordt de
voorliggend-voertuig indicatie uitgeschakeld en schakelt het systeem terug naar rijden
met constante snelheid.
Volgafstandregeling is niet mogelijk als het voorliggende voertuig sneller rijdt dan de
ingestelde snelheid. Stel het systeem af op de gewenste rijsnelheid met behulp van het
gaspedaal.
(Europees model) Bij verandering naar een inhaalrijstrook en gebruik van de richtingaanwijzer, levert het
systeem automatisch meer acceleratie als dit bepaalt dat meer acceleratie vereist is. Let
tijdens het rijden goed op de weg vóór u omdat u het voorliggende voertuig te dicht
zou kunnen naderen.
Page 330 of 819
4–16 6
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Instellen van de afstand tussen voertuigen tijdens volgafstandregeling
De afstand tussen voertuigen wordt korter ingesteld telkens wanneer de
schakelaar wordt
ingedrukt. De afstand tussen voertuigen wordt langer ingesteld door het indrukken van de
schakelaar. De afstand-tussen-voertuigen kan ingesteld worden op 4 niveaus; lang, midden,
kort en extreem korte afstand.
Richtlijn voor afstand-tussen-voertuigen
(bij een rijsnelheid van 80 km/h) Display
Lang (ongeveer 50 m)
Midden (ongeveer 40 m)
Kort (ongeveer 30 m)
Extreem kort (ongeveer 25 m)
OPMERKING
De afstand tussen voertuigen is verschillend afhankelijk van de rijsnelheid en naarmate
de rijsnelheid lager is wordt de afstand korter.
Wanneer het contact op ACC of OFF wordt gezet en de motor vervolgens opnieuw
gestart wordt, stelt het systeem automatisch de afstand tussen voertuigen in op de
eerder gemaakte instelling.
Page 331 of 819

4–167
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Wijzigen van de ingestelde rijsnelheid
Wijzigen van de ingestelde rijsnelheid
met behulp van de SET schakelaar
Druk op de SET
schakelaar om snelheid
te meerderen.
Druk op de SET
schakelaar om snelheid
te minderen.
De ingestelde rijsnelheid verandert als
volgt telkens wanneer de SET schakelaar
wordt ingedrukt.
Europese
modellen Behalve
Europese
modellen
Korte druk 1 km/h 5 km/h
Lange druk 10 km/h
OPMERKING
U kunt de ingestelde rijsnelheid
bijvoorbeeld veranderen door de SET
schakelaar viermaal als volgt in te
drukken:
(Europees model)
De rijsnelheid wordt met 4 km/h
verhoogd of verlaagd.
(Behalve Europese modellen)
De rijsnelheid wordt met 20 km/h
verhoogd of verlaagd.
Accelereren met behulp van het
gaspedaal
Trap het gaspedaal in en druk de SET
of
SET
schakelaar bij de gewenste snelheid
in en laat deze los. Als een schakelaar niet
gebruikt kan worden, keert het systeem
terug naar de ingestelde snelheid wanneer
u uw voet van het gaspedaal afhaalt.
OPGELET
De waarschuwingen en remregeling
functioneren niet terwijl het gaspedaal
wordt ingetrapt.
OPMERKING
Bij het accelereren met behulp van
de SET
schakelaar tijdens het
rijden met volgafstandregeling, kan
de ingestelde rijsnelheid worden
afgesteld, echter acceleratie is niet
mogelijk. Als er geen voorliggend
voertuig meer is, gaat de acceleratie
door totdat de ingestelde rijsnelheid
bereikt wordt. Controleer de
ingestelde rijsnelheid door te kijken
naar de weergave van de ingestelde
rijsnelheid in de Active Driving
Display.
Bij het intrappen van het gaspedaal
verandert de weergave van de
afstand-tussen-voertuigen display in
de Active Driving Display naar de
witte-streep weergave.
De minimum instelbare snelheid is
30 km/h. Als de ingestelde rijsnelheid
30 km/h bereikt met behulp van de
schakelaarbediening, wordt het rijden
met constante snelheid aangehouden
op ongeveer 30 km/h, ook als de
SET
schakelaar wordt ingedrukt.
Het Mazda Radar Cruise Control
(MRCC) systeem wordt niet
geannuleerd.
Page 332 of 819

4–16 8
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
Deactiveren
Door de OFF/CAN schakelaar tweemaal
in te drukken wordt het Mazda Radar
Cruise Control (MRCC) systeem
gedeactiveerd.
Wanneer het systeem tijdelijk wordt
uitgeschakeld
In de volgende gevallen wordt het
Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem tijdelijk geannuleerd, gaat de
instelindicatie (groen) van het Mazda
Radar Cruise Control (MRCC) systeem
uit en licht de hoofdindicatie (wit) van
het Mazda Radar Cruise Control (MRCC)
systeem op.
De OFF/CAN schakelaar wordt eenmaal
ingedrukt.
Het rempedaal is ingedrukt.
De handrem is aangetrokken.
(Automatische transmissie)
De keuzehendel wordt in de
parkeerstand (P), neutraalstand (N) of
achteruit (R) gezet.
(Handgeschakelde versnellingsbak)
De keuzehendel staat in de achteruit (R)
stand.
In de volgende gevallen wordt de
“MRCC niet actief” indicatie getoond en
klinkt de pieptoon één keer.
De rijsnelheid neemt af tot minder dan
25 km/h.
Het DSC systeem is in werking
getreden.
Het TCS systeem heeft gedurende een
bepaalde periode gewerkt.
De stadsverkeer-remassistent
[Vooruit] (SCBS F) of geavanceerde
stadsverkeer-remassistent (Advanced
SCBS) zijn in werking getreden.
Het Smart Brake Support
remhulpsysteem (SBS) is in werking
getreden.
Bij het rijden op een a À opende helling
gedurende langere tijd.
Er is een probleem met het systeem.
Een portier wordt geopend.
De veiligheidsgordel van de bestuurder
is niet vastgemaakt.
(Handgeschakelde versnellingsbak)
De keuzehendel is gedurende een
bepaalde tijd in de neutraalstand (N)
gezet.
De koppeling is gedurende een
bepaalde periode ingetrapt.
De motor slaat af.
Page 333 of 819