Page 601 of 819

5–175
Interieurvoorzieningen
Interieuruitrusting
*Bepaalde modellen.
 Achterste  kledinghaken
 WAARSCHUWING
 Hang nooit zware of scherpe 
voorwerpen aan de steungrepen en 
kledinghaken:
 Het hangen van zware of puntige 
voorwerpen zoals een kleerhanger aan 
de steungrepen of kledinghaken is 
gevaarlijk, aangezien deze in het geval 
van activering van een gordijn-airbag 
van hun plaats kunnen vliegen en een 
inzittende kunnen raken, wat ernstig of 
dodelijk letsel tot gevolg kan hebben. 
  Hang kleding steeds zonder kleerhangers 
op aan de kledinghaken en steungrepen.
Kledinghaak
 Uitneembare  asbak *
            De  uitneembare  asbak  kan  vastgezet  en 
gebruikt worden in een van beide voorste 
bekerhouders.
 WAARSCHUWING
 Gebruik de uitneembare asbak 
uitsluitend in zijn vaste positie en zorg 
ervoor dat deze volledig is ingestoken: 
 Gebruik van een asbak die uit zijn 
vaste positie verwijderd is of niet 
volledig is ingestoken is gevaarlijk. 
Sigaretten kunnen gaan rollen of uit 
de asbak in het interieur vallen en 
brand veroorzaken. Bovendien zullen 
sigarettenpeuken niet vanzelf volledig 
doven, ook niet als het deksel van de 
asbak gesloten is. 
 OPGELET
 De asbakken niet als prullenbak 
gebruiken. Dit kan brandgevaar 
opleveren.
                      
         
        
        
     
        
        Page 602 of 819
5–176
Interieurvoorzieningen
Interieuruitrusting
  Voor gebruik van de asbak, deze recht in 
de bekerhouder steken.
  Voor het verwijderen van de asbak, deze 
omhoog trekken.
Met elektrische handrem
Zonder elektrische handrem
                      
         
        
        
     
        
        Page 603 of 819

6–1 6–1
6Onderhoud en verzorging
  Hoe u uw Mazda in topconditie kunt houden.
   Essentiële  informatie ..........................................................................  6-2 
  Inleiding  ........................................................................................  6-2 
  Periodieke  onderhoudsbeurten  .........................................................  6-3 
  Periodieke  onderhoudsbeurten  ......................................................  6-3 
  Onderhoudsmonitor  ....................................................................  6-17 
  Zelf uit te voeren onderhoud ...........................................................  6-20 
  Voorzorgsmaatregelen  betreffende 
onderhoudswerkzaamheden ........................................................  6-20 
  Motorkap  .....................................................................................  6-22 
  Overzicht van de motorruimte ....................................................  6-24 
  Motorolie .....................................................................................  6-26 
  Motorkoelvloeistof ......................................................................  6-33 
  Rem/koppelingsvloeistof  ............................................................  6-36 
  Automatische  transmissievloeistof  (4-versnellingsbak)  .............  6-37 
  Ruitensproeier-  en  koplampsproeiervloeistof  .............................  6-38 
  Smering van de carrosserie .........................................................  6-39 
  Ruitenwisserbladen  .....................................................................  6-40 
  Accu  ............................................................................................  6-44 
  Vernieuwen van de sleutelbatterij ...............................................  6-47 
  Banden  ........................................................................................  6-50 
  Gloeilampen  ................................................................................  6-56 
  Zekeringen  ..................................................................................  6-74 
  Verzorging van het uiterlijk ............................................................  6-79 
  Verzorging van de carrosserie .....................................................  6-79 
  Verzorging van het interieur ........................................................  6-86 
                      
         
        
        
     
        
        Page 604 of 819

6–2
Onderhoud en verzorging
Essentiële informatie
                Inleiding
Wees voorzichtig dat u geen verwondingen oploopt bij het inspecteren van uw auto, het verwisselen 
van een band of bij de uitvoering van enigerlei onderhoud, zoals het wassen van de auto.
  Draag bij het inspecteren of werken aan uw auto dikke werkhandschoenen, zoals katoenen 
handschoenen, vooral bij het aanraken van delen die moeilijk zichtbaar zijn. Het uitvoeren 
van inspecties met uw blote handen kan letsel veroorzaken.
  Indien u niet zeker bent van de handelwijze betreffende onderhoud of inspectie van uw 
auto, is het ten zeerste aan te raden de werkzaamheden door een deskundige reparateur, bij 
voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur te laten uitvoeren.
  Deskundige Mazda technici en originele Mazda onderdelen zijn steeds paraat voor het 
juiste onderhoud aan uw auto. Zonder deze deskundigheid en zonder de onderdelen die 
speciaal voor uw Mazda ontworpen en gefabriceerd zijn, kan niet doelmatig, onvoldoende 
of gebrekkig onderhoud problemen veroorzaken. Deze kunnen leiden tot beschadiging van 
de auto, een ongeval of letsel.
  Raadpleeg voor deskundig advies en service van hoge kwaliteit een deskundige reparateur, 
bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur.
  Het laten uitvoeren van onderhoudsbeurten en de registratie daarvan behoren tot de 
verantwoordelijkheid van de eigenaar.
  Eventuele aanspraken op garantie zijn niet geldig, indien de defecten het gevolg zijn van 
onvoldoende onderhoud en niet veroorzaakt blijken te zijn door materiaaldefecten of 
fabricagefouten van de Mazda fabrikant.
  De storingsdiagnosestekker is uitsluitend bestemd voor het aansluiten van de speciale 
apparatuur voor het uitvoeren van storingsdiagnose aan het voertuig.
Sluit geen andere apparatuur aan dan de speciale storingsdiagnoseapparatuur voor onderhoud. 
Als andere apparatuur dan de storingsdiagnoseapparatuur wordt aangesloten, kan dit de 
elektrische apparatuur van het voertuig beschadigen of uitputting van de accu veroorzaken.
Storingsdiagnosestekker
                      
         
        
        
     
        
        Page 605 of 819

6–3
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
                Periodieke  onderhoudsbeurten
 OPMERKING
 Blijf na de aangegeven periode doorgaan met het volgen van het periodieke onderhoud 
overeenkomstig de voorgeschreven intervallen. 
Uitlaatgasreiniging en hiermee verband houdende systemen
  Het ontstekingssysteem en het brandstofsysteem zijn van groot belang voor de 
uitlaatgasreiniging alsmede voor een ef ¿ ciënte werking van de motor. Breng niet zelf aan 
deze systemen veranderingen aan.
  Alle inspecties en afstellingen dienen door een deskundige reparateur, bij voorkeur een 
of ¿ ciële Mazda reparateur te worden uitgevoerd.
 Europa
 Onderhoudsfrequentie  Aantal maanden of kilometers,naargelang de situatie welke zich het eerst 
voordoet.
 Maanden   12   24   36   48   60   72   84   96   108 
 ×1000  km   20   40   60   80   100   120   140   160   180 
MZR 1.6, SKYACTIV-G 1.5, EN SKYACTIV-G 2.0
 Klepspeling van motor (Alleen MZR 1.6)  Elke 120.000 km door beluisteren inspecteren en als er 
geluiden zijn, afstellen. 
 Bougies 
*1
 SKYACTIV-G 
1.5 en 
SKYACTIV-G 
2.0
 Elke 120.000 km vernieuwen. 
 MZR  1.6    R     R     R     R  
 Lucht ¿ lter 
*2     R      R      R   
 Dampafzuigsysteem  (indien  voorzien)    I     I     I  
SKYACTIV-D 1.5 EN SKYACTIV-D 2.2
 Brandstof ¿  lter    R     R     R  
 Brandsto ¿ nspuitsysteem 
*3     I      I      I   
 Lucht ¿ lter 
*2     C      C      R      C      C      R      C      C      R   
                      
         
        
        
     
        
        Page 606 of 819

6–4
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
 Onderhoudsfrequentie  Aantal maanden of kilometers,naargelang de situatie welke zich het eerst 
voordoet.
 Maanden   12   24   36   48   60   72   84   96   108 
 ×1000  km   20   40   60   80   100   120   140   160   180 
MZR 1.6, SKYACTIV-G 1.5, SKYACTIV-G 2.0, SKYACTIV-D 1.5, EN SKYACTIV-D 2.2
 Aandrijfriemen 
*4     I      I      I   
 Motorolie & Olie ¿ lter  Flexibel 
*5 Vervangen wanneer de indicator AAN is. (Max. interval: 12 
maanden/20.000 km) 
 Anders  dan 
 À exibel 
*6*7  R     R     R     R     R     R     R     R     R  
 Koelsysteem    I     I     I     I  
 Motorkoelvloeistof 
*8 Verversen na de eerste 10 jaar of 200.000 km; daarna elke 
100.000 km of 5 jaar. 
 Brandsto À  eidingen  en  slangen    I     I     I     I  
 Accu 
*9     I      I      I      I      I      I      I      I      I   
 Remleidingen,  slangen  en  verbindingen    I     I     I     I     I     I     I     I     I  
 Remvloeistof 
*10     R      R      R      R   
 Handrem    I     I     I     I     I     I     I     I     I  
 Schijfremmen    I     I     I     I     I     I     I     I     I  
 Werking  van  stuurinrichting  en  stuurstangen    I     I     I     I  
 Handgeschakelde versnellingsbakolie   Elke 180.000 km vernieuwen. 
 Voor- en achterwielophanging, fuseekogels en 
axiale speling van wiellager   I     I     I     I  
 Stofhoezen  van  aandrijfas    I     I     I     I  
 Uitlaatsysteem hitteschilden   Elke 80.000 km of 5 jaar inspecteren. 
 Bouten  en  moeren  op  chassis  en  carrosserie    T     T     T     T  
 Toestand van carrosserie (op roest, corrosie en 
perforatie) Jaarlijks  inspecteren. 
 Cabinelucht ¿  lter  (indien  voorzien)    R     R     R     R  
 Banden (inclusief reservewiel) (met afstelling 
van de bandenspanning) 
*11*12  I     I     I     I     I     I     I     I     I  
 Lekke band noodreparatieset (indien voorzien) 
*13    Jaarlijks  inspecteren. 
Tabelsymbolen:
 I :  Inspecteren: Inspecteren en reinigen, repareren, afstellen, bijvullen of indien nodig vernieuwen.
 R :   Vernieuwen
 C :   Reinigen
 T :   Vastdraaien
 L :   Smeren
 D :   Aftappen
                      
         
        
        
     
        
        Page 607 of 819

6–5
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
  Opmerkingen:
     *1   Inspecteer in onderstaande landen de bougies elke 10.000 km of 12 maanden alvorens deze bij de genoemde 
interval te vernieuwen.
    Albanië, Bosnië en Herzegovina, Bulgarije, Kroatië, Letland, Macedonië, Moldavië, Montenegro, Roemenië, 
Servië, Oekraïne
   *2   Indien de auto gebruikt wordt in gebieden met veel zand of stof, dient het lucht ¿ lter vaker gereinigd en indien 
nodig vernieuwd te worden dan bij de normaal aanbevolen intervallen.
   *3   Voer de correctie voor de hoeveelheid brandsto ¿ nspuiting uit.
   *4   De aandrijfriemen van de airconditioning, indien voorzien, eveneens inspecteren.
    Indien de auto hoofdzakelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, de aandrijfriemen elke 20.000 
km of 12 maanden inspecteren.
   a)   Gebruik  in  bijzonder  stof ¿ ge gebieden
   b)   Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
   c )   
Bij het rijden gedurende lange perioden bij lage buitentemperaturen of het regelmatig rijden van korte afstanden   d)   Rijden  bij  extreme  hitte
   e)   Voortdurend  rijden  in  bergachtige  gebieden
   *5   Alleen in bepaalde landen van Europa kan er bij MZR 1.6, SKYACTIV-G 1.5, SKYACTIV-G 2.0, 
SKYACTIV-D 1.5, en SKYACTIV-D 2.2 voertuigen een  À exibele instelling worden geselecteerd. Raadpleeg 
een of ¿ ciële Mazda reparateur voor details. Een  À exibele instelling kan worden ingesteld als het voertuig 
hoofdzakelijk wordt gebruikt op plaatsen waar geen van onderstaande condities van toepassing zijn.
   a)   Gebruiksdoel van het voertuig is als politieauto, taxi of rijschoolauto.
   b)   Gebruik  in  bijzonder  stof ¿ ge gebieden
   c)   Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
    Als  À exibel onderhoud wordt geselecteerd, berekent het voertuig de resterende gebruiksduur van de olie 
op basis van de gebruiksomstandigheden van de motor en wordt u op de hoogte gesteld wanneer een 
olieverversingsbeurt nodig is door het oplichten van het moersleutelindicatielampje in de instrumentengroep.
    Vervang de motorolie en het  ¿ lter wanneer het bericht/moersleutelindicatielampje verschijnt. Deze dienen 
tenminste eenmaal per jaar of binnen de 20.000 km nadat de motorolie en het  ¿ lter de laatste keer zijn 
vervangen vernieuwd te worden.
    Het systeem moet telkens wanneer de motorolie is vernieuwd worden teruggesteld, ongeacht het verschijnen 
van het bericht/moersleutelindicatielampje.
   *6   Indien de auto hoofdzakelijk onder de volgende omstandigheden gebruikt wordt, is het aan te bevelen elke 
10.000 km of korter de motorolie te verversen en het olie ¿ lter te vernieuwen.
   a)   Gebruiksdoel van het voertuig is als politieauto, taxi of rijschoolauto.
   b)   Gebruik  in  bijzonder  stof ¿ ge gebieden
   c)   Wanneer men de motor vaak langdurig stationair laat draaien of veelvuldig met lage snelheden rijdt
   d)  
Bij het rijden gedurende lange perioden bij lage buitentemperaturen of het regelmatig rijden van korte afstanden   e)   Rijden  bij  extreme  hitte
   f)   Voortdurend  rijden  in  bergachtige  gebieden
   *7  
Bij SKYACTIV-D 1.5 en SKYACTIV-D 2.2, na het verversen van de motorolie de motoroliegegevens terugstellen.   *8   Bij het vervangen van de motorkoelvloeistof wordt het gebruik van FL-22 aanbevolen. Gebruik van andere 
motorkoelvloeistof dan FL-22 kan ernstige schade aan de motor en het koelsysteem toebrengen.
   *9   Inspecteer het elektrolietniveau van de accu, het soortelijk gewicht en het uiterlijk van de accu. Bij de 
onderhoudsvrije accu is alleen een inspectie van het uiterlijk vereist.
   * 1 0   Indien u een intensief gebruik van de remmen maakt (bijvoorbeeld, regelmatig met hoge snelheid of in 
berggebieden rijdt), of wanneer de auto in zeer vochtige klimaten gebruikt wordt, de remvloeistof jaarlijks 
verversen.
   *11  Om de 10.000 km wordt onderling verwisselen van de banden aanbevolen.
   *12   Het initialiseren van het bandenspanningcontrolesysteem (TPMS) moet zodanig worden uitgevoerd dat het 
systeem normaal functioneert (indien voorzien).
   *13   Controleer de uiterste gebruiksdatum van de bandreparatievloeistof elk jaar tijdens het uitvoeren van periodiek 
onderhoud. Vervang de  À es met bandreparatievloeistof door een nieuwe voor het verstrijken van de uiterste 
gebruiksdatum.
                      
         
        
        
     
        
        Page 608 of 819

6–6
Onderhoud en verzorging
Periodieke onderhoudsbeurten
 Behalve  Europa
      I s r a ë l
 Onderhoudsfrequentie  Aantal maanden of kilometers,naargelang de situatie welke zich het eerst 
voordoet.
 Maanden   12   24   36   48   60   72   84   96  108   120   132   144 
 ×1000  km   15   30   45   60   75   90  105   120   135   150   165   180 
 Bougies   Elke 120.000 km of 6 jaar vernieuwen. 
 Brandstof ¿ lter   Elke 135.000 km vernieuwen. 
 Dampafzuigsysteem  (indien  voorzien)    I     I     I  
 Brandsto À  eidingen  en  slangen    I     I     I     I     I     I  
 Aandrijfriemen 
*1     I      I      I      I      I      I      I      I      I      I      I      I   
 Motorolie *2     R      R      R      R      R      R      R      R      R      R      R      R   
 Olie ¿ lter *2     R      R      R      R      R      R      R      R      R      R      R      R   
 Lucht ¿ lter *3     C      C      C      R      C      C      C      R      C      C      C      R   
 Koelsysteem    I     I     I     I     I     I  
 Motorkoelvloeistof 
*4 Verversen na de eerste 10 jaar of 195.000 km; daarna elke 
90.000 km of 5 jaar. 
 Accu 
*5     I      I      I      I      I      I      I      I      I      I      I      I   
 Remleidingen,  slangen  en  verbindingen    I     I     I     I     I     I     I     I     I     I     I     I  
 Remvloeistof 
*6     I      R      I      R      I      R      I      R      I      R      I      R   
 Handrem    I     I     I     I     I     I     I     I     I     I     I     I  
 Rembekrachtigingsysteem  (Rembekrachtiger) 
en slangen   I     I     I     I     I     I     I     I     I     I     I     I  
 Schijfremmen    I     I     I     I     I     I     I     I     I     I     I     I  
 Werking  van  stuurinrichting  en  stuurstangen    I     I     I     I     I     I  
 Voor- en achterwielophanging, fuseekogels en 
axiale speling van wiellager   I     I     I     I     I     I     I     I     I     I     I     I  
 Stofhoezen  van  aandrijfas    I     I     I     I  
 Uitlaatsysteem hitteschilden   Elke 75.000 km inspecteren. 
 B o u t e n   e n   m o e r e n   o p   c h a s s i s   e n   c a r r o s s e r i e     T      T      T      T      T      T      T      T      T      T      T      T   
 Toestand van carrosserie (op roest, corrosie en 
perforatie) Jaarlijks  inspecteren. 
 Cabinelucht ¿  lter  (indien  voorzien)    R     R     R     R     R     R     R     R     R     R     R     R  
 Banden (inclusief reservewiel) (met afstelling 
van de bandenspanning) 
*7  I     I     I     I     I     I     I     I     I     I     I     I  
 Lekke band noodreparatieset (indien voorzien) 
*8    Jaarlijks  inspecteren.