2–21
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Veiligheidsgordelsysteem
*Bepaalde modellen.
Voorste schoudergordelafsteller
Hoger zetten Lager zetten
Let er op dat de afsteller vergrendeld is.
Veiligheidsgordelwaarschuwingssystemen
Als deze bespeuren dat de
veiligheidsgordel van de inzittende niet is
vastgemaakt, wordt de inzittende door een
waarschuwingslampje of een zoemtoon
gewaarschuwd.
Zie Maatregelen nemen op pagina 7-46 .
Zie Waarschuwingszoemer voor
veiligheidsgordel op pagina 7-55.
Veiligheidsgordelindicatielampje
(achterzitting) (groen)
*
Het lampje gaat branden wanneer het
contact op ON wordt gezet en een
veiligheidsgordel van de achterzitting
is vastgemaakt en gaat vervolgens na
ongeveer 30 seconden uit.
2–25
Belangrijke veiligheidsuitrusting
Kinderzitje
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van een kinderzitje
Het wordt door Mazda ten sterkste aanbevolen gebruik te maken van kinderzitjes voor
kinderen die klein genoeg zijn om er gebruik van te kunnen maken.
Mazda raadt het gebruik aan van een origineel Mazda kinderzitje of een die voldoet aan de
UNECE
*1 44 bepaling. Neem contact op met een of ¿ ciële Mazda dealer in het geval u een
origineel Mazda kinderzitje denkt aan te schaffen.
Controleer uw plaatselijke, landelijke of provinciale wetgeving voor speci ¿ eke bepalingen
betreffende de veiligheid van kinderen die in uw auto meerijden.
*1 UNECE staat voor Economische Raad van de Verenigde Naties voor Europa (United
Nations Economic Commission for Europe).
Houd bij het selecteren van een kinderzitje rekening met de leeftijd en de grootte van het
kind en let erop dat het kinderzitje voldoet aan de geldende bepalingen. Volg de bij het
kinderzitje behorende instructies.
Een kind dat te groot is voor kinderzitjes dient op de achterzitting plaats te nemen en
gebruik te maken van de veiligheidsgordels.
Het kinderzitje dient op de achterzitting geïnstalleerd te worden.
Statistieken bevestigen dat de achterzitting de beste plaats is voor alle kinderen tot een
leeftijd van 12 jaar. Dit geldt des te meer wanneer de auto uitgerust is met een aanvullend
beveiligingssysteem (airbags).
Een achterwaarts gericht kinderzitje mag NOOIT op de voorpassagierszitting worden
gebruikt wanneer het airbagsysteem ingeschakeld is. De voorpassagierszitting komt ook
voor andere soorten kinderzitjes het minst in aanmerking.
Bij sommige modellen is er een deactiveringsschakelaar aangebracht die de activering
van de voorpassagiersairbag uitschakelt. Schakel de voorpassagiersairbag niet uit zonder
“Deactiveringsschakelaar van voorpassagiersairbag” te lezen (pagina 2-52).