Page 289 of 380

OPMERKING: Denk eraan dat
alle gewicht dat u in of op de aan-
hanger plaatst, bijdraagt aan de
belasting van de auto. Extra in de
fabriek of door de dealer ge-
plaatste accessoires moeten ook
worden meegenomen bij de bere-
kening van de totale belasting van
uw auto. Raadpleeg de band- en
beladingsinformatiesticker voor
het maximum toelaatbare gewicht
van inzittenden en bagage voor uw
auto.
VEREISTEN VOOR HET
TREKKEN VAN EEN
AANHANGER
Voor een juiste inrijperiode van de
aandrijflijn van uw nieuwe auto
wordt aanbevolen de onderstaande
richtlijnen te volgen:
LET OP!
Tijdens de eerste 805 km die metuw nieuwe auto worden gereden,
mag geen aanhangwagen worden
aangekoppeld. Hierdoor kunnen
onderdelen van de motor of de
assen, of andere onderdelen be-
schadigd raken.
Daarna mag tijdens de eerste 805 km die met een aanhangwa-
gen worden gereden niet sneller
dan 80 km/u worden gereden en
niet met volgas vanuit stilstand
worden opgetrokken. Op deze
manier kunnen de motor en ove-
rige onderdelen van de auto op
juiste wijze worden ingereden on-
der zwaardere belastingen.
WAARSCHUWING!
Onjuist trekken van een aanhanger
kan leiden tot ongevallen en letsel.
Volg de onderstaande richtlijnen
om uw aanhanger zo veilig moge-
lijk te trekken:
Zorg dat de lading stevig is vast-gezet en tijdens het rijden niet
kan schuiven. Als u de lading niet
goed vastzet, kunnen tijdens het
rijden onbeheersbare veranderin-
gen in de gewichtsverdeling op-
treden. U zou de macht over het
stuur kunnen verliezen en een
aanrijding kunnen veroorzaken.
Als u lading vervoert of een aan-
hanger trekt, belaad de auto of de
aanhanger dan nooit te zwaar.
Overbelading kan ertoe leiden dat
u de macht over het stuur verliest,
tot slechte werking of beschadiging
van de remmen, assen, motor, ver-
snellingsbak, de stuurinrichting,
het chassis of de banden.
(Vervolgd)
283
Page 290 of 380

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Breng altijd veiligheidskettingenaan tussen uw auto en de aanhan-
ger. Maak de kettingen altijd vast
aan het frame of de daarvoor be-
stemde bevestigingspunten op de
trekhaak. Voer de kettingen krui-
selings onder de dissel door en
zorg voor voldoende speling voor
het nemen van bochten.
Parkeer een auto met aanhanger nooit op een helling. Als u een
auto met aanhanger parkeert,
trek dan altijd de handrem aan.
Zet de automatische versnellings-
bak van de auto in de stand
PARK. Plaats altijd blokken voor
de wielen van de aanhanger.
Overschrijd nooit het GCWR.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Het totale gewicht moet wor-
den verdeeld over de auto en
de aanhanger, zodat de vol-
gende vier waarden niet wor-
den overschreden:
1. Maximale belasting zoals ver- meld op de band- en bela-
dingsinformatiesticker.
2. GTW
3. GAWR
4. Disselgewicht voor de ge- bruikte trekhaak. (Deze eis
kan ertoe leiden dat het niet
mogelijk is een disselgewicht
te bereiken dat tussen 10 en
15% van het totale aanhanger-
gewicht ligt.)
Vereisten voor het trekken van
een aanhanger – banden
– Probeer de aanhanger niet te trek- ken wanneer een compact reserve-
wiel is gemonteerd. – Voor de veiligheid en goede rijei-
genschappen is een juiste banden-
spanning absoluut noodzakelijk.
Raadpleeg de paragraaf "Banden –
Algemene informatie" in het hoofd-
stuk "Starten en rijden" voor infor-
matie over hoe de banden correct
op spanning moeten worden
gebracht.
– Controleer de spanning van de ban- den van de aanhanger voordat u de
aanhanger gebruikt.
– Controleer de banden op slijtage of zichtbare beschadigingen voordat u
de aanhanger gebruikt. Raadpleeg
de paragraaf "Banden – Algemene
informatie" in het hoofdstuk "Star-
ten en rijden" voor informatie over
bandenslijtage-indicatoren en hoe
de banden moeten worden
gecontroleerd.
– Raadpleeg, wanneer banden moe- ten worden vervangen, de para-
graaf "Banden – Algemene infor-
matie" in het hoofdstuk "Starten en
rijden" voor informatie over ver-
vangende banden en hoe de banden
moeten worden vervangen. Het
284
Page 291 of 380

vervangen van banden door exem-
plaren met een hogere belastingsca-
paciteit leidt niet tot verhoging van
de GVWR- en GAWR-limieten van
de auto.
Vereisten voor het trekken van
een aanhanger –
aanhangerremmen
– Sluit het hydraulische remsysteem of vacuümsysteem van uw auto
niet aan op dat van de aanhanger.
Dit kan leiden tot onjuist remge-
drag en lichamelijk letsel.
– Voor het trekken van een aanhan- ger met elektronisch geregelde rem-
men is een elektronische remregel-
module voor de aanhanger vereist.
Bij het trekken van een aanhanger
met hydraulisch geregelde remmen
is geen elektronische remregelmo-
dule voor de aanhanger vereist.
– Aanhangwagenremmen worden aanbevolen voor aanhangwagens
van meer dan 454 kg en zijn ver-
plicht op aanhangwagens van meer
dan 907 kg.LET OP!
Als de aanhangwagen geladen meer
weegt dan 454 kg, moet deze zijn
voorzien van eigen remmen met
voldoende vermogen. Wanneer dit
niet het geval is, slijten de remmen
sneller, is meer pedaalkracht vereist
en wordt de remweg langer.
WAARSCHUWING!
Sluit de remmen van de aanhan-ger niet aan op de hydraulische
remleidingen van uw auto. Dit
kan leiden tot overbelasting en
uitval van het remsysteem. An-
ders bestaat de kans dat de rem-
men niet werken wanneer u ze
nodig hebt, met een eventuele
aanrijding tot gevolg.
Bij het trekken van een aanhan- ger moet u rekening houden met
een langere remweg. Bij het trek-
ken van een aanhanger dient u
extra afstand te bewaren tot het
voorliggende voertuig. Anders
kunt u een ongeluk veroorzaken. Vereisten voor het trekken van
een aanhanger – verlichting en
bedrading
Ongeacht het formaat van de aanhan-
ger moet deze zijn voorzien van rem-
lichten, richtingaanwijzers en een
mistachterlicht.
De trekhaakset bevat mogelijk een
kabelbundel met 7 of 13 pennen. Ge-
bruik een door de fabriek goedge-
keurde kabelboom en stekker.
OPMERKING: Probeer niet de
bedrading van de auto door split-
sing te verbinden met die van de
aanhanger.
De elektrische aansluitingen zijn com-
pleet; u hoeft alleen de kabelbundel
aan te sluiten op de stekker van de
aanhanger.
285
Page 292 of 380
Aantalpen-nen Functie
Kleur
draad
1 Linkerrich- tingaanwijzer Geel
2 Mistachter- licht Blauw
3 Massa/ gemeen-
schappelijke retourlijn Wi t
4 Rechterrich- tingaanwijzer Groen
Aantal
pen-nen Functie
Kleur
draad
5
Parkeerlicht
rechtsachter,
zijmarkerings- verlichting en verlichting
kentekenplaat achter.
b
Bruin
6 Remlichten Rood
7
Parkeerlicht linksachter,
zijmarkerings- verlichting en verlichting
kentekenplaat achter.
b
Zwart
bDe verlichting van de kenteken-
plaat achter wordt zo aangesloten dat geen enkele lamp van de ver-
lichting een aansluiting deelt met pen5en7.
Aantalpen-nen Functie Kleur
draad
1 Linkerrich- tingaanwijzer Geel
2 Mistachter- licht Blauw
3
aAarde/
gemeenschap-
pelijke retour- lijn voor
contacten
(pennen) 1 en 2 en 4 t/m 8Wi t
4 Rechterrich- tingaanwijzer Groen
7-pens connector13-pens connector
286
Page 293 of 380

Aantalpen-nen Functie Kleur
draad
5
Parkeerlicht
rechtsachter,
zijmarkerings- verlichting en verlichting
kentekenplaat achter.
b
Bruin
6 Remlichten Rood
7
Parkeerlicht linksachter,
zijmarkerings- verlichting en verlichting
kentekenplaat achter.
b
Zwart
8 Achteruitrij- lichten Rood/
zwart
9 Permanente voeding(+12V) Bruin/
wit
10
Voeding gere-
geld door con- tactschakelaar (+12V)Rood
Aantal
pen-nen Functie Kleur
draad
11
aRetourlijn
voor contact (pen) 10 Wi t
12 Reserve voor latere toewij-zing Rood/
blauw
13
aRetourlijn
voor contact (pen) 9 Wi t
Opmerking: de toewijzing van pen 12 is gewijzigd van "Code voor
gekoppelde aanhanger" in "Re- serve voor latere toewijzing".
aDe drie retourcircuits mogen niet
elektrisch in de aanhanger worden aangesloten.
bDe verlichting van de kenteken-
plaat achter wordt zo aangesloten dat geen enkele lamp van de ver-
lichting een aansluiting deelt met pen5en7.
TIPS VOOR HET TREKKEN
VAN EEN AANHANGER
Oefen het nemen van bochten, rem-
men en achteruitrijden met de aan-
hanger in een omgeving zonder druk
verkeer voordat u met de aanhanger
de weg op gaat.
Automatische versnellingsbak
U kunt de stand DRIVE gebruiken bij
het trekken van een aanhanger. De
regeling van de versnellingsbak is
voorzien van een rijstrategie om veel-
vuldig schakelen bij het trekken van
een aanhanger te voorkomen. Als in
de stand DRIVE echter vaak moet
worden geschakeld, dan kunt u het
AutoStick® schakelsysteem (afhan-
kelijk van uitvoering/markt) gebrui-
ken om handmatig terug te schakelen
naar een lagere versnelling.
287
Page 294 of 380

OPMERKING: Het kiezen van een
lagere versnelling bij gebruik van
de auto onder zware belasting zal
de prestaties verbeteren en de le-
vensduur van de transmissie ver-
lengen, doordat overmatig schake-
len en het opbouwen van hitte
worden beperkt. Hierdoor zal ook
de motorremwerking worden ver-
beterd.
Indien u REGELMATIG met een aan-
hanger rijdt gedurende langer dan 45
minuten, dan moet de vloeistof voor
automatisch versnellingsbak worden
ververst en het filter worden vervan-
gen, zoals voorgeschreven voor "poli-
tieauto's, taxi's, bedrijfswagens of fre-
quent trekken van een aanhanger"
(alleen versnellingsbak met vijf ver-
snellingen). Raadpleeg het onder-
houdsschema voor de juiste onder-
houdsintervallen.Cruisecontrol
Gebruik de cruisecontrol niet in
heuvelachtig terrein of met een
zware belading.
Als de rijsnelheid bij gebruik van de cruisecontrol afneemt met meer
dan 16 km/u, schakel het systeem
dan uit totdat u weer de kruissnel-
heid kunt aanhouden.
Gebruik de cruisecontrol in vlak terrein en bij lichte belading om de
brandstofzuinigheid te verbeteren.
AutoStick® (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
– Selecteer bij het gebruik van het AutoStick® schakelsysteem de
hoogste versnelling die voldoende
vermogen oplevert en waarmee
veelvuldig terugschakelen wordt
voorkomen. Selecteer bijvoorbeeld
"4" als de gewenste snelheid kan
worden aangehouden. Selecteer in-
dien nodig "3" of "2" om de ge-
wenste snelheid aan te houden. – Vermijd lang rijden bij hoge toeren-
tallen om oververhitting te voorko-
men. Verlaag, indien nodig, de
snelheid om lang rijden met hoge
toerentallen te voorkomen. U kunt
opschakelen of de rijsnelheid weer
verhogen wanneer de helling en het
verkeer dit toelaat.
Koelsysteem
Doe het volgende om het risico op
oververhitting van de motor of de ver-
snellingsbak te beperken:
Rijden in stadsverkeer
Als u regelmatig kort stilstaat, zet dan
de versnellingsbak in de stand NEU-
TRAL en verhoog het stationaire mo-
tortoerental.
Rijden op de grote weg
Minder snelheid.
Airconditioning
Schakel deze tijdelijk uit.
288
Page 295 of 380

BEVESTIGINGSPUNTEN
TREKHAAK
Uw auto vergt extra uitrusting om veilig
en efficiënt een aanhanger te kunnen
trekken. De trekhaak moet aan uw auto
worden bevestigd met behulp van de
speciale bevestigingspunten aan het
autochassis. In de volgende afbeelding
ziet u de correcte bevestigingspunten.
Ook andere uitrusting, zoals aanhan-
gerstabilisatoren, hulpremmen, ge-
wichtverdeelsystemen en extra brede
spiegels, is mogelijk verplicht of wordt
aanbevolen.
Bevestigingspunten voor trek-haak en overhanglengte
A 638,9 mm
B 746,1 mm
C 831,1 mm
D (max. over-
hang) 1161,5 mm
E 535,3 mm
F 520,3 mmDE AUTO SLEPEN
ACHTER EEN CAMPER
Slepen achter een camper (met vier
wielen op de grond of met een dolly) is
NIET TOEGESTAAN. Deze auto
mag alleen gesleept worden op een
oplegger, met alle vier de wielen VA N
de grond.
LET OP!
Als de auto in strijd met de bovenge-
noemde voorschriften wordt gesleept,
kan de versnellingsbak ernstig be-
schadigd raken. Beschadigingen, ver-
oorzaakt door onjuist slepen, vallen
niet onder de garantie van de auto.
289
Page 296 of 380