Page 113 of 380
Structuur gesproken opdrachten
107
Page 114 of 380
Page 115 of 380

ALGEMENE INFORMATIE
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van
de FCC-voorschriften en RSS-210
van Industry Canada. De werking
moet voldoen aan de volgende voor-
waarden:
Wijzigingen of aanpassingen dieniet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd
door de voor conformiteit verant-
woordelijke instantie kunnen het
gebruik van de apparatuur on-
rechtmatig maken.
De apparatuur mag geen schade- lijke interferentie veroorzaken.
De apparatuur moet eventuele ont- vangen interferentie tolereren, ook
interferentie die mogelijk een onge-
wenste werking veroorzaakt.
SPRAAKBEDIENING
Uconnect® 8.4 /8.4 Nav
Met het Uconnect® Voice
Command-systeem kunt u
de AM- en FM-radio, cd-
speler, SD-kaart en USB/
iPod bedienen.
OPMERKING: Spreek zo rustig
en normaal mogelijk tegen het
spraakbedieningssysteem. De mo-
gelijkheid voor het spraakbedie-
ningssysteem om opdrachten met
de stem van de gebruiker te her-
kennen kan negatief beïnvloed
worden als u snel spreekt of luider
dan normaal.
WAARSCHUWING!
Elk spraakgestuurd systeem mag
alleen worden gebruikt als de
rijomstandigheden dit toelaten en
het gebruik in overeenstemming is
met de verkeersregels, incl. wetge-
ving betreffende het gebruik van
telefoons. Uw aandacht moet ge-
richt zijn op het veilig besturen van
de auto. Anders bestaat er een risico
op een ongeval en ernstig of zelfs
dodelijk letsel.
109
Page 116 of 380

Wanneer u op de Uconnect® Voice
Command-toets
drukt, hoort u
een pieptoon. De pieptoon is het teken
dat u een opdracht kunt geven.
Als er geen opdracht wordt ingespro-
ken, laat het systeem een van de vol-
gende twee meldingen horen:
I didn't understand (Ik heb het niet begrepen)
I didn't get that (Wat bedoeld u), etc.,
Als ook een tweede maal geen op-
dracht wordt ingesproken, antwoordt
het systeem met een fout en geeft het
aan wat u onder deze omstandighe-
den kunt zeggen. Na drie opeenvol-
gende foutief uitgesproken opdrach-
ten wordt de spraakbediening
uitgeschakeld. Het drukken op de Uconnect® Voice
Command-toetsterwijl het sys-
teem spreekt, wordt "inbreken" ge-
noemd. Het systeem wordt in dat ge-
val onderbroken en na de pieptoon
kunt u een opdracht inspreken. Dit is
handig naarmate u de opties kent.
OPMERKING: U kunt op elk
ogenblik de woorden "Cancel"
(annuleer) of "Help" inspreken.
Deze opdrachten zijn universeel en
kunnen vanuit elk menu gebruikt
worden. Alle andere opdrachten kun-
nen gebruikt worden afhankelijk van
de actieve toepassing.
Bij het gebruiken van dit systeem
moet u duidelijk en met een normaal
volume spreken. Het systeem zal uw opdrachten het
best begrijpen als de ramen gesloten
zijn en de ventilator van de
verwarming/airconditioning in een
lage stand staat.
Als het systeem een van uw opdrach-
ten niet begrijpt, wordt u gevraagd de
opdracht te herhalen.
Druk op de Uconnect® Voice
Command-toets
en zeg "Help"
om de beschikbare opdrachten te be-
luisteren. U hoort de beschikbare op-
drachten voor het scherm dat op dat
moment wordt weergegeven.
110
Page 117 of 380

Natuurlijke spraak
Hierdoor kan de gebruiker opdrach-
ten in delen of als complete zinnen
uitspreken. Het systeem filtert be-
paalde uitspraken en geluiden als
"ah" en "eh". Het systeem verwerkt
bepaalde stopwoorden zoals "I would
like to" (Ik wil).
Het systeem verwerkt meerdere in-
puts in dezelfde frase of zin zoals
"make a phone call" (bellen) en "to
Kelly Smith" (met Kelly Smith). Bij
meerdere inputs in dezelfde frase of
zin identificeert het systeem het on-
derwerp of de context en levert het de
bijbehorende vervolgvraag, zoals
"Who do you want to call?" (Wie wilt
u bellen?), indien een telefoongesprek
werd aangevraagd, maar de speci-
fieke naam niet werd herkend.Het systeem maakt gebruik van een
continue dialoog. Wanneer het sys-
teem meer informatie van de gebrui-
ker nodig heeft, stelt het een vraag
waarop de gebruiker kan antwoorden
zonder de Uconnect® Voice
Command-toets
in te drukken.
UCONNECT®
SPRAAKBEDIENING
Het Uconnect® spraakbedieningssys-
teem begrijpt twee soorten opdrach-
ten. De algemene opdrachten zijn al-
tijd beschikbaar. Lokale opdrachten
zijn beschikbaar als de ondersteunde
radiomodus actief is.
Start een dialoog door op de
Uconnect® Voice Command-toets
te drukken.
111
Page 118 of 380
STRUCTUUR GESPROKEN OPDRACHTEN
OPMERKING:
1.
U kunt "AM" vervangen door
"FM" of, indien aanwezig, kunt u
"SW" of "LW" zeggen.
2. U kunt "iPod" vervangen dooriedere andere spelerbron:
"USB", "SD Card", "AUX" of
"Bluetooth".
3. U kunt "950 AM" door iedere andere AM- of FM-frequentie
vervangen, bijvoorbeeld "98.7". 4. Beschikbare spraakbedie-
ningsopdrachten worden vetge-
drukt en met een grijze arcering
weergegeven.
112
Page 119 of 380
OPMERKING:
1. U kunt "950 AM" door iedereandere AM- of FM-frequentie
vervangen, bijvoorbeeld "98.7
FM". Als de auto hiermee is uit-
gerust, kunt u ook opdrachten
geven voor "SW"-, "MW"- en
"LW"-frequenties. 2. Beschikbare spraakbedie-
ningsopdrachten worden vetge-
drukt en met een grijze arcering
weergegeven.
113
Page 120 of 380