Page 105 of 380

kiezen met behulp van de cijfertoet-
sen of de recente oproepen, SMS-
inbox of vanuit het telefoonboek.
Raadpleeg de paragraaf "Wisselge-
sprek voeren" voor informatie over
het terugschakelen naar het eerste ge-
sprek. Raadpleeg "Gesprekken sa-
menvoegen" voor informatie over het
combineren van twee gesprekken.
Een gesprek in de wacht zetten /
uit de wacht halen
Kies tijdens een actief gesprek de
schermtoets "Hold" (In wacht) in het
hoofdscherm Phone (Telefoon).
Wisselgesprek voeren
Als er twee gesprekken actief zijn (één
actief en de andere in de wacht), kiest
u de schermtoets Swap (wisselen) in
het hoofdscherm Phone (telefoon). Er
kan slechts één gesprek tegelijk in de
wacht gezet worden.
U kunt ook de toets
indrukken om
tussen het actieve gesprek en het ge-
sprek in de wacht te schakelen. Gesprekken samenvoegen
Wanneer er twee gesprekken actief
zijn (één actief en de andere in de
wacht), kiest u de schermtoets "Join
Calls" (Gesprekken samenvoegen) in
het hoofdscherm Phone (Telefoon)
om alle gesprekken te combineren in
een vergadergesprek..
Gesprek beëindigen
Om een actief gesprek te beëindigen
drukt u kort op de toets
of kiest u
de schermtoets End (Beïndigen). Al-
leen actieve gesprekken worden dan
beëindigd en als er een gesprek in de
wacht is gezet wordt dit het nieuwe
actieve gesprek.
Opnieuw kiezen
Druk op de schermtoets "Redial" (op-
nieuw kiezen), of druk de
en zeg
na de prompt "Listening" (luistert)
en de daarop volgende pieptoon, "Re-
dial" (opnieuw kiezen).
Uconnect® Phone belt het laatst ge-
kozen nummer op uw mobiele tele-
foon. Voortzetting telefoongesprek
De functie "Voortzetting telefoonge-
sprek" maakt het mogelijk een tele-
foongesprek via Uconnect® Phone
voort te zetten nadat de contactscha-
kelaar naar de stand OFF is gedraaid.
OPMERKING: Het gesprek blijft
binnen het audiosysteem van de
auto actief tot de telefoon buiten
het bereik van de Bluetooth® ver-
binding komt. Wanneer u de auto
verlaat verdient het aanbeveling
de schermtoets "Transfer" (Door-
verbinden) te kiezen.
FUNCTIES VAN
UCONNECT® PHONE
Taalkeuze
Taal van Uconnect® Phone wijzigen:
Druk op de toetsom te beginnen.
Na de prompt "Ready" (Gereed) en de daarop volgende pieptoon
spreekt u de naam in van de taal die
u wilt gebruiken (Engels, Neder-
lands, Frans, Duits, Italiaans of
Spaans, indien aanwezig).
99
Page 106 of 380

Volg de verdere aanwijzingen vanhet systeem om de taalkeuze te vol-
tooien.
Nadat u een taal hebt geselecteerd,
worden alle prompts en gesproken op-
drachten in die taal uitgevoerd.
OPMERKING: Nadat u de taal
van Uconnect® Phone hebt gewij-
zigd, is alleen het telefoonboek
met 32 namen beschikbaar dat bij
de nieuwe taal hoort. De naam van
de gekoppelde telefoon is niet taal-
specifiek en kan voor alle talen
worden gebruikt.
Hulp in noodsituaties
Als u zich in een noodsituatie bevindt
en de mobiele telefoon is binnen
handbereik:
Pak de telefoon en kies zelf het alarmnummer.
Als de telefoon niet binnen handbe-
reik is, maar Uconnect® Phone wel is
ingeschakeld, kunt als volgt het
alarmnummer kiezen:
Druk op de toets
om te begin-
nen. Na de prompt "Listening'' (Luis-
tert) en de daarop volgende piep-
toon zegt u ''Call Emergency" of
"Dial Emergency" (Bel/kies alarm-
nummer). Vervolgens zal de
Uconnect® Phone aan de gekop-
pelde mobiele telefoon de opdracht
geven het alarmnummer te bellen.
Deze functie wordt ondersteund in
de VS, Canada en Mexico.
OPMERKING:
De noodoproep kan ook via het aanraakscherm in gang worden
gezet.
Het alarmnummer dat gekozen wordt, is gebaseerd op het land
waar de auto is aangeschaft. Het
is mogelijk dat het gekozen
nummer niet van toepassing is
op de beschikbare mobiele tele-
foonservice en de regio waar u
zich bevindt.
Wanneer u via Uconnect® Phone belt, is de kans op een
geslaagde verbinding iets klei-
ner dan wanneer u rechtstreeks
met de mobiele telefoon belt.
WAARSCHUWING!
Wanneer u deze functie wilt kunnen
gebruiken in noodgevallen, moet
uw telefoon zijn ingeschakeld en
gekoppeld aan Uconnect® Phone,
bereik hebben en aan Uconnect®
Phone gekoppeld blijven.
Hulp bij pech (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Als u pechhulp nodig heeft:
Druk op de toets
om te begin-
nen.
Na de prompt "Ready" (Gereed) en de daaropvolgende pieptoon, zegt u
"Breakdown service" (Pechhulp).
OPMERKING: Het nummer voor
pechhulp moet vóór gebruik wor-
den ingesteld. Als u dit nummer
wilt instellen, drukt u op de toets
, zegt u "Setup, Breakdown Ser-
vice" (Instellen, pechhulp) en volgt
u de aanwijzingen.
Oppiepen
Zie "Werken met automatische syste-
men" als u wilt weten hoe u iemand
100
Page 107 of 380

per pieper kunt oproepen. Het oproe-
pen per pieper werkt doorgaans goed,
behalve bij piepers van bepaalde fa-
brikanten, die iets te snel afslaan en
daardoor niet goed werken in combi-
natie met Uconnect® Phone.
Voicemail bellen
Raadpleeg "Werken met automati-
sche systemen" voor informatie over
het beluisteren van uw voicemail.
Werken met automatische
systemen
Deze methode wordt gebruikt in situ-
aties waarin normaal gesproken cij-
fers moeten worden ingedrukt op het
toetsenbord van de mobiele telefoon
tijdens het navigeren door een geau-
tomatiseerd telefoonsysteem.
U kunt Uconnect® Phone gebruiken
voor toegang tot uw voicemail of een
geautomatiseerde service, zoals een
oproepservice voor piepers of een ge-
automatiseerde klantenservice. Bij
sommige diensten moet onmiddellijk
een respons worden gegeven. In een
aantal gevallen is het mogelijk datdeze respons niet snel genoeg kan
worden gegeven via Uconnect®
Phone.
Wanneer u via uw Uconnect® Phone
een nummer belt waarvoor u normaal
gesproken een reeks toetsen op uw
mobiele telefoon moet indrukken,
kunt u het aanraakscherm gebruiken
of de toets
indrukken en het
woord "Send" (Verzend) inspreken,
gevolgd door de reeks die u wilt invoe-
ren. Wanneer u bijvoorbeeld uw pin-
code moet invoeren en daarna een
hekje , (3746#),kunt u de toets
indrukken en vervolgens zeggen:
“Send3746#”(verzend3746#)
gevolgd door een nummer, of een
reeks van nummers, deze methode
volgt u ook voor het navigeren door de
menustructuur van een geautomati-
seerde klantenservice en om een num-
mer achter te laten op een pieper.
U kunt ook de opgeslagen vermeldin-
gen uit opgeslagen telefoonboek van
de mobiele telefoon verzenden als to-
nen, zodat u snel en gemakkelijk toe-
gang krijgt tot voicemail en piepers. Als u bijvoorbeeld eerder een tele-
foonboekvermelding met First Name
(Voornaam) en/of Last Name (Ach-
ternaam) als "Voicemail Password"
(Wachtwoord voicemail) hebt inge-
voerd en daarna op de knop
drukt en zegt "Send Voicemail
Password" (Verzend wachtwoord
voicemail), zal Uconnect® Phone ver-
volgens het telefoonnummer dat aan
deze naam is gekoppeld via de tele-
foon verzenden als tonen.
OPMERKING:
Het eerste nummer dat aan die contactpersoon is gekoppeld,
wordt verzonden. Alle overige
nummers van die contactper-
soon worden genegeerd.
Het is mogelijk dat u vanwege de netwerkconfiguratie van de mo-
biele telefoon niet alle tonen
kunt horen. Dat is normaal.
Sommige leveranciers van pager- en voicemaildiensten
hebben een uitschakeltijd die te
kort is, waardoor deze functie
niet bruikbaar is.
101
Page 108 of 380

Pauzes, wachten of andere te-kens die door sommige telefoons
worden ondersteund worden
niet via Bluetooth® onder-
steund. Deze extra symbolen
worden tijdens het kiezen gene-
geerd.
Onderbreken — prompts negeren
De toets
kan worden gebruikt als
u een deel van een prompt wilt over-
slaan en de spraakbedieningsop-
dracht onmiddellijk wilt geven. Wan-
neer het systeem bijvoorbeeld zegt
"There are 2 numbers with the name
John. Say the full name" (Er zijn 2
nummers met de naam John. Spreek
de volledige naam uit.) kunt u op de
toets
drukken en zeggen, "John
Smith" om die optie te kiezen zonder
naar de rest van de prompt te hoeven
luisteren.
Voice Response Length (Lengte
voor reactie op spraakbediening)
U kunt kiezen tussen korte en gede-
tailleerd. 1. Kies de schermtoets More (meer,
indien aanwezig) en daarna de
schermtoets Settings (instellingen),
2. Kies de schermtoets "Display" en
scroll vervolgens omlaag naar Voice
Response Length (Lengte voor reactie
op spraakbediening),.
3. Kies "Brief" (Kort) of "Detailed"
(Gedetailleerd) door het vakje naast
de selectie aan te raken. Een vinkje
geeft uw selectie weer.
Indicatoren voor telefoon- en
netwerkstatus
Uconnect® Phone meldt de status van
uw telefoon en netwerk wanneer u
probeert een oproep tot stand te
brengen via Uconnect® Phone. De
status wordt aangeduid voor de sig-
naalsterkte van het netwerk en de sta-
tus van de telefoonaccu.
Kiezen via de toetsen van de
mobiele telefoon
WAARSCHUWING!
Voor het comfort en gemak van u en
uw passagiers is uw nieuwe auto
uitgerust met vele voorzieningen.
Gebruik deze functies alleen wan-
neer als het veilig is. Als u deze
waarschuwing niet opvolgt, kan dit
ernstig en zelfs dodelijk letsel tot
gevolg hebben.
U kunt via uw mobiele telefoon een
nummer kiezen en tegelijkertijd
Uconnect® Phone gebruiken (wan-
neer u de toetsen van de mobiele tele-
foon gebruikt, moet u echter voor-
zichtig te werk gaan en zorgen dat u
de veiligheid niet in gevaar brengt).
Als u een nummer kiest via de gekop-
pelde mobiele Bluetooth® telefoon,
wordt het geluid hoorbaar via het au-
diosysteem van uw auto. Uconnect®
Phone werkt op dezelfde wijze als
wanneer u het nummer kiest via een
spraakbedieningsopdracht.
102
Page 109 of 380

OPMERKING: Sommige merken
mobiele telefoons verzenden de
kiestoon niet naar Uconnect®
Phone. In dat geval zult u de kies-
toon dus niet horen. De gebruiker
heeft dan, ook als het nummer
goed gekozen is, wellicht het ge-
voel dat er geen verbinding is, ter-
wijl deze in feite al tot stand is
gebracht. Zodra de oproep wordt
beantwoord, hoort u het geluid.
Dempen/dempen uit
Wanneer u het geluid van Uconnect®
Phone uitschakelt, kunt u nog steeds
horen wat uw gesprekspartner zegt,
maar deze kan u niet horen. Om
Uconnect® Phone te dempen, kiest u
de toets Mute (Dempen) in het hoofd-
scherm Phone (Telefoon).
GEAVANCEERDE
TELEFOONVERBINDINGEN
Telefoongesprek doorschakelen
van en naar een mobiele telefoon
Met Uconnect® Phone kunt u actieve
gesprekken doorschakelen van uw
mobiele telefoon naar Uconnect®Phone, zonder het gesprek te beëindi-
gen. Als u een actief gesprek wilt door-
verbinden van uw gekoppelde mo-
biele telefoon met Uconnect® Phone
of omgekeerd, kiest u de toets Trans-
fer (Doorverbinden) in het hoofd-
scherm Phone (Telefoon).
De verbinding tussen Uconnect®
Phone en de mobiele telefoon tot
stand brengen of verbreken
Wanneer u de Bluetooth® verbinding
tussen een aan Uconnect® gekop-
pelde mobiele telefoon en Uconnect®
Phone tot stand wilt brengen of wilt
verbreken, volg dan de aanwijzingen
in de gebruikershandleiding van uw
mobiele telefoon.
WAT U MOET WETEN
OVER UW Uconnect®
PHONE
Spraakbediening
Voor optimale prestaties stelt u de
achteruitkijkspiegel zo in dat er ten
minste 1 cm afstand is tussen de
spiegel en de dakconsole (voor be-
paalde uitvoeringen/landen). Wacht altijd op de pieptoon voor u
begint spreken.
Spreek op normale toon, zonder te pauzeren, net alsof u een gesprek
voert met iemand die een meter of
twee van u vandaan zit.
Zorg ervoor dat u de enige bent die spreekt tijdens de spraakbediening.
De spraakherkenning werkt het best:
als de aanjager op een lage of normale stand staat,
bij lage tot matige voertuigsnel- heid,
bij weinig weglawaai,
bij een gelijkmatig wegdek,
bij volledig gesloten ramen,
bij droge weersomstandigheden.
Hoewel het systeem ontworpen is voor verschillende accenten, is het
mogelijk dat het systeem voor som-
mige mensen niet altijd werkt.
103
Page 110 of 380

Tijdens het navigeren door een ge-automatiseerd systeem, zoals voice-
mail, of wanneer u een pieper op-
roept, moet u erop letten dat u vóór
het inspreken van reeks het woord
"Send" (Verzend) zegt.
Het wordt afgeraden namen in het telefoonboek met favorieten op te
slaan tijdens het rijden.
De herkenning van de namen in het telefoonboek (mobiel en favorie-
ten) is optimaal wanneer de namen
niet op elkaar lijken.
U kunt "O" (de letter "O") zeggen in plaats van "0" (nul).
Hoewel voor internationale ge- sprekken de meeste cijfercombina-
ties worden ondersteund, is het mo-
gelijk dat sommige verkorte
nummercodes niet werken.
In een open auto kan de geluids- kwaliteit van het systeem minder
goed zijn als het dak naar beneden
is. Geluidskwaliteit achterin
De geluidskwaliteit is het beste:
bij lage of matige stand van deaanjager,
bij lage tot matige voertuigsnel- heid,
bij weinig weglawaai,
bij een gelijkmatig wegdek,
bij volledig gesloten ramen,
bij droog weer en
bij bediening vanuit de bestuur- dersstoel.
De geluidskwaliteit, zoals de hel- derheid, echo en dynamiek, is in
hoge mate afhankelijk van de ge-
bruikte telefoon en het netwerk, en
niet van Uconnect® Phone.
Echo bij de ontvanger van het tele- foongeluid achterin kan soms wor-
den beperkt door het volume in de
auto te verlagen.
Bij cabrioletmodellen kan de ge- luidskwaliteit van het systeem te
wensen overlaten tijdens het rijden
met open dak. Beantwoording gesproken
tekstberichten
Uconnect® Phone kan nieuwe berich-
ten op uw telefoon voorlezen of ver-
zenden.
Uw telefoon moet SMS via
Bluetooth® ondersteunen om van
deze functie gebruik te kunnen ma-
ken. Als de Uconnect® Phone vast-
stelt dat uw telefoon niet compatibel
is met SMS via Bluetooth® is de toets
"Messaging" (Tekstberichten) niet
beschikbaar en kan geen gebruik wor-
den gemaakt van deze functie.
OPMERKING: Uconnect® Phone
SMS is alleen beschikbaar wan-
neer de auto niet in beweging is.
104
Page 111 of 380

Berichten voorlezen:
Als u een nieuw tekstbericht ontvangt
terwijl uw telefoon is verbonden met
Uconnect® Phone, volgt er een mel-
ding om u te waarschuwen dat u een
nieuw tekstbericht hebt ontvangen.
Nadat een bericht is ontvangen en is
bekeken of beluisterd, beschikt u over
de volgende opties:
Send a Reply (Beantwoorden)
Forward (Doorsturen)
Call (Bellen)
Berichten verzenden met de
schermtoetsen:
U kunt berichten verzenden met
Uconnect® Phone. Ga als volgt te
werk om een nieuw bericht te verzen-
den:1. Kies de schermtoets "Phone" (Te-
lefoon),
2. Kies de schermtoets "Messaging"
(Tekstberichten) en daarna "New
Message" (Nieuw bericht),
3. Kies een van de 18 kant-en-klare
berichten en de persoon naar wie u het
bericht wilt verzenden,
4. Als verschillende nummers voor de
contactpersoon beschikbaar zijn, kies
dan het nummer waarnaar het bericht
moet worden verzonden,
5. Druk op "Send" (Verzend) of
"Cancel" (Annuleren).
Berichten verzenden met spraak-
bediening:
1. Druk op de toets
.
2. Zeg na de prompt "Listening"
(Luistert) en de daaropvolgende piep-
toon "Send message to John Smith
mobile" (Bericht verzenden naar John
Smith mobiel),
3. Nadat het systeem vraagt welk be-
richt u wilt verzenden, spreekt u het
bericht in , of zegt u "List" (lijst). Er
zijn 18 vooraf ingestelde berichten.
Als de lijst met kant-en-klare berich-
ten wordt voorgelezen, kunt u het sys-
teem onderbreken door op de toets
te drukken en te zeggen welk
bericht u wilt verzenden.
Nadat het systeem heeft bevestigd dat
u uw bericht naar John Smith wilt
verzenden, wordt het bericht verzon-
den.
105
Page 112 of 380

Overzicht van de kant-en-klare be-
richten:
1. Yes (Ja).
2. No (Nee).
3. Okay (OK).
4. I can't talk right now (Ik kan nu
niet spreken).
5. Call me (Bel me).
6. I'll call you later" (Ik bel je staks).
7. I'm on my way (Ik ben onderweg).
8. Thanks (Bedankt).
9. I'll be late (Ik kom later).10. I will be minutes late
(Ik kom minuten later).
11. See you in minutes
(Tot over minuten).
12. Stuck in traffic (Sta in de file).
13. Start without me. (Begin maar
zonder mij).
14. Where are you? (Waar ben je?).
15. Are you there yet? (Ben je er al?).
16. I need directions (Ik heb aanwij-
zingen nodig).
17. I'm lost (Ik ben verdwaald).
18. See you later (Tot straks).Communicatieverbinding
Bluetooth®
De verbinding tussen mobiele tele-
foons en Uconnect® Phone kan soms
worden verbroken. Als dit gebeurt,
kunt u de verbinding gewoonlijk op-
nieuw tot stand brengen door de mo-
biele telefoon in en uit te schakelen.
Het is raadzaam op uw mobiele tele-
foon de stand Bluetooth® AAN inge-
schakeld te laten.
Inschakelen
Nadat u de contactschakelaar van de
stand OFF naar de stand ON of ACC
heeft gedraaid of na een verandering
van taal, moet u ten minste vijftien
seconden wachten voordat u het sys-
teem kunt gebruiken.
106