Page 25 of 380

hoeft de afstandsbediening niet op de
auto te richten om het systeem te ac-
tiveren.
OPMERKING: Vanaf een rijsnel-
heid van 8 km/u reageert het sys-
teem op geen enkele knop van geen
enkele afstandsbediening meer.
PORTIEREN
ONTGRENDELEN
Druk eenmaal kort op de ontgrendel-
knop op de afstandsbediening om het
portier aan de bestuurderszijde te
ontgrendelen of druk tweemaal bin-
nen vijf seconden om alle portieren te
ontgrendelen. De richtingaanwijzers
knipperen om aan te geven dat hetontgrendelsignaal is ontvangen. Ook
de instapverlichting wordt ingescha-
keld.
Als de auto is uitgerust met Passive
Entry, raadpleeg dan de paragraaf
"Keyless Enter-N-Go™" in het
hoofdstuk "Uw auto" voor meer in-
formatie hierover.
1st Press of Key Fob Unlocks
(Ontgrendelen door eenmaal te
drukken op de sleutelhouder)
U kunt het afstandsbedieningssys-
teem zodanig programmeren dat na
één keer drukken op de ontgrendel-
knop van de afstandsbediening uit-
sluitend het bestuurdersportier of alle
portieren worden ontgrendeld. Als u
de huidige instelling wilt wijzigen,
raadpleegt u voor meer informatie de
paragraaf "Uconnect® instellingen"
in het hoofdstuk "Het instrumenten-
paneel".
Flash Headlights With Lock
(Knipperen bij vergrendelen)
Met deze functie knipperen de rich-
tingaanwijzers wanneer u de portie-
ren vergrendelt of ontgrendelt met deafstandsbediening. U kunt deze func-
tie in- en uitschakelen. Als u de hui-
dige instelling wilt wijzigen, raad-
pleegt u voor meer informatie de
paragraaf "Uconnect® instellingen"
in het hoofdstuk "Het instrumenten-
paneel".
Headlight Illumination on
Approach (Koplampen
inschakelen bij nadering)
Met deze functie worden de koplam-
pen ingeschakeld zodra u de portieren
ontgrendelt met de afstandsbedie-
ning. De koplampen blijven vervol-
gens maximaal 90 seconden branden.
De tijd van deze functie kan worden
geprogrammeerd bij auto's met
Uconnect®. Als u de huidige instel-
ling wilt wijzigen, raadpleegt u voor
meer informatie de paragraaf
"Uconnect® instellingen" in het
hoofdstuk "Het instrumentenpa-
neel".
Sleutelhouder met afstandsbediening
19
Page 26 of 380

PORTIEREN
VERGRENDELEN
Druk kort op de vergrendeltoets van
de afstandsbediening om alle portie-
ren te vergrendelen. De richtingaan-
wijzers knipperen om aan te geven dat
het vergrendelsignaal is ontvangen.
Als de auto is uitgerust met Passive
Entry, raadpleeg dan de paragraaf
"Keyless Enter-N-Go" in het hoofd-
stuk "Uw auto" voor meer informatie
hierover.
BAGAGERUIMTE
ONTGRENDELEN
Druk tweemaal binnen vijf seconden
op de bagageruimteknop van de af-
standsbediening om de bagageruimte
te ontgrendelen.
Als de auto is uitgerust met Passive
Entry, raadpleeg dan de paragraaf
"Keyless Enter-N-Go" in het hoofd-
stuk "Uw auto" voor meer informatie
hierover.
BATTERIJ VAN
AFSTANDSBEDIENING
VERVANGEN
Als vervangende batterij wordt een
CR2032-batterij aanbevolen.
OPMERKING:
Perchloraatmateriaal — vereistmogelijk een speciale behande-
ling. Batterijen kunnen gevaar-
lijke stoffen bevatten. Lever ze
in bij een inzamelpunt voor che-
misch afval.
Raak de batterijklemmen op de achterzijde of de printplaat niet
aan.
1. Verwijder de noodsleutel door de
mechanische vergrendeling aan de
achterzijde van de afstandsbediening
met uw duim opzij te schuiven en
vervolgens met uw andere hand de
sleutel eruit te trekken. 2. Steek het uiteinde van de nood-
sleutel of een platte schroevendraaier,
maat 2, in de sleuf en wrik de twee
helften van de afstandsbediening
voorzichtig los. Let erop dat u de af-
dichting tijdens het openen niet be-
schadigt.
Noodsleutel verwijderen
De behuizing van de
afstandsbediening scheiden
20
Page 27 of 380

3. Verwijder de batterij door het dek-
sel aan de achterzijde te draaien (bat-
terij naar beneden gekeerd). Tik met
de afstandsbediening op een stevig
oppervlak zoals een tafel o.i.d. en ver-
vang vervolgens de batterij. Let bij
het vervangen van de batterij op dat
het + teken op de batterij overeen-
komt met het + teken aan de binnen-
zijde van de batterijhouder op de het
deksel aan de achterzijde. Raak de
nieuwe batterij niet met uw vingers
aan. Door huidvet kan de werking
verslechteren. Als u een batterij hebt
aangeraakt, maak deze dan schoon
met reinigingsalcohol.
4. Om de afstandsbediening weer te
sluiten drukt u de twee helften op
elkaar.
ALGEMENE INFORMATIE
De afstandsbediening en ontvangers
werken op een draaggolffrequentie
van 433,92 MHz, zoals is voorge-
schreven door EU-richtlijnen. Deze
apparatuur moet zijn gecertificeerd
conform de specifieke regelgeving in
het desbetreffende land. Er geldentwee normen: ETS (European Tele-
communication Standard) 300–220,
van toepassing in de meeste landen,
en de Duitse richtlijn BZT 225Z125,
die is gebaseerd op de norm ETC
300–220, maar daarnaast enkele
unieke eisen stelt. De overige eisen
worden vermeld in de Europese
Richtlijn 95/56/EC, Bijlage VI. De
werking moet voldoen aan de vol-
gende voorwaarden:
De apparatuur mag geen schade-
lijke interferentie veroorzaken.
De apparatuur moet eventuele ont- vangen interferentie tolereren, ook
interferentie die mogelijk een onge-
wenste werking veroorzaakt.
Als uw afstandsbediening niet goed
werkt vanaf een normale afstand,
controleer dan of sprake is van het
volgende:
1. De batterij in de afstandsbedie-
ning is leeg. De verwachte levensduur
van de batterij bedraagt minimaal
drie jaar. 2. Nabijheid bij radiozendappara-
tuur, zoals bijvoorbeeld een zend-
mast, verkeerstoren van een luchtha-
ven en sommige mobiele of 27 MC-
zendapparatuur.
PORTIERVERGRENDE-
LING
HANDMATIGE
PORTIERVERGRENDELING
Als u alle portieren wilt vergrendelen,
drukt u de portiervergrendelknop op
ieder bekledingspaneel omlaag. Als u
de voorportieren wilt ontgrendelen,
trekt u de binnenhandgreep in de eer-
ste klikstand. Als u de achterportieren
wilt ontgrendelen, trekt u de portier-
vergrendelknop op het bekledings-
paneel omhoog.
Portiervergrendelknop
21
Page 28 of 380

Wanneer de vergrendelknop is inge-
drukt als u het portier sluit, wordt het
portier vergrendeld. Controleer
daarom, voordat u het portier sluit, of
de sleutelhouder zich niet in de auto
bevindt.
WAARSCHUWING!
Voor uw veiligheid bij een onge-val dient u de portieren te ver-
grendelen voordat u gaat rijden
en wanneer u de auto parkeert en
verlaat.
Verwijder altijd uw sleutelhouder bij het uitstappen en sluit de auto
af.
Laat nooit kinderen alleen in een auto achter of in de buurt van een
auto die niet is afgesloten.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Het achterlaten van kinderenzonder toezicht in een auto is om
verschillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden lopen dan het
risico op ernstig of zelfs dodelijk
letsel. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rem-
pedaal of de schakelhendel mo-
gen komen.
Laat de sleutelhouder niet achter in of in de buurt van de auto (of
op een voor kinderen bereikbare
plaats) en laat het contact van een
voertuig met Keyless Enter-N-Go
niet in de stand ACC of ON/RUN
staan. Een kind zou de knoppen
van de elektrische raambediening
of andere schakelaars kunnen be-
dienen of de auto in beweging
kunnen zetten.
CENTRALE
PORTIERVERGRENDELING
Op het bekledingspaneel van beide
voorportieren bevindt zich u een
schakelaar voor de centrale portier-
vergrendeling. Met deze schakelaar
kunt u de portieren vergrendelen en
ontgrendelen.
De portieren kunnen ook worden ver-
grendeld en ontgrendeld met Keyless
Enter-N-Go (Passive Entry). Raad-
pleeg de paragraaf "Keyless Enter-N-
Go" in het hoofdstuk "Uw auto" voor
meer informatie hierover.
Schakelaar centrale
portiervergrendeling
22
Page 29 of 380

Als u op de schakelaar van de centrale
portiervergrendeling drukt wanneer
de contactschakelaar in de stand ACC
of ON/RUN staat en een voorportier is
geopend, zal de centrale portierver-
grendeling niet werken. Hierdoor
wordt voorkomen dat u per ongeluk
de sleutelhouder insluit in de auto. De
centrale portiervergrendeling wordt
weer ingeschakeld door de contact-
schakelaar naar de stand OFF te
draaien of het portier te sluiten. Als
een portier is geopend en de contact-
schakelaar in de stand ACC of ON/
RUN staat, klinkt een geluidssignaal
om u eraan te herinneren dat u de
sleutelhouder moet verwijderen.
Automatische
portiervergrendelingen
Wanneer deze ingeschakeld is, wor-
den de portieren automatisch ver-
grendeld zodra de rijsnelheid hoger is
dan 24 km/u. De automatische por-
tiervergrendeling kan door de er-
kende dealer in of buiten werking
worden gesteld op schriftelijk verzoek
van de klant. Bezoek uw erkende dea-
ler voor service.Automatisch portieren
ontgrendelen bij uitstappen
Bij auto's met centrale portierver-
grendeling worden de portieren auto-
matisch ontgrendeld, wanneer:
1. de functie voor het automatische
ontgrendelen van de portieren bij uit-
stappen is ingeschakeld;
2. de versnellingsbak in een versnel-
ling staat en de auto tot stilstand is
gekomen;
3. de versnellingsbak in de stand
NEUTRAL of PARK staat;
4. het bestuurdersportier wordt ge-
opend;
5. de portieren niet al eerder werden
ontgrendeld;
6. de auto stilstaat.
Programmeren van de functie
automatisch portieren
ontgrendelen bij uitstappen
Als u de huidige instelling wilt wijzigen,
raadpleegt u voor meer informatie de
paragraaf "Uconnect® instellingen" in
het hoofdstuk "Het instrumentenpa-
neel".
OPMERKING: Gebruik de functie
voor het automatisch ontgrendelen
van portieren in overeenstemming
met de plaatselijke geldende wet-
telijke voorschriften.
KINDERSLOTEN —
ACHTERPORTIEREN
Voor de veiligheid van kleine kinde-
ren die meerijden op de achterbank,
zijn de achterportieren uitgerust met
een kinderslot.
Kinderslot in- en uitschakelen
1. Open het achterportier.
2. Steek het uiteinde van de nood-
sleutel in het slot en draai de sleutel
naar de vergrendelstand of de ont-
grendelstand.
23
Page 30 of 380

3. Herhaal stap 1 en 2 voor het an-
dere achterportier.
WAARSCHUWING!
Voorkom dat bij een aanrijding
mensen in de auto worden opgeslo-
ten. Vergeet niet dat u de achterpor-
tieren uitsluitend vanaf de buiten-
zijde kunt openen wanneer het
kinderslot is geactiveerd (in de ver-
grendelstand).OPMERKING: Ga als volgt te
werk om de auto in noodgevallen
ook vanaf de achterbank te kun-
nen verlaten wanneer het kinder-
slot is geactiveerd: trek de portier-
vergrendelknop met de hand
omhoog naar de ontgrendelstand,
open het raam en open het portier
met de handgreep aan de buiten-
kant.
KEYLESS ENTER-N-GO™
Het Passive Entry-systeem is een uit-
breiding van het afstandsbediening-
systeem (RKE) van de auto en een
functie van Keyless Enter-N-Go™.
Met deze functie kunt u portieren van
uw auto vergrendelen en ontgrende-
len zonder dat u op de vergrendel- en
ontgrendelknoppen van de afstands-
bediening hoeft te drukken. OPMERKING:
Passive Entry kan door middel
van programmeren worden in-
en uitgeschakeld. Raadpleeg de
paragraaf "Uconnect® instellin-
gen" in het hoofdstuk "Het in-
strumentenpaneel" voor meer
informatie hierover.
Als u handschoenen draagt of als de portiergreep met Passive
Entry is natgeregend, is het mo-
gelijk dat de vergrendeling min-
der gevoelig wordt en daardoor
langzamer reageert.
Als de auto wordt ontgrendeld met de Passive Entry-
portiergreep en binnen 60 se-
conden geen portier wordt ge-
opend, wordt het voertuig
opnieuw vergrendeld en wordt
het alarmsysteem (indien aan-
wezig) ingeschakeld.
Functie van kinderslot
24
Page 31 of 380

Ontgrendelen vanaf de bestuur-
derszijde
Houd een geldige afstandsbediening
met Passive Entry binnen 1,5 m van
de handgreep van het bestuurderspor-
tier en pak deze handgreep vast om
het bestuurdersportier automatisch te
ontgrendelen. De vergrendelknop aan
de binnenzijde van het portier komt
omhoog wanneer het portier wordt
ontgrendeld.OPMERKING: Als "alle portieren
ontgrendelen met eerste druk op
de ontgrendelknop" is geprogram-
meerd, worden alle portieren ont-
grendeld wanneer u de handgreep
van het bestuurdersportier vast-
pakt. Raadpleeg de paragraaf
"Uconnect® instellingen" in het
hoofdstuk "Het instrumentenpa-
neel" voor meer informatie over de
keuze tussen "bestuurdersportier
ontgrendelen met eerste druk op
de ontgrendelknop" en "alle por-
tieren ontgrendelen met eerste
druk op de ontgrendelknop".
Ontgrendelen vanaf de passagiers-
zijde
Houd een geldige afstandsbediening
met Passive Entry binnen 1,5 m van
de handgreep van de passagierspor-
tier en pak de handgreep van het
voorste passagiersportier vast om alle
vier de portieren automatisch te ont-
grendelen. De vergrendelknop aan de
binnenzijde van het portier komt om-
hoog wanneer het portier wordt ont-
grendeld.OPMERKING: Alle portieren
worden ontgrendeld wanneer de
handgreep van het voorste passa-
giersportier wordt vastgepakt, on-
geacht de voorkeursinstelling van
de portierontgrendeling ("Unlock
Driver Door 1st press" (bestuur-
dersportier ontgrendelen met één
druk op de ontgrendelknop) of
"Unlock All Doors On 1st Press"
(alle portieren ontgrendelen met
één druk op de ontgrendelknop)).
Voorkomen dat de afstandsbedie-
ning met Passive Entry per onge-
luk in de auto wordt ingesloten
Om te voorkomen dat een afstandsbe-
diening met Passive Entry per onge-
luk wordt ingesloten in de auto, is het
Passive Entry-systeem uitgerust met
een automatische portierontgrende-
lingsfunctie, die in werking treedt
wanneer de contactschakelaar in de
stand OFF staat.
Als een van de autoportieren is ge-
opend en de schakelaar in het
bekledingspaneel wordt bediend om
Pak de portiergreep vast om te
ontgrendelen
25
Page 32 of 380

de auto af te sluiten, zal het voertuig-
systeem na het sluiten van alle portie-
ren controleren of er binnen of buiten
de auto geldige afstandsbedieningen
met Passive Entry aanwezig zijn.
Wanneer een van afstandsbedienin-
gen met Passive Entry wordt gedetec-
teerd binnen in de auto en er geen
andere geldige afstandsbedieningen
met Passive Entry worden gedetec-
teerd buiten de auto, ontgrendelt het
Passive Entry-systeem automatisch
alle portieren en zal er drie keer een
claxonsignaal klinken (bij de derde
poging worden ALLE portieren ver-
grendeld en kan de afstandsbediening
met Passive Entry worden ingesloten
in de auto).
OPMERKING: De portieren wor-
den alleen ontgrendeld als zij zijn
vergrendeld met de schakelaar in
het bekledingspaneel, een geldige
afstandsbediening met Passive
Entry in de auto is gedetecteerd en
geen geldige afstandsbediening
met Passive Entry buiten het voer-
tuig is gedetecteerd. De portieren
worden niet ontgrendeld onder de
volgende omstandigheden: De portieren zijn vergrendeld
met de afstandsbediening
De portieren zijn vergrendeld met de vergrendelknop op de
Passive Entry-portiergrepen
De portieren zijn handmatig vergrendeld met de
portiervergrendelknoppen
Er bevindt zich een geldige af- standsbediening met Passive
Entry buiten de auto en binnen
1,5 m van een van de portiergre-
pen met Passive Entry
U heeft drie keer geprobeerd de portieren te vergrendelen met de
schakelaar in het bekledings-
paneel en vervolgens de portie-
ren te sluiten
Bagageruimte openen
Houd een geldige afstandsbediening
met Passive Entry binnen 1,0 m van
het kofferdeksel en druk op de knop
rechts van het derde remlicht op het
kofferdeksel. OPMERKING: Als u per ongeluk
de afstandsbediening met Passive
Entry in de bagageruimte hebt la-
ten liggen en probeert het koffer-
deksel te sluiten, zal het koffer-
deksel automatisch worden
ontgrendeld, tenzij een van de an-
dere afstandsbedieningen met
Passive Entry zich buiten de auto
op een afstand van 1,0 m van het
kofferdeksel bevindt.
Portieren vergrendelen
Houd een van de afstandsbedieningen
met Passive Entry binnen 1,5 m van
de handgreep van het bestuurders- of
passagiersportier en druk op de ver-
grendelknop van de handgreep om
alle vier de portieren te vergrendelen.
Knop Passive Entry op kofferdeksel
26