Page 257 of 380

Wanneer het bericht "SER-
VICE POWER STEERING
SYSTEM" (onderhoud
stuurbekrachtigingssys-
teem noodzakelijk) samen met een
knipperend pictogram wordt weerge-
geven op het EVIC-scherm, betekent
dit dat auto naar de dealer moet wor-
den gebracht voor service. Het is dan
mogelijk dat de stuurbekrachtiging
van de auto is uitgevallen. Raadpleeg
de paragraaf "Elektronisch voertuig-
informatiecentrum (EVIC)" in het
hoofdstuk "Het instrumentenpaneel"
voor meer informatie hierover.
Als het bericht "POWER STEERING
SYSTEM OVER TEMP" (stuurbe-
krachtigingsysteem oververhit) sa-
men met een pictogram wordt weer-
gegeven op het EVIC-scherm, dan
betekent dit dat mogelijk extreme
stuurmanoeuvres hebben plaatsge-
vonden, waardoor het stuurbekrach-
tigingsysteem oververhit is geraakt.
De stuurbekrachtiging zal dan tijde-
lijk wegvallen totdat niet langer
sprake is van oververhitting. Wanneer
de rijomstandigheden dit toestaan, zet
de auto dan veilig stil aan de kant van de weg en laat de motor enige tijd
stationair draaien totdat het lampje
dooft. Raadpleeg de paragraaf "Elek-
tronisch voertuiginformatiecentrum
(EVIC)" in het hoofdstuk "Het in-
strumentenpaneel" voor meer infor-
matie hierover.
OPMERKING:
Ook wanneer de stuurbekrach-
tiging niet meer werkt, kan de
auto nog worden bestuurd. On-
der dergelijke omstandigheden
is wel aanzienlijk meer kracht
nodig om te sturen, vooral bij
lage rijsnelheden en tijdens par-
keermanoeuvres.
Breng een bezoek aan uw erkende
dealer voor service, wanneer deze
situatie niet verandert.
HANDREM
Voordat u de auto verlaat, moet u
controleren of de handrem volledig is
aangetrokken en de schakelhendel in
de stand PARK zetten. Het handrempedaal bevindt zich in
de hoek links onder het instrumenten-
paneel. Om de handrem aan te trek-
ken, moet u het handrempedaal vol-
ledig intrappen. Om de handrem vrij
te zetten, trapt u nogmaals het hand-
rempedaal in en laat u het pedaal
langzaam opkomen, waarbij u voelt
dat de rem wordt vrijgegeven.
Als de handrem is aangetrokken ter-
wijl de contactschakelaar in de stand
ON staat, gaat het waarschuwings-
lampje voor het remsysteem in de in-
strumentengroep branden.
Handrem
251
Page 258 of 380

OPMERKING:
Wanneer de handrem is aange-trokken en naar een versnelling
wordt geschakeld, gaat het
waarschuwingslampje voor het
remsysteem knipperen. Als be-
weging van de auto wordt gede-
tecteerd, klinkt er een geluids-
signaal om de bestuurder hierop
te wijzen. Zet de handrem volle-
dig vrij voordat u met de auto
gaat rijden.
Dit lampje geeft dan alleen aan dat de handrem is aangetrok-
ken. Het geeft niet aan hoe
krachtig de handrem is aange-
trokken.
Wanneer u op een helling parkeert is
het belangrijk dat u op een afdaling de
voorwielen naar de stoeprand toe
draait en op een helling van de stoep-
rand af. U moet eerst de handrem
aantrekken voordat u de schakelhen-
del in de stand PARK zet. Anders kan
het door de belasting van het schakel-
blokkeersysteem veel moeite kosten
om de schakelhendel uit de stand PARK te bewegen. De handrem moet
altijd aangetrokken zijn als de be-
stuurder niet in de auto zit.
WAARSCHUWING!
Gebruik de stand PARK nooit als
vervanging voor de handrem.
Trek de handrem altijd volledig
aan als u de auto parkeert, om te
voorkomen dat de auto gaat rol-
len en mogelijk letsel of schade
veroorzaakt.
Verwijder altijd uw sleutelhouder bij het uitstappen en sluit de auto
af.
Laat nooit kinderen alleen in een auto achter of in de buurt van een
auto die niet is afgesloten. Het
achterlaten van kinderen zonder
toezicht in een auto is om ver-
schillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden lopen dan het
risico op ernstig of zelfs dodelijk
letsel. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rem-
pedaal of de schakelhendel mo-
gen komen.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Laat de sleutelhouder niet achterin of in de buurt van de auto (of
op een voor kinderen bereikbare
plaats) en laat het contact van een
voertuig met Keyless Enter-N-
Go™ niet in de stand ACC of
ON/RUN staan. Een kind zou de
knoppen van de elektrische
raambediening of andere schake-
laars kunnen bedienen of de auto
in beweging kunnen zetten.
Controleer of de handrem volle- dig is vrijgezet voordat u gaat rij-
den. Als u dit niet doet, kan dit
leiden tot een defect van de rem-
men, en daardoor tot een aanrij-
ding.
Trek de handrem altijd volledig aan als u de auto parkeert, om te
voorkomen dat de auto gaat rol-
len en mogelijk letsel of schade
veroorzaakt. Controleer ook of de
schakelhendel in de stand PARK
staat. Als dit wordt nagelaten kan
de auto gaan rollen en schade of
letsel veroorzaken.
252
Page 259 of 380

LET OP!
Als het waarschuwingslampje voor
het remsysteem blijft branden na-
dat de handrem is vrijgezet, duidt
dit op een storing in het remsys-
teem. Laat het remsysteem onmid-
dellijk controleren door een er-
kende dealer.
ABS-SYSTEEM
Het ABS-systeem zorgt voor extra
voertuigstabiliteit en meer remwer-
king onder de meeste remomstandig-
heden. Het systeem gaat automatisch
"pompend remmen" in moeilijke
remsituaties, om zo het blokkeren van
de wielen te voorkomen.
De elektronische remkrachtverdeling
(EBD) voorkomt een te grote rem-
kracht op de achterwielen en zorgt
voor een betere beheersing van de be-
schikbare remkracht die op de ach-
teras wordt uitgeoefend.
Wanneer u sneller rijdt dan 11 km/u
hoort u mogelijk ook een zacht klik-
kend geluid, samen met enkele motor-
geluiden. Deze geluiden horen bij eenzelftest die het systeem uitvoert om te
controleren of het ABS naar behoren
functioneert. Deze zelftest wordt elke
keer uitgevoerd nadat u de motor hebt
gestart, zodra u de snelheid van
11 km/u overschrijdt.
ABS wordt geactiveerd onder be-
paalde weg- en remomstandigheden.
ABS grijpt mogelijk in als de auto over
ijs, sneeuw, grint, kuilen, spoorrails of
voorwerpen rijdt of wanneer u een
noodstop maakt.
Wanneer het ABS-systeem actief is,
kunt u dit als volgt merken:
De ABS-pompmotor draait (deze
kan nog korte tijd blijven draaien
nadat de auto tot stilstand is geko-
men).
De magneetkleppen maken klikgeluiden.
Het rempedaal trilt.
Het rempedaal daalt iets of kan iets verder ingetrapt worden nadat de
auto tot stilstand is gekomen.
Dit zijn normale kenmerken van het
ABS-systeem.
WAARSCHUWING!
Het ABS-systeem bevat geavan- ceerde elektronica die mogelijk
gevoelig is voor storingen van on-
juist geïnstalleerde of krachtige
zendapparatuur. Dergelijke sto-
ringen kunnen ertoe leiden dat de
werking van het ABS-systeem
volledig uitvalt. Dergelijke appa-
ratuur mag uitsluitend door be-
voegde vakmensen worden geïn-
stalleerd.
Pompend remmen heeft op het ABS-systeem een averechtse uit-
werking. De effectieve remkracht
wordt hierdoor verminderd en het
risico van een ongeval neemt toe.
Pompend remmen verlengt de
remweg. Wanneer u moet afrem-
men of stoppen, trap dan alleen
stevig het rempedaal in.
(Vervolgd)
253
Page 260 of 380

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Met het ABS-systeem wordt nietvoorkomen dat de auto onder-
worpen blijft aan de wetten van
de natuur. De effectiviteit van de
remmen wordt door ABS niet ver-
der verhoogd dan de remmen,
banden en grip van de auto toela-
ten.
Het ABS voorkomt geen ongeluk- ken ten gevolge van bijvoorbeeld
te hoge snelheden in bochten, te
weinig afstand houden of aqua-
planing.
Gebruik de mogelijkheden van een auto met ABS nooit op een
roekeloze of risicovolle wijze die
de veiligheid van de bestuurder of
anderen in gevaar brengt.
Alle wielen en banden van de auto
moeten van dezelfde maat en het-
zelfde type zijn en de bandenspanning
moet correct zijn, zodat de regeleen-
heid correcte signalen ontvangt.
ELEKTRONISCHE
REMREGELING
Uw auto is uitgerust met geavan-
ceerde elektronische remregeling, die
bestaat uit: ABS , ASR (tractieregel-
systeem), BAS (remassistent) en ESP
(elektronisch stabiliteitsregelsys-
teem). Deze vier systemen werken sa-
men om onder verschillende rijom-
standigheden de stabiliteit en de
controle over de auto te verbeteren.
Uw auto is mogelijk uitgerust met Hill
Start Assist (HSA), Ready Alert Bra-
king (anticiperend remsysteem) en
Rain Brake Support (remdroogfunc-
tie bij nat weer).
ABS-SYSTEEM
Dit systeem helpt de bestuurder de
auto onder controle te houden bij las-
tige remsituaties, door de hydrauli-
sche remdruk te regelen. Dit voor-
komt blokkeren van de wielen,
waardoor slippen op glad wegdek tij-
dens het remmen wordt voorkomen.
Raadpleeg de paragraaf "ABS-
systeem" in het hoofdstuk "Starten en
rijden" voor meer informatie hierover.
WAARSCHUWING!
Met het ABS-systeem wordt niet
voorkomen dat de auto onderwor-
pen blijft aan de wetten van de na-
tuur en het systeem zorgt evenmin
voor meer grip op het wegdek. ABS
kan geen ongelukken voorkomen,
zeker geen ongelukken die worden
veroorzaakt door te hoge snelheden
in bochten, het rijden op zeer glad
wegdek, of aquaplaning. Gebruik
de mogelijkheden van een auto met
ABS nooit op een roekeloze of risi-
covolle wijze die de veiligheid van
de bestuurder of anderen in gevaar
brengt.
TRACTIEREGELSYSTEEM
(ASR)
Dit systeem bewaakt de mate van
wielspin van de aangedreven wielen.
Als wielspin van een of meer wielen
wordt gedetecteerd, worden de door-
slippende wielen afgeremd en wordt
het motorvermogen verminderd voor
een betere acceleratie en stabiliteit.
254
Page 261 of 380

Een functie van het ASR-systeem,
Brake Lock Differential (BLD), be-
perkt de wielspin van een aangedre-
ven as. Als één wiel van een aangedre-
ven as sneller draait dan het andere,
wordt het doorslippende wiel afge-
remd. Hierdoor kan er meer motor-
koppel naar het niet-doorslippende
wiel gaan. Deze functie blijft ook ac-
tief als ASR en ESP in de modus "Ge-
deeltelijk uit" staan. Raadpleeg
"Elektronisch stabiliteitsregelsysteem
(ESP)" in dit hoofdstuk voor meer
informatie.
REMASSISTENT (BAS)
Dit systeem vormt een aanvulling op
het ABS-systeem en optimaliseert de
remwerking van de auto bij een nood-
stop. Het systeem herkent een nood-
stop aan de hand van de snelheid en
kracht waarmee het rempedaal wordt
ingetrapt en optimaliseert de remdruk
dienovereenkomstig. Dit draagt bij
aan een verkorting van de remweg.
Wanneer u het rempedaal zeer snel
intrapt, is de assistentie van het BAS-
systeem optimaal. Om de voordelen
van dit systeem optimaal te benutten,moet u het rempedaal tijdens de
noodstop ononderbroken intrappen.
Verminder de druk op het rempedaal
niet, tenzij u niet langer hoeft te rem-
men. Zodra u het rempedaal loslaat,
wordt het BAS-systeem uitgescha-
keld.
WAARSCHUWING!
Met het BAS-systeem wordt niet
voorkomen dat de auto onderwor-
pen blijft aan de wetten van de na-
tuur en het systeem zorgt evenmin
voor meer grip op het wegdek. BAS
kan geen ongelukken voorkomen,
zeker geen ongelukken die worden
veroorzaakt door te hoge snelheden
in bochten, het rijden op zeer glad
wegdek, of aquaplaning. Gebruik
de mogelijkheden van een auto met
BAS nooit op een roekeloze of risi-
covolle wijze die de veiligheid van
de bestuurder of anderen in gevaar
brengt.
ELEKTRONISCH
STABILITEITSREGELSYSTEEM
(ESP)
Dit systeem verbetert de bestuurbaar-
heid en stabiliteit van de auto onder
diverse rijomstandigheden. Het ESP-
systeem corrigeert overstuur en on-
derstuur door remkracht uit te oefe-
nen op het juiste wiel. Ook kan het
systeem het motorvermogen vermin-
deren om te helpen overstuur of on-
derstuur tegen te gaan en de auto in
de juiste koers te houden.
ESP maakt gebruik van sensoren om
de richting te bepalen waarin de be-
stuurder de auto stuurt en vergelijkt
deze met de werkelijke koers van de
auto. Als de werkelijke koers afwijkt
van de gewenste koers, remt het ESP-
systeem het juiste wiel af om onder- of
overstuur tegen te gaan.
Overstuur: de auto draait meer dan
correct is voor de stand van het
stuur.
Onderstuur: de auto draait minder dan correct is voor de stand van het
stuur.
255
Page 262 of 380

WAARSCHUWING!
Met het ESP-systeem wordt niet
voorkomen dat de auto onderwor-
pen blijft aan de wetten van de na-
tuur en het systeem zorgt evenmin
voor meer grip op het wegdek. ESP
kan niet alle ongevallen voorko-
men, ook niet ongevallen die wor-
den veroorzaakt door te hoge snel-
heden in bochten, het rijden op zeer
glad wegdek, of aquaplaning. ESP
kan evenmin ongelukken voorko-
men die het gevolg zijn van het
verlies van de controle over het
voertuig doordat het rijgedrag niet
is aangepast aan de omstandighe-
den. Alleen een oplettende en be-
kwame bestuurder met een veilige
rijstijl kan ongelukken voorkomen.
Gebruik de mogelijkheden van een
auto met ESP nooit op een roeke-
loze of risicovolle wijze die de vei-
ligheid van de bestuurder of ande-
ren in gevaar brengt.Bedrijfsmodi van ESP
Het ESP-systeem kent twee of drie
bedrijfsmodi:
ESP ingeschakeld
Dit is de normale bedrijfsmodus voor
het ESP-systeem. Als de auto wordt
gestart, bevindt het ESP-systeem zich
in deze modus. Deze modus moet wor-
den gebruikt voor het merendeel van
de rijomstandigheden. Het ESP-
systeem mag alleen om specifieke re-
denen worden uitgeschakeld, zoals
wordt beschreven in de volgende pa-
ragrafen.
Gedeeltelijk uitgeschakeld
De modus "Gedeeltelijk uit" is be-
doeld voor situaties waarin een meer
dynamische rijervaring gewenst is.
Deze modus is tevens bedoeld voor
rijden in diepe sneeuw, zand of grint.
In deze modus wordt het ASR-
gedeelte van het ESP-systeem uitge-
schakeld en wordt de drempelwaarde
voor inschakeling van ESP verhoogd,
waardoor meer wielspin door ESP
wordt toegelaten dan normaal. De schakelaar"ESP uit" bevindt zich
in de rij schakelaars in het midden
van het instrumentenpaneel. Als u de
bedrijfsmodus "Gedeeltelijk uit" wilt
activeren, drukt u kort op de schake-
laar "ESP uit". Het controlelampje
"ESP uit" gaat dan branden. Als u de
ESP opnieuw wilt inschakelen, drukt
u nogmaals kort op de knop "ESP
uit". Het controlelampje "ESP uit"
dooft dan.
WAARSCHUWING!
Wanneer ESP in de stand "Ge-
deeltelijk uit" staat, wordt de
ASR-functie van ESP uitgescha-
keld (behalve de slipbeperking
die is beschreven de paragraaf
over ASR) en brandt het indica-
tielampje "ESP uit". Wanneer
ESP in de stand "Gedeeltelijk
uit" staat, wordt de functie voor
het verminderen van het motor-
vermogen van ASR uitgeschakeld
en neemt de verbeterde voertuigs-
tabiliteit die het ESP-systeem
biedt af.
(Vervolgd)
256
Page 263 of 380

WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Trailer Sway control (TSC) is uit-geschakeld wanneer het ESP-
systeem in de stand "Gedeeltelijk
uit" staat.
OPMERKING:
Om de grip te verbeteren tijdens het rijden met sneeuwkettingen,
bij het wegrijden in diepe
sneeuw, zand of grind, kan het
raadzaam zijn naar de stand
"Gedeeltelijk uit" te schakelen
door kort op de schakelaar "ESP
uit" te drukken. Wanneer er
geen reden meer is om de modus
"Gedeeltelijk uit" te gebruiken,
drukt u nogmaals kort op de
schakelaar "ESP uit". Dit is ook
mogelijk tijdens het rijden.
Trailer Sway control (TSC) is uit-
geschakeld wanneer het ESP-
systeem in de stand "Gedeeltelijk
uit" staat.
Volledig uit (voor bepaalde
uitvoeringen/landen) Deze modus is uitsluitend bedoeld
voor gebruik buiten openbare wegen
en voor terreinrijden en mag niet ge-
bruikt worden op de openbare weg.
In deze modus, zijn alle stabiliteits-
functies van de ASR en het ESP uit-
geschakeld. Om de volledig uitge-
schakelde modus in te schakelen,
houdt u de schakelaar "ESP uit" ge-
durende vijf seconden ingedrukt, ter-
wijl het voertuig stilstaat en de moto
draait. Na vijf seconden, klinkt er een
geluidssignaal en gaat het controle-
lampje "ESP uit" branden en wordt
de melding "ESP UIT" weergegeven
in het elektronische voertuiginforma-
tiecentrum (EVIC). Om het ESP weer
in te schakelen, drukt u kort op de
toets "ESP uit.
WAARSCHUWING!
In de stand waarbij ESP volledig is
uitgeschakeld, worden de functies
voor reductie van het motorvermo-
gen en de stabiliteitsregeling gean-
nuleerd. Bij een uitwijkende bewe-
ging in een noodgeval wordt het
ESP-systeem niet geactiveerd als
hulpmiddel bij de stabiliteitsrege-
ling van de auto. De volledig uitge-
schakelde modus is uitsluitend be-
doeld voor terreinrijden.
HILL START ASSIST (HSA)
Het HSA-systeem is bedoeld om de
bestuurder te helpen bij het wegrijden
vanuit stilstand op een helling. HSA
handhaaft gedurende een korte peri-
ode dezelfde remkracht die de be-
stuurder heeft uitgeoefend, nadat de
bestuurder zijn voet van het rempe-
daal haalt. Als de bestuurder tijdens
deze korte periode geen gas geeft, zal
het systeem minder remkracht uitoe-
fenen en zal de auto van de helling
rollen. Het systeem vermindert de
257
Page 264 of 380

remkracht in verhouding tot de hoe-
veelheid gas die gegeven wordt zodra
de auto in de bedoelde rijrichting be-
gint te bewegen.
Voorwaarden voor activering van
HSA
HSA wordt geactiveerd als aan de vol-
gende voorwaarden wordt voldaan:
De auto moet stilstaan.
De auto moet op een helling vanongeveer 6% of meer staan.
De gekozen versnelling moet over- eenkomen met de stand van de auto
op de helling (in een vooruitver-
snelling als de voorkant van de auto
naar boven is gericht; in de achter-
uitversnelling (REVERSE) als de
voorkant van de auto naar beneden
is gericht). HSA werkt in de achteruitversnelling
(REVERSE) en alle vooruitversnel-
lingen als aan de voorwaarden voor
activering wordt voldaan. Het sys-
teem wordt niet geactiveerd als de
schakelhendel in de stand in NEU-
TRAL of PARK staat.
WAARSCHUWING!
Met een zwaar beladen auto of het
trekken van een aanhanger kunnen
zich op lichte hellingen situaties
voordoen waarbij het systeem niet
wordt geactiveerd en de auto enigs-
zins gaat rollen. Dit kan leiden tot
een aanrijding met een ander voer-
tuig of object. Vergeet nooit dat de
bestuurder verantwoordelijk is
voor het remmen.
Een aanhanger trekken met HSA
HSA helpt u tijdens het wegrijden op
een helling terwijl u een aanhanger
trekt.
WAARSCHUWING!
Als u een aanhangerremregeling gebruikt op uw aanhanger, kunt u
de remmen van uw aanhanger in-
en uitschakelen met de remscha-
kelaar. Het is dan mogelijk dat er,
wanneer u het rempedaal loslaat,
onvoldoende remkracht is om de
auto en aanhanger op een helling
op hun plaats te houden, wat kan
leiden tot een aanrijding met een
ander voertuig of object achter u.
Om te voorkomen dat de auto
omlaag rolt als u weer gaat rijden,
moet u de aanhangerrem hand-
matig inschakelen voordat u het
rempedaal loslaat. Vergeet nooit
dat de bestuurder verantwoorde-
lijk is voor het remmen.
HSA is geen handrem. Trek de handrem altijd helemaal aan
voordat u uitstapt. Controleer
ook of de schakelhendel in de
stand PARK staat.
(Vervolgd)
258