ADAPTIEVE CRUISECONTROL (ACC)ACTIVEREN ...........................148
INSCHAKELEN ........................148
GEWENSTE ACC-SNELHEID INSTELLEN . . . .149
ANNULEREN ..........................149
UITSCHAKELEN .......................149
SNELHEID HERVATTEN .................150
INGESTELDE SNELHEID AANPASSEN ......150
VOLGAFSTAND INSTELLEN IN ACC ........151
INHAALHULP .........................152
MENU VAN DE ADAPTIEVE CRUISECONTROL (ACC) .................153
WAARSCHUWINGEN EN ONDERHOUDSAANWIJZINGEN OP HET
SCHERM .............................153
VOORZORG TIJDENS HET RIJDEN MET ACC . .155
MODUS NORMALE CRUISECONTROL (VASTE SNELHEID) .....................157
FORWARD COLLISION WARNING (voor bepaalde uitvoeringen/landen) .............158
PARKSENSE® PARKEERHULP ..............159
PARKSENSE® SENSOREN ................160
PARKSENSE® WAARSCHUWINGSSCHERM . .160
PARKSENSE® scherm ...................161
GELUIDSSIGNALEN VAN PARKEERHULP VÓÓR ................................162
PARKSENSE® IN- EN UITSCHAKELEN ......162
77
Het elektronischstabiliteitsregelsysteem/
tractieregelsysteem (ESP/ASR)
wordt geactiveerd.
Hervatten
Druk op de knop RES +en neem
vervolgens uw voet van het gaspedaal.
Het EVIC toont de laatst ingestelde
snelheid.
Uitschakelen
Het systeem wordt uitgeschakeld en
wist de ingestelde snelheid uit het ge-
heugen als u:
Kort op de knop ON/OFF drukt.
De contactschakelaar in de stand OFF zet.
ESP uitschakelt.
Als het cruisecontrolsysteem wordt
uitgeschakeld en vervolgens weer in-
geschakeld, activeert het systeem de
laatste instelling van de bestuurder
(ACC of Normale cruisecontrol).FORWARD COLLISION
WARNING (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Forward Collision Warning (FCW)
waarschuwt de bestuurder voor een
mogelijke aanrijding met het voertuig
vóór u en wijst de bestuurder erop
actie te ondernemen om een aanrij-
ding te voorkomen.
FCW bewaakt de informatie van de
vooruitkijksensor, van de elektroni-
sche remregeling EBC (Electronic
Brake Controller) en van de wielsnel-
heidsensoren om te berekenen of zich
het gevaar van een kop-staartbotsing
voordoet. Wanneer het systeem con-
stateert dat een kop-staartbotsing
waarschijnlijk is, verschijnt een waar-
schuwingsmelding (met geluidssig-
naal) in het EVIC. Wanneer het sys-
teem bepaalt dat een aanrijding met
het voertuig vóór u niet langer waar-
schijnlijk is, worden de waarschuwin-
gen uitgeschakeld.
OPMERKING: De minimumsnel-
heid voor inschakeling van het
FCW-systeem is 16 km/u.
WAARSCHUWING!
Forward Collision Warning (FCW)
is niet bedoeld om zelfstandig een
aanrijding te voorkomen en kan
ook niet elke soort mogelijke aan-
rijding herkennen. De bestuurder
blijft verantwoordelijk voor de be-
sturing van de auto en het voorko-
men van een aanrijding. Als u deze
waarschuwing niet opvolgt, kan dit
ernstig en zelfs dodelijk letsel tot
gevolg hebben.
De FCW-status wijzigen
De FCW-functie kan worden ingesteld
op veraf of dichtbij, of kan worden
uitgeschakeld met het Uconnect®
systeem, raadpleeg "Uconnect® in-
stellingen" in het hoofdstuk "Het in-
strumentenpaneel" voor meer infor-
matie. De FCW-status Off (uit), Near
(dichtbij) of Far (veraf) wordt weer-
gegeven op het Uconnect® scherm.
De standaardinstelling van de FCW is
"Far" (veraf). Hierbij waarschuwt het
systeem u voor een mogelijke aanrij-
ding met een voertuig vóór u terwijl u
158
Adaptieve cruisecontrol (ACC)
ingesteld (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)Deze indicator licht op als
de adaptieve cruisecontrol
(ACC) is ingesteld. Raad-
pleeg de paragraaf "Adap-
tieve cruisecontrol (ACC)" in het
hoofdstuk "De functies van uw auto"
voor meer informatie hierover.
ORANJE INDICATOREN IN
EVIC
In dit gedeelte worden instelbare
oranje indicatoren getoond. Voorbeel-
den van deze indicatoren zijn:
Forward Collision Warning
(FCW) uitgeschakeld (voor be-
paalde uitvoeringen/landen)
Deze indicator wijst de be-
stuurder erop dat de functie
Forward Collision Warning
(FCW) is uitgeschakeld.
Deze indicator licht op als de radar-
sensor aan de voorzijde van de auto is
geblokkeerd en gereinigd moet wor-
den, onderhoud van de ACC/FCW-
sensoren noodzakelijk is of als het ACC/FCW-systeem niet beschikbaar
is door een systeemstoring. Raadpleeg
de paragraaf "Adaptieve cruisecon-
trol (ACC)" in het hoofdstuk "De
functies van uw auto" voor meer in-
formatie hierover.
Laag brandstofpeil
Als het brandstofpeil is gezakt
tot ongeveer 11,0 liter, gaat dit
lampje aan en blijft het branden tot er
brandstof wordt bijgevuld.
Laag peil ruitensproeiervloeistof
Dit lampje gaat branden om
aan te geven dat het peil
van de ruitensproeiervloei-
stof laag is.
Storing adaptieve cruisecontrol
(ACC) (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
Dit lampje gaat branden
wanneer de ACC niet werkt
en onderhoud nodig heeft.
Raadpleeg de paragraaf
"Adaptieve cruisecontrol (ACC)" in
het hoofdstuk "De functies van uw
auto" voor meer informatie hierover. Wacht met starten — alleen die-
selmotoren
Dit lampje gaat branden als u
de contactschakelaar voor het
eerst in de stand ON/RUN wordt ge-
zet. Wacht met het starten van de
motor totdat het lampje is gedoofd.
(Raadpleeg de paragraaf "Startproce-
dures" in het hoofdstuk "Starten en
rijden" voor meer informatie
hierover.)
Water in brandstof — alleen
dieselmotoren
Geeft aan dat er water is
gedetecteerd in het brand-
stoffilter. Als dit lampje
blijft branden, mag u de
auto NIET starten voordat u het water
uit het brandstoffilter hebt afgetapt
om schade aan de motor te voorko-
men. Raadpleeg de paragraaf
"Onderhoudsprocedures/brandstof
aftappen/filter van waterafscheider"
in het hoofdstuk "Onderhoud van uw
auto" voor de procedure voor het af-
tappen van water.
195
Fuel Saver Display (brandstofbespa-
ringsscherm) tot een vinkje naast de
instelling verschijnt, dat aangeeft dat
de instelling is gekozen. Kies de
schermtoets met de pijl naar links om
naar het vorige menu terug te keren.
Clock (klok)
Nadat u de schermtoets Clock (klok)
hebt gekozen, zijn de volgende instel-
lingen mogelijk.
Sync Time With GPS (tijd syn-
chroniseren met GPS) (voor be-
paalde uitvoeringen/landen)
In dit scherm kunt u de tijd automa-
tisch door de radio laten instellen.
Kies, om de gesynchroniseerde tijds-
instelling te wijzigen de schermtoets
"Sync Time with GPS" (tijd synchro-
niseren met GPS) tot een vinkje naast
de instelling verschijnt, wat aangeeft
dat de instelling is gekozen. Kies de
schermtoets met de pijl naar links om
naar het vorige menu terug te keren.
Set Time Hours (Uren instellen)
In dit scherm kunt u de uren instellen.
De schermtoets "Sync Time with
GPS" (tijd synchroniseren met GPS)mag niet zijn geselecteerd. Kies de
schermtoetsen + of - om het getal van
de uren te verhogen of te verlagen.
Nadat de instelling is voltooid, kiest u
de schermtoets met de pijl naar links
om naar het vorige menu terug te
keren of kiest u de schermtoets X om
het instellingenscherm te sluiten.
Set Time Minutes (Minuten in-
stellen)
In dit scherm kunt u de minuten in-
stellen. De schermtoets "Sync Time
with GPS" (tijd synchroniseren met
GPS) mag niet zijn geselecteerd. Kies
de schermtoetsen + of - om het getal
van de minuten te verhogen of te ver-
lagen. Nadat de instelling is voltooid,
kiest u de schermtoets met de pijl naar
links om naar het vorige menu terug
te keren of kiest u de schermtoets X
om het instellingenscherm te sluiten.
Time Format (Tijdnotatie)
In dit scherm kunt u de notatie van de
weergegeven tijd veranderen. Kies de
schermtoets "Time Format" (tijdno-
tatie) tot een vinkje naast 12-uurs of
24-uurs notatie verschijnt, wat aan-
geeft dat de instelling is gekozen. Kiesde schermtoets met de pijl naar links
om naar het vorige menu terug te
keren.
Show Time in Status Bar (Tijd
in statusbalk weergeven)
In dit scherm kunt u de digitale klok
in de statusbalk in- of uitschakelen.
Om de status van de tijdsaanduiding
te veranderen, kiest u de schermtoets
Show Time in Status Bar (tijd weerge-
ven in statusbalk) tot een vinkje naast
de instelling verschijnt, wat aangeeft
dat de instelling is gekozen. Kies de
schermtoets met de pijl naar links om
naar het vorige menu terug te keren.
Safety / Assistance
(veiligheid/hulp)
Nadat u de schermtoets Safety / As-
sistance (veiligheid/hulp) hebt geko-
zen, zijn de volgende instellingen mo-
gelijk.
Front Collision Sensitivity (ge-
voeligheid FCW) (voor bepaalde
uitvoeringen/landen)
De functie Front Collision Warning
(FCW) kan worden ingesteld op Far
205
Aandrijving op allewielen (AWD)
.........247, 331
Aanhangergewicht...........282
Aanhangwagen trekken........278
Aanvullend veiligheidssysteem -Airbag
..................42
ABS.....................253
ABS-lampje................190
ABS, waarschuwingslampje.....190
Accu....................318
Accu,locatie
.................318
van afstandsbediening
vervangen
...............20
Achteras (differentieel)........332
Achtermistlamp.............134
Achtermistlampen...........134
Achterruitontdooier..........178
Achterruitverwarming.........178
Achterruitvoorzieningen.......178
Adaptieve cruisecontrol (ACC)(cruisecontrol)
............146
Additieven, brandstof.........276
Afstandsbediening autoradio. . . .215
Afstandsbediening kofferklep.....30
Afvoeren,
antivries (motorkoelvloeistof). .326
motorolie...............317
Airbag.................42, 49
Airbag, activering.............50
Airbaglampje......47, 51, 69, 189
Airbagonderhoud.............51
Airbag, raam (zijgordijn). .44, 46, 49
Airbag, zij-.........44, 46, 48, 49
Airco, filter............223, 320
Airco, koelmiddel........319, 320
Aircosysteem...........222, 319
Alarmknipperlichten..........293
Alarmlampje...............190
Alarmlichten...............190
Alarmsysteem (beveiliging). . .15, 16
Algemeen onderhoud.........315
Algemene informatie. . . .15, 21, 109
Antiblokkeersysteem(ABS)
..............253, 254
Anti-ongevalsysteem FCW (ForwardCollision Warning)
......158, 195
Antivries(motorkoelvloeistof)
.....325, 346
Antivries (motorkoelvloeistof),afvoeren
...............326
Asolie....................348
Assmeermiddel (asolie)........348
AudiosysteemKicker
.................214
Audiosysteem Kicker..........214
Automatisch controlelampje Olieverversen
................198
Automatische koplampen.......132
Automatischeportiervergrendelingen
........23
Automatische temperatuurregeling(ATC)
..................222
Automatische versnellingsbak. . .235,
240, 330, 331
Automatische versnellingsbak, AutoStick
...............245
schakelgroepen...........236
soort vloeistof............348
speciale additieven........330
vloeistof bijvullen......331, 348
vloeistof en filter vervangen. .331
vloeistofpeil controleren.....330
vloeistof verversen.........331
Automatische versnellingsbak,noodloopmodus
...........239
Automatisch ontgrendelen,portieren
.................23
AutoStick.................245
Bagageruimte..............177
Bagageruimte, voorzieningen. . . .177
Banden................70, 260
Banden,algemene informatie
.......260
bandenspanning..........260
compacte thuiskomer.......264
364