Als de waarschuwingsknipper-lichten zijn ingeschakeld, zal
het systeem alleen een visuele
waarschuwing geven.
Wanneer het systeem echter in RCP-
modus werkt, zal zowel een visuele als
geluidswaarschuwing worden gegeven
wanneer een object wordt gedetecteerd.
Wanneer een geluidssignaal moet wor-
den weergegeven, wordt het volume
van de radio verlaagd. Signaalstatus
richtingaanwijzers/
waarschuwingsknipperlicht wordt ge-
negeerd; de RCP-status vereist altijd
het geluidssignaal.
Dodehoekwaarschuwing uit (al-
leen Verlichting)
Als de dodehoekbewaking is uitge-
schakeld, worden er geen visuele of
geluidssignalen weergegeven door het
dodehoekbewakings- of RCP-
systeem. OPMERKING: De dodehoekbe-
waking slaat de huidige bedrijfs-
modus op wanneer de contact-
schakelaar wordt uitgezet. Tijdens
het starten van de auto wordt de
laatst opgeslagen modus opgeroe-
pen en geactiveerd.
Uconnect® PHONE
(8.4/8.4N)
Uconnect® 8.4 /8.4 NAV
Uconnect® Phone is een via spraak te
activeren, handsfree communicatiesys-
teem voor in de auto. Via Uconnect®
Phone kunt u een telefoonnummer met
uw mobiele telefoon kiezen.
Uconnect® Phone ondersteunt de
volgende functies:
OPMERKING: Om de bericht-
functies te kunnen gebruiken,
moet uw telefoon SMS-berichten
via Bluetooth® kunnen verwer-
ken.
Het geluid van de mobiele telefoon
wordt doorgegeven via het audiosys-
teem van de auto en dit systeemdempt automatisch de radio wanneer
Uconnect® Phone wordt gebruikt.
Via Uconnect® Phone kunt u bij het
in- en uitstappen gesprekken van het
systeem met uw mobiele telefoon
doorverbinden en andersom. Ook
kunt u de microfoon van het systeem
dempen wanneer u een privégesprek
wilt voeren.
WAARSCHUWING!
Elk spraakgestuurd systeem mag
alleen worden gebruikt als de
rijomstandigheden dit toelaten en
het gebruik in overeenstemming is
met de verkeersregels, incl. wetge-
ving betreffende het gebruik van
telefoons. Uw aandacht moet ge-
richt zijn op het veilig besturen van
de auto. Anders bestaat er een risico
op een ongeval en ernstig of zelfs
dodelijk letsel.
Uconnect® Phone wordt aangestuurd
via het Bluetooth® Handsfree-profiel
van uw mobiele telefoon. Uconnect®
88
U kunt ook de volgende spraakbedie-
ningsopdracht gebruiken om een lijst
met gekoppelde audioapparaten te la-
ten weergeven:
"Show Paired Phones" (laat gekop-pelde telefoons zien)
"Connect My Phone" (telefoon verbinden)
Verbinding met een bepaalde
mobiele telefoon of een
audioapparaat tot stand brengen
na het koppelen
Uconnect® Phone zal automatisch
een verbinding tot stand brengen met
de telefoon en/of het audioapparaat
met de hoogste prioriteit binnen het
bereik. Ga als volgt te werk als u een
bepaalde telefoon of audioapparaat
wilt kiezen:
1. Kies de schermtoets "Settings"
(Instellingen),
2. Kies de schermtoets van de gekop-
pelde telefoon of het gekoppelde au-
dioapparaat, 3. Kies de betreffende telefoon of de
schermtoets "Paired Audio Sources"
(Gekoppelde audiobronnen) en ver-
volgens een audioapparaat,
4. Kies de X om het scherm Settings
(Instellingen) te sluiten.
Een telefoon of audioapparaat
ontkoppelen
1. Kies de schermtoets "Settings"
(Instellingen),
2. Kies de schermtoets van de gekop-
pelde telefoon of het gekoppelde au-
dioapparaat,
3. Kies de schermtoets + rechts naast
de naam van het apparaat,
4. De pop-up met opties wordt weer-
gegeven,
5. Kies de schermtoets "Disconnect
Device" (Apparaat ontkoppelen),
6. Kies de X om het scherm Settings
(Instellingen) te sluiten.
Een telefoon of audioapparaat
verwijderen
1. Kies de schermtoets "Settings"
(Instellingen),
2. Raak de schermtoets van de ge-
koppelde telefoon of het gekoppelde
audioapparaat aan,
3. Kies de schermtoets + rechts naast
de naam van het toestel/apparaat
voor een andere telefoon of audioap-
paraat dan het apparaat dat momen-
teel aangesloten is,
4. De pop-up met opties wordt weer-
gegeven,
5. Kies de schermtoets "Delete De-
vice" (Apparaat verwijderen),
6. Kies de X om het scherm Settings
(Instellingen) te sluiten.
Een telefoon of audioapparaat als
favoriet instellen
1. Kies de schermtoets "Settings"
(Instellingen),
2. Kies de schermtoets "Phone/
Bluetooth®",
94
kiezen met behulp van de cijfertoet-
sen of de recente oproepen, SMS-
inbox of vanuit het telefoonboek.
Raadpleeg de paragraaf "Wisselge-
sprek voeren" voor informatie over
het terugschakelen naar het eerste ge-
sprek. Raadpleeg "Gesprekken sa-
menvoegen" voor informatie over het
combineren van twee gesprekken.
Een gesprek in de wacht zetten /
uit de wacht halen
Kies tijdens een actief gesprek de
schermtoets "Hold" (In wacht) in het
hoofdscherm Phone (Telefoon).
Wisselgesprek voeren
Als er twee gesprekken actief zijn (één
actief en de andere in de wacht), kiest
u de schermtoets Swap (wisselen) in
het hoofdscherm Phone (telefoon). Er
kan slechts één gesprek tegelijk in de
wacht gezet worden.
U kunt ook de toets
indrukken om
tussen het actieve gesprek en het ge-
sprek in de wacht te schakelen. Gesprekken samenvoegen
Wanneer er twee gesprekken actief
zijn (één actief en de andere in de
wacht), kiest u de schermtoets "Join
Calls" (Gesprekken samenvoegen) in
het hoofdscherm Phone (Telefoon)
om alle gesprekken te combineren in
een vergadergesprek..
Gesprek beëindigen
Om een actief gesprek te beëindigen
drukt u kort op de toets
of kiest u
de schermtoets End (Beïndigen). Al-
leen actieve gesprekken worden dan
beëindigd en als er een gesprek in de
wacht is gezet wordt dit het nieuwe
actieve gesprek.
Opnieuw kiezen
Druk op de schermtoets "Redial" (op-
nieuw kiezen), of druk de
en zeg
na de prompt "Listening" (luistert)
en de daarop volgende pieptoon, "Re-
dial" (opnieuw kiezen).
Uconnect® Phone belt het laatst ge-
kozen nummer op uw mobiele tele-
foon. Voortzetting telefoongesprek
De functie "Voortzetting telefoonge-
sprek" maakt het mogelijk een tele-
foongesprek via Uconnect® Phone
voort te zetten nadat de contactscha-
kelaar naar de stand OFF is gedraaid.
OPMERKING: Het gesprek blijft
binnen het audiosysteem van de
auto actief tot de telefoon buiten
het bereik van de Bluetooth® ver-
binding komt. Wanneer u de auto
verlaat verdient het aanbeveling
de schermtoets "Transfer" (Door-
verbinden) te kiezen.
FUNCTIES VAN
UCONNECT® PHONE
Taalkeuze
Taal van Uconnect® Phone wijzigen:
Druk op de toetsom te beginnen.
Na de prompt "Ready" (Gereed) en de daarop volgende pieptoon
spreekt u de naam in van de taal die
u wilt gebruiken (Engels, Neder-
lands, Frans, Duits, Italiaans of
Spaans, indien aanwezig).
99
OPMERKING: Sommige merken
mobiele telefoons verzenden de
kiestoon niet naar Uconnect®
Phone. In dat geval zult u de kies-
toon dus niet horen. De gebruiker
heeft dan, ook als het nummer
goed gekozen is, wellicht het ge-
voel dat er geen verbinding is, ter-
wijl deze in feite al tot stand is
gebracht. Zodra de oproep wordt
beantwoord, hoort u het geluid.
Dempen/dempen uit
Wanneer u het geluid van Uconnect®
Phone uitschakelt, kunt u nog steeds
horen wat uw gesprekspartner zegt,
maar deze kan u niet horen. Om
Uconnect® Phone te dempen, kiest u
de toets Mute (Dempen) in het hoofd-
scherm Phone (Telefoon).
GEAVANCEERDE
TELEFOONVERBINDINGEN
Telefoongesprek doorschakelen
van en naar een mobiele telefoon
Met Uconnect® Phone kunt u actieve
gesprekken doorschakelen van uw
mobiele telefoon naar Uconnect®Phone, zonder het gesprek te beëindi-
gen. Als u een actief gesprek wilt door-
verbinden van uw gekoppelde mo-
biele telefoon met Uconnect® Phone
of omgekeerd, kiest u de toets Trans-
fer (Doorverbinden) in het hoofd-
scherm Phone (Telefoon).
De verbinding tussen Uconnect®
Phone en de mobiele telefoon tot
stand brengen of verbreken
Wanneer u de Bluetooth® verbinding
tussen een aan Uconnect® gekop-
pelde mobiele telefoon en Uconnect®
Phone tot stand wilt brengen of wilt
verbreken, volg dan de aanwijzingen
in de gebruikershandleiding van uw
mobiele telefoon.
WAT U MOET WETEN
OVER UW Uconnect®
PHONE
Spraakbediening
Voor optimale prestaties stelt u de
achteruitkijkspiegel zo in dat er ten
minste 1 cm afstand is tussen de
spiegel en de dakconsole (voor be-
paalde uitvoeringen/landen). Wacht altijd op de pieptoon voor u
begint spreken.
Spreek op normale toon, zonder te pauzeren, net alsof u een gesprek
voert met iemand die een meter of
twee van u vandaan zit.
Zorg ervoor dat u de enige bent die spreekt tijdens de spraakbediening.
De spraakherkenning werkt het best:
als de aanjager op een lage of normale stand staat,
bij lage tot matige voertuigsnel- heid,
bij weinig weglawaai,
bij een gelijkmatig wegdek,
bij volledig gesloten ramen,
bij droge weersomstandigheden.
Hoewel het systeem ontworpen is voor verschillende accenten, is het
mogelijk dat het systeem voor som-
mige mensen niet altijd werkt.
103