Page 329 of 380

van de auto is beschadigd, is er moge-
lijk sprake van lekkage in het uitlaat-
systeem. Laat een vakbekwame mon-
teur het volledige uitlaatsysteem en de
naburige carrosseriedelen controleren
op breuk, schade, slijtage of verplaat-
singen. Open naden of losse verbin-
dingen kunnen ertoe leiden dat uit-
laatgassen binnendringen in het
interieur. Laat het uitlaatsysteem ook
altijd controleren wanneer de auto op
een hefbrug wordt gezet voor het ver-
versen van smeervet of olie. Laat in-
dien nodig onderdelen vervangen.
WAARSCHUWING!
Uitlaatgassen kunnen gezond-
heidsproblemen veroorzaken of
zelfs dodelijk zijn. Ze bevatten
koolmonoxide (CO), een kleur- en
geurloos gas. Het inademen ervan
kan bewusteloosheid en vergifti-
ging veroorzaken. Om inademen
van koolmonoxide (CO) te voorko-
men raadpleegt u "Veiligheidstips/
uitlaatgas" in "Zaken die u moet
weten voordat u de motor start"
voor meer informatie.
LET OP!
Vanwege de katalysator mag uit-
sluitend loodvrije benzine worden
getankt. Door gelode benzine ver-
liest de katalysator zijn regelende
werking voor de uitlaatgassen en
kunnen de motorprestaties aan-
zienlijk afnemen met ernstige mo-
torschade tot gevolg.
Onder normale bedrijfsomstandighe-
den heeft de katalysator geen onder-
houd nodig. Het is echter van belang
dat de dealer de motorafstellingen re-
gelmatig optimaliseert om zo schade
aan de katalysator te voorkomen.
LET OP!
De katalysator kan worden bescha-
digd als u de auto niet in goede
conditie houdt. Bij een motorsto-
ring, vooral bij het overslaan van de
motor of duidelijke vermogensver-
liezen, moet u de auto meteen laten
repareren. Als u doorrijdt met een
ernstige storing kan de katalysator
oververhit raken waardoor deze en
de auto beschadigd raken. OPMERKING: Opzettelijk
knoeien aan het uitlaatgasregel-
systeem is strafbaar en kan leiden
tot strafrechtelijke vervolging.
WAARSCHUWING!
Een heet uitlaatsysteem kan brand
veroorzaken wanneer u boven
brandbaar materiaal parkeert.
Denk bijvoorbeeld aan droog gras
of bladeren die in aanraking komen
met de hete uitlaat. Parkeer
daarom nooit op een ondergrond
waar uw uitlaat in aanraking kan
komen met brandbaar materiaal.
In uitzonderlijke situaties (bij zeer
ernstige motorschade) kan een door-
dringende geur duiden op een ernstige
en abnormale oververhitting van de
katalysator. Als dat gebeurt, breng de
auto dan veilig tot stilstand, zet de
motor uit en laat de auto afkoelen.
Laat de auto zo spoedig mogelijk con-
troleren en afstellen volgens de speci-
ficaties van de fabrikant.
323
Page 330 of 380

Houd rekening met het volgende om
mogelijke schade aan de katalysator
tot een minimum te beperken:
U mag nooit de motor uitzetten of het
contact uitschakelen tijdens het rij-
den en wanneer de versnellingsbak
in een versnelling is geschakeld.
Probeer de auto niet te starten doordeze te duwen of te slepen.
Laat de motor niet stationair draaien als een of meerdere bougies
zijn losgekoppeld of verwijderd,
bijvoorbeeld tijdens diagnosetests,
of gedurende langere perioden
waarbij de motor zeer onregelmatig
stationair draait of sprake is van
afwijkende
bedrijfsomstandigheden.
KOELSYSTEEM
WAARSCHUWING!
Als u werkzaamheden gaat verrich-
ten in de buurt van de radiatorven-
tilator, moet u de ventilatormotor
loskoppelen of de contactschake-
laar in de stand LOCK zetten. De
ventilator is temperatuurgeregeld
en kan op elk moment gaan draaien
als de contactschakelaar in de stand
ON staat.
Hete koelvloeistof (antivries) en stoom uit de radiateur kunnen
ernstige brandwonden veroorza-
ken. Als u stoom van onder de
motorkap hoort of ziet komen,
mag u de motorkap pas openen
nadat de radiateur voldoende is
afgekoeld. Open nooit de vuldop
van het koelsysteem als de radi-
ateur heet is.
LET OP!
Laat het onderhoud van uw auto
over aan een LANCIA-dealer. Voor
routine-onderhoud en klein onder-
houd dat u zelf wilt uitvoeren, ra-
den wij u aan om het juiste gereed-
schap, originele reserveonderdelen
van LANCIA en de vereiste vloei-
stoffen te gebruiken. Voer geen on-
derhoud uit als u geen ervaring
hebt.
Controle van koelvloeistof
Controleer de koelvloeistof (antivries)
ieder jaar (bij voorkeur voordat de
vorst invalt). Als de koelvloeistof (an-
tivries) vuil of roestig lijkt, moet het
systeem worden afgetapt en doorge-
spoeld en daarna met nieuwe koel-
vloeistof worden gevuld. Controleer of
de voorzijde van de airco-condensor
vrij is van insectenresten, bladeren,
enz. Spuit de voorzijde van de con-
densor indien nodig voorzichtig verti-
caal vanaf de bovenkant schoon met
een tuinslang.
324
Page 331 of 380

Controleer de slangen van het koel-
vloeistofreservoir op broos rubber,
barsten, scheuren, insnijdingen en
vloeistofdichte aansluiting aan
reservoir- en radiateurzijde. Contro-
leer het hele systeem op lekkage.
Controleer, wanneer de motor op be-
drijfstemperatuur is (maar niet
draait), of de vuldop van het koelsys-
teem luchtdicht afsluit door een
kleine hoeveelheid koelvloeistof (anti-
vries) via de aftapopening van de ra-
diateur te laten uitstromen. Als de dop
goed afsluit, begint de koelvloeistof
(antivries) uit het koelvloeistofreser-
voir te stromen. VERWIJDER DE
RADIATEURDOP NIET ALS HET
KOELSYSTEEM HEET IS.
Koelsysteem – aftappen, spoelen
en bijvullen
Reinig het koelsysteem met een be-
trouwbaar reinigingsmiddel als de
koelvloeistof (antivries) vuil is of als er
veel bezinksel aanwezig is. Voer daarna
een grondige spoelbeurt uit om alle af-
zettingen en chemicaliën te verwijde-
ren. Voer afgewerkte koelvloeistof (an-
tivries) op de juiste wijze af.
Raadpleeg het hoofdstuk "Onder-
houdsschema" voor de juiste onder-
houdsintervallen.
Keuze van koelvloeistof
Gebruik uitsluitend door de fabrikant
aanbevolen koelvloeistof (antivries).
Raadpleeg de paragraaf "Vloeistof-
fen, smeermiddelen en originele on-
derdelen" in "Onderhoud van uw
auto" voor meer informatie hierover.
LET OP!
Het mengen van koelvloeistof (an-
tivries) met andere dan de gespeci-
ficeerde koelvloeistof (antivries)
kan beschadiging van de motor
veroorzaken en de bescherming te-
gen roest verminderen. Als u in een
noodsituatie een andere koelvloei-
stof (antivries) aan het koelsys-
teem hebt toegevoegd dan wordt
voorgeschreven, is het verstandig
deze zo snel mogelijk te laten ver-
vangen door de voorgeschreven
koelvloeistof (antivries).
(Vervolgd)
LET OP!(Vervolgd)
Gebruik geen gewoon water ofkoelvloeistof (antivries) op basis
van alcohol. Gebruik geen
roestremmers of andere
anticorrosie-producten, omdat
deze mogelijk niet geschikt zijn
voor de gebruikte koelvloeistof
(antivries) en verstopping van de
koelvloeistof kunnen veroorza-
ken.
Deze auto is niet ontworpen voor het gebruik van motorkoelvloei-
stof (antivries) op basis van pro-
pyleenglycol. Het gebruik van
motorkoelvloeistof (antivries) op
basis van propyleenglycol wordt
afgeraden.
Koelvloeistof bijvullen
Uw auto wordt af-fabriek geleverd
met een verbeterde koelvloeistof (an-
tivries) die grotere onderhouds-
intervallen mogelijk maakt. Deze
koelvloeistof (antivries) kan maxi-
maal tien jaar of 240.000 km worden
gebruikt voordat deze moet worden
325
Page 332 of 380

ververst. Gebruik altijd dezelfde koel-
vloeistof (antivries). Daarmee voor-
komt u dat dit verlengde onderhouds-
interval wordt verkort.
Houd rekening met het volgende
wanneer u koelvloeistof (antivries)
bijvult:
Gebruik uitsluitend zeer zuiver water,
zoals gedistilleerd of gedeïoniseerd
water, voor het verdunnen van de
koelvloeistof (antivries). Water van
lagere kwaliteit kan de corrosiebe-
scherming in het motorkoelsysteem
verminderen.
Het is de taak van de eigenaar van de
auto om de concentratie van de koel-
vloeistof aan te passen aan de buiten-
temperatuur.
OPMERKING: Het mengen van
verschillende typen motorkoel-
vloeistof (antivries) verkort de le-
vensduur van de koelvloeistof (an-
tivries) en leidt tot kortere
verversingsintervallen.Vuldop van het koelsysteem
Draai de vuldop goed vast, zodat
wordt voorkomen dat er koelvloeistof
(antivries) wordt gemorst en de koel-
vloeistof (antivries) terugloopt naar
de radiateur via het koelvloeistofre-
servoir.
Controleer de vuldop en reinig deze
grondig wanneer er afzettingen zicht-
baar zijn op het sluitvlak.
WAARSCHUWING!
Als waarschuwing is de tekst "DO
NOT OPEN HOT" (NIET OPE-
NEN, HEET) op de vuldop van het
koelsysteem aangebracht. Vul
nooit koelvloeistof (antivries) bij
als de motor oververhit is. Draai
nooit de vuldop los om een overver-
hitte motor te laten afkoelen. Door
de hitte komt het koelsysteem on-
der druk te staan. Om brandwon-
den en ander letsel te voorkomen,
mag u nooit de vuldop verwijderen
van een koelcircuit dat heet is of
onder druk staat.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Gebruik geen andere vuldop dan
de voorgeschreven vuldop voor
uw auto. Dit kan leiden tot per-
soonlijk letsel of motorschade.
Afvoeren van afgewerkte
koelvloeistof
Afgewerkte koelvloeistof (antivries)
op basis van ethyleenglycol is een af-
valstof die conform de milieuvoor-
schriften moet worden afgevoerd.
Raadpleeg de gemeentelijke instanties
over de juiste wijze van afvoeren. Om
inslikken door kinderen of dieren te
voorkomen, dient u koelvloeistof (an-
tivries) met ethyleenglycol nooit in
open reservoirs te bewaren. Laat de
vloeistof ook nooit in plassen op de
grond terechtkomen. Schakel onmid-
dellijk medische hulp in als een kind
of huisdier koelvloeistof heeft inge-
slikt. Verwijder gemorste vloeistof on-
middellijk.
326
Page 333 of 380

Koelvloeistofpeil
Aan het koelvloeistofreservoir kunt u
snel en duidelijk controleren of er vol-
doende koelvloeistof in het koelsys-
teem aanwezig is. Bij uitgeschakelde
en koude motor moet het koelvloei-
stofpeil in het reservoir tussen het
aangegeven minimum- en maximum-
peil liggen.
Omdat de radiateur normaal gespro-
ken volledig gevuld blijft, is het niet
nodig de radiateurdop te verwijderen,
tenzij u de koelvloeistof (antivries)
wilt controleren op vriespunt of wilt
verversen. Maak uw monteur hierop
attent. Zolang de bedrijfstemperatuur
van de motor in orde is, hoeft u het
koelvloeistofreservoir slechts eenmaal
per maand te controleren.
Als de koelvloeistof (antivries) moet
worden bijgevuld, doet u dit via de
vulopening van het koelvloeistofreser-
voir. Vul nooit te veel vloeistof bij.Belangrijk
OPMERKING: Wanneer u na en-
kele kilometers de auto tot stil-
stand brengt, ziet u mogelijk wa-
terdamp opstijgen vanuit de
voorzijde van het motorcomparti-
ment. Dit is meestal het gevolg van
een hoge luchtvochtigheid, of van
regen of sneeuw die op de radi-
ateur is achtergebleven en ver-
dampt wanneer de thermostaat-
klep opengaat, zodat er hete
koelvloeistof (antivries) in de radi-
ator kan stromen.
Wanneer bij een inspectie van het mo-
torcompartiment blijkt dat de radi-
ateur en de slangen geen defecten ver-
tonen, kunt u gerust met de auto gaan
rijden. De damp zal snel verdwijnen.
Vul niet te veel vloeistof bij in het
koelvloeistofreservoir.
Controleer het vriespunt van de koelvloeistof (antivries) in de radi-
ateur en in het koelvloeistofreser-
voir. Als de koelvloeistof (antivries)
moet worden bijgevuld, moet ook de inhoud van het koelvloeistofre-
servoir worden beschermd tegen
bevriezing.
Als u regelmatig koelvloeistof (an- tivries) moet bijvullen of het vloei-
stofpeil in het koelvloeistofreservoir
niet daalt wanneer de motor af-
koelt, moet het koelsysteem door
middel van een druktest op lekkage
worden gecontroleerd.
Zorg altijd voor een concentratie van minimaal 50% motorkoelvloei-
stof (antivries) en gedistilleerd wa-
ter, voor optimale corrosiebescher-
ming van de aluminium onderdelen
van uw motor.
Zorg ervoor dat de overloopslangen van de radiateur en het koelvloei-
stofreservoir niet geknikt of geblok-
keerd zijn.
Houd de voorzijde van de radiateur schoon. Als uw auto is uitgerust met
airconditioning, houd dan de voor-
zijde van de condensor schoon.
327
Page 334 of 380

Vervang nooit de thermostaat door
een zomer- of wintertype. Wanneer
vervanging noodzakelijk is, mag
UITSLUITEND het voorgeschreven
type thermostaat worden inge-
bouwd. Andere typen kunnen leiden
tot onvoldoende werking van de
koelvloeistof (antivries), een hoger
brandstofverbruik en hogere emis-
siewaarden.
REMSYSTEEM
Om altijd optimale remprestaties te
waarborgen, moeten alle onderdelen van
het remsysteem regelmatig worden ge-
controleerd. Raadpleeg het hoofdstuk
"Onderhoudsschema" voor de juiste on-
derhoudsintervallen.
WAARSCHUWING!
Rijden met uw voet op het rempedaal
is gevaarlijk en kan leiden tot onge-
vallen. Rijden met uw voet op het
rempedaal veroorzaakt abnormaal
hoge remtemperaturen, verhoogt de
slijtage van de remvoering en kan
leiden tot schade aan het remsysteem.
U beschikt dan in noodgevallen niet
over het volledige remvermogen.
LET OP!
Laat het onderhoud van uw auto
over aan een LANCIA-dealer. Voor
routine-onderhoud en klein onder-
houd dat u zelf wilt uitvoeren, raden
wij u aan om het juiste gereedschap,
originele reserveonderdelen van
LANCIA en de vereiste vloeistoffen te
gebruiken. Voer geen onderhoud uit
als u geen ervaring hebt.
Hoofdremcilinder – controle van
remvloeistofpeil
Controleer onmiddellijk het vloeistof-
peil in de hoofdremcilinder als het
waarschuwingslampje voor het rem-
systeem gaat branden.
Controleer het vloeistofpeil telkens
wanneer u werkzaamheden onder de
motorkap uitvoert.Maak de bovenzijde van de hoofd-
remcilinder schoon voordat u de dop
verwijdert. Vul remvloeistof bij tot
aan het MAX-merkteken aan de zij-
kant van het reservoir.
Vul voldoende remvloeistof bij tot het
peil correct is volgens de beschrijving
op het remvloeistofreservoir. Het is bij
schijfremmen een normaal verschijnsel
dat het vloeistofpeil daalt naarmate de
remblokken verder slijten. Een laag
vloeistofpeil kan echter ook worden
veroorzaakt door lekkage en controle
kan noodzakelijk zijn.
Gebruik uitsluitend door de fabrikant
aanbevolen remvloeistof. Raadpleeg
de paragraaf "Vloeistoffen, smeer-
middelen en originele onderdelen" in
"Onderhoud van uw auto" voor meer
informatie hierover.
328
Page 335 of 380

WAARSCHUWING!
Gebruik uitsluitend door de fa-brikant aanbevolen remvloeistof.
Raadpleeg de paragraaf "Vloei-
stoffen, smeermiddelen en origi-
nele onderdelen" in "Onderhoud
van uw auto" voor meer informa-
tie hierover. Gebruik van de ver-
keerde remvloeistof kan ernstige
schade veroorzaken aan uw rem-
systeem en/of de werking ervan
nadelig beïnvloeden. Het juiste
type remvloeistof wordt ook ver-
meld op het reservoir van de ori-
ginele hoofdremcilinder.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Om vervuiling te voorkomen doormateriaal of vocht van buitenaf,
dient u uitsluitend nieuwe rem-
vloeistof te gebruiken, of rem-
vloeistof uit een hermetisch afge-
sloten reservoir. Zorg ervoor dat
de dop van het reservoir van de
hoofdremcilinder altijd is vastge-
draaid. Remvloeistof in een open
reservoir neemt vocht op uit de
lucht, waardoor de remvloeistof
een lager kookpunt krijgt. De
remvloeistof kan hierdoor gaan
koken tijdens stevig of langdurig
remmen, waardoor de kans be-
staat dat de remmen plotseling
niet meer werken. Dit kan leiden
tot een ongeval.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
Het bijvullen van het vloeistofre-servoir met te veel remvloeistof
kan leiden tot het morsen van
vloeistof op hete motoronderde-
len, waardoor de remvloeistof
vlam kan vatten. Remvloeistof
kan ook schade toebrengen aan
gelakte oppervlakken en vinyl.
Let er daarom op dat er geen rem-
vloeistof op deze oppervlakken
terecht komt.
Zorg dat er geen vloeistof op basis van aardolie in de remvloeistof
terechtkomt. De afdichtingen van
het remsysteem kunnen hierdoor
worden aangetast, waardoor de
remmen hun werking gedeeltelijk
of geheel kunnen verliezen. Dit
kan leiden tot een ongeval.
329
Page 336 of 380

AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK
Keuze van smeermiddel
Voor optimale prestaties en levens-
duur van de versnellingsbak is het
belangrijk dat u de correcte transmis-
sievloeistof gebruikt. Gebruik uitslui-
tend door de fabrikant gespecifi-
ceerde transmissievloeistof.
Raadpleeg de paragraaf "Vloeistof-
fen, smeermiddelen en originele on-
derdelen" in dit hoofdstuk voor de
specificaties van vloeistoffen. Het is
belangrijk dat de transmissievloeistof
continu het vereiste peil heeft en dat u
de aanbevolen vloeistof gebruikt. Er
mogen geen chemicaliën door de ver-
snellingsbak worden gespoeld; uit-
sluitend het goedgekeurde smeermid-
del mag worden gebruikt.
LET OP!
Wanneer u een andere transmissie-
vloeistof gebruikt dan wordt aan-
bevolen door de fabrikant, kan de
schakelwerking van de versnel-
lingsbak afnemen en/of grijpt de
koppelomvormer schokkend aan
en moeten vloeistof en filter vaker
worden ververst resp. vervangen.
Raadpleeg de paragraaf "Vloeistof-
fen, smeermiddelen en originele on-
derdelen" in dit hoofdstuk voor de
specificaties van vloeistoffen.
Speciale additieven
De fabrikant raadt het gebruik van
speciale additieven in de transmissie-
vloeistof ten zeerste af.
Automatische transmissievloeistof
(ATF) is een geavanceerd en hoog-
waardig product waarvan de presta-
ties door additieven nadelig kunnen
worden beïnvloed. Daarom raden we
u aan geen additieven aan de trans-
missievloeistof toe te voegen. De enige
uitzondering op deze regel vormt het
toevoegen van speciale kleurstof om
lekkage op te sporen. Gebruik geen vloeibare afdichtmiddelen, aangezien
deze juist schade aan afdichtingen
kunnen toebrengen.
LET OP!
Spoel de versnellingsbak niet met
chemicaliën, omdat deze de ver-
snellingsbak kunnen beschadigen.
Dergelijke schade wordt niet gedekt
door de standaardgarantie.
Vloeistofpeil controleren
De vloeistof is in de fabriek op het
juiste peil gebracht en vereist onder
normale gebruiksomstandigheden
geen aanpassingen. Het is niet nodig
om het vloeistofpeil regelmatig te con-
troleren, en om die reden is geen peil-
stok aanwezig. Uw erkende dealer
kan het transmissievloeistofpeil con-
troleren met behulp van speciaal ge-
reedschap.
Als u merkt dat er sprake is van vloei-
stoflekkage of een defect in de ver-
snellingsbak, neemt u onmiddellijk
contact op met een erkende dealer om
het transmissievloeistofpeil te laten
controleren. Als het voertuig wordt
330