Page 313 of 380
5. Terwijl u de vergrendellip vast-
houdt, trekt u aan de bevestigings-
band om de hendel omhoog en naar
achter te bewegen totdat hij in verti-
cale positie op zijn plaats klikt. Het
versnellingsbak is nu uit de stand
PARK geschakeld en de auto kan wor-
den gesleept. Zet de handrem pas vrij
nadat de auto op de juiste manier aan
een sleepvoertuig is gekoppeld.De handmatige parkeerontgren-
deling resetten:
1. Duw de pal (onder aan de achter-
zijde van de hendel) naar achteren
(van de hendel af) om de hendel te
ontgrendelen.
2. Draai de hendel van de handma-
tige parkeerontgrendeling naar voren
en omlaag naar de oorspronkelijke
positie, totdat de vergrendellip op zijn
plaats vastklikt waardoor de hendel
wordt vergrendeld.3. Trek voorzichtig aan de bevesti-
gingsband om te controleren of de
hendel is vergrendeld in de oorspron-
kelijk positie.
4. Stop de bevestigingsband terug in
de bodem van de console. Plaats de
opbergbak terug in de console.
Bevestigingsband
307
Page 314 of 380
SLEPEN VAN EEN AUTO MET PECH
In dit hoofdstuk worden de procedures beschreven voor het slepen van een auto met pech door een wegsleepbedrijf.
Sleepmethode Wielen VAN de grondUITVOERINGEN MET AAN-
DRIJVING OP DE ACHTER- WIELEN (RWD) UITVOERINGEN MET
AANDRIJVING OP ALLE WIELEN (AWD)
Slepen met alle wielen op de grond GEENALS de versnellingsbak
werkt:
Versnellingsbak inNEUTRAL
Max. snelheid 48 km/u
Max. afstand 24 km (5-
traps versnellingsbak)
Afstand max.48 km (8
versnellingen)NIET TOEGESTAAN
Wiellift Voor
NIET TOEGESTAAN
Achter OK Contactschakelaar in de
stand ON/RUN
Versnellingsbak in NEUTRAL (NIET in
DE stand PARK)
Autoambulance ALLEBESTE METHODE BESTE METHODE
308
Page 315 of 380

Om schade aan uw auto te voorkomen
is de juiste sleepuitrusting vereist. Ge-
bruik uitsluitend sleepstangen en an-
dere uitrusting die speciaal voor dit
doel zijn gemaakt en volg de instruc-
ties van de fabrikant van de uitrus-
ting. Het gebruik van veiligheidsket-
tingen is verplicht. Bevestig
sleepstangen of andere sleepuitrus-
ting altijd aan een dragend deel van
de auto, nooit aan bumpers of hieraan
bevestigde beugels. De verkeersvoor-
schriften met betrekking tot het sle-
pen van voertuigen moeten worden
opgevolgd.
Wanneer u tijdens het slepen accessoi-
res wenst te gebruiken (ruitenwissers,
ruitontdooier, enz.), dient de contact-
schakelaar in stand ON/RUN te staan
en niet in stand ACC.
Als de accu van de auto leeg is, raad-
pleeg dan de paragraaf "handmatige
parkeerremontgrendeling" of "Scha-
kelhendel ontgrendelen" in dit hoofd-
stuk voor instructies over hoe u de
versnellingsbak uit de stand PARK
schakelt voor het slepen.LET OP!
Gebruik geen takelsysteem metsleeplus om de auto te slepen. Dit
kan het bumperpaneel beschadi-
gen.
Bij het vastmaken van de auto op een autoambulance mogen de on-
derdelen in de wielophanging
vóór of achter niet worden vast-
gemaakt. Door een foutieve sleep-
wijze kan uw auto worden be-
schadigd.
Duw of sleep deze auto niet met een ander voertuig, omdat anders
het bumperpaneel en de versnel-
lingsbak beschadigd kan raken.
De fabrikant raadt het slepen van deze auto op een dolly af. Anders
kan de auto beschadigd raken.
De fabrikant raadt aan de auto op een
autoambulance te vervoeren (alle
wielen VAN de grond). Als geen autoambulance beschikbaar
is en de versnellingsbak nog werkt,
kan de auto onder de volgende voor-
waarden (met de achterwielen op de
grond) worden gesleept:
De schakelhendel moet in de stand
NEUTRAL staan.
De sleepsnelheid mag niet meer dan 48 km/u bedragen.
De sleepafstand mag niet groter zijn dan 24 km bij een 5-traps ver-
snellingsbak, of 48 km bij een
8-traps versnellingsbak.
Als de versnellingsbak niet werkt, of
als de auto sneller moet worden ge-
sleept dan 48 km/u of verder dan
24 km bij een vijftraps versnellings-
bak of 48 km bij een achttraps ver-
snellingsbak, moet de auto worden
gesleept met de achterwielen VAN de
grond (met een autoambulance, of
door gebruik van een wiellift met de
versnellingsbak in de stand NEU-
TRAL).
309
Page 316 of 380

LET OP!
Als de auto in strijd met de boven-
genoemde voorschriften wordt ge-
sleept, kan de versnellingsbak ern-
stig beschadigd raken.
Beschadigingen, veroorzaakt door
onjuist slepen, vallen niet onder de
garantie van de auto.
Auto's die zijn uitgerust met aandrij-
ving op alle wielen (AWD) kunnen
ook worden gesleept met het contact
in de stand ON/RUN, de versnellings-
bak in de stand NEUTRAL (niet in
stand PARK! ) en met de achterwielen
LOS de grond, zonder dat er een be-
perking geldt voor snelheid of af-
stand. OPMERKING: Wanneer de sleu-
telhouder van een auto met AWD
niet werkt, moet deze worden ge-
sleept met ALLE VIER de wielen
LOS van de grond (bijv. op een
autoambulance) .
ZONDER DE
SLEUTELHOUDER
Er moeten speciale voorzorgsmaatre-
gelen worden genomen wanneer de
auto wordt gesleept met het contact in
de stand LOCK/OFF. Zonder sleutel-
houder mag de auto alleen worden
gesleept op een autoambulance. Om
schade aan uw auto te voorkomen is
de juiste sleepuitrusting vereist.
310
Page 317 of 380
7
ONDERHOUD VAN UW AUTO
MOTORCOMPARTIMENT —3.6-LITER BENZINE ......................313
MOTORCOMPARTIMENT — 3.0-LITER DIESEL . .314
BOORDDIAGNOSESYSTEEM — OBD II .......315
VERVANGENDE ONDERDELEN .............315
ONDERHOUDSPROCEDURES ...............315
MOTOROLIE – BENZINEMOTOR ..........316
MOTOROLIE – DIESELMOTOR ............317
SYNTHETISCHE MOTOROLIE ............317
ADDITIEVEN VOOR MOTOROLIE .........317
AFVOEREN VAN AFGEWERKTE MOTOROLIE EN FILTERS ................317
MOTOROLIEFILTER ....................317
LUCHTFILTER ........................318
ONDERHOUDSVRIJE ACCU ..............318
ONDERHOUD VAN DE AIRCONDITIONING . .319
AIRCOLUCHTFILTER ...................320
SMEREN VAN CARROSSERIEDELEN .......321
RUITENWISSERBLADEN ................321
RUITENSPROEIERVLOEISTOF BIJVULLEN . .322
ACTIEVE REGENERATIESTRATEGIE – 3,0-LITER DIESELMOTOR ...............322
311
Page 318 of 380

UITLAATSYSTEEM.....................322
KOELSYSTEEM .......................324
REMSYSTEEM ........................328
AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK ......330
AANDRIJVING OP ALLE WIELEN (AWD) (voor bepaalde uitvoeringen/landen) ............331
ACHTERAS ...........................332
VERZORGING VAN DE AUTO EN BESCHERMING TEGEN ROEST ............332
ZEKERINGEN ...........................335
STROOMVERDEELKAST ................336
STROOMVERDEELKAST ACHTER .........339
STALLEN VAN DE AUTO ...................343
VERVANGENDE LAMPEN ..................343
GLOEILAMPEN VERVANGEN ...............344
HID-KOPLAMPEN (HIGH INTENSITY DISCHARGE) ..........................344
RICHTINGAANWIJZERS VÓÓR ............345
RICHTINGAANWIJZER ACHTER EN ACHTERUITRIJLAMPEN .................345
KENTEKENVERLICHTING ...............346
VLOEISTOFINHOUD ......................346
VLOEISTOFFEN, SMEERMIDDELEN EN ORIGINELE ONDERDELEN ................347
MOTOR ..............................347
CHASSIS .............................348
WANNEER HET VOERTUIG HET EINDE VAN DE LEVENSDUUR HEEFT BEREIKT ...........349
312
Page 319 of 380
MOTORCOMPARTIMENT — 3.6-LITER BENZINE
1 — Stroomverdeelkast (zekeringen)5 — Luchtfilter
2 — Peilstok motorolie 6 — Vulopening motorolie
3 — Deksel remvloeistofreservoir 7 — Aansluiting startkabel (pluspool)
4 — Reservoir koelvloeistof 8 — Reservoir ruitensproeiervloeistof
313
Page 320 of 380
MOTORCOMPARTIMENT — 3.0-LITER DIESEL
1 — Stroomverdeelkast (zekeringen)5 — Luchtfilter motor
2 — Vulopening motorolie 6 — Peilstok motorolie
3 — Reservoir remvloeistof 7 — Reservoir ruitensproeiervloeistof
4 — Reservoir koelvloeistof
314