AFSTANDSBEDIENING AAN GEHEUGENKOPPELEN EN ONTKOPPELEN ...........128
GEHEUGENPOSITIE OPROEPEN ...........129
EASY ENTRY/EASY EXIT(alleen beschikbaar in combinatie met geheugenstoel) ............130
OPENEN EN SLUITEN VAN DE MOTORKAP . . . .130
VERLICHTING ..........................131
KOPLAMPSCHAKELAAR ................131
AUTOMATISCHE KOPLAMPEN ...........132
KOPLAMPEN AAN BIJ INGESCHAKELDE RUITENWISSERS (alleen beschikbaar in
combinatie met automatische koplampen) . . .132
UITSCHAKELVERTRAGING VAN DE KOPLAMPEN .........................132
AUTOMATISCH GROOTLICHT (voor bepaalde uitvoeringen/landen) ....................133
DAGVERLICHTING (voor bepaalde uitvoeringen/landen) ....................134
ADAPTIEVE BI-XENON KOPLAMPEN .......134
LICHTVERKLIKKER ...................134
MISTLAMPEN .........................134
MULTIFUNCTIONELE HENDEL ...........135
RICHTINGAANWIJZERS .................135
LANE CHANGE ASSIST ..................135
DIMLICHT/GROOTLICHTSCHAKELAAR . . . .136
LICHTSIGNAAL .......................136
INTERIEURVERLICHTING ...............136
LEESLAMPEN VOORIN ..................136
75
op de koplampschakelaar om de mist-
lampen aan de voorzijde van de auto
in te schakelen. Druk nogmaals op de
koplampschakelaar om de mistlam-
pen aan de voor- en achterzijde in te
schakelen. Druk een derde keer op de
koplampschakelaar om de mistlam-
pen aan de achterzijde uit te schake-
len en druk een vierde keer om ook de
mistlampen aan de voorzijde uit te
schakelen. Als u de koplampen uit-
schakelt, worden ook de mistlampen
uitgeschakeld.
Wanneer de mistlampen zijn inge-
schakeld, brandt een indicatielampje
in de instrumentengroep branden.
OPMERKING: De mistlampen
aan de voorzijde worden automa-
tisch ingeschakeld wanneer de
parkeerlichten of het dimlicht
worden uitgeschakeld, wanneer de
mistlampen eerder met de kop-
lampschakelaar zijn uitgescha-
keld. De mistlampen achter gaan
alleen aan als de schakelaar wordt
bediend, zoals eerder is beschre-
ven.MULTIFUNCTIONELE
HENDEL
Met multifunctionele hendel bedient u
de richtingaanwijzers, het dim- en
grootlicht en het lichtsignaal. De hen-
del bevindt zich aan de linkerzijde
van de stuurkolom.
RICHTINGAANWIJZERS
Beweeg de multifunctionele hendel op
of neer om te controleren of de pijlen
aan beide zijden van de instrumen-
tengroep gaan knipperen, wat bete-
kent dat de richtingaanwijzers voor
en achter naar behoren werken.OPMERKING:
Als een van de lampjes blijft
branden en niet knippert, of als
een van de lampjes zeer snel
knippert, controleer dan aan de
buitenzijde van de auto of een
lamp defect is. Wanneer een van
de richtingaanwijzers niet gaat
branden wanneer u de hendel
beweegt, is waarschijnlijk de
desbetreffende lamp defect.
Als u meer dan 1,6 km hebt gere-
den met ingeschakelde richting-
aanwijzer, verschijnt het bericht
"Turn Signal On" (Richtingaan-
wijzer aan) op het EVIC (voor be-
paalde uitvoeringen/landen) en
klinkt er een continu geluidssig-
naal.
LANE CHANGE ASSIST
Tik de hendel eenmaal omhoog of om-
laag zonder hem in de klikstand te
duwen; de richtingaanwijzer (rechts
of links) knippert dan driemaal en
gaat vervolgens automatisch uit.
Multifunctionele hendel
135
Instapruimte, verlicht..........18
Instapverlichting.............18
Instelbare stuurkolom.....140, 141
Instructieboekje(gebruiksaanwijzing)
..........6
Instrumentengroep.......185, 186
Instrumentenpaneel enbedieningsinstrumenten
......184
Instrumentenpaneel, reinigen. . . .335
Interieurverlichting...........137
Interieur, verzorging enonderhoud
...............334
Intervalstand ruitenwissers(intervalschakeling van de
ruitenwissers)
.............138
Intervention Regeneration
Strategy
................322
Keuze van koelvloeistof(antivries)
...........325, 347
Keuze van olie..............317
Keyless Enter-N-Go.......24, 229
Keyless Go.................12
Kilometerteller..............186
Kindersloten................23
Kinderstoeltje............53, 57
Kinderzitje.................53
Kinderzitjes.................53
Klimaatregeling.............217
Klok instellen..............214
Knie-airbag.................42
Knipperlichten,richtingaanwijzer
. . .71, 135, 186
waarschuwingsknipperlichten. .293
Koelmiddel................320
Koelsysteem...............324
Koelsysteem,aftappen, spoelen, bijvullen
. . .325
(antivries) kloelvloeistof
bijvullen
...............325
belangrijke punten........327
controle................327
dop...................326
inhoud koelvloeistofreservoir. .346
keuze van de koelvloeistof
(antivries)
.......325, 346, 347
koelvloeistofpeil.......324, 327
oude koelvloeistof afvoeren. . .326
radiateurdop............326
Koelvloeistof (antivries) bijvullen. .325
Koelvloeistofdop (radiateurdop). .326
Kofferdeksel.............30, 31
Kofferdeksel, elektrischeontgrendeling
..............30
Kofferdeksel, noodontgrendeling. . .31
Kofferdekselslot Ontgrendeling,Noodgevallen
..............31
Koolstofmonoxide, waarschuwing. .68
Koplampen................344
Koplampen,automatisch
.............132
grootlichtschakelaar/
dimlichtschakelaar
........136
inschakelen met ruitenwissers. .132
lichtsignaal.............136
lichtverklikker...........134
reinigen................334
schakelaar..............131
sproeiers...............140
uitschakelvertraging.......132
vertraging..............132
Koplampsproeiers........140, 322
Lakonderhoud..............332
Lampen...............71, 343
Lampen,vervangen
...........343, 344
Lampen, verlichting.......71, 343
Lampen vervangen.......343, 344
Lampje Motor controleren(storingslampje)
...........188
LampjesIndicatielampje grootlicht
. . . .186
Lane Change Assist..........135
Lastverdelingssysteem.........179
Lekken, vloeistof.............71
Levensduur van banden.......266
367