Page 385 of 514

8.2 Persoonlijke
voorkeursinstellingen
8.2.1 Systemen met
mogelijkheden voor persoonlijke
voorkeursinstellingen
Uw auto is voorzien van verschillende
elektronische functies die naargelang uw
persoonlijke voorkeur kunnen worden
ingesteld. De instellingen van deze
functies kunnen worden gewijzigd met
behulp van het multi-informatiedisplay,
het scherm van het audiosysteem of bij
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Functies van de auto aanpassen aan de
persoonlijke voorkeur
Zorg er bij het wijzigen van de
instellingen voor dat de auto op een
veilige plaats staat met de selectiehendel
in stand P en geactiveerde parkeerrem.Wijzigen met behulp van het scherm
van het audiosysteem
1. Druk op de toets SETUP.
2. Selecteer “Vehicle” (voertuig) op het
scherm “Setup” (instellingen).
3. Selecteer “Vehicle customisation”
(voertuigaanpassingen).
Er kunnen verschillende instellingen
worden gewijzigd. Raadpleeg het
overzicht met instellingen die kunnen
worden gewijzigd voor meer informatie.
Wijzigen met behulp van het
multi-informatiedisplay
→Blz. 81
Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
Sommige voorkeursinstellingen zijn van invloed op de instellingen van andere functies.
Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
1Instellingen die u kunt wijzigen op het scherm van het audiosysteem
2Instellingen die door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige kunnen worden gewijzigd
Definitie van symbolen: O = beschikbaar, — = niet beschikbaar
Meters, tellers en multi-informatiedisplay (→blz. 78, blz. 81)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Eenheden*km (l/100 km) km (km/liter) O —
Comfortvoorzieningen
(suggestiefunctie)AanAan
(bij stilstaande auto)
OO
Uit
*: De standaardinstelling verschilt per land.
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
383
8
SPECIFICATIES
Page 386 of 514

Portiervergrendeling (→blz. 106, blz. 109, blz. 364)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Ontgrendelen met de
mechanische sleutelAlle portieren in één
keer ontgrendelenBestuurdersportier
ontgrendelen in een
keer, overige portie-
renintweekeer—O
Functie koppeling van
rijsnelheid aan portierver-
grendelingAan Uit O O
Functie koppeling van
stand transmissie aan
portiervergrendelingUit Aan O O
Functie koppeling van
stand selectiehendel aan
portierontgrendelingUit Aan O O
Functie koppeling portier-
ontgrendeling aan
bestuurdersportierUit Aan O O
Vergrendelen/
ontgrendelen van de
achterklep wanneer alle
portieren worden
vergrendeld/ontgrendeldAan Uit — O
Smart entry-systeem met startknop en afstandsbediening (→blz. 104, blz. 109,
blz. 112)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Zoemervolume*5Uittot7OO
Bedieningssignaal (alarm-
knipperlichten)Aan Uit O O
Tijd totdat na het ontgren-
delen, zonder dat een por-
tier wordt geopend, de
portieren automatisch
weer worden vergrendeld30 seconden60 seconden
—O
120 seconden
Waarschuwingszoemer
open portier/achterklepAan Uit — O
*: Sommige uitvoeringen
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
384
Page 387 of 514

Smart entry-systeem met startknop (→blz. 104, blz. 109, blz. 112)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Smart entry-systeem met
startknopAan Uit O O
Ontgrendelen portier met
Smart entry-systeem en
startknopAlle portieren Bestuurdersportier O O
Tijd die verstrijkt voordat
alle portieren worden
ontgrendeld wanneer de
portiergreep van het
bestuurdersportier wordt
vastgepaktUit 2 seconden — O
Aantal opeenvolgende
portiervergrendelingen2 keer Zo veel als gewenst — O
Afstandsbediening (→blz. 104, blz. 109, blz. 112)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Afstandsbediening Aan Uit — O
OntgrendelenAlle portieren in één
keer ontgrendelenBestuurdersportier
ontgrendelen in een
keer, overige portie-
renintweekeerOO
Werking ontgrendelen
achterklep(Kort) ingedrukt
houdenEén keer kort indruk-
ken
—O Twee keer indrukken
(Lang) ingedrukt
houden
Uit
Elektrisch bedienbare ruiten (→blz. 128)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Bediening gekoppeld aan
gebruik van de mechani-
sche sleutelUit Aan — O
Koppeling van werking aan
afstandsbedieningUit Aan — O
Koppeling van werking aan
afstandsbediening
(zoemer)Aan Uit — O
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
385
8
SPECIFICATIES
Page 388 of 514

Ergonomisch geheugen*(→blz. 120)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Portieren gekoppeld aan
de geheugenoproepfunc-
tie selecterenBestuurdersportier Alle portieren — O
*: Indien aanwezig
Stuurwiel
*(→blz. 124)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Functie voor automatisch
wegkantelenAlleen kantelenAlleen inschuiven
OO Wegkantelen en
inschuiven
Uit
*: Auto's met elektrisch verstelbaar stuurwiel
Automatische verlichting (→blz. 155)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Gevoeligheid lichtsensor Standaard -2 - 2 O O
Toyota Parking Assist-sensor (→blz. 218)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Zoemervolume 2 1 - 3 — O
BSM (Blind Spot Monitor)*(→blz. 213)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Helderheid indicator in
buitenspiegelHelder Gedimd — O
Timing melding voor aan-
wezigheid van naderende
auto (gevoeligheid)GemiddeldVroeg
—O Laat
Alleen wanneer een
auto wordt gesigna-
leerd in de dode hoek
*: Indien aanwezig
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
386
Page 389 of 514

RCTA (Rear Crossing Traffic Alert)*(→blz. 226)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Zoemervolume 2 1 - 3 — O
*: Indien aanwezig
Airconditioning (→blz. 252)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Schakelen tussen buiten-
luchtmodus en de aan de
toets AUTO gekoppelde
recirculatiemodusAuto (automatisch) Handmatig O O
Automatische bediening
toets A/CAuto (automatisch) Handmatig O O
Verlichting (→blz. 261)
Functie StandaardinstellingPersoonlijke voor-
keursinstelling12
Vertraging interieurver-
lichting15 secondenUit
OO 7,5 seconden
30 seconden
Werking na het UIT zetten
van het contactAan Uit — O
Werking als de portieren
worden ontgrendeldAan Uit — O
Werking wanneer u de auto
nadert terwijl u de elektro-
nische sleutel bij u draagtAan Uit — O
Voetenruimteverlichting Aan Uit — O
Verlichting binnenportier-
greepAan Uit — O
WAARSCHUWING!
Tijdens het aanpassen van de
persoonlijke voorkeursinstellingen
Zorg dat de auto geparkeerd staat op
een plaats met voldoende ventilatie,
aangezien het hybridesysteem tijdens
het instellen moet draaien. In een
afgesloten ruimte, zoals een garage,
kunnen uitlaatgassen die het
schadelijke koolmonoxide (CO)
bevatten, zich ophopen en in de auto
terechtkomen. Dit kan leiden tot de
WAARSCHUWING!(Vervolg)
dood of zeer schadelijk zijn voor de
gezondheid.
OPMERKING
Tijdens het aanpassen van de
persoonlijke voorkeursinstellingen
Zorg ervoor dat het hybridesysteem
tijdens het instellen draait, om te
voorkomen dat de 12V-accu ontladen
raakt.
8.2 Persoonlijke voorkeursinstellingen
387
8
SPECIFICATIES
Page 390 of 514
8.3 Initialisatie
8.3.1 Te initialiseren onderdelen
Na bijvoorbeeld het loskoppelen en weer aansluiten van de 12V-accu of onderhoud aan
de auto, moeten de volgende items worden geïnitialiseerd, zodat het systeem weer op de
juiste manier werkt:
Onderwerp Wanneer initialiseren Zie
Bandenspanningswaarschu-
wingssysteem■Als de bandenspanning wordt gewijzigd
(bijvoorbeeld wanneer de rijsnelheid of de
belading verandert)
■Bij het wijzigen van de bandenspanning
omdat er een andere bandenmaat
gemonteerd is
■Bij het wisselen van wielen
■Na het uitvoeren van de procedure voor de
zenderidentificatiecoderegistratieBlz. 299
8.3 Initialisatie
388
Page 391 of 514
Wat moet u doen als... (Problemen
oplossen)..................390
Wat moet u doen als... (Problemen
oplossen)................390
Verklaringen................393
Index
389
Page 392 of 514

Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen)
Wat moet u doen als...
(Problemen oplossen)
Als u een probleem hebt, controleer dan
het volgende voordat u contact opneemt
met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
De portieren kunnen niet worden
vergrendeld, ontgrendeld, geopend of
gesloten
U bent uw sleutels verloren
• Als u uw mechanische sleutels
verloren bent, kan een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige nieuwe originele
mechanische sleutels leveren.
(→Blz. 102)
• Als u uw elektronische sleutels bent
verloren, neemt de kans dat uw auto
wordt gestolen aanmerkelijk toe.
Neem onmiddellijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige. (→Blz. 102)
De portieren kunnen niet
worden vergrendeld of
ontgrendeld
• Is de batterij van de sleutel zwak of
leeg? (→Blz. 314)
• Staat het contact AAN? Zorg dat het
contact UIT staat wanneer u de
portieren vergrendelt. (→Blz. 139)• Bevindt de elektronische sleutel zich
in de auto?
Vergrendel de portieren nadat u hebt
gecontroleerd of u de elektronische
sleutel bij u hebt.
• De functie werkt mogelijk niet goed
als gevolg van de radiogolven.
(→Blz. 114)
Het achterportier kan niet
worden geopend
• Is het kinderslot geactiveerd?
Het achterportier kan niet vanaf de
binnenzijde van de auto worden
geopend wanneer het kinderslot is
geactiveerd. Open het achterportier
vanaf de buitenzijde en deactiveer het
kinderslot. (→Blz. 106)
De achterklep is gesloten
terwijl de elektronische
sleutel zich nog in de auto
bevindt
• De functie die voorkomt dat de
elektronische sleutel in de
bagageruimte achterblijft treedt in
werking en u kunt de achterklep zoals
gebruikelijk openen. Neem de sleutel
uit de bagageruimte. (→Blz. 110)
Als u denkt dat er iets mis is
Het hybridesysteem
start niet
• Hebt u op de startknop gedrukt terwijl
u het rempedaal ingetrapt hield?
(→Blz. 139)
• Staat de selectiehendel in stand P?
(→Blz. 145)
• Kan de elektronische sleutel in de auto
worden gesignaleerd? (→Blz. 112)
• Is de batterij van de elektronische
sleutel zwak of leeg?
Wat moet u doen als... (Problemen oplossen)
390