Page 289 of 514

gedekte reparaties en
servicewerkzaamheden uitvoeren door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur, die originele
Toyota-onderdelen gebruikt bij het
oplossen van eventuele problemen met
uw auto. Er kunnen ook voordelen aan
zitten om niet door de garantie gedekte
reparaties en servicewerkzaamheden te
laten uitvoeren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur,
omdat die u met zijn expertise kan
helpen eventuele problemen met uw
auto op te lossen.
Uw Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige voert alle
onderhoudswerkzaamheden aan uw
auto betrouwbaar en tegen zo laag
mogelijke kosten uit, dankzij zijn
ervaring met Toyota's.
Zelf uit te voeren onderhoud
Hoe zit het met zelf uit te voeren
onderhoud?
Als u een beetje technisch inzicht en wat
eenvoudig gereedschap hebt, zijn veel
onderhoudswerkzaamheden zelf uit te
voeren.
Houd er echter rekening mee dat voor
bepaalde werkzaamheden speciaal
gereedschap en kennis benodigd zijn. Dit
soort werkzaamheden kunt u beter
overlaten aan een deskundig monteur.
Zelfs als u een ervaren doe-het-
zelfmonteur bent, raden wij u aan om
reparaties en onderhoud door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
uit te laten voeren. Een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
houdt de onderhoudshistorie van uw
Toyota bij, wat handig kan zijn als u ooit
werkzaamheden moet laten uitvoeren die
onder de garantie vallen. Indien u de
service- of onderhoudswerkzaamheden
door een andere naar behorengekwalificeerde en uitgeruste deskundige
dan een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur laat uitvoeren,
raden wij u aan te vragen of de
onderhoudshistorie kan worden
bijgehouden.
Wanneer moet uw auto worden
gerepareerd?
Wees attent op veranderingen in de
prestaties en geluiden en op zichtbare
tekenen die erop wijzen dat onderhoud
noodzakelijk is. Een paar belangrijke
aanwijzingen zijn:
• De motor hapert, stottert of slaat over
• Een merkbaar verlies aan trekkracht
• Vreemde motorgeluiden
• Sporen van lekkage onder de auto (na
gebruik van de airconditioning is
waterlekkage echter normaal)
• Verandering in het uitlaatgeluid (dit
kan wijzen op een zeer gevaarlijk
koolmonoxidelek. Rijd met alle ruiten
open en laat het uitlaatsysteem
onmiddellijk controleren).
• Abnormaal zachte banden, ongewoon
veel bandengepiep bij het nemen van
bochten of ongelijkmatige
bandenslijtage
• De auto trekt naar één kant, terwijl u
rechtuitrijdt op een vlakke weg
• Vreemde geluiden die kennelijk in
verband staan met de bewegingen
van de wielophanging
• Verlies van remkracht; “sponzig”
aanvoelend rempedaal; het pedaal
kan bijna tot op de vloer worden
ingetrapt; scheeftrekken van de auto
bij remmen
• Motortemperatuur voortdurend hoger
dan normaal
Als u een van deze zaken merkt, laat dan
uw auto zo snel mogelijk nakijken door
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Mogelijk moet uw auto
afgesteld of gerepareerd worden.
6.2 Onderhoud
287
6
Onderhoud en verzorging
Page 290 of 514

WAARSCHUWING!
Wanneer uw auto niet volgens de
voorschriften is onderhouden
Onjuist onderhoud kan ernstige schade
aan de auto en dodelijk of ernstig letsel
veroorzaken.
WAARSCHUWING!(Vervolg)
Belangrijke gezondheids- en
veiligheidsinformatie
12V-accupolen, aansluitingen en
bijbehorende onderdelen bevatten
lood. Een loodvergiftiging kan
hersenbeschadiging veroorzaken.
Was daarom na werkzaamheden altijd
uw handen.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
6.3.1 Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit te voeren onderhoud
Als u controles en onderhoudswerkzaamheden uitvoert, dient u dit precies te doen zoals
in dit hoofdstuk wordt beschreven.
Onderwerp Benodigdheden
Conditie 12V-accu (→blz. 295)■Vet
■Universele sleutel (voor de bouten van de
accukabels)
Koelvloeistofniveau motor/
vermogensregeleenheid (→blz. 293)■Toyota Super Long Life Coolant of een
gelijkwaardige hoogwaardige koelvloeistof op basis
van ethyleenglycol en organische zuren, zonder
silicaat, amine, nitriet en boraat Toyota Super Long
Life Coolant is voorgemixt met 50% koelvloeistof
en 50% gedestilleerd water.
■Trechter (uitsluitend voor het bijvullen van
koelvloeistof )
Motoroliepeil (→blz. 291)■Originele Toyota-motorolie of gelijkwaardig
■Doek of poetspapier
■Trechter (uitsluitend voor het bijvullen van
motorolie)
Zekeringen (→blz. 316)■Zekering met dezelfde stroomsterkte als de
oorspronkelijke zekering
Ventilatieopening batterijpakket
(tractiebatterij) (→blz. 310)■Stofzuiger, enz.
■Kruiskopschroevendraaier
Lampen (→blz. 318)■Lamp met hetzelfde nummer en vermogen als het
oorspronkelijke exemplaar
■Sleufkopschroevendraaier
■Sleutel
Radiateur/condensor (→blz. 294) —
Bandenspanning (→blz. 306)■Bandenspanningsmeter
■Compressor
Ruitensproeiervloeistof (→blz. 295)■Water of ruitensproeiervloeistof met antivries
(voor gebruik onder winterse omstandigheden)
■Trechter (uitsluitend voor het bijvullen van
ruitensproeiervloeistof )
6.2 Onderhoud
288
Page 291 of 514

WAARSCHUWING!
In de motorruimte bevinden zich
allerlei mechanismen en vloeistoffen
die plotseling in beweging kunnen
komen, heet kunnen worden of
elektrisch geladen kunnen worden.
Neem onderstaande
voorzorgsmaatregelen in acht om
dodelijk of ernstig letsel te voorkomen.
Tijdens werkzaamheden in de
motorruimte
• Controleer of het controlelampje
READY niet brandt.
• Houd handen, kleding en
gereedschap uit de buurt van de
draaiende ventilator en de
aandrijfriem.
• Raak de motor, de
vermogensregeleenheid, de
radiateur, het uitlaatspruitstuk, enz.
niet direct na het rijden aan,
aangezien deze onderdelen heet
kunnen zijn. De olie en andere
vloeistoffen kunnen ook heet zijn.
• Laat geen brandbare voorwerpen,
zoals een stuk papier of een doek,
achter in de motorruimte.
• Rook niet, veroorzaak geen vonken
en voorkom open vuur in de buurt
van brandstof. Brandstofdampen zijn
licht ontvlambaar.
• Wees voorzichtig, want remvloeistof
is gevaarlijk voor uw handen en ogen
en kan gelakte oppervlakken
beschadigen. Als u remvloeistof op
uw handen of in uw ogen krijgt, spoel
ze dan onmiddellijk met schoon
water. Raadpleeg een arts als u last
blijft houden.
Werkzaamheden bij de elektrische
koelventilator of de radiateur
Zorg ervoor dat het contact UIT staat.
Wanneer het contact AAN staat, kan de
elektrische koelventilator automatisch
worden ingeschakeld als de
WAARSCHUWING!(Vervolg)
airconditioning wordt ingeschakeld
en/of als de koelvloeistoftemperatuur
hoog is. (→Blz. 294)
Veiligheidsbril
Draag een veiligheidsbril om uw ogen
te beschermen tegen rondvliegend of
vallend materiaal, een straal vloeistof,
enz.
OPMERKING
Wanneer u het luchtfilter verwijdert
Rijden zonder luchtfilter kan leiden tot
overmatige motorslijtage door vuil in de
inlaatlucht.
Als het vloeistofniveau te laag of te
hoog is
Het is normaal dat het
remvloeistofniveau iets lager wordt door
slijtage van de remblokken of door een
hoog vloeistofniveau in de accumulator.
Als het reservoir regelmatig moet
worden bijgevuld, kan dit duiden op een
serieus probleem.
6.3.2 Motorkap
Ontgrendelen van de motorkap vanuit
het interieur.
1. Trek de ontgrendelingshendel van de
motorkap naar u toe.
De motorkap zal iets omhoog
springen.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
289
6
Onderhoud en verzorging
Page 292 of 514
2. Trek de veiligheidshaak omhoog en
open de motorkap.Waarschuwingszoemer open motorkap
Als de rijsnelheid 5 km/h wordt, knippert
het centrale waarschuwingslampje en
klinkt er een zoemer om aan te geven dat
de motorkap niet goed is gesloten.
WAARSCHUWING!
Controle voor het rijden
Controleer of de motorkap goed dicht
en vergrendeld is.
Als de motorkap niet goed vergrendeld
is, kan hij tijdens het rijden onverwacht
opengaan, waardoor een ongeval kan
ontstaan met mogelijk dodelijk of
ernstig letsel tot gevolg.
6.3.3 Plaatsen van een garagekrik
Volg bij het gebruik van een garagekrik altijd de bij de krik geleverde handleiding en wees
voorzichtig.
Krik de auto uitsluitend op met de garagekrik onder een van de aangegeven
kriksteunpunten. Als de auto wordt opgekrikt terwijl de krik niet goed is geplaatst, kan de
auto beschadigd raken of van de krik vallen en ernstig letsel veroorzaken.
Voor
Achter
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
290
Page 293 of 514
6.3.4 Motorruimte
1Zekeringenkasten (indien aanwezig)
(→blz. 316)
2Motorolievuldop (→blz. 292)
3Oliepeilstok (→blz. 291)
4Radiateur (→blz. 294)
5Elektrische koelventilator
6Condensor (→blz. 294)
7Koelvloeistofreservoir
vermogensregeleenheid (→blz. 293)
8Koelvloeistofreservoir (→blz. 293)
9Sproeierreservoir (→blz. 295)
Motorolie
Controleer het oliepeil met behulp van de
peilstok bij bedrijfswarme, afgezette
motor.
Controle van motorolie
1. Plaats de auto op een horizontale
ondergrond. Wacht, nadat de motor
op bedrijfstemperatuur is gekomen en
het hybridesysteem is uitgeschakeld,
minstens 5 minuten om de olie de
gelegenheid te geven naar het carter
terug te stromen.2. Trek de peilstok uit de motor terwijl u
een doek onder het uiteinde houdt.
3. Veeg de peilstok met een schone doek
af.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
291
6
Onderhoud en verzorging
Page 294 of 514

4. Steek de peilstok weer volledig in de
motor.
5. Trek de peilstok uit de motor en
controleer het oliepeil terwijl u een
doek onder het uiteinde houdt.
1Laag
2Normaal
3Te hoog
De vorm van de peilstok is afhankelijk
van de uitvoering van de auto en het
motortype.
6. Veeg de peilstok af en steek deze
helemaal terug in de houder.
Motorolie bijvullen
Als het oliepeil onder het onderste
merkteken of er net boven ligt, moet u
olie bijvullen van het type zoals hierna is
vermeld, of van hetzelfde type als
waarmee de motor eerder werd gevuld.
Controleer welke kwaliteit motorolie
wordt voorgeschreven en leg de
benodigdheden voor het bijvullen klaar.
Keuze motor-
olie→Blz. 378
Oliehoeveel-
heid
(Minimaal→
maximaal)1,5 l (1,6 qt., 1,3 Imp.qt.)
Onderwerp Schone trechter
1. Verwijder de olievuldop door deze
linksom te draaien.
2. Giet beetje voor beetje motorolie in
de vulopening en controleer
ondertussen het oliepeil steeds door
middel van de peilstok.
3. Plaats de olievuldop door deze
rechtsom te draaien.
Olieverbruik
Er wordt tijdens het rijden een bepaalde
hoeveelheid motorolie verbruikt. In de
volgende situaties neemt het olieverbruik
mogelijk toe en moet er mogelijk tussen
de onderhoudsintervallen motorolie
worden bijgevuld.
• Als de motor nog nieuw is,
bijvoorbeeld direct na aanschaf van de
auto of nadat de motor is vervangen
• Als een lagere kwaliteit motorolie of
motorolie met een verkeerde
viscositeit wordt gebruikt
• Bij het rijden met hoge
motortoerentallen of met een zwaar
beladen auto, of veelvuldig optrekken
en afremmen
• Als de motor langdurig stationair
draait, of bij veelvuldig rijden in druk
verkeer
WAARSCHUWING!
Afgewerkte motorolie
• Afgewerkte motorolie bevat
schadelijke stoffen die
huidaandoeningen zoals ontsteking
of huidkanker kunnen veroorzaken.
Wees daarom voorzichtig en vermijd
langdurig en herhaaldelijk contact
met de huid. Verwijder afgewerkte
motorolie door goed met water en
zeep te wassen.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
292
Page 295 of 514

WAARSCHUWING!(Vervolg)
•Voer afgewerkte motorolie en
gebruikte oliefilters op een veilige en
acceptabele manier af. Gooi
afgewerkte motorolie en gebruikte
oliefilters nooit weg in de vuilnisbak,
in het riool of zomaar ergens. Neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur, een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige, tankstation of een
automaterialenzaak voor meer
informatie over recycling of afvoeren.
• Houd motorolie buiten het bereik van
kinderen.
OPMERKING
Voorkomen van ernstige schade aan
de motor
Controleer regelmatig het oliepeil.
Bij het olie verversen of bijvullen
• Let erop dat er geen motorolie op
onderdelen van de auto terechtkomt.
• Vul nooit te veel olie bij, anders kan de
motor beschadigd raken.
• Controleer na het olie verversen altijd
het oliepeil met de peilstok.
• Controleer of de olievuldop goed is
vastgedraaid.
Als er olie wordt gemorst op de
motorafdekplaat
Verwijder eventueel aanwezige
motorolie zo snel mogelijk van de
motorafdekplaat met een neutraal
reinigingsmiddel om te voorkomen dat
de motorafdekplaat beschadigd raakt.
Gebruik geen organisch oplosmiddel,
zoals remmenreiniger.
Koelvloeistof
Koelvloeistofreservoir
Het koelvloeistofniveau is correct als het
zich tussen de streepjes F en L bevindt
wanneer het hybridesysteem koud is.
1Dop reservoir
2Streepje F
3Streepje L
Als het niveau zich op of onder het
onderste streepje (L) bevindt, moet
koelvloeistof worden bijgevuld tot
aan het bovenste streepje (F).
(→Blz. 370)
Koelvloeistofreservoir
vermogensregeleenheid
Het koelvloeistofniveau is correct als het
zich tussen het FULL- en het
LOW-streepje van het reservoir bevindt
als het hybridesysteem koud is.
1Dop reservoir
2FULL-streepje
3LOW-streepje
Als het niveau zich op of onder het
LOW-streepje bevindt, moet
koelvloeistof worden bijgevuld tot
aan het FULL-streepje. (→Blz. 370)
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
293
6
Onderhoud en verzorging
Page 296 of 514

Selectie van koelvloeistof
Gebruik alleen Toyota Super Long Life
Coolant of een gelijkwaardig product.
Toyota Super Long Life Coolant is een
mengsel van 50% koelvloeistof en 50%
gedemineraliseerd water.
(Minimumtemperatuur: -35°C [-31°F])
Neem voor meer informatie over
koelvloeistof contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Als het koelvloeistofniveau korte tijd na
het bijvullen weer is gezakt
Controleer de radiateurs, de slangen, de
doppen van de koelvloeistofreservoirs, de
aftapkraan en de waterpomp.
Als u geen lek kunt vinden, laat dan een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
de druk op de dop nakijken en
controleren op lekkages in het
koelsysteem.
WAARSCHUWING!
Wanneer het hybridesysteem heet is
Verwijder de dop van het
koelvloeistofreservoir van de
motor/vermogensregeleenheid of de
radiateurdop niet.
Als het koelsysteem nog onder druk
staat, kan hete koelvloeistof uit de
vulopening spuiten als de dop wordt
verwijderd en brandwonden of ander
ernstig letsel veroorzaken.
OPMERKING
Bij het bijvullen van koelvloeistof
Gebruik geen onverdunde antivries of
alleen water. Een goede
mengverhouding van water en antivries
zorgt voor een goede smering,
corrosiebescherming en koeling. Lees
altijd de informatie op het etiket van de
antivries of koelvloeistof.
Als u koelvloeistof morst
Verwijder de koelvloeistof met veel
water om te voorkomen dat het de lak of
onderdelen aantast.
Radiateur en condensor
Controleer de radiateur en de condensor
en verwijder eventueel vuil.
Als een van bovenstaande onderdelen
erg vuil is of als u niet zeker bent van de
staat ervan, laat dan uw auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
WAARSCHUWING!
Wanneer het hybridesysteem heet is
Raak om brandwonden te voorkomen
de radiateur en de condensor niet aan,
aangezien deze heet kunnen zijn.
6.3 Zelf uit te voeren onderhoud
294