Page 345 of 514

zitten.) Afhankelijk van de schade kan
deze set mogelijk niet worden gebruikt
om de band te repareren. (→Blz. 343)
Laat na de noodreparatie met de
bandenreparatieset de band repareren of
vervangen door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige. Met de
bandenreparatieset kunnen alleen
tijdelijke reparaties worden uitgevoerd.
Laat de band zo snel mogelijk repareren
of vervangen.
WAARSCHUWING!
Als uw auto een lekke band heeft
Rijd niet door met een lekke band.
Zelfs als er over een korte afstand met
een lekke band wordt doorgereden,
kunnen band en velg zodanig
beschadigd worden dat reparatie niet
meer mogelijk is en kan er een ongeval
ontstaan.
Vóór het repareren van de band
• Breng de auto tot stilstand op een
veilige plaats en een stevige, vlakke
ondergrond.
• Activeer de parkeerrem.
• Zet de selectiehendel in stand P.
• Schakel het hybridesysteem uit.
• Schakel de alarmknipperlichten in.
(→Blz. 326)
• Controleer de mate waarin de band
beschadigd is.Een band mag alleen met de
bandenreparatieset worden
gerepareerd indien de beschadiging te
wijten is aan perforatie van het
loopvlak door een spijker of schroef.
– Haal de spijker of schroef niet uit de
band. Als u het object verwijdert,
kan het lek ondanks de
noodreparatie met de
bandenreparatieset groter worden.
– Rijd de auto naar voren tot het gat,
voor zover zichtbaar, zich boven aan
de band bevindt om lekkage van
bandenreparatievloeistof te
voorkomen.
Een lekke band die niet kan worden
gerepareerd met de
bandenreparatieset
In de volgende gevallen is reparatie
van de band met behulp van de
bandenreparatieset niet mogelijk.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• De band is beschadigd door rijden met
onvoldoende spanning
• De band loopt leeg door een scheur in
of beschadiging van de flank
• De band is zichtbaar van de velg
afgelopen
• Het lek in of de beschadiging van het
loopvlak is 4 mm of groter
• De velg is beschadigd
• Twee of meer banden zijn lek
• De band is op meerdere plaatsen lek
of beschadigd
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
343
7
Bij problemen
Page 346 of 514
Plaats van bandenreparatieset, krik en gereedschap
1Afdekpaneel bodemplaat
2Bandenreparatieset (fles)
3Bandenreparatieset (compressor)
4Krik*
5Wielmoersleutel
6Krikslinger
7Sleepoog
*: Gebruik van de krik (→blz. 355, blz. 355)
Onderdelen van de bandenreparatieset
Fles
1Sticker
Compressor
1Bandenspanningsmeter
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
344
Page 347 of 514
2Compressorschakelaar
3Voedingsaansluiting
4Slang
5Ontluchtingsdopje
Verwijderen van de bandenreparatieset
1. Til de haak van de afdekking van de
bagageruimtevloer in de
bagageruimte op.
2. Maak de afdekking van de
bagageruimtevloer met de haak vast.
3. Verwijder de bandenreparatieset.Reparatiemethode in noodgevallen
1. Verwijder de bandenreparatieset uit
de plastic tas.
In de plastic tas zit een sticker.
Bevestig de sticker zoals aangegeven
in stap10.
2. Verwijder de slang en de
voedingsstekker uit de compressor.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
345
7
Bij problemen
Page 348 of 514
3. Sluit de fles aan op de compressor.
Controleer of de slang goed
aangesloten is en of de klauwen van
de fles in de gaten vallen zoals
aangegeven in de afbeelding.
4. Sluit de slang aan op de fles.
Controleer of de slang goed
aangesloten is op de fles, zoals
aangegeven in de afbeelding.5. Verwijder het ventieldopje van het
wiel met de lekke band.
6. Trek de slang naar buiten. Verwijder
het dopje van de slang.
Het ontluchtingsdopje van de slang
wordt nog gebruikt. Berg het dopje
daarom veilig op.
7. Sluit de slang aan op het ventiel.
Draai het uiteinde van de slang zo ver
mogelijk rechtsom.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
346
Page 349 of 514
8. Zorg ervoor dat de compressor is
uitgeschakeld.
9. Sluit de voedingsstekker aan op de
accessoireaansluiting. (→Blz. 269)
10. Bevestig de sticker zoals aangegeven.
11. Controleer de voorgeschreven
bandenspanning.
De bandenspanning wordt
aangegeven op de sticker, zoals
afgebeeld. (→blz. 380)
Auto's met linkse besturingAuto's met rechtse besturing
12. Starten van het hybridesysteem.
(→Blz. 139)
13. Zet de compressor aan om de
bandenreparatievloeistof in te
spuiten en de band met lucht te
vullen.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
347
7
Bij problemen
Page 350 of 514

14. Pomp de band op tot de
voorgeschreven bandenspanning.
1De vloeistof wordt geïnjecteerd
en de spanning wordt verhoogd tot
tussen 300 kPa (3,0 kg/cm
2of bar,
44 psi) en 400 kPa (4,0 kg/cm2of bar,
58 psi), en neemt dan geleidelijk af.
2De bandenspanningsmeter geeft
ongeveer 1 tot 5 minuten nadat de
schakelaar in stand ON is gezet de
werkelijke bandenspanning aan.
• Zet de compressor uit en controleer
de bandenspanning. Controleer of
de bandenspanning niet te hoog is
en herhaal zo nodig de procedure
totdat de band de voorgeschreven
bandenspanning heeft.
• Als de bandenspanning 25 minuten
nadat de schakelaar aan is gezet nog
steeds lager is dan voorgeschreven,
dan is de band te beschadigd om nog
te kunnen worden gerepareerd.
Schakel de compressor uit en neem
contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.• Laat, als de bandenspanning te hoog
is, wat lucht uit de band om de
bandenspanning op het
voorgeschreven niveau te brengen.
(→Blz. 350)
15. Maak terwijl de compressor is
uitgeschakeld de slang los van het
ventiel en trek vervolgens de
voedingsstekker uit de
accessoireaansluiting.
Mogelijk ontsnapt er bij het
verwijderen van de slang wat
bandenreparatievloeistof.
16. Plaats het ventieldopje op het ventiel
van het gerepareerde wiel.
17. Plaats het ontluchtingsdopje op het
uiteinde van de slang.
Als het ontluchtingsdopje niet wordt
geplaatst, ontsnapt er mogelijk
bandenreparatievloeistof en kan de
auto vuil worden.
18. Berg de fles, terwijl deze aan de
compressor is bevestigd, tijdelijk op in
de bagageruimte.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
348
Page 351 of 514

19. Rijd, om de bandenreparatievloeistof
gelijkmatig over de band te verdelen,
meteen ongeveer 5 km met een
snelheid van maximaal 80 km/h.
20. Breng de auto tot stilstand op een
veilige plaats met een stevige, vlakke
ondergrond en sluit de compressor
weer aan.
21. Schakel de compressor in, wacht een
paar seconden en schakel deze dan
weer uit. Controleer de
bandenspanning.
1Als de bandenspanning lager is
dan 130 kPa (1,3 kg/cm2of bar,
19 psi), kan de band niet worden
gerepareerd. Neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
2Als de bandenspanning zich
bevindt tussen 130 kPa (1,3 kg/cm2
of bar, 19 psi) en een punt onder het
voorgeschreven niveau: De band kan
worden gerepareerd. Ga verder met
stap
.
3Als de bandenspanning op het
voorgeschreven niveau is: Ga verder
met stap
.
22. Zet de compressor aan en vul de band
met lucht tot de voorgeschreven
bandenspanning is bereikt. Rijd
ongeveer 5 km en ga dan verder met
stap
.
23. Plaats het ontluchtingsdopje op het
uiteinde van de slang.
Als het ontluchtingsdopje niet wordt
geplaatst, ontsnapt er mogelijk
bandenreparatievloeistof en kan de
auto vuil worden.
24. Berg de fles, terwijl deze aan de
compressor is bevestigd, op in de
bagageruimte.
25. Voorkom plotseling remmen,
plotseling accelereren en scherpe
bochten. Rijd voorzichtig met een
snelheid van maximaal 80 km/h naar
een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige die zich binnen
een afstand van 100 km bevindt voor
het repareren of vervangen van de
band.
Laat, wanneer u de band laat
repareren of vervangen, de erkende
Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige weten dat
bandenreparatievloeistof is
ingespoten.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
349
7
Bij problemen
Page 352 of 514

Bandenreparatieset
• De vloeistof in de bandenreparatieset
kan slechts eenmalig worden gebruikt
om een enkele band tijdelijk te
repareren. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige als de
bandenreparatievloeistof is gebruikt
en een nieuwe patroon met
bandenreparatievloeistof moet
worden gekocht. De compressor kan
opnieuw worden gebruikt.
• De bandenreparatievloeistof kan
worden gebruikt bij een
buitentemperatuur van -30°C tot
60°C.
• De bandenreparatieset is exclusief
bestemd voor de originele banden die
op uw auto zijn gemonteerd. Gebruik
de set niet voor banden met een
afwijkende maat of voor andere
doeleinden.
• Als de bandenreparatievloeistof op
uw kleren komt, kan deze vlekken
veroorzaken.
• Eventueel gemorste
bandenreparatievloeistof moet direct
van het wiel of de carrosserie worden
verwijderd. Veeg het oppervlak
onmiddellijk af met een vochtige
doek.
• Als de bandenreparatieset wordt
gebruikt, zal dit duidelijk hoorbaar
zijn. Dit is normaal en duidt niet op
een storing.
• Niet gebruiken om de
bandenspanning te controleren of op
de voorgeschreven waarde te
brengen.Als de band op een te hoge spanning is
gebracht
1. Neem de slang los van het ventiel.
2. Plaats het ontluchtingsdopje op het
uiteinde van de slang en druk het
uitsteeksel in het ventiel om wat lucht
uit de band te laten ontsnappen.
3. Neem de slang los van het ventiel,
verwijder het dopje van de slang en
sluit dan de slang weer aan.
4. Schakel de compressor in, wacht een
paar seconden en schakel deze dan
weer uit. Controleer de
bandenspanning.
Zet als de bandenspanning lager is
dan de voorgeschreven spanning de
compressor weer aan en herhaal de
procedure van het op spanning
brengen tot de voorgeschreven
spanning is bereikt.
Nadat een band is gerepareerd met de
bandenreparatieset
• Vervang de bandenspanningssensor
en -zender.
• Zelfs als de bandenspanning op het
voorgeschreven niveau ligt, gaat
mogelijk het waarschuwingslampje
lage bandenspanning
branden/knipperen.
7.2 Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
350