Page 89 of 514

In te stellen onderwerpen
LTA (Lane Tracing Assist) (→blz. 182)
Houd
ingedrukt om de instellingen van de volgende onderwerpen te wijzigen:
Onderwerp Instellingen Details
Midden rijstrookAan
Hiermee kunt u de Lane Centering-functie in- of
uitschakelen.
Uit
Gevoeligheid waar-
schuwingHoog
Hiermee kunt u de gevoeligheid van de waar-
schuwing instellen.
Std.
Waarschuwing voor
slingerenAan
Hiermee kunt u de waarschuwing voor slingeren
in- of uitschakelen.
Uit
Gevoeligheid waar-
schuwing voor
slingerenHoog
Hiermee kunt u de gevoeligheid van de waar-
schuwing voor slingeren instellen. Std.
Laag
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (→blz. 170)
Houd
ingedrukt om de instellingen van de volgende onderwerpen te wijzigen:
Onderwerp Instellingen Details
PCSAan
Hiermee kunt u het Pre-Collision-systeem in- of
uitschakelen.
Uit
Gevoeligheid
waarschuwing
Vroeg
Hiermee kunt u het waarschuwingstijdstip
wijzigen.
Gemiddeld
Laat
DRCC (Dynamic Radar Cruise Control) (→blz. 196)
Houd
ingedrukt om de instellingen van het volgende onderwerp te wijzigen:
Onderwerp Instellingen Details
Verlaging bochten-
snelheid
Sterk
Hiermee kunt u de mate van verlaging van de
rijsnelheid wijzigen.
Zwak
Uit
DRCC met RSA
(indien aanwezig)Aan
Hiermee kunt u de DRCC met RSA in- of uitscha-
kelen.
Uit
2.1 Instrumentenpaneel
87
2
Instrumentenpaneel
Page 90 of 514

BSM (Blind Spot Monitor) (indien aanwezig) (→blz. 213)
Druk op
om de Blind Spot Monitor-functie in of uit te schakelen.
Onderwerp Instellingen Details
BSMAan
Hiermee kunt u de Blind Spot Monitor-functie
in- of uitschakelen.
Uit
Houdingedrukt om de instellingen van het volgende onderwerp te wijzigen:
Onderwerp Instellingen Details
Helderheid indica-
tor in buitenspiegelHelder
Hiermee kunt u de helderheid van de indicatoren
in de buitenspiegels wijzigen.
Gedimd
Timing melding
voor aanwezigheid
van naderende auto
(gevoeligheid)
Vroeg
Hiermee kunt u de timing van de melding voor
een naderende auto wijzigen.
Gemiddeld
Laat
Alleen wanneer een
auto wordt gesigna-
leerd in de dode
hoek
RCTA (Rear Crossing Traffic Alert) (indien aanwezig) (→blz. 226)
Druk op
om de Rear Crossing Traffic Alert-functie in of uit te schakelen.
Onderwerp Instellingen Details
RCTAAan
Hiermee kunt u het Rear Crossing Traffic Alert-
functie in- of uitschakelen.
Uit
Houdingedrukt om de instellingen van het volgende onderwerp te wijzigen:
Onderwerp Instellingen Details
Volume RCTA-
zoemer1 (laag)
Hiermee kunt u het volume van de RCTA-zoemer
wijzigen. 2 (gemiddeld)
3 (luid)
RCD-functie (Rear Camera Detection) (indien aanwezig) (→blz. 231)
Druk op
om de Rear Camera Detection-functie in of uit te schakelen.
Onderwerp Instellingen Details
RCDAan
Hiermee kunt u de Rear Camera Detection in- of
uitschakelen.
Uit
2.1 Instrumentenpaneel
88
Page 91 of 514

PKSB (Parking Support Brake) (indien aanwezig) (→blz. 235)
Druk op
om de Parking Support Brake in of uit te schakelen.
Onderwerp Instellingen Details
PKSBAan
Hiermee kunt u het Parking Support Brake-
systeem in- of uitschakelen.
Uit
Parking Assist (Toyota Parking Assist-sensor) (→blz. 218)
Druk op
om de Toyota Parking Assist-sensor in of uit te schakelen.
Onderwerp Instellingen Details
Toyota Parking
Assist-sensorAan
Hiermee kan de Toyota Parking Assist-sensor
worden in- of uitgeschakeld.
Uit
Houdingedrukt om de instellingen van het volgende onderwerp te wijzigen:
Onderwerp Instellingen Details
Volume1 (laag)
Hiermee kunt u het volume van de zoemer van de
Toyota Parking Assist-sensor wijzigen. 2 (gemiddeld)
3 (luid)
HUD (head-up display) (indien aanwezig) (→blz. 94)
Druk op
om het head-up display in of uit te schakelen.
Onderwerp Instellingen Details
HUDAan
Hiermee kunt u het head-up display in- of uit-
schakelen.
Uit
Houdingedrukt om de instellingen van de volgende onderwerpen te wijzigen:
Onderwerp Instellingen Details
Helderheid/positie HUDHiermee kan de helderheid/positie van het
head-up display worden ingesteld.
■Druk op de toets
/om de helderheid
van het display in te stellen.
■Druk op de toets
/om de positie van
het display in te stellen.
Rijondersteuning
HUDInstellingen toeren-
tellerHiermee kunt u de weergave wijzigen tussen de
onderwerpen:
■Hybridesysteemindicator
■Toerenteller
■Geen inhoud
Navigatiesysteem
Hiermee kunt u de inhoud van het head-up dis-
play in- of uitschakelen. Rijstrook
Ondersteunend
systeem
Kompas
WisselenHiermee kan de hoek van het head-up display
worden ingesteld.
Druk op de toets
/om de hoek van het
display in te stellen.
2.1 Instrumentenpaneel
89
2
Instrumentenpaneel
Page 92 of 514

Zonnescherm achterruit (indien aanwezig) (→blz. 277)
Druk op
om het zonnescherm van de achterruit omhoog of omlaag te bewegen.
Onderwerp Instellingen Details
Zonnescherm ach-
terruitOmhoog
Hiermee kunt u het zonnescherm van de achter-
ruit omhoog of omlaag bewegen.
Omlaag
RSA (Road Sign Assist) (indien aanwezig) (→blz. 192)
Houd
ingedrukt om de instellingen van de volgende onderwerpen te wijzigen:
Onderwerp Instellingen Details
RSA
*1Aan
Hiermee kunt u de RSA in- of uitschakelen.
Uit
MeldingswijzeMelding te hoge
snelheid
*2
Hiermee kan de wijze waarop de bestuurder
wordt gewaarschuwd als de op het verkeersbord
op het multi-informatiedisplay weergegeven
snelheidslimiet wordt overschreden, worden ge-
selecteerd.
Beschikbare methoden:
■Geen melding
■Alleen weergave
■Weergave en zoemer
Meldingen inhaal-
verbodHiermee kan de wijze waarop het systeem de
bestuurder waarschuwt voor het volgende wor-
den geselecteerd:
■Als de auto inhaalt terwijl het verkeersbord
met een inhaalverbod op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven.
Beschikbare methoden:
■Geen melding
■Alleen weergave
■Weergave en zoemer
Andere meldingen
(melding verboden
in te rijden)
*3
Hiermee kan de wijze waarop het systeem de
bestuurder waarschuwt als het signaleert dat de
auto een weg met een inrijverbod nadert terwijl
er een verkeersbord voor verboden in te rijden
wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay, worden geselecteerd.
Beschikbare methoden:
■Geen melding
■Alleen weergave
■Weergave en zoemer
Meldingsniveau
snelheidsover-
schrijding10 km/h (5 mph)
Hiermee kan worden geselecteerd bij welke snel-
heidsoverschrijding de waarschuwing snelheids-
overschrijding wordt geactiveerd als de op het ver-
keersbord op het multi-informatiedisplay
weergegeven snelheidslimiet wordt overschreden.
5 km/h (3 mph)
2 km/h (1 mph)
*1: Het systeem wordt automatisch ingeschakeld telkens wanneer het contact AAN wordt
gezet.
*2: Als de snelheidslimiet met aanvullend teken wordt overschreden, werkt de
waarschuwingszoemer niet.
*3: Auto's met navigatiesysteem
2.1 Instrumentenpaneel
90
Page 93 of 514

Voertuiginstellingen
Houd
ingedrukt om de instellingen van de volgende onderwerpen te wijzigen:
Onderwerp Instellingen Details
TPWS (bandenspanningswaarschuwingssysteem) (→blz. 299)
Stel bandenspanning in (initialisatie ban-
denspanningswaarschuwingssysteem)Hiermee kan het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem worden geïnitialiseerd. Houd om
de initialisatie uit te voeren de toets
inge-
drukt.
Zorg dat alle banden op de voorgeschreven
spanning zijn gebracht voordat u de initialisatie
uitvoert. (→Blz. 300)
Wielen wijzigen (registreer de identifica-
tiecodes van het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)Hiermee kunt u de identificatiecodes van de ban-
denspanningssensoren registreren in het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem. Houd, om
de identificatiecodes te registreren, de toets
ingedrukt. (→Blz. 301)
Herinneringsfunctie
achterstoel
(→blz. 108)Aan
Hiermee kunt u de herinneringsfunctie voor de
achterstoel in- of uitschakelen.
Uit
Instellingen instrumentenpaneel
Houd
ingedrukt om de instellingen van de volgende onderwerpen te wijzigen:
Onderwerp Instellingen Details
TaalHiermee kan de weergegeven taal worden gewij-
zigd.
EenhedenHiermee kunnen de weergegeven meeteenhe-
den worden gewijzigd.
(EV-
controlelampje)Aan
Hiermee kunt u de werking van het EV-
controlelampje in- of uitschakelen. (→Blz. 64)
Uit
SnelheidsmeterAan
Hiermee kan de weergave van de snelheidsmeter
worden in- of uitgeschakeld.
Uit
GadgetinhoudUit Geen weergave
Gemiddelde rijsnel-
heid
Hiermee kunt u de weergave van een gadget wij-
zigen. Afstand
Verstreken tijd
Type brandstofver-
bruikReis (sinds star-
ten)
*1Hiermee kunt u de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik en een onderwerp dat wordt
weergegeven als gadget wijzigen. Totaal (sinds reset-
ten)
Tank (sinds tan-
ken)
*2
Multi-informatiedisplay uitHiermee kunt u het multi-informatiedisplay uit-
zetten.
Druk op een van de richtingtoetsen (///) om het multi-informatiedisplay weer
aan te zetten.
2.1 Instrumentenpaneel
91
2
Instrumentenpaneel
Page 94 of 514

Onderwerp Instellingen Details
Pop-updisplayKruispuntenbege-
leiding (indien aan-
wezig)
Hiermee kunt u het pop-updisplay in- of uitscha-
kelen. Inkomende oproe-
pen
Instellen helderheid
StandaardinstellingHiermee kunnen de instellingen van de weergave
van het instrumentenpaneel worden gereset
naar de standaardinstelling.
*1: Door dit onderwerp te selecteren verandert ook de gadget.
*2: Door dit onderwerp te selecteren wordt de weergave van de gadget uitgeschakeld.
Kilometerteller/dagteller
Kilometerteller
Geeft de totale afstand weer die met de
auto gereden is.
Dagteller A/dagteller B
Geeft de afstand weer die met de auto
gereden is sinds de teller de laatste keer
op nul is gezet. Dagteller A en B kunnen
onafhankelijk van elkaar worden gebruikt
en verschillende afstanden weergeven.
Geef om een dagteller te resetten de
gewenste dagteller weer en houd
vervolgens de toets ODO/TRIP ingedrukt.
Suggestiefunctie
Hiermee worden suggesties voor de
bestuurder weergegeven in de
onderstaande situaties. U kunt een
reactie op de weergegeven suggestie
selecteren met behulp van de
bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel.
De suggestiefunctie kan worden in- en
uitgeschakeld.
(Systemen met mogelijkheden voor
persoonlijke voorkeursinstellingen:
→blz. 383)
Suggestie om de koplampen uit te
schakelen
Als de koplampen gedurende een
bepaalde tijd ingeschakeld blijven terwijl
de lichtschakelaar in de stand AUTO staatnadat het contact UIT is gezet, wordt er
een melding van de suggestiefunctie
weergegeven met de vraag of u de
koplampen wilt uitschakelen. Selecteer
“Yes” ( ja) om de koplampen uit te
schakelen.
Als een voorportier wordt geopend nadat
het contact UIT is gezet, wordt deze
melding van de suggestiefunctie niet
weergegeven.
Suggestie om de elektrisch bedienbare
ruiten te sluiten (gekoppeld aan de
werking van de ruitenwissers)
Als de ruitenwissers worden bediend
terwijl een of meer elektrisch bedienbare
ruiten zijn geopend, verschijnt een
melding van de suggestiefunctie met de
vraag of u de elektrisch bedienbare ruiten
wilt sluiten. Selecteer “Yes” ( ja) om alle
elektrisch bedienbare ruiten te sluiten.
Suggestie om de elektrisch bedienbare
ruiten te sluiten (gekoppeld aan de
rijsnelheid)
Als gedurende een bepaalde tijd met
hoge snelheden gereden wordt terwijl
een elektrisch bedienbare ruit geopend
is, verschijnt een melding van de
suggestiefunctie met de vraag of u de
elektrisch bedienbare ruiten wilt sluiten.
Selecteer “Yes” ( ja) om alle elektrisch
bedienbare ruiten te sluiten.
2.1 Instrumentenpaneel
92
Page 95 of 514

De ECO-begeleiding werkt niet
wanneer
De ECO-begeleiding werkt in de volgende
situaties niet:
• De hybridesysteemindicator werkt
niet.
• Er wordt met de auto gereden terwijl
de Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik is
ingeschakeld.
Onderbreking van de weergave van de
instellingen
• Bepaalde instellingen kunnen niet
gewijzigd worden tijdens het rijden.
Breng de auto op een veilige plaats tot
stilstand voordat u instellingen
wijzigt.
• Als er een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven, kan het
instelscherm tijdelijk niet worden
bediend.
Bandenspanning
• Nadat het contact AAN is gezet, kan
het enkele minuten duren voordat de
bandenspanning wordt weergegeven.
Het kan ook enkele minuten duren
voordat de bandenspanning wordt
weergegeven nadat de banden op
spanning zijn gebracht.
• Mogelijk wordt er “---” weergegeven
als de positie van de banden niet kan
worden vastgesteld als gevolg van een
slechte ontvangst van radiogolven.
• De bandenspanning verandert met de
temperatuur. De weergegeven
waarden kunnen verschillen van de
waarden die met andere
bandenspanningmeters worden
gemeten.
LCD-scherm
Op het scherm kunnen kleine vlekjes of
lichte puntjes verschijnen. Dit
verschijnsel is kenmerkend voor
LCD-schermen en u kunt het scherm
zonder problemen blijven gebruiken.Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden
aangepast aan de persoonlijke voorkeur.
(→Blz. 86, blz. 383)
WAARSCHUWING!
Waarschuwingen voor het gebruik
tijdens het rijden
• Wanneer u het multi-
informatiedisplay tijdens het rijden
bedient, let dan extra goed op de
veiligheid rondom de auto.
• Kijk tijdens het rijden niet
voortdurend op het multi-
informatiedisplay, aangezien u
anders voetgangers, objecten op de
weg, enz. over het hoofd kunt zien.
Informatiedisplay bij lage
temperaturen
Laat het interieur van de auto op
temperatuur komen alvorens het
informatiedisplay te gebruiken. Bij
extreem lage temperaturen kan het
informatiedisplay trager reageren en
worden wijzigingen mogelijk met enige
vertraging weergegeven.
Zo kan er bijvoorbeeld een vertraging
ontstaan tussen het schakelen door de
bestuurder en de weergave van de
ingeschakelde versnelling op het
display. Deze vertraging kan de
bestuurder doen besluiten nogmaals
terug te schakelen, waardoor er snel en
te sterk op de motor wordt afgeremd en
er een aanrijding kan ontstaan,
mogelijk met dodelijk of ernstig letsel
tot gevolg.
Waarschuwing bij het instellen van
het display
Zorg dat de auto geparkeerd staat op
een plaats met voldoende ventilatie,
aangezien het hybridesysteem tijdens
het instellen van het display moet
draaien. In een afgesloten ruimte, zoals
een garage, kunnen uitlaatgassen die
het schadelijke koolmonoxide (CO)
bevatten, zich ophopen en in de auto
2.1 Instrumentenpaneel
93
2
Instrumentenpaneel
Page 96 of 514

WAARSCHUWING!(Vervolg)
terechtkomen. Dit kan leiden tot de
dood of zeer schadelijk zijn voor de
gezondheid.
OPMERKING
Tijdens het instellen van het display
Zorg ervoor dat het hybridesysteem
draait tijdens het instellen van het
display om te voorkomen dat de
12V-accu leeg raakt.
2.1.4 Head-up display*
*: Indien aanwezig
Overzicht van functies
Het head-up display is gekoppeld aan het instrumentenpaneel en het navigatiesysteem
en geeft verschillende informatie weer in het directe blikveld van de bestuurder, zoals de
actuele rijsnelheid.
1Status ondersteunend systeem/aan
navigatiesysteem gekoppelde displayzone
(→blz. 95)
De volgende pop-updisplays worden
in bepaalde situaties weergegeven:
• Pre-Crash-waarschuwing
(Pre-Crash Safety-systeem)
• Waarschuwing van het Parking
Support Brake-systeem
2Weergave schakelstand/RSA (Road
Sign Assist)
• Schakelstand (→blz. 145)• Weergave RSA (Road Sign Assist)
(indien aanwezig) (→blz. 192)
3Weergave rijsnelheid
4Hybridesysteemindicator/toerenteller
(→blz. 95)
5Informatiedisplayzone (→blz. 96)
De volgende pop-updisplays worden
in bepaalde situaties weergegeven:
• Waarschuwing/melding
• Status handsfree-systeem
• Status bediening audiosysteem
2.1 Instrumentenpaneel
94