Page 505 of 514
Page 506 of 514
Page 507 of 514

Antidiefstalsysteem
Alarm*..................71
Deactiveren of uitschakelen van
het alarm.................71
Het alarm................71
Inschakelen van het
alarmsysteem..............71
Startblokkering.............70
Bedienen van verlichting en
ruitenwissers
AHB (Automatic High Beam)* . . .156
Bedienen van de
ruitenwisserhendel..........160
Bedieningsinstructies........154
Handmatig in- en uitschakelen
van het grootlicht..........157
Inschakelen van de Automatic High
Beam..................157
Inschakelen van het grootlicht . . .155
Lichtschakelaar............154
Ruitenwissers en -sproeiers. . . .160
Schakelaar mistlampen.......159
Wijzigen van de ruststand van de
ruitenwissers voor/optillen van de
ruitenwissers voor..........162
Belangrijke informatie
Alarmknipperlichten.........326
Als de auto onder water staat of het
water op de weg stijgt........327
Als uw auto in geval van nood tot
stilstand moet worden gebracht . .326
Gebruik van de airconditioning en de
achterruitverwarming
Automatische airconditioning . . .252
Bedieningspaneel
airconditioning............252
Gebruik van de automatische
modus.................253
Overige functies...........254
Stoelventilatoren...........260
Stoelverwarming achter.......260
Stoelverwarming voor........259
Stuurwielverwarming........259
Stuurwielverwarming*/
stoelverwarming*/
stoelventilatoren*..........258
Uitstroomopeningen........254Gebruik van de interieurverlichting
Interieurverlichting.........261
Leeslampjes..............261
Overzicht interieurverlichting . . .261
Verlichting middenarmsteun
achterstoel...............262
Gebruik van de ondersteunende
systemen
Als het TRC-/VSC-/ABS-systeem in
werking is...............209
BSM (Blind Spot Monitor)*.....213
BSM-functie..............215
De Rear Camera Detection-functie
in-/uitschakelen...........232
Detectiebereik van de sensoren
(auto's met Parking Support
Brake)..................221
Detectiebereik van de sensoren
(auto's zonder Parking Support
Brake)..................220
Detectiegebieden BSM-functie . .216
Detectiegebieden RCTA.......228
Display.............218
,232
Dynamic Radar Cruise Control met
Road Sign Assist (indien
aanwezig)...............204
Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik.......196
Functies die zijn opgenomen in het
LTA-systeem..............185
Functie voor verlaging van de
bochtensnelheid...........202
GPF-systeem
(benzineroetfilter)*.........208
Hervatten van het rijden met de
volgregeling als de auto is stilgezet
door het systeem
(afstandsregelmodus)........202
Het geluidsvolume van de zoemer
wijzigen................221
Inschakelen/uitschakelen Dynamic
Radar Cruise Control met Road Sign
Assist (indien aanwezig)......204
Inschakelen/uitschakelen van de
Parking Support Brake........236
Inschakelen/uitschakelen van de
RCTA ..................227
Instellen van de helderheid van de
indicator in de buitenspiegel. . . .214
Trefwoordenlijst
505
Page 508 of 514

Instellen van de rijsnelheid
(afstandsregelmodus)........200
Instellen van het zoemervolume . .227
Instellingen LTA-systeem......187
Instellingen tussenafstand
(afstandsregelmodus)........201
In-/uitschakelen van de
BSM-functie..............213
LTA (Lane Tracing Assist)......182
Meldingen op het multi-
informatiedisplay...........187
Naderingswaarschuwing
(afstandsregelmodus)........202
Ondersteunde soorten
verkeersborden............193
Ondersteunende systemen.....209
Ondersteunend systeem......165
Overzicht van de functie......192
Overzicht van functies. . . .182
,196
Parking Support Brake-functie. . .238
Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten)*. . . .241
Parking Support Brake-functie
(voor voertuigen die achterlangs
rijden)*.................243
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem)................170
PKSB (Parking Support Brake)* . .235
PKSB-systeem (Parking Support
Brake)..................235
RCD (Rear Camera Detection)* . . .231
RCTA ..................227
RCTA (Rear Crossing Traffic
Alert)*.................226
Rijden in de afstandsregelmodus . .199
Rijmodusselectieschakelaars. . . .245
RSA (Road Sign Assist)*.......192
Selecteren van de constante-
snelheidsregelmodus........203
Sensoren................166
Signaleerbare objecten en
beschikbaarheid functie.......170
Soorten sensoren.......218
,236
Systeemfuncties...........171
Systeemonderdelen . .197
,213, 226
Toyota Parking Assist-sensor. . . .218
Toyota Parking Assist-sensor
in-/uitschakelen...........218
Toyota Safety Sense.........165
Uitschakelen en hervatten van de
snelheidsregeling...........202Uitschakelen van het
TRC-systeem.............209
Voorbeelden van de werking
van het systeem........241
,243
Waarschuwingsfunctie.......195
Wanneer een voetganger wordt
gesignaleerd..............232
Weergaven en zoemers voor
begrenzingsregeling hybridesysteem
en remregeling............237
Weergave op het multi-
informatiedisplay...........192
Weergave sensorsignalering, afstand
tot object (auto's met Parking
Support Brake)............220
Weergave sensorsignalering, afstand
tot object (auto's zonder Parking
Support Brake)............219
Wijzigen van de ingestelde
snelheid................201
Wijzigen van de tussenafstand
(afstandsregelmodus)........201
Wijzigen van instellingen van het
Pre-Crash Safety-systeem.....173
Gebruik van de opbergmogelijkheden
Bekerhouders.............265
Consolevak..............264
Dashboardkastje...........264
Extra opbergvakken.........266
Fleshouders..............264
Muntenhouder............264
Open opbergvak...........267
Overzicht van
opbergmogelijkheden........263
Skiluik*.................267
Tashaken................268
Voorzieningen bagageruimte . . .268
Gebruik van de sleutel
Afstandsbediening..........102
De sleutels...............102
Gebruik van de mechanische
sleutel.................102
Sleutels.................102
Hybridesysteem
Akoestisch
voertuigwaarschuwingssysteem
(indien aanwezig)...........64
Kenmerken hybridesysteem.....63
Trefwoordenlijst
506
Page 509 of 514

Uitschakelsysteem voor
noodgevallen..............67
Ventilatieopening batterijpakket
(tractiebatterij).............67
Voorzorgsmaatregelen
hybridesysteem............66
Waarschuwingsmelding
hybridesysteem............67
Initialisatie
Te initialiseren onderdelen.....388
Instrumentenpaneel
Controlelampjes............76
Dimmer dashboardverlichting....79
Energiemonitor.............97
Energiemonitor/verbruiksscherm. .97
Gebruik van het head-up display . .95
Gebruik van het multi-
informatiedisplay...........82
Head-up display*............94
Hybridesysteemindicator/
toerenteller...............95
Informatiedisplayzone........96
Informatie over milieubewust
rijden (
)...............84
Kilometerteller/dagteller.......92
Menu-iconen..............83
Meters en tellers............78
Multi-informatiedisplay........81
Overzicht van functies......81
,94
Scherm “Brandstofverbruik”.....99
Status ondersteunend systeem/aan
navigatiesysteem gekoppelde
displayzone...............95
Suggestiefunctie............92
Waarschuwingslampjes........74
Waarschuwingslampjes en
controlelampjes............74
Weergave instellingen (
).....86
Noodoproep
Controlelampjes............55
eCall*...................54
Noodoproepdiensten.........55
Overzicht systeem van toegevoegde
diensten.................58
Systeemonderdelen..........54
Uitvoeren van de regelgeving....59Onderhoud
Onderhoud en reparatie.......286
Periodiek onderhoud.........286
Zelf uit te voeren onderhoud. . . .287
Onderhoud en verzorging
Beschermen van het interieur . . .284
Reinigen en beschermen van het
exterieur van uw auto........282
Reinigen en beschermen van het
interieur van uw auto........284
Schoonmaken van de
metaalaccenten met satijnglans . .284
Schoonmaken van kunstleder . . .285
Schoonmaken van lederen
bekleding...............285
Openen en sluiten van de ruiten
Elektrisch bedienbare ruiten. . . .128
Openen en sluiten..........128
Voorkomen van onbedoelde
bediening (blokkeerschakelaar
ruitbediening).............128
Openen, sluiten en vergrendelen van de
portieren
Achterklep...............109
Automatische vergrendel- en
ontgrendelsystemen van de
portieren................107
Bij het sluiten van de achterklep . .110
De bagageruimte van binnenuit
openen.................109
De bagageruimte van buitenaf
openen.................109
Kindersloten achterportieren . . .106
Portieren................104
Smart entry-systeem met
startknop...............112
Van binnenuit ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren . . .106
Van buitenaf ontgrendelen en
vergrendelen van de portieren . . .104
Vergrendelen van de voorportieren
van buitenaf zonder gebruik te
maken van een sleutel........106
Over deze handleiding...........8
Overige voorzieningen in het interieur
Accessoireaansluiting........269
Trefwoordenlijst
507
Page 510 of 514

Armsteun...............276
Draadloze lader (indien
aanwezig)...............270
Handgrepen..............279
Kledinghaakjes............279
Make-upspiegels...........268
Overige voorzieningen in het
interieur................268
USB-laadaansluitingen.......269
Zonnekleppen.............268
Zonnescherm achterruit (indien
aanwezig)...............277
Zonneschermen achterportieren
(indien aanwezig)...........278
Overzicht..................10
Persoonlijke voorkeursinstellingen
Functies van de auto aanpassen aan
de persoonlijke voorkeur......383
Systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke
voorkeursinstellingen........383
Rijprocedures
Automatische modus........149
Bedienen van de selectiehendel . .145
Bedieningsinstructies........149
Brake Hold...............152
Doel van de schakelstanden. . . .145
EV-modus...............142
Handmatige modus.........150
Hybridetransmissie.........145
Parkeerrem..............149
Richtingaanwijzerschakelaar. . . .149
Selecteren van de rijmodus.....145
Selecteren van het schakelbereik
in stand D (auto's met paddle
shift-schakelaars)..........146
Starten van het hybridesysteem . .139
Startknop...............139
Uitschakelen van het
hybridesysteem............139
Uitschakelen van het hybridesysteem
met de selectiehendel in een andere
stand dan P..............140
Wijzigen van de standen van het
contact.................140
Wijzigen van het schakelbereik in
stand S.................146Rijtips
Bij het parkeren............248
Kiezen van sneeuwkettingen. . . .248
Rijden in de winter..........248
Tijdens het rijden...........248
Tips voor rijden met een
hybrideauto..............246
Voorbereiding voor de winter . . .248
Voordat u met de auto gaat
rijden..................248
Wetgeving met betrekking tot het
gebruik van sneeuwkettingen . . .249
Specificaties
Afmetingen..............376
Banden en velgen...........380
Batterijpakket (tractiebatterij) . . .378
Brandstof...............377
Elektrisch systeem..........379
Elektromotor (tractiemotor). . . .377
Identificatie van de auto.......376
Informatie over brandstof......382
Koelsysteem..............379
Lampen*................381
Motor..................377
Onderhoudsgegevens
(brandstof, oliepeil, enz.)......376
Ontstekingssysteem.........379
Remmen................380
Smeersysteem............378
Stuurinrichting............380
Transmissie..............380
Stappen die genomen moeten worden in
noodgevallen
Het hybridesysteem kan niet worden
gestart, ook al is de startprocedure
correctuitgevoerd...........363
Als de 12V-accu van de auto
ontladen is...............366
Als de auto vast komt te zitten . . .373
Als de elektronische sleutel niet
goed werkt...............364
Als een waarschuwingslampje gaat
branden of een waarschuwingszoemer
klinkt..................331
Als er een waarschuwingsmelding
wordt weergegeven.........338
Als het hybridesysteem niet kan
worden gestart............363
Trefwoordenlijst
508
Page 511 of 514

Als u denkt dat er iets mis is. . . .330
Als uw auto een lekke band heeft
(auto's met een
bandenreparatieset).........342
Als uw auto een lekke band heeft
(auto's met een reservewiel). . . .353
Als uw auto moet worden
gesleept................327
Als uw auto oververhit raakt. . . .370
Correctieprocedures.........371
De interieurverlichting en de
koplampen gaan niet branden of de
claxon maakt geen geluid.......363
De interieurverlichting en de
koplampen gaan zwakker branden of
de claxon maakt geen of weinig
geluid..................363
Hoorbare symptomen........331
Meldingen en waarschuwingen . .338
Merkbare symptomen........331
Noodstartfunctie...........364
Omstandigheden waaronder u vóór
het slepen contact dient op te
nemen met de dealer........328
Onderdelen van de
bandenreparatieset.........344
Overzicht waarschuwingslampjes
en waarschuwingszoemers.....331
Plaatsen van het reservewiel. . . .359
Plaats van bandenreparatieset,
krik en gereedschap.........344
Plaats van reservewiel, krik en
gereedschap..............354
Procedure bij slepen in een
noodgeval...............329
Reparatiemethode in
noodgevallen.............345
Slepen in een noodgeval......329
Slepen met een lepelwagen.....329
Starten van het hybridesysteem . .365
Vergrendelen en ontgrendelen
van de portieren, ontgrendelen
van de achterklep en aan de sleutel
gekoppelde functies.........364
Vervangen van een wiel met een
lekke band...............357
Vervoeren op een
autoambulance............329
Verwijderen van de
bandenreparatieset.........345
Verwijderen van de krik.......355Verwijderen van het reservewiel . .356
Voor het opkrikken van de auto . .353
Vóór het repareren van de band . .343
Zichtbare symptomen........330
Tanken
Openen van de tankdop . . .163
,164
Sluiten van de tankdop.......164
Voor het tanken............163
Ter informatie
Accessoires, onderdelen en
veranderingen aan uw Toyota.....5
Black box.................6
Handleiding................5
Inbouw van een zend-/
ontvanginstallatie............5
Opslaan voertuiginformatie......6
Vernietigen van uw Toyota.......7
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Baby- en kinderzitjes.........38
Baby- of kinderzitje vastgezet met
een onderste ISOfix-
bevestigingspunt............51
Baby- of kinderzitje vastgezet met
een veiligheidsgordel.........50
Bij gebruik van een baby- of
kinderzitje................40
Geschiktheid baby- en kinderzitjes
voor elke zitpositie...........42
Inhoudsopgave.............39
Met een bevestigingspunt voor de
bovenste gordel............53
Plaatsingsmethode baby- of
kinderzitje................48
Punten om rekening mee te
houden..................39
Rijden met kinderen in de auto....38
Verklaringen................393
Verstellen van de stoelen
Achterstoelen.............118
Ergonomisch geheugen.......120
Ergonomisch geheugen*......120
Geheugenoproepfunctie......121
Hoofdsteunen.............122
Procedure voor het verstellen . . .117
Rugleuningen achter neerklappen
(neerklapbare stoel).........118
Trefwoordenlijst
509
Page 512 of 514

Verstellen van de rugleuning
(met rugleuningverstelling). . . .118
Voorstoelen..............117
Verstellen van het stuurwiel en de
buitenspiegels
Afstellen van de hoogte van de
binnenspiegel.............125
Antiverblindingsstand........125
Automatisch wegkantelen
(elektrische verstelling).......124
Binnenspiegel.............125
Buitenspiegels............126
Claxon.................125
Inklappen en uitklappen van de
spiegels.................126
Koppeling van spiegelstand
aan achteruitrijden (indien
aanwezig)...............127
Procedure voor het
verstellen............124
,126
Stuurwiel................124
Voordat u gaat rijden
Lading en bagage...........138
Parkerenvandeauto.........132
Rijden..................132
Rijden met de auto..........132
Rijden met een aanhangwagen . .139
Starten van het hybridesysteem . .132
Tot stilstand brengen van de
auto...................132
Wegrijden op een steile helling
omhoog................132
Wegrijregeling............132
Voor een veilig gebruik
Aan/uit-schakelaar airbag*......36
Afstellen van de hoogte van het
schouderbevestigingspunt van de
veiligheidsgordel (voorstoelen) . . .24
Afstellen van de spiegels.......23
Airbags..................28
Airbags voor voorpassagier
uitschakelen...............36
Belangrijke voorzorgsmaatregelen
in verband met uitlaatgassen....37
De juiste houding achter het
stuur...................23
Gordelspanners (voorstoelen en
buitenste zitplaatsen achter).....24Juist gebruik van de
veiligheidsgordels........23
,24
Onderdelen SRS-airbagsysteem. . .29
Vast- en losmaken van de
veiligheidsgordel............24
Veiligheidsgordels...........24
Veilig rijden...............23
Vloermat.................22
Voordat u gaat rijden.........22
Wat moet u doen als... (Problemen
oplossen)
Als u denkt dat er iets mis is. . . .390
De portieren kunnen niet worden
vergrendeld, ontgrendeld, geopend
of gesloten...............390
Wanneer zich een probleem heeft
voorgedaan..............392
Wat moet u doen als... (Problemen
oplossen)................390
Zelf uit te voeren onderhoud
12V-accu................295
Als stof en verontreinigingen
niet volledig kunnen worden
verwijderd...............311
Banden.................298
Bandenspanning...........306
Bandenspanningswaarschuwings-
systeem................299
Batterij elektronische sleutel. . . .314
Batterij vervangen..........314
Belangrijke aanwijzingen voor
lichtmetalen velgen.........308
Controleren en vervangen van
zekeringen...............316
Controleren van de banden.....298
De volgende zaken zijn
benodigd:...............314
Exterieur................296
Interieurfilter.............309
Keuzevanvelg ............307
Koelvloeistof.............293
Lampen.................318
Lampen vervangen..........319
Motorkap................289
Motorolie................291
Motorruimte..............291
Plaats..................295
Plaatsen van een garagekrik. . . .290
Plaats lampen.............318
Trefwoordenlijst
510