4.5.15 Rijmodusselectieschakelaars
De rijmodi kunnen worden geselecteerd overeenkomstig de rijomstandigheden.
1Normal-modus
Voor normaal gebruik.
Druk wanneer de ECO-rijmodus of de
sportmodus is geselecteerd op de
schakelaar om de rijmodus te wijzigen
naar de normale modus.
2ECO-rijmodus
Gebruik de ECO-rijmodus voor een
laag brandstofverbruik tijdens ritten
waarbij vaak wordt geaccelereerd.
Wanneer de ECO-modusschakelaar
wordt ingedrukt, gaat het
controlelampje ECO MODE in het
instrumentenpaneel branden.
3Sportmodus
Gebruik de sportmodus wanneer
een grotere acceleratierespons en
nauwkeurig rijgedrag gewenst zijn,
bijvoorbeeld bij het rijden op
bergwegen.
Wanneer de SPORT-schakelaar wordt
ingedrukt, gaat het controlelampje
SPORT in het instrumentenpaneel
branden.
4.5 Gebruik van de ondersteunende systemen
245
4
Rijden