Page 329 of 798

3274-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)■
Situaties waarin het systeem mogelijk werkt, zelfs als er geen kans op een
aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals de onderstaande, werkt het systeem mogelijk
zelfs als er geen kans op een aanrijding is.
● Wanneer richting een spandoek of vlag, een laaghangende tak of een slagboom
(zoals wordt gebruikt bij spoorwegovergangen, tolpoortjes en parkeerplaatsen) wordt
gereden
● Bij een groef of gat in het wegdek.
● Wanneer de auto over een metalen afdekking (rooster) rijdt, zoals gebruikt boven
afvoergoten.
● Bij het omhoog of omlaag rijden op een steile helling.
● Als een sensor wordt geraakt door een grote hoeveelheid water, zoals bij het rijden
op een overstroomde weg.
● De sensor is bedekt met vuil, sneeuw, waterdruppels of ijs. (Het reinigen van de
sensoren zal het probleem oplossen.)
● Een sensor is bedekt met een waterfilm of er is sprake van zware regenval.
● Bij het rijden onder barre weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of
een zandstorm.
● Wanneer in de omgeving van de auto ultrasoongolven worden geproduceerd door
claxons, voertuigdetectiesystemen, motorfietsmotoren, luchtremmen van vracht-
wagens, sonarsystemen van andere auto's of andere bronnen.
● Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de belading van de auto.
● Als de stand van een sensor is gewijzigd door een aanrijding o.i.d.
● De auto nadert een hoge of gebogen stoeprand.
● Wanneer vlak langs pilaren (H-vormige stalen balken, enz.) in parkeergarages, op
bouwplaatsen, enz. wordt gereden
● Als niet op een stabiele wijze kan worden gereden met de auto, bijvoorbeeld als hij
betrokken is geweest bij een ongeval of als er storingen zijn.
●
Wanneer op een smalle weg wordt gereden.
● Wanneer het stevig waait.
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 32 7 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 330 of 798

3284-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)●
Als er sneeuwkettingen, een compact reservewiel of een bandenreparatieset worden
toegepast.
■ Als “Clean Parking Assist Sensor” (reinig Parking Assist-sensor) wordt weerge-
geven op het multi-informatiedisplay
Mogelijk is een sensor vuil of bedekt met sneeuw of ijs. Wanneer dit in zo'n geval van
de sensor wordt verwijderd, moet het systeem weer normaal werken.
Ook kan het gebeuren dat er een storing wordt weergegeven of een object niet wordt
gesignaleerd doordat de sensor bij lage buitentemperaturen is bevroren. Als de sensor
is ontdooid, moet het systeem weer normaal werken.
■ Als “Parking Assist Malfunction Visit Your Dealer” (Storing in Parking Assist. Ga
naar uw dealer) op het multi-in formatiedisplay wordt weergegeven
Afhankelijk van de storing in de sensor, werkt het apparaat mogelijk niet normaal. Laat
de auto nakijken door een erkende Toyota -dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Als “Parking Assist Malfunction” (stori ng Parking Assist) wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay
Er kan continu water over de sensor stromen, zoals bij zware regenval. Als het systeem
signaleert dat de toestand weer normaal is, zal het systeem weer normaal werken.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instelling van het geluidsvolume van de zoemer kan worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen: Blz. 647)
●
De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg,
op een helling, op grind of op gras.
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 32 8 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 331 of 798

3294-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking tot het gebruik van het systeem
Vertrouw niet blindelings op het systeem, aangezien er een grens is aan de mate
van nauwkeurigheid bij de herkenning en de ondersteunende mogelijkheden die dit
systeem kan bieden. Het is altijd de verantwoordelijkheid van de bestuurder om de
omgeving van de auto in de gaten te houden en veilig te rijden.
■ Ervoor zorgen dat he t systeem goed werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
● Beschadig de sensoren niet en houd ze altijd schoon.
● Plaats geen stickers of elektronische onderdelen zoals een kentekenplaat met
achtergrondverlichting (met name fluor escerende), een mistlamp, een spatbord-
antenne of een draadloze antenne in de buurt van een radarsensor.
● Stel de omgeving van de sensor niet bloot aan krachtige schokken. Als deze wel
aan krachtige schokken is blootgesteld, laat de auto dan nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/r eparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige als de voor- de achterbumper moet worden verwijderd/
geplaatst of vervangen.
● Wijzig, demonteer of spuit de sensoren niet.
● Bevestig geen afdekking op de kentekenplaat.
● Houd de bandenspanning op de juiste waarde.
■ Wanneer moet de functie uitgeschakeld worden
Schakel in de volgende situaties de functie uit, omdat deze anders mogelijk zelfs
werkt als er geen kans op een aanrijding is.
● Het niet in acht nemen van bovenstaande waarschuwingen.
● Als een niet-originele Toyota-wielophanging (bijvoorbeeld verlaagde wielop-
hanging) is gemonteerd.
■ Opmerkingen bij het wassen van de auto
Stel de omgeving van de sensoren niet bloot aan sterke waterstralen of stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
● Spuit bij het wassen van de auto met een hogedrukreiniger niet rechtstreeks op de
sensoren, omdat dit er toe kan leiden dat een sensor niet meer goed werkt.
● Richt bij het wassen van de auto met stoom de stoom niet rechtstreeks op de
sensoren, omdat dit er toe kan leiden dat een sensor niet meer goed werkt.
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 32 9 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 332 of 798
3304-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
OPMERKING
■Bij gebruik van de Toyota Parking Assist-sensor
In de volgende gevallen werkt het systeem mogelijk niet goed als gevolg van een
storing in een sensor, enz. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
● Het display van de Toyota Parking Assist-sensor knippert en er klinkt een piep-
signaal als er geen objecten worden gesignaleerd.
● Als het gedeelte rond de sensor in aanraking komt met iets of wordt blootgesteld
aan een krachtige schok.
● Als de bumper ergens tegenaan komt.
● Als het display wordt weergegeven en weergegeven blijft worden terwijl er geen
piepsignaal klinkt.
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 33 0 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 333 of 798

331
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
Vierwielaandrijving
H2 (hoge gearing, tweewielaandrij-
ving)
Gebruik deze stand voor het rijden op
droge, verharde wegen. In deze stand
is uw auto zuiniger, rijdt de auto rusti-
ger en treedt er de minste slijtage op.
H4 (hoge gearing, vierwielaandrij-
ving)
Gebruik deze stand voor het rijden op
wegen waarop de banden kunnen slip-
pen, zoals onverharde wegen en
gladde of met sneeuw bedekte wegen.
In deze stand heeft de auto meer grip
dan met alleen tweewielaandrijving.Het controlelampje vierwielaandrij-
ving gaat branden
L4 (lage gearing, vierwielaandrij-
ving)
Gebruik deze stand voor het rijden met maximale kracht en grip. Gebruik stand L4
bij het op- en afrijden van een steile helling, bij terreinrijden en als veel trekkracht
nodig is bij het rijden door zand, modder of diepe sneeuw.
Het controlelampje vierwielaandrijving en het controlelampje van de lage gearing
bij vierwielaandrijving gaan branden
Het ADD kan worden in- en uitgeschakeld met behulp van de volgende
schakelhandelingen.
: Indien aanwezig
Met de bedieningsschakelaar voor de voorwielaandrijving kan één van
de volgende standen van de tussenbak worden gekozen.
1
2
3
ADD (automatic disconnecting differential) (indien aanwezig)
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 33 1 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 334 of 798

3324-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)■
Schakelen van H2 naar H4
Verminder de rijsnelheid tot min-
der dan 100 km/h.
De tussenbak kan niet in een
andere modus worden gezet als de
rijsnelheid hoger is dan 100 km/h.
Zet de bedieningsschakelaar
voor voorwielaandrijving in H4.
Het controlelampje vierwielaandrij-
ving knippert tijdens het schakelen.
Als de bedieningsschakelaar voor
voorwielaandrijving wordt gedraaid
wanneer de rijsnelheid hoger is dan
100 km/h, gaat het controlelampje
van de vierwielaandrijving knippe-
ren en klinkt er een zoemer.
Verminder de rijsnelheid tot minder dan 100 km/h of zet de bedieningsschake-
laar voor voorwielaandrijving terug in stand H2 en voer stap nogmaals uit.
Controleer of het controlelampje
vierwielaandrijving gaat branden.
Het controlelampje vierwielaandrij-
ving gaat branden wanneer het wij-
zigen van de modus van de tussen-
bak is voltooid.
Als het controlelampje vierwielaan-
drijving blijft knipperen nadat de
bedieningsschakelaar voor voor-
wielaandrijving van H2 naar H4 is
gezet, voer dan een van de onder-
staande handelingen uit terwijl u
rechtuitrijdt.• Accelereren
• Decelereren
• Achteruitrijden
Het controlelampje vierwielaandrijving blijft mogelijk knipperen als de bedie-
ningsschakelaar voor voorwielaandrijving van H2 naar H4 wordt gezet terwijl de
auto is stilgezet. Voer in dit geval een van de onderstaande handelingen uit. • Vooruitrijden
• Achteruitrijden
Schakelen tussen H2 en H4
100 km/h
(62 mph)1
(Knippert)
2
1
(Gaat branden)
3
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 33 2 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 335 of 798

3334-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)■
Schakelen van H4 naar H2
Zet de bedieningsschakelaar
voor voorwielaandrijving in H2.
Het controlelampje vierwielaandrij-
ving knippert tijdens het schakelen.
Controleer of het controle-
lampje vierwielaandrijving dooft.
Het controlelampje vierwielaandrij-
ving dooft wanneer het wijzigen van
de modus van de tussenbak is vol-
tooid.
Als het controlelampje vierwielaan-
drijving blijft knipperen nadat de
bedieningsschakelaar voor voor-
wielaandrijving van H4 naar H2 is
gezet, voer dan de onderstaande
handelingen uit terwijl u rechtuitrijdt.• Accelereren
• Decelereren
• Achteruitrijden
Als het controlelampje vierwielaandrijving nog steeds knippert, voer dan de
bovenstaande handelingen uit terwijl u het stuurwiel naar links en rechts draait.
Er kunnen trillingen gevoeld worden in de carrosserie en de stuurinrichting. Dit
duidt echter niet op een storing.
(Knippert)
1
(Dooft)
2
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 33 3 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 336 of 798

3344-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)■
Schakelen van H4 naar L4
Breng de auto tot stilstand.
De tussenbak kan niet in een
andere modus worden gezet als de
auto rijdt.
Zet de selectiehendel in stand N.
Houd de selectiehendel in stand N
tot het wijzigen van de modus van
de tussenbak is voltooid (controle-
lampje brandt).
De tussenbak kan niet in een
andere modus worden gezet als de
selectiehendel in een andere stand
dan N staat.
Druk de bedieningsschakelaar
voor voorwielaandrijving in en
draai hem in L4.
Het controlelampje van de lage gea-
ring bij vierwielaandrijving knippert
tijdens het wijzigen.
Als de bedieningsschakelaar voor
voorwielaandrijving wordt gedraaid
zonder dat stap en zijn
gevolgd, gaat het controlelampje
lage gearing bij vierwielaandrijving
knipperen en klinkt er een zoemer.
Zet de bedieningsschakelaar voor
voorwielaandrijving terug in stand
H4 en voer stap en nogmaals
uit.
Als de selectiehendel in een andere stand dan N wordt gezet terwijl het controle-
lampje lage gearing bij vierwielaandrijving knippert, zijn er mogelijk geluiden van
de transmissie te horen. Zet de selectiehendel direct in stand N en wacht tot het
wijzigen van de modus van de tussenbak is voltooid.
Schakelen tussen H4 en L4 (automatische transmissie)
0 km/h (0 mph)
1
2
(Knippert)
3
12
12
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 33 4 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM