Page 305 of 798

3034-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
WAARSCHUWING
■Waarschuwingen met betrekking to t de ondersteunende systemen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht, aangezien er grenzen zijn aan de
door het systeem geboden ondersteuning. Als u dat niet doet, kunt u een ongeval
veroorzaken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
●
De bestuurder helpen bij het meten van de volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control dient alleen ter ondersteuning van de bestuurder
bij het bepalen van de volgafstand tussen de eigen auto en een bepaalde voorligger.
Het systeem is niet bedoeld om zorgeloos of roekeloos rijgedrag te rechtvaardigen
en kan de bestuurder ook niet helpen tijdens het rijden bij slecht zicht.
Het blijft noodzakelijk dat de bestuurder zelf de omgeving van de auto goed in de
gaten houdt.
●De bestuurder helpen bij het bepalen van de juiste volgafstand
De Dynamic Radar Cruise Control bepaalt of de volgafstand tussen de eigen auto en
een bepaalde voorligger binnen een vastgelegd bereik ligt. Het systeem kan geen
andere beoordelingen maken. Het is daarom st rikt noodzakelijk dat u zelf alert blijft
en inschat of een situatie mogelijk gevaarlijk is.
● De bestuurder helpen bij het bedienen van de auto
De Dynamic Radar Cruise Control heeft geen functies om aanrijdingen met een
voorligger te voorkomen of vermijden. Daarom dient u wanneer er gevaar dreigt
direct de controle over de auto te nemen en juist te handelen om de veiligheid van
alle betrokkenen te garanderen.
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 30 3 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 306 of 798

3044-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
WAARSCHUWING
■Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van de Dynamic Radar Cruise
Control
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control niet in de volgende situaties.
Als u dat wel doet, wordt de snelheid mogelijk niet goed geregeld, waardoor een
ongeval met ernstig letsel kan ontstaan.
● Op wegen met voetgangers, fietsers, enz.
● In druk verkeer
● Op wegen met scherpe bochten
● Op slingerende wegen
● Op wegen die door regen, ijs of sneeuw glad zijn
● Op steile afdalingen of bij afwisselend sterk dalende en sterk stijgende wegen
Bij het afdalen van een helling kan de rijsnelheid de geprogrammeerde snelheid
overschrijden.
● Op invoegstroken van autowegen en snelwegen
● Als de weersomstandigheden zo slecht zijn dat ze een juiste signalering door de
sensoren onmogelijk zouden kunnen maken (mist, sneeuw, zandstorm, zware
regenval, enz.)
● Als er regen, sneeuw, enz. op de voorzijde van de radar of de camera voor zit
● In verkeersomstandigheden waarbij herhaaldelijk accelereren en decelereren
noodzakelijk is
● Bij het rijden met een aanhangwagen (met trekhaak) of tijdens het slepen in een
noodgeval
● Als er vaak een naderin gswaarschuwing hoorbaar is
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 30 4 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 307 of 798
3054-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
In deze modus registreert een radar of er binnen ongeveer 100 meter voor u
een voertuig rijdt. Deze sensor wordt tevens gebruikt om de afstand tussen
uw auto en de voorligger te berekenen en een geschikte afstand tussen uw
auto en de voorligger te handhaven. De gewenste tussenafstand kan tevens
met de afstandsschakelaar worden ingesteld.
Bij het afdalen van een helling kan de tussenafstand korter worden.
Rijden in de afstandsregelmodus
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 305 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 308 of 798

3064-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
Voorbeeld van het rijden met een constante snelheid
Wanneer er geen voorliggers zijn
De auto rijdt met de snelheid die door de bestuurder is ingesteld.
Voorbeeld van deceleratie en het volgen van een auto
Wanneer een voorligger langzamer rijdt dan de ingestelde snelheid
Als er een voorligger wordt gesignaleerd, verlaagt het systeem automatisch de
snelheid van uw auto. Als de snelheid nog meer moet worden gereduceerd,
schakelt het systeem het remsysteem in (de remlichten gaan dan branden). Het
systeem regelt de snelheid van de auto zo dat de afstand die de bestuurder heeft
ingesteld tot de voorligger gehandhaafd blijft. Als het systeem de snelheid niet
genoeg kan verlagen om een veilige afstand tot de voorligger te creëren, klinkt er
een naderingswaarschuwing.
Als u de richtingaanwijzers inschakelt en bij een rijsnelheid van 80 km/h of hoger
een rijstrook opschuift om in te halen, zal de auto accelereren zodat een voertuig
op de andere rijstrook sneller kan worden ingehaald.
Het oordeel van het systeem met betrekking tot wat een rijstrook voor inhalen is, is
mogelijk alleen gebaseerd op de positie van het stuurwiel in de auto (bestuurder
links of rechts) Als de auto rijdt in een regio waar de rijstrook voor inhalen zich aan
de andere kant bevindt dan waar de auto normaal rijdt, accelereert de auto mogelijk
wanneer de richtingaanwijzerschakelaar wordt bediend in de tegengestelde richting
van de rijstrook voor inhalen (bijv. als de bestuurder normaal rijdt in een regio waar
de rijstrook voor inhalen zich rechts bevindt, maar de bestuurder rijdt nu in een
regio waar de rijstrook voor inhalen zich links bevindt, accelereert de auto mogelijk
als de richtingaanwijzer rechts wordt ingeschakeld).
Voorbeeld van acceleratie
Als er geen voorliggers meer zijn die langzamer rijden dan de ingestelde
snelheid
Het systeem verhoogt de snelheid totdat de ingestelde snelheid bereikt wordt. Het
systeem schakelt vervolgens weer over op het rijden met constante snelheid.
1
2
3
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 30 6 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 309 of 798
3074-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
Druk op de toets ON-OFF om de
cruise control in te schakelen.
Het controlelampje van de Dynamic
Radar Cruise Control gaat branden en
er wordt een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay. Druk nog-
maals op de toets om de cruise control
uit te schakelen.
Als de toets ON-OFF gedurende ten
minste 1,5 seconden ingedrukt wordt
gehouden, schakelt het systeem over
op de constante-snelheidsregelmo-
dus. (Blz. 311)
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar de
gewenste rijsnelheid (hoger dan
ongeveer 30 km/h) en druk de hen-
del naar beneden om de snelheid
op te slaan.
Het controlelampje cruise control SET
gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat de
hendel wordt losgelaten, wordt de inge-
stelde snelheid.
Instellen van de rijsnelheid (afstandsregelmodus)
1
2
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 30 7 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 310 of 798

3084-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
●Wijzigen van de ingestelde snelheid met de hendel
Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzigen, de hendel totdat de gewenste
snelheid wordt weergegeven.
Verhogen van de snelheid
Verlagen van de snelheid
Fijnafstelling: Beweeg de hendel kort in
de gewenste richting.
Ruime afstelling: Houd de hendel
omhoog of omlaag om de snelheid te
wijzigen en laat hem los als de
gewenste snelheid is bereikt.
Als de afstandsregelmodus is ingeschakeld, wordt de ingestelde snelheid als
volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h (0,6 mph)*1 of 1 mph (1,6 km/h)*2, telkens als de hendel
wordt bediend
Ruime afstelling: In stappen van 5 km/h (3,1 mph)
*1 of 5 mph (8 km/h)*2 zolang de
hendel wordt vastgehouden
In de constante-snelheidsregelmodus ( Blz. 311) wordt de ingestelde snel-
heid als volgt verhoogd of verlaagd:
Fijnafstelling: 1 km/h (0,6 mph)*1 of 1 mph (1,6 km/h)*2, telkens als de hendel
wordt bediend
Ruime afstelling: Zolang de hendel wordt vastgehouden, wordt de snelheid gewijzigd.
*1: Wanneer de ingestelde snelheid wordt getoond in “km/h”
*2: Wanneer de ingestelde snelheid getoond wordt in “MPH”
● Wijzigen van de ingestelde snelheid met het gaspedaal
Accelereer met behulp van het gaspedaal naar de gewenste rijsnelheid.
Druk de hendel omlaag
Wijzigen van de ingestelde snelheid
1
2
1
2
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 30 8 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 311 of 798
3094-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
Door de schakelaar in te drukken
wordt de afstand tot de voorligger als
volgt gewijzigd:Lang
Gemiddeld
Kort
Selecteer een afstand in de onderstaande tabel. Houd er rekening mee dat
de aangegeven afstanden overeenkomen met een rijsnelheid van 80 km/h.
De tussenafstand is afhankelijk van de rijsnelheid.
Wijzigen van de tussenafstand (afstandsregelmodus)
Symbool voorligger
1
2
3
Instellingen tussenafstand (afstandsregelmodus)
AfstandsoptiesTussenafstand
LangOngeveer 50 m
GemiddeldOngeveer 40 m
KortOngeveer 30 m
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 30 9 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM
Page 312 of 798

3104-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
HILUX_OM_OM0K513E_(EE)
Als u de hendel naar u toe trekt,
wordt de snelheidsregeling uitge-
schakeld.
De snelheidsregeling wordt eveneens
uitgeschakeld als het rempedaal wordt
ingetrapt.
Als u de hendel omhoog drukt,
wordt de cruise control hervat en
wordt de ingestelde snelheid hervat.
De cruise control wordt echter niet hervat wanneer de rijsnelheid ongeveer 25 km/h
of lager is.
Wanneer uw auto een voorligger te
dicht nadert en automatisch decelere-
ren door middel van de cruise control
niet mogelijk is, zal het scherm gaan
knipperen en een zoemer klinken om
de bestuurder te waarschuwen. Dit
kan bijvoorbeeld gebeuren als een
andere bestuurder vóór u invoegt ter-
wijl u een voorligger volgt. Trap het
rempedaal in om voldoende afstand
tot uw voorligger te houden.
■Mogelijk worden geen waarschuwingen gegeven
In de volgende gevallen worden mogelijk geen waarschuwingen gegeven
als de tussenafstand klein is.
●Als de snelheid van de voorligger gelijk is aan of hoger is dan de snel-
heid van uw eigen auto
● Als de voorligger extreem langzaam rijdt
● Direct nadat de snelheid van de cruise control is ingesteld
● Bij het intrappen van het gaspedaal
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling
1
2
Naderingswaarschuwing (afstandsregelmodus)
HILUX_OM_OM0K513E_(EE).book Page 31 0 Wednesday, May 26, 2021 11:09 AM