Page 241 of 370

239
(Vervolgd)
Voorzorgsmaatregelen gebruik sleepoogWaarschuwingslabel sleepoog
Sleepoog monteren
Sleepoog vóór
De aansluiting voor het sleepoog vóór bevindt
zich achter een klep op de voorbumperbe-
schermer.
Om het sleepoog te plaatsen opent u de klep
met een autosleutel of smalle schroeven -
draaier, en leidt u het sleepoog door de
aansluiting.
LET OP!
Het sleepoog mag alleen worden
gebruikt bij noodgevallen onderweg.
Gebruik een geschikt middel in overeen -
stemming met de regelgeving (een
metalen stang) om het voertuig op de
weg te verplaatsen en gereed te maken
voor transport met een afsleepwagen.
Het sleepoog mag niet worden gebruikt
om het voertuig van de weg te slepen of
op plekken met obstakels.
Gebruik de sleepogen niet voor het
aankoppelen aan een afsleepwagen of
om het voertuig op de weg te slepen.
Gebruik het sleepoog niet om een vast -
zittende de auto los te trekken. Raad -
pleeg de paragraaf "Een vastzittende
auto weer vrijkrijgen" voor meer infor -
matie.
Raadpleeg de paragraaf "Slepen van een
auto met pech" voor meer gedetailleerde
instructies. Als deze richtlijnen niet
worden opgevolgd, kan schade aan de
auto ontstaan.
WAARSCHUWING!
Blijf op afstand van auto's die gesleept
worden.
Gebruik geen ketting met een sleepoog.
Kettingen kunnen breken, met ernstig of
zelfs dodelijk letsel tot gevolg.
Gebruik geen sleepband met sleepoog.
Sleepbanden kunnen breken of losraken,
met ernstig of dodelijk letsel als gevolg.
Het niet op de juiste wijze gebruiken van
het sleepoog kan ertoe leiden dat compo-
nenten breken, wat ernstig of zelfs dode-
lijk letsel tot gevolg hebben.
De rem- en stuurbekrachtigingssystemen
werken niet terwijl de auto wordt
gesleept. Daardoor moet u meer kracht
uitoefenen op het rempedaal en het
stuurwiel. Gebruik bij het slepen geen
flexibele touwen en vermijd schokbewe-
gingen. Start de motor niet terwijl de
auto wordt gesleept. Reinig de behuizing
met schroefdraad voordat u de ring
vastzet. Zorg dat de ring volledig in de
behuizing is geschroefd voordat u de
auto gaat slepen.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 239
Page 242 of 370

IN GEVAL VAN NOOD/PECH
240
Steek het platte uiteinde van de krikhendel
door het sleepoog en draai deze vast. Raad-
pleeg de paragraaf "Opkrikken en wiel
verwisselen" in dit hoofdstuk voor meer infor -
matie. Het sleepoog moet volledig aanliggen
tegen de bevestigingssteun door het onderste
voorbumperpaneel. Als het sleepoog niet
goed aan de bevestigingsbeugel is bevestigd,
mag u het voertuig niet slepen.
Plaats sleepoog voorkant
Sleepoog achter
De aansluiting voor het sleepoog achter
bevindt zich achter een klep op de bumper -
beschermer rechtsachter. Om het sleepoog te plaatsen opent u de klep
met een autosleutel of smalle schroeven
-
draaier, en leidt u het sleepoog door de
aansluiting.
Steek het platte uiteinde van de krikhendel
door het sleepoog en draai het vast. Het
sleepoog moet volledig aanliggen tegen de
bevestigingssteun door het onderste achter -
bumperpaneel. Als het sleepoog niet goed
aan de bevestigingsbeugel is bevestigd, mag
u het voertuig niet slepen.
Plaats sleepoog achterkantUITGEBREID ONGELUK -
KENRESPONSSYSTEEM
(EARS)
Deze auto is uitgerust van een uitgebreid
ongelukkenresponssysteem.
Raadpleeg de paragraaf "Beveiligingssy -
stemen voor inzittenden" in het hoofdstuk
"Veiligheid" voor meer informatie over de
functie uitgebreid ongelukkenresponssy -
steem (EARS).
EVENT DATA RECORDER
(EDR)
Deze auto is uitgerust met een Event Data
Recorder (EDR). Het belangrijkste doel van
de EDR is het registreren van gegevens die
helpen om te begrijpen hoe voertuigsy -
stemen zich gedragen bij bepaalde aanrij -
dingen of bijna-aanrijdingen, zoals de
activering van een airbag of een botsing
tegen een obstakel.
Raadpleeg de paragraaf "Beveiligingssy -
stemen voor inzittenden" in het hoofdstuk
"Veiligheid" voor meer informatie over de
Event Data Recorder (EDR).
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 240
Page 243 of 370

241
GEPLAND ONDERHOUD
Correct onderhoud is cruciaal voor een lange
levensduur van de auto onder de beste
omstandigheden. Daarom heeft Jeep een
reeks controles en diensten gepland op vaste
afstandsintervallen en, waar van toepassing,
op vaste tijdsintervallen, zoals beschreven in
het onderhoudsschema. Om de auto in opti-
male conditie te houden, zijn op de volgende
pagina's van het onderhoudsschema enkele
extra controles vermeld die vaker moeten
worden uitgevoerd dan volgens het normale
schema op basis van de inwisseling van
tegoedbonnen. Gepland onderhoud wordt
aangeboden door alle erkende dealers op
basis van vaste tijds- of kilometerstandinter -
vallen. Als tijdens elke bewerking naast de
geplande bewerkingen verdere vervangingen
of reparaties nodig blijken te zijn, kunnen
deze enkel met de uitdrukkelijke toestem -
ming van de eigenaar worden uitgevoerd.
De monteurs bij de dealer kennen uw auto
het beste en hebben toegang tot informatie
van fabrieksgetrainde specialisten, originele
onderdelen van Mopar en speciaal ontworpen
elektronisch en mechanisch gereedschap
waarmee kostbare reparaties in de toekomst
kunnen worden voorkomen. Als uw auto vaak wordt gebruikt voor sleepwerkzaamheden,
moet het interval tussen geplande onder
-
houdswerkzaamheden worden verminderd.
Bij veeleisend gebruik, bijvoorbeeld door het
rijden in stoffige omgevingen of veel korte
ritten, is mogelijk meer onderhoud vereist.
OPMERKING:
Geplande onderhoudstaken worden bepaald
door de fabrikant. Als deze taken niet worden
uitgevoerd, kan de garantie vervallen. Het
verdient aanbeveling een erkende dealer op
de hoogte te brengen van geringe afwijkingen
in de werking zonder te wachten op de
volgende onderhoudsbeurt.
1.4-liter benzinemotor
OPMERKING:
Onder geen beding mogen de intervalter -
mijnen voor olieverversing groter zijn dan
15.000 km (9.000 mijl) of 12 maanden, afhankelijk van wat eerst komt.
Eenmaal per maand of voor een lange rit
Oliepeil controleren.
Niveau van de ruitensproeiervloeistof
controleren.
Controleer de bandenspanning en let op
ongewone slijtage of beschadigingen.
Rouleer banden bij de eerste tekenen van ongelijkmatige slijtage, zelfs voordat de
indicator voor olie verversen gaat branden.
Controleer de vloeistofniveaus van het
koelvloeistofreservoir en de hoofdremci
-
linder en vul indien nodig vloeistof bij.
De werking van alle lampen binnen en
buiten controleren.
Bij elke olieverversing
Olie verversen en filter vervangen.
Banden rouleren. Rouleer de banden bij de
eerste tekenen van ongelijkmatige slijtage,
zelfs voordat de indicator voor olie verversen
gaat branden.
Accu controleren, indien nodig klemmen
reinigen en vastdraaien.
Remblokken, remschoenen, rotoren,
remtrommels, slangen en handrem contro-
leren.
Bescherming en slangen van motorkoelsy-
steem controleren.
Uitlaatsysteem inspecteren.
Luchtfilter controleren bij gebruik in een
stoffige omgeving of bij off-road-gebruik.
De homokinetische koppeling/cardankop -
pelingen controleren.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 241
Page 244 of 370

SERVICE EN ONDERHOUD
242
Raadpleeg het onderhoudsschema op de
volgende pagina voor de vereiste onder-
houdsintervallen.Onderhoudsschema — 1.4-liter
benzinemotor
OPMERKING:
Zodra u de laatste taak in de tabel hebt
uitgevoerd, gaat u verder met het geplande
onderhoud, waarbij u de aangegeven
frequentie in het schema aanhoudt door elke bewerking te voorzien van een markering in
de vorm een punt of een specifieke opmer
-
king. Als u het onderhoud opnieuw aanvat
vanaf het begin van het schema, kan het
toegestane interval voor sommige bewer -
kingen worden overschreden.
LET OP!
Als noodzakelijk onderhoud achterwege
wordt gelaten, kan dit leiden tot schade
aan uw auto.
Afstand of verstreken tijd (wat het eerst komt)
9.000
18.000
27.000
36.000
45.000
54.000
63.000
72.000
81.000
90.000
99.000
108.000
117.000
126.000
135.000
144.000
153.000
162.000
171.000
180.000
Of maanden: 12 24 36 48 60 72 84 96
108 120 132 144 156 168 180 192 204 216 228 240
Of kilometer:
15.000
30.000
45.000
60.000
75.000
90.000
105.000
120.000
135.000
150.000
165.000
180.000
195.000
210.000
225.000
240.000
255.000
270.000
285.000
300.000
Motorolie verversen en
oliefilter vervangen.**** X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
Banden rouleren X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
Bij gebruik van de auto in
een stoffige omgeving of in
het terrein: luchtfilter
inspecteren en indien nodig
vervangen. X X X X X X X X X X
Remvoeringen inspecteren
en indien nodig vervangen. X X X X X X X X X X
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 242
Page 245 of 370
243
Wielophanging vóór,
spoorstangeinden en
stofhoezen inspecteren en
indien nodig vervangen.X X X X X X X X X X
Visuele controle uitvoeren
van: carrosserie,
bodemplaatbescherming,
pijpen en leidingen (uitlaat -
brandstof - remmen),
rubberdelen (hoezen,
bussen, manchetten enz.). X X X X X X X X X X
De homokinetische
koppeling/
cardankoppelingen
controleren. X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
Remvloeistof om de
24 maanden verversen bij
gebruik van DOT
4-remvloeistof. * X X X X X X X X X X
Afstand of verstreken tijd
(wat het eerst komt)
9.000
18.000
27.000
36.000
45.000
54.000
63.000
72.000
81.000
90.000
99.000
108.000
117.000
126.000
135.000
144.000
153.000
162.000
171.000
180.000
Of maanden: 12 24 36 48 60 72 84 96
108 120 132 144 156 168 180 192 204 216 228 240
Of kilometer:
15.000
30.000
45.000
60.000
75.000
90.000
105.000
120.000
135.000
150.000
165.000
180.000
195.000
210.000
225.000
240.000
255.000
270.000
285.000
300.000
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 243
Page 246 of 370
SERVICE EN ONDERHOUD
244
Luchtfilter van motor
vervangen. (○) X
XXXXX
Airconditioning-/
interieurluchtfilter
vervangen. X X X X X X X X X X
Bougies vervangen. ** X X X X X X X X X X
Koelsysteem doorspoelen en
koelvloeistof verversen na
10 jaar of 240.000 km
(150.000 mijl), afhankelijk
van wat eerst komt. X
XX
Visuele controle uitvoeren
van de conditie van de
hulpaandrijfriem(en) (***) X
XX
Spanning van de
hulpaandrijfriem
controleren (uitvoeringen
zonder automatische
spanner) (***) X
XX
Afstand of verstreken tijd
(wat het eerst komt)
9.000
18.000
27.000
36.000
45.000
54.000
63.000
72.000
81.000
90.000
99.000
108.000
117.000
126.000
135.000
144.000
153.000
162.000
171.000
180.000
Of maanden: 12 24 36 48 60 72 84 96
108 120 132 144 156 168 180 192 204 216 228 240
Of kilometer:
15.000
30.000
45.000
60.000
75.000
90.000
105.000
120.000
135.000
150.000
165.000
180.000
195.000
210.000
225.000
240.000
255.000
270.000
285.000
300.000
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 244
Page 247 of 370

245
* Het verversingsinterval van remvloeistof wordt uitgedrukt in tijd, niet in kilometers.
** Om de juiste werking te garanderen en ernstige schade aan de motor te voorkomen, is het van essentieel belang om als volgt te werk te gaan: gebruik alleen bougies die specifiek
gecertificeerd zijn voor deze motoren; alle bougies moeten van hetzelfde merk en type zijn; houdt u nauwkeurig aan de vervangingsintervallen voor de bougies in het onderhouds-
schema. We raden u aan contact op te nemen met uw erkende dealerbedrijf voor het vervangen van de bougies.
*** Niet-stoffige gebieden: aanbevolen maximale kilometerstand 120.000 km (75.000 mijl). De riem moet om de 6 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand. Stof -
fige gebieden en/of zware omstandigheden (zware weersomstandigheden, zeer lage of zeer hoge temperaturen gedurende lange perioden, stadsverkeer, langdurig stationair
draaien): de aanbevolen maximale kilometerstand is 60.000 km (37.500 mijl). De riem moet om de 4 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand.
( ? ) Als het voertuig wordt gebruikt in stoffige omgevingen, moet dit filter om de 15.000 km (9.000 mijl) worden vervangen.
Intensief gebruik van het voertuig
**** Ververs de motorolie en vervang het motoroliefilter elke 7.500 km (4.500 mijl) of 12 maanden wanneer u uw auto onder een van de volgende zware omstandigheden gebruikt:
Ritten met veelvuldig stoppen en optrekken.Rijden in stoffige omgevingen.Korte ritten van minder dan 16 km (10 mijl).Trekken van een aanhanger.Taxi, politie of besteldiensten (gebruik als bedrijfswagen).Rijden in het terrein of de woestijn.
Visuele controle uitvoeren van
de conditie van de
distributieriem (***)
X
XX
Hulpaandrijfriem(en) vervangen
(***)
X
X
Distributieriem vervangen (***)
XX
Afstand of verstreken tijd
(wat het eerst komt)
9.000
18.000
27.000
36.000
45.000
54.000
63.000
72.000
81.000
90.000
99.000
108.000
117.000
126.000
135.000
144.000
153.000
162.000
171.000
180.000
Of maanden: 12 24 36 48 60 72 84 96
108 120 132 144 156 168 180 192 204 216 228 240
Of kilometer:
15.000
30.000
45.000
60.000
75.000
90.000
105.000
120.000
135.000
150.000
165.000
180.000
195.000
210.000
225.000
240.000
255.000
270.000
285.000
300.000
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 245
Page 248 of 370

SERVICE EN ONDERHOUD
246
2.4-liter benzinemotor
Uw auto is uitgerust met een automatische
indicator voor olieverversing. De indicator
voor olieverversing herinnert u eraan dat de
motorolie van uw auto moet worden ververst.
Afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden
van de motor wordt het bericht voor olie
verversen weergegeven in de instrumenten-
groep. Dit betekent dat uw auto een onder -
houdsbeurt nodig heeft. Omstandigheden zoals frequente korte ritten en gebruik van de
trekhaak, zeer hoge of lage omgevingstempe
-
raturen zijn van invloed op de weergave van
het bericht "Change Oil" (olie verversen) of
"Oil Change Required" (olieverversing
vereist). Bij zware bedrijfsomstandigheden
kan het bericht voor olie verversen al na
5600 km (3500 mijl) gaan branden na de laatste reset. Laat het onderhoud zo snel
mogelijk, binnen 805 km (500 mijl),
uitvoeren.
OPMERKING:
Onder geen beding mogen de intervalter -
mijnen voor olieverversing groter zijn dan
7,500 miles (12 000 km) of 12 maanden, afhankelijk van wat eerst komt.
OPMERKING:
Het lampje voor olie verversen gaat niet
branden onder deze omstandigheden. Eenmaal per maand of voor een lange rit:
Oliepeil controleren.
Niveau van de ruitensproeiervloeistof
controleren.
Bandenspanning controleren en kijken of
er sprake is van ongebruikelijke slijtage of
beschadigingen. Rouleer banden bij de
eerste tekenen van ongelijkmatige slijtage,
zelfs voordat de indicator voor olie
verversen gaat branden.
Controleer de vloeistofniveaus van het
koelvloeistofreservoir en het hoofdremci
-
linderreservoir en vul indien nodig vloei -
stof bij.
De werking van alle lampen binnen en
buiten controleren.
WAARSCHUWING!
U kunt ernstig letsel oplopen tijdens het
werken aan of bij een motorvoertuig.
Voer alleen werkzaamheden uit waarvan
u kennis hebt en waarvoor u over het
juiste gereedschap beschikt. Als u twij -
felt over uw kunde om een bepaalde
werkzaamheid uit te voeren, breng dan
uw auto naar een vakkundige monteur.
Het niet correct inspecteren en onder -
houden van uw auto kan tot gevolg
hebben dat een onderdeel niet correct
functioneert, wat de rijeigenschappen en
prestaties nadelig beïnvloedt. Dit kan
een aanrijding tot gevolg hebben.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 246