Page 201 of 370

199
WAARSCHUWINGSKNIP-
PERLICHTEN
De schakelaar voor de waarschuwingsknip -
perlichten bevindt zich midden onder in het
instrumentenpaneel.
Druk op de schakelaar om de
alarmknipperlichten in te scha -
kelen. Zodra u de schakelaar
indrukt, gaan alle richtingaanwij -zers knipperen om het verkeer achter u te
waarschuwen voor een noodsituatie. Druk
nogmaals op de schakelaar om de waarschu
-
wingsknipperlichten uit te zetten.
Dit is een waarschuwingssysteem voor nood -
situaties. Gebruik het systeem niet tijdens
het rijden. Gebruik het alleen bij autopech
en wanneer uw auto een gevaar vormt voor
andere weggebruikers. Als u de auto moet verlaten om hulp op te
roepen, blijven de waarschuwingsknipper
-
lichten ook werken wanneer de contactscha -
kelaar in de stand OFF is gezet.
OPMERKING:
Bij langdurig gebruik van de waarschuwings -
knipperlichten kan uw accu leeg raken.
GLOEILAMPEN VERVANGEN
Vervangingslampen
Gloeilampen van de binnenverlichting
Lampen Gloeilampnummer
Instapverlichting voor C5W
Instapverlichting voor (zonnekleppen) C5W
Dakverlichting achter (modellen zonder inschuifbaar dak) C5W
Interieurverlichting achter (modellen met inschuifbaar dak) C5W
Interieurverlichting HT-168
Interieurverlichting (handschoenenkastje) HT-168
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 199
Page 202 of 370

IN GEVAL VAN NOOD/PECH
200
HID-koplampen — indien aanwezig
De koplampen bevatten een lichtbron met
hoogspanningsontlading. Zelfs wanneer de
koplampen zijn uitgeschakeld, kan er nog
hoogspanning aanwezig zijn in het circuit.
Daarom mag u niet zelf proberen eenHID-koplamp te vervangen. Als een
HID-koplamp defect raakt, laat deze dan
door een erkende dealer vervangen.
OPMERKING:
De ingeschakelde koplampen van voertuigen
met HID-koplampen hebben een blauwe tint.
Na ongeveer 10 seconden, wanneer het
systeem is opgeladen, vermindert de intensi
-
teit van de tint en wordt de kleur witter.
Gloeilampen van de buitenverlichting
Lampen Gloeilampnummer
Koplampen dimlicht (halogeen) H11LL
Koplampen grootlicht (halogeen) 9005LL
Parkeerlicht voor/daglichtlamp (DRL) PSX24W
Richtingaanwijzers vóór 7444NA
Parkeerlicht voor — Premium LED LED (service bij erkende dealer)
Mistlampen voor H11LL
Dimlicht/grootlicht (HID) D3S (HID) (service bij erkende dealer)
Richtingaanwijzers (buitenspiegel) LED (service bij erkende dealer)
Achterlichten/remlichten Premium achterlichten: LED (service bij erkende dealer)
Basis achterlichten: W21/5WLL-M
Mistlampen achter W21WLL
Richtingaanwijzers WY16W voor premium achterlichten
WY16W voor basis achterlichten
Derde remlicht LED (service bij erkende dealer)
Kentekenverlichting LED (service bij erkende dealer)
Achterkleplamp achteruit W21WLL
Achterkleplamp achter LED (service bij erkende dealer)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 200
Page 203 of 370

201
Gloeilampen buitenverlichting vervangen
Koplampen
Grootlicht/dimlicht - halogeen
De lampen zijn toegankelijk via de wielkuip.
Ga als volgt te werk:
1. Draai de voorwielen helemaal naar linksof rechts.
2. Verwijder de wielkuip.
3. Verwijder de kap van de koplamp. Koplamp
4. Draai de fitting van de koplamp linksom en trek deze naar buiten.
Koplampfitting 5. Duw de borglip op de koplampconnector
in en verwijder de lamp en de fitting.
6. Plaats de nieuwe lamp en zorgt dat deze goed vast zit.
7. Plaats de lamp en de fitting; draai deze rechtsom om ervoor te zorgen dat deze
goed vast zit.
8. Breng de wielkuip weer aan.
OPMERKING:
Wij adviseren u een erkende dealer te raad -
plegen.
Richtingaanwijzer/parkeerlicht/dagrijverlich -
ting
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen:
1. Draai de voorwielen helemaal naar links of rechts.
2. Verwijder de wielkuip.
WAARSCHUWING!
De fitting van de HID-koplamp komt kort
onder hoogspanning te staand wanneer als
de koplampschakelaar naar de stand ON
wordt gedraaid. Als het onderhoud niet
correct wordt uitgevoerd, kan deze
hoogspanning een ernstige elektrische
schok of zelfs elektrocutie veroorzaken.
Bezoek uw erkende dealer voor onderhoud.
1 — Kap van dimlicht
2 — Kap van grootlicht
WAARSCHUWING!
Vervang de lampen alleen als de motor is
uitgeschakeld. Zorg er ook voor dat de
motor koud is, om brandwonden te
voorkomen.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 201
Page 204 of 370

IN GEVAL VAN NOOD/PECH
202
3. Verwijder de elektrische stekkers.
4. Bij de lamp van de dagrijverlichting: pakde lamp bij de bovenste en onderste
vergrendellippen en druk deze in tot u de
lamp kunt verwijderen.
5. Om de lamp van de dagrijverlichting te vervangen drukt u deze voorzichtig in de
richting van de behuizing. Als u zowel de
bovenste als de onderste vergrendellip
hebt horen klikken, weet u zeker dat de
lamp goed vastzit.
6. Bij de lamp van de richtingaanwijzer: draai deze linksom en verwijderde lamp
en de fitting. Trek de lamp recht uit de
fitting.
7. Plaats de lamp en de fitting en draai ze rechtsom zodat ze goed vast zitten.
8. Sluit de elektrische stekkers weer aan.
9. Breng de wielkuip weer aan.
OPMERKING:
Wij adviseren u een erkende dealer te raad -
plegen.
Mistlampen vóór
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen: 1. Draai de voorwielen helemaal naar links
of rechts.
2. Verwijder de wielkuip.
3. Druk de lip van de elektrische stekker in om deze te verwijderen.
4. Draai de lamp linksom en vervang de lamp vervolgens.
Mistlampbehuizing
5. Plaats de nieuwe lamp in de fitting en zorg ervoor dat de lamp goed vast zit.
6. Sluit de elektrische stekker weer aan.
7. Breng de wielkuip weer aan. OPMERKING:
Wij adviseren u een erkende dealer te raad
-
plegen.
Achterlichten, achteraan op de zijkant van de
carrosserie
Bevatten het volgende:
Parkeerlichten
Remlichten
Richtingaanwijzer
Ga als volgt te werk om de lampen te
vervangen:
1. Open de achterklep.
2. Verwijder de bevestigingen met een geschikt gereedschap.
1 — Lamp
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 202
Page 205 of 370
203
Opening achterlichten aan de zijkant
3. Koppel de stekker los door de ontgrende -
ling in te drukken.
4. Verwijder het achterlicht aan de zijkant van de carrosserie door het weg te
schuiven van de achterkant van het voer -
tuig. Achterlichten aan de zijkant van de carrosserie
5. Vervang de lamp en draai en verwijder zo
nodig de behuizing van de lamp. Achterkant van het achterlicht
6. Breng de nieuwe lamp aan en zorg ervoor dat deze goed vast zit.
7. Breng de lampeenheid aan de achter -
zijde van de carrosserie weer aan.
8. Sluit de elektrische stekker weer aan.
9. Breng de lamp aan de zijkant van de carrosserie weer aan en zorg ervoor dat de
tapeinden zijn uitgelijnd.
1 — Bevestigingen
1 — Achterlicht, achteraan op de zijkant
van de carrosserie
2 — Tapeinde1 — Lamp richtingaanwijzer
2 — Elektrische stekker
3 — Lamp remlicht
4 — Tapeinden
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 203
Page 206 of 370

IN GEVAL VAN NOOD/PECH
204
Achterlichten aan de zijkant van de carrosserie
10. Monteer de bevestigingen en zet delampeenheid aan de zijkant vast.
11. Sluit tot slot de achterklep.
OPMERKING:
Wij adviseren u een erkende dealer te raad -
plegen. Mistlampen achter
1. Gebruik een geschikt gereedschap dat
niet krast om voorzichtig de bovenste
binnenrand van de mistlamp te openen
en de klikbevestiging los te maken.
2. Koppel de stekker los door op het ontgrendelingsmechanisme te drukken.
3. Verwijder de fitting door deze linksom te draaien en van de lamp te verwijderen.
4. Trek de gloeilamp uit de fitting.
5. Vervang de lamp en draai de fitting rechtsom om deze opnieuw aan te
brengen.
6. Sluit de elektrische stekker weer aan.
7. Breng de lamp weer aan door deze vast te klikken met de vergrendelingslippen aan
de linker- en rechterrand van de mist -
lamp.
OPMERKING:
Wij adviseren u een erkende dealer te raad -
plegen. Achteruitrijlichten
1. Open de achterklep.
2. Gebruik een geschikt gereedschap om
het toegangspaneel voor de lampen aan
de zijkant van de carrosserie te verwij -
deren, verwijder het toegangspaneel van
de achterklep voor toegang tot de lampen
in de achterklep.
Achterklep
1 — Achterlicht, achteraan op de zijkant
van de carrosserie
2 — Tapeinde
1 — Toegangspanelen achterklep
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 204
Page 207 of 370

205
(Vervolgd)
3. Koppel de stekker los door de ontgrende-
ling in te drukken.
4. Verwijder de lamp, vervang deze en zorg ervoor dat deze stevig vastzit.
5. Sluit de elektrische stekker weer aan.
6. Breng de toegangspanelen weer aan en zorg ervoor dat ze correct zijn vastgezet.
7. Sluit tot slot de achterklep.
3e remlicht
Het derde remlicht is een LED-lamp. Neem
voor het vervangen contact op met een
erkende dealer.
Kentekenverlichting
De kentekenverlichting heeft LED-lampen.
Neem voor het vervangen contact op met een
erkende dealer.ZEKERINGEN
Algemene informatie
De zekeringen beschermen elektrische
systemen tegen een te hoge stroomsterkte.
Als een apparaat niet werkt, moet u het zeke -
ringselement in de platte zekering contro -
leren op breuk/smelten.
Houd er bovendien rekening mee dat de
voertuigaccu leeg kan raken wanneer u
aansluitcontacten gedurende lange tijd
gebruikt terwijl de motor uitgeschakeld is.
WAARSCHUWING!
Vervang doorgebrande zekeringen
uitsluitend door exemplaren met
dezelfde ampèrewaarde. Vervang een
zekering nooit door een zekering met een
hogere ampèrewaarde. Vervang een
doorgebrande zekering nooit door een
metalen draad of enig ander materiaal.
Plaats geen zekering in de holte van een
stroomonderbreker of vice versa. Als u
nalaat de juiste zekeringen te gebruiken,
kan dit resulteren in ernstig persoonlijk
letsel, brand en/of schade aan eigen -
dommen.
Voordat u een zekering vervangt, moet u
ervoor zorgen dat het contact is uitge-
schakeld en dat alle andere services zijn
uitgeschakeld.
Als de vervangen zekering opnieuw door -
brandt, neem dan contact op met een
erkende dealer.
Als een algemene beveiligingszekering voor
veiligheidssystemen (airbagsysteem,
remsysteem), krachtbronsystemen (motor -
systeem, versnellingsbaksysteem) of het
besturingssysteem doorbrandt, dient u
contact op te nemen met een erkende
dealer.
LET OP!
Als het nodig is om de motorruimte te
wassen, voorkom dan dat het water direct
in contact komt met het zekeringenkastje
en de ruitenwissermotoren.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 205
Page 208 of 370
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
206
Plaats van de zekeringen
De zekeringen zijn gegroepeerd in de control-
lers in de motorruimte.
Verdeeleenheid/zekeringen
motorcompartiment
Het zekeringenpaneel in het motorcomparti -
ment bevindt zich links in het motorcompar -
timent. Locatie van zekeringenpaneel en kapLocatie van de zekeringenkap/accu
OPMERKING:
Zekeringen voor veiligheidssystemen (gemarkeerd met *) moeten worden onderhouden door een erkende dealer. 1 — Schroef van de kap
2 — Zekeringenkap
1 — Lippen van de zekeringenkap
2 — Zekeringenkap
Locatie Maxizekering Patroonzekering Minizekering
Omschrijving
F0170 A geelbruin ––Module carrosseriecomputer
(*)
F02 70 A geelbruin ––Module carrosseriecomputer, achterste
verdeeleenheden
(*)
F03 –30 A roze met
HID-lampen
20 A blauw zonder HID-lampen –
Voeding carrosseriecomputer, HID-lampen
(*)
F04 –40 A geelbruin –Module remregelelektronica
(*)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 206