Page 153 of 370

151
HANDREM
Elektrische handrem (EPB)
Uw auto is uitgerust met een nieuw elek-
trisch handremsysteem (EPB) dat meer
gemak biedt. De parkeerremschakelaar
bevindt zich in de middenconsole.
Parkeerremschakelaar
Om de parkeerrem handmatig in te scha -
kelen, trekt u de schakelaar kort omhoog.
Het waarschuwingslampje BRAKE in de
instrumentengroep en een indicator op de
schakelaar gaan branden.
Om de parkeerrem handmatig los te maken,
moet de contactschakelaar in de stand RUN
staan. Plaats vervolgens uw voet op het
rempedaal en duw de parkeerremschakelaar
kort naar benden. Zodra de parkeerrem volledig uitgeschakeld is, gaan het waar
-
schuwingslampje BRAKE en de schakelaar -
indicator uit.
De parkeerrem kan ook automatisch worden
vrijgegeven. Terwijl de motor loopt en de
versnellingsbak in een versnelling staat, laat
u het rempedaal los en trapt u het gaspedaal
in. Omwille van de veiligheid moet de veilig -
heidsgordel eveneens worden vastgegespt.
OPMERKING:
Mogelijk is een zacht zoemend geluid
hoorbaar vanaf de achterzijde van de auto
wanneer de parkeerrem wordt ingescha-
keld of uitgeschakeld.
Als uw voet zich op het rempedaal bevindt
wanneer u de parkeerrem inschakelt of
uitschakelt, merkt u mogelijk dat het
rempedaal iets beweegt.
De nieuwe automatische parkeerrem -
functie kan worden gebruikt om de
parkeerrem automatisch in te schakelen
wanneer u de auto parkeert. De automati -
sche parkeerrem kan worden ingeschakeld
en uitgeschakeld via het menu Settings
(instellingen) in Uconnect.
De parkeerrem kan eveneens worden inge-
schakeld wanneer de contactschakelaar in
de stand OFF staat, maar kan alleen
worden uitgeschakeld wanneer de contact -
schakelaar in de stand ON/RUN staat.
Als uitzonderlijke omstandigheden
vereisen dat de handrem tijdens het rijden
moet worden ingeschakeld, drukt u de
schakelaar van de elektrische handrem
omhoog en houdt u deze vast zolang de
inschakeling noodzakelijk is. Het waar -
schuwingslampje BRAKE gaat branden en
er klinkt een continu geluidssignaal. Ook
blijven de remlichten automatisch
branden zolang het voertuig in beweging
is.
SafeHold is een nieuwe functie voor het
automatisch inschakelen van de handrem
onder bepaalde omstandigheden. Het EPB
controleert de status van de veiligheids-
gordel van de bestuurder, het bestuur -
dersportier en de pedaalstanden om te
bepalen of de bestuurder is uitgestapt
terwijl de auto nog steeds kan bewegen en
schakelt vervolgens automatisch de
parkeerrem in om te voorkomen dat de
auto wegrolt.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 151
Page 154 of 370

STARTEN EN RIJDEN
152
(Vervolgd)
(Vervolgd)
Het EPB-storingslampje gaat branden wanneer de
EPB-schakelaar langer dan 20 seconden in de
stand voor vrijzetten of inschakelen wordt
gehouden. Het lampje gaat uit wanneer de scha -
kelaar wordt losgelaten.
Raadpleeg de paragraaf "Handrem" in het
hoofdstuk "Starten en rijden" van het
instructieboekje van uw voertuig.
WAARSCHUWING!
U mag er niet op vertrouwen dat de
handrem effectief werkt als de achter -
remmen ondergedompeld zijn geweest in
water of modder.
Gebruik de stand PARK nooit als vervan -
ging voor de handrem. Trek de handrem
altijd volledig aan als u de auto parkeert,
om te voorkomen dat de auto gaat rollen
en mogelijk letsel of schade veroorzaakt.
Wanneer u het voertuig verlaat, moet u
zich er altijd van verzekeren dat de
contactschakelaar in de OFF staat.
Verwijder daarna de sleutelhouder uit
het voertuig en vergrendel deze.
Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die
niet is afgesloten. Het achterlaten van
kinderen zonder toezicht in een auto is
om verschillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden lopen dan het risico
op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Waar -
schuw kinderen dat ze niet aan de
handrem, het rempedaal of de schakel -
hendel mogen komen.
Laat de sleutelhouder niet in of bij het
voertuig achter (of op een plaats die
bereikbaar is voor kinderen) en laat het
contact niet in de stand ACC of ON/RUN
staan. Een kind zou de knoppen van de
elektrische raambediening of andere
schakelaars kunnen bedienen of de auto
in beweging kunnen zetten.
Controleer of de handrem volledig is vrij -
gezet voordat u gaat rijden. Als u dit niet
doet, kan dit leiden tot een defect van de
remmen, en daardoor tot een aanrijding.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Trek de handrem altijd volledig aan als u
de auto parkeert, om te voorkomen dat
de auto gaat rollen en mogelijk letsel of
schade veroorzaakt. Controleer ook of de
schakelhendel in de stand PARK staat.
Als dit wordt nagelaten kan de auto gaan
rollen en schade of letsel veroorzaken.
Het remsysteem kan ernstig beschadigd
raken als u rijdt met aangetrokken
handrem, of de handrem herhaaldelijk
gebruikt om het voertuig af te remmen.
LET OP!
Als het waarschuwingslampje voor het
remsysteem blijft branden nadat de
handrem is vrijgezet, duidt dit op een
storing in het remsysteem. Laat het
remsysteem onmiddellijk controleren door
een erkende dealer.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 152
Page 155 of 370

153
Automatische parkeerrem
De EPB kan worden geprogrammeerd voor
automatische inschakeling wanneer de voer-
tuigsnelheid lager is dan 3 km/u (1,9 mph)
en de automatische versnellingsbak in PARK
is gezet, of bij een handgeschakelde versnel -
lingsbak, wanneer de contactschakelaar in
de stand OFF wordt gezet. De automatische
parkeerrem wordt in- en uitgeschakeld naar
keuze van de klant via de door de klant te
programmeren functies van de Ucon -
nect-instellingen.
Het automatisch inschakelen van de
parkeerrem kan worden omzeild door de
EPB-schakelaar in de ontgrendelstand te
zetten terwijl de versnellingsbak in de stand
PARK is gezet (automatische transmissie) en
het contact op de stand ON/RUN is gezet.
SafeHold
SafeHold is een veiligheidsvoorziening van
het EPB-systeem en schakelt automatisch de
parkeerrem in wanneer geen pedalen worden
bediend en de contactschakelaar in de stand
ON/RUN staat. Bij een automatische versnellingsbak wordt
de EPB automatisch ingeschakeld als aan
alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
De voertuigsnelheid is lager dan 3 km/u
(1,9 mph).
Er is geen poging om het rempedaal of
gaspedaal in te trappen.
De veiligheidsgordel is niet vastgemaakt.
Het bestuurdersportier is geopend.
Het voertuig staat niet in de stand PARK.
Bij een handgeschakelde versnellingsbak
wordt de EPB automatisch ingeschakeld als
aan alle volgende voorwaarden wordt
voldaan:
De voertuigsnelheid is lager dan 3 km/u
(1,9 mph).
Er is geen poging om het rempedaal of
gaspedaal in te trappen.
Het koppelingspedaal is niet ingetrapt.
De veiligheidsgordel is niet vastgemaakt.
Het bestuurdersportier is geopend. Safehold kan tijdelijk worden uitgeschakeld
door op de EPB-schakelaar te drukken terwijl
het bestuurdersportier is geopend en het
rempedaal wordt ingetrapt. Als SafeHold
handmatig is uitgeschakeld, wordt het
opnieuw ingeschakeld zodra een snelheid
van 20 km/u (12 mph) wordt bereikt of als
het contact op OFF en vervolgens weer op
ON/RUN wordt gezet.
HANDGESCHAKELDE
VERSNELLINGSBAK —
INDIEN AANWEZIG
WAARSCHUWING!
U of andere passagiers kunnen letsel
oplopen als u het voertuig onbewaakt
achterlaat en de parkeerrem niet goed
heeft aangetrokken. De parkeerrem moet
altijd worden aangetrokken als de
bestuurder zich niet in het voertuig
bevindt, vooral op een helling.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 153
Page 156 of 370

STARTEN EN RIJDEN
154
OPMERKING:
Tijdens koud weer kan het schakelen moei-
zamer verlopen totdat de transmissievloei -
stof is opgewarmd. Dat is normaal. Versnellingshendel
Als u wilt schakelen, drukt u het koppelings -
pedaal helemaal in en zet u de schakel -
hendel in de gewenste versnelling (het
diagram met de versnellingen staat op de
schakelhendel).
Om vanuit de positie NEUTRAL naar de
stand REVERSE te schakelen, licht u de
REVERSE-ring op. Deze bevindt zich onder
de knop. Beweeg de schakelhendel helemaal
naar links en dan naar voren.
Schakelen
Trap, voordat u schakelt, het koppelingspe -
daal volledig in. Trap terwijl u het koppe -
lingspedaal op laat komen het gaspedaal iets
in.
Bij wegrijden vanuit stilstand moet u altijd
naar de EERSTE versnelling schakelen.
Aanbevolen rijsnelheden bij schakelen
Om uw handgeschakelde versnellingsbak
efficiënt te gebruiken, vanuit het oogpunt
van brandstofverbruik en prestaties, moet er
worden opgeschakeld zoals aangegeven in de
tabel met aanbevolen schakelsnelheden.
Schakel bij de voertuigsnelheden die zijn
aangegeven bij acceleratie. Wanneer het
voertuig zwaar belast is of een aanhanger
trekt, zijn deze aanbevolen opschakelsnel -
heden wellicht niet van toepassing.
LET OP!
Rijd niet met de voet rustend op het
koppelingspedaal en probeer nooit om
de auto met het koppelingspedaal
gedeeltelijk ingetrapt tegen te houden op
een helling, om buitensporige slijtage
van de koppeling te voorkomen.
Laat uw hand tijdens het rijden niet
rusten op de versnellingshendel, omdat
zelfs een geringe kracht die dan wordt
uitgeoefend, in de loop van de tijd tot
voortijdige slijtage van de interne
componenten van de versnellingsbak
kan leiden.
Schakelsnelheden voor handgeschakelde versnellingsbak in MPH (KM/U)
Alle motoren Gekozen versnelling 2 naar 3 3 naar 4 4 naar 5 5 naar 6
Accel. 24 (39)34 (55)47 (76)56 (90)
Cruise 19 (31)27 (43)37 (60)41 (66)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 154
Page 157 of 370

155(Vervolgd)
OPMERKING:
Het is normaal dat de transmissie een
bepaalde hoeveelheid geluid produceert. Het
is mogelijk dat dit geluid het meest opvalt
wanneer het voertuig in NEUTRAL staat en
de koppeling aangrijpt (het koppelingspedaal
is losgelaten), maar het is ook hoorbaar
tijdens het rijden. Het geluid kan ook meer
opvallen wanneer de transmissie warm is. Dit
geluid is normaal en duidt niet op een
probleem met de koppeling of de trans-
missie.
Terugschakelen
Het terugschakelen van een hoge versnelling
naar een lagere versnelling wordt aangeraden
om de remmen te sparen wanneer u steile
heuvels afrijdt. Bovendien zorgt op tijd terug -
schakelen voor een betere acceleratie
wanneer de snelheid weer wordt hervat.
Schakel geleidelijk terug. Sla geen versnel -
lingen over zodat de maximale toerentallen
voor motor en koppeling niet worden over -
schreden.
Aanbevolen maximale
terugschakelsnelheden
WAARSCHUWING!
Schakel op gladde wegen niet terug om te
remmen op de motor. Hierdoor kunnen de
aangedreven wielen hun grip verliezen,
waardoor de auto in een slip kan raken.
LET OP!
Het overslaan van versnellingen en het
terugschakelen bij een hoge voertuig-
snelheid kan leiden tot schade aan de
motor en schakelsystemen. Pogingen om
naar een lagere versnelling te schakelen
met het koppelingspedaal ingetrapt
kunnen leiden tot schade aan het scha-
kelsysteem. Schakelen naar een lagere
versnelling en loslaten van het koppe-
lingspedaal kan leiden tot motorschade.
Schakel bij het afdalen van een helling
slechts één versnelling tegelijk terug, om
te hoge motortoerentallen te voorkomen.
Anders kunnen de motor en de koppeling
beschadigd raken, zelfs wanneer het
koppelingspedaal is ingetrapt. Als de
tussenbak in de lage groep staat, ligt de
voertuigsnelheid waarbij schade aan de
motor en de koppeling kan ontstaan
aanzienlijk lager.
Wanneer de aanbevolen maximale terug-
schakelsnelheden niet worden aange-
houden, kunnen de motor en de
koppeling beschadigd raken, zelfs indien
het koppelingspedaal is ingetrapt.
Het afrijden van een helling in de lage
groep terwijl het koppelingspedaal is
ingetrapt, kan leiden tot schade aan de
koppeling.
LET OP!
Wanneer de aanbevolen maximale
terugschakelsnelheden niet worden
aangehouden, kan het motortoerental te
hoog worden en/of kunnen de
koppelingsschijven beschadigd raken,
zelfs indien het koppelingspedaal is
ingetrapt.
LET OP! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 155
Page 158 of 370

STARTEN EN RIJDEN
156
(Vervolgd)
Parkeren
Ga als volgt te werk wanneer u het voertuig
parkeert en verlaat:
Zet het voertuig in een versnelling
(EERSTE versnelling als het voertuig
heuvelopwaarts staat of ACHTERUITVER-
SNELLING als het voertuig heuvelafwaarts
staat) en zet de wielen gedraaid.
Zet de motor af en schakel de parkeerrem
in.
Verwijder altijd de sleutelhouder.
Blokkeer de wielen met een wig of een
steen als het voertuig op een steile helling
staat.
OPMERKING:
Laat het voertuig NOOIT in de neutraalstand
staan (of in geval van een automatische
transmissie, verlaat het voertuig NOOIT
voordat u de versnellingshendel in PARK
zet).
AUTOMATISCHE VERSNEL -
LINGSBAK — INDIEN
AANWEZIG
Terugschakelsnelheden voor handgeschakelde versnellingsbak in MPH (KM/U)
Gekozen versnelling 6 naar 5 5 naar 44 naar 33 naar 22 naar 1
Maximumsnelheid 80 (129) 70 (113)50 (81)30 (48)24 (15)
LET OP!
Wanneer u tijdens het terugschakelen een
versnelling overslaat, of terugschakelt bij
een te hoge voertuigsnelheid en dus de
koppeling laat opkomen terwijl u een te
lage versnelling heeft gekozen, kan dit
resulteren in een overmatig toerental van
de motor. Het overslaan van een
versnelling bij het terugschakelen, of
terugschakelen bij te hoge
voertuigsnelheid kan leiden tot
beschadiging van de koppeling en de
versnellingsbak, ook wanneer u het
koppelingspedaal ingedrukt houdt.
WAARSCHUWING!
Laat nooit kinderen zonder toezicht in het
voertuig achter. Verwijder altijd de
sleutelhouder bij het uitstappen en neem
deze met u mee.
WAARSCHUWING!
Gebruik de stand PARK nooit als vervan -
ging voor de parkeerrem. Trek de
parkeerrem altijd volledig aan bij het
uitstappen uit het voertuig om te voor -
komen dat het voertuig gaat rollen en
mogelijk letsel of schade veroorzaakt.
Uw auto kan zich in beweging zetten en
u en anderen verwonden wanneer hij niet
in de stand PARK staat. Controleer dit
door te proberen de schakelhendel uit de
stand PARK (parkeren) te bewegen
zonder het rempedaal in te trappen. Zorg
ervoor dat de schakelhendel in de stand
PARK staat voordat u het voertuig
verlaat.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 156
Page 159 of 370

157(Vervolgd)
(Vervolgd)
(Vervolgd)
Het is gevaarlijk de schakelhendel uit de
stand PARK of NEUTRAL te zetten
wanneer het motortoerental hoger is dan
stationair. Als u het rempedaal niet
stevig ingetrapt houdt, kan de auto snel
naar voren of achteren schieten. U loopt
in dat geval het risico de controle over de
auto te verliezen en een aanrijding te
veroorzaken. Schakel pas naar een
versnelling wanneer de motor normaal
stationair draait en u met uw voet
krachtig het rempedaal ingetrapt houdt.
Er kan mogelijk niet naar de gekozen
versnelling worden geschakeld wanneer
tussen PARK, REVERSE en DRIVE wordt
geschakeld wanneer het voertuig in
beweging is tijdens het schakelen.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Ongewenste beweging van de auto kan
lichamelijk letsel tot gevolg hebben van
mensen in en bij de auto. Net als bij alle
andere voertuigen, mag u een auto nooit
verlaten als de motor draait. Zorg ervoor
dat het voertuig altijd volledig tot stil
-
stand is gekomen voordat u het voertuig
verlaat, zet het voertuig op de
parkeerrem en zet de schakelhendel in
de stand PARK, schakel de motor uit en
neem de sleutelhouder uit het contact.
Wanneer het contact in de stand LOCK/
OFF staat (waarin de contactsleutel kan
worden verwijderd), (of, als uw voertuig
is uitgerust met een startknop, wanneer
het contact in de stand OFF staat) wordt
de versnellingsbak in de stand PARK
vergrendeld, waardoor het voertuig niet
ongewenst in beweging kan komen.
Wanneer u het voertuig verlaat, moet u
zich er altijd van verzekeren dat de
contactschakelaar in de stand OFF staat.
Verwijder daarna de sleutelhouder uit de
auto en vergrendel de auto.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die
niet is afgesloten. Het achterlaten van
kinderen zonder toezicht in een auto is
om verschillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden lopen dan het risico
op ernstig of zelfs dodelijk letsel. Waar -
schuw kinderen dat ze niet aan de
parkeerrem, het rempedaal of de scha-
kelhendel mogen komen.
Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van het voertuig (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact van een voertuig met een start -
knop niet in de stand ON/RUN staan.
Een kind zou de knoppen van de elektri -
sche raambediening of andere schake-
laars kunnen bedienen of de auto in
beweging kunnen zetten.
LET OP!
De versnellingsbak kan beschadigd raken
indien de volgende voorzorgsmaatregelen
niet in acht genomen worden:
Schakel alleen naar of uit PARK of
REVERSE als de auto volledig stilstaat.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 157
Page 160 of 370

STARTEN EN RIJDEN
158
OPMERKING:
U moet het rempedaal ingetrapt houden
wanneer u uit PARK schakelt.
Sleutelblokkering
Voertuigen met startknop:
Deze auto is uitgerust met sleutelblokkering
waardoor de transmissie in de stand PARK
moet worden gezet voordat het contact in de
stand OFF kan worden gezet. Hiermee wordt
voorkomen dat de bestuurder per ongeluk uit
de auto stapt zonder de schakelhendel in de
stand PARK te zetten. Daarnaast vergrendelt
het systeem ook de transmissie in de stand
PARK wanneer het contact in de stand OFF
staat.
Voertuigen met mechanische sleutel:
Omdat dit voertuig is uitgerust met een sleu-
telblokkering, moet de versnellingsbak in de parkeerstand worden gezet voordat het
contact naar de stand OFF (uit) (waarin de
contactsleutel kan worden verwijderd) kan
worden geschakeld. De sleutel kan alleen uit
het contact worden verwijderd wanneer het
contact in de stand OFF (uit) staat, en de
transmissie wordt vergrendeld in de stand
PARK wanneer het contact in de stand OFF
(uit) staat.
Als de accu leeg raakt, zit de sleutel vast in
het contact, zelfs wanneer de schakelhendel
op PARK staat. Laad de accu weer op zodat
sleutel kan worden verwijderd.Rem/Schakelblokkering
Deze auto is voorzien van rem-/schakelblok
-
kering (BTSI) die ervoor zorgt dat de schakel -
knop in de stand PARK blijft tenzij het
rempedaal wordt ingetrapt. Om de schakel -
hendel uit de stand PARK te zetten, moet de
contactschakelaar op ON/RUN worden gezet
(met draaiende motor of niet) en moet het
rempedaal zijn ingetrapt. Het rempedaal
moet ook worden ingetrapt om van de
neutraalstand naar de rij- of achteruitrijstand
te schakelen wanneer het voertuig stilstaat of
met lage snelheid rijdt.
Negentraps automatische versnellingsbak
De schakelgroep (PRND) wordt weergegeven
naast de versnellingshendel en in de instru -
mentengroep. Om te schakelen, drukt u op
de ontgrendelknop op de schakelhendel en
beweegt u de schakelhendel naar voren of
achteren. U moet ook het rempedaal
intrappen om de schakelhendel uit de stand
PARK te halen (of uit NEUTRAL, als het
voertuig stilstaat of bij lage snelheid rijdt).
Kies de stand DRIVE voor normaal rijden.
OPMERKING:
Ingeval van een conflict van de stand van de
keuzehendel en de werkelijke versnelling
(bijvoorbeeld de bestuurder selecteert
REVERSE terwijl voorwaarts wordt gereden),
knippert het positielampje continu totdat de
keuzehendel in de juiste stand wordt gezet of
de gevraagde versnelling kan worden
gekozen.
De elektronisch geregelde transmissie past
het schakelschema aan op basis van hande -
lingen van de bestuurder, samen met omge -
vings- en wegomstandigheden. Het
elektronisch systeem van de versnellingsbak
is zelf-kalibrerend. Hierdoor kunnen de
eerste schakelingen bij een nieuwe auto in
het begin wat abrupt zijn. Dat is echterSchakel niet tussen PARK, REVERSE,
NEUTRAL of DRIVE bij een hoger motor -
toerental dan stationair.
Als u naar een versnelling schakelt, moet
u het rempedaal stevig ingetrapt
houden.
LET OP! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 158