81
Als het ABS-waarschuwingslampje tijdens
het rijden blijft of gaat branden, wijst dit
erop dat het ABS-gedeelte van het remsy-
steem niet functioneert en dat onderhoud
nodig is. Het gewone remsysteem zal echter
normaal functioneren wanneer het
ABS-waarschuwingslampje brandt.
Wanneer het ABS-waarschuwingslampje
brandt, moet u het remsysteem zo spoedig
mogelijk laten controleren om weer van de
voordelen van ABS te kunnen profiteren. Als
het ABS-waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer het contact in de stand
ON/RUN is gezet, moet u het lampje zo snel
mogelijk laten repareren.
Elektronisch remregelsysteem (EBC)
Uw auto is uitgerust met een geavanceerde
elektronische remkrachtregeling (EBC). Dit
systeem bestaat uit een elektronische
remkrachtverdeling (EB), antiblokkeersys -
teem (ABS), een remassistent (Brake Assist
System (BAS)), Hill Start Assist (HSA), een
tranctieregelsysteem (Traction Control
System (TCS)), elektronische stabiliteitsre -
geling (ESC), elektronische kantelbeveiliging
(Electronic Roll Mitigation (ERM)). Deze
systemen werken samen zodat de auto stabiel en bestuurbaar is bij verschillende
rijomstandigheden.
Uw voertuig is mogelijk ook uitgerust met
Ready Alert Braking (RAB), Rain Brake
Support (RBS), Trailer Sway Control (TSC),
Hill Descent Control (HDC) en Dynamic
Steering Torque (DST).
Remassistent (BAS)
De remassistent (BAS) is ontworpen om de
remwerking van de auto te optimaliseren
tijdens noodremsituaties. Het systeem
herkent een noodremsituatie aan de hand
van de snelheid en kracht waarmee het
rempedaal wordt ingetrapt en optimaliseert
de remdruk dienovereenkomstig. Dit draagt
bij aan een verkorting van de remweg. Het
BAS-systeem vult het ABS-systeem aan.
Wanneer u het rempedaal zeer snel intrapt,
is de assistentie van het BAS-systeem opti
-
maal. Om van het systeem te profiteren moet
u aanhoudend remdruk uitoefenen tijdens
het stoppen (niet "pompend" remmen).
Verminder de druk op het rempedaal niet,
tenzij u niet langer hoeft te remmen. Zodra u
het rempedaal loslaat, wordt het
BAS-systeem uitgeschakeld.
Waarschuwingslampje remsysteem
Het rode waarschuwingslampje van het
remsysteem gaat branden wanneer u het
contact in de stand ON/RUN zet en kan
daarna nog vier seconden blijven branden.
Als het waarschuwingslampje van het remsy -
steem tijdens het rijden aan blijft of gaat
branden, wijst dit erop dat het remsysteem
niet functioneert en dat onmiddellijk onder -
houd nodig is. Als het waarschuwingslampje
van het remsysteem niet gaat branden
wanneer u het contact in de stand ON/RUN
zet, moet u het lampje zo snel mogelijk laten
repareren.
WAARSCHUWING!
Met het BAS-systeem wordt niet voorkomen
dat de auto onderworpen blijft aan de wetten
van de natuur en het systeem zorgt evenmin
voor meer grip op het wegdek. BAS kan geen
ongevallen voorkomen, zeker geen
ongevallen die worden veroorzaakt door te
hoge snelheden in bochten, het rijden op
zeer glad wegdek, of aquaplaning. Gebruik
de mogelijkheden van een auto met BAS
nooit op een roekeloze of risicovolle wijze die
de veiligheid van uzelf of anderen in gevaar
brengt.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 81
VEILIGHEID
88
Een aanhanger trekken met HSA
HSA helpt ook bij het voorkomen van achter-
over kantelen tijdens het trekken van een
aanhanger.
HSA in- en uitschakelen
U kunt deze functie in- en uitschakelen. Om
de huidige instelling te wijzigen, gaat u als
volgt te werk:
Raadpleeg voor het uitschakelen van HSA
via Uconnect instellingen, de paragraaf
"Instellingen van Uconnect" in het hoofd -
stuk "Multimedia" voor meer informatie.
Rain Brake Support (RBS)
Rain Brake Support (RBS, remdroogfunctie
bij nat weer) kan de remprestaties bij nat
weer verbeteren. Het systeem oefent met
tussenpozen een geringe remkracht uit om
vocht op de remschijven van de voorwielen te
verwijderen. Het werkt wanneer de ruitenwis -
sers in de stand LO of HI staan. RBS geeft
geen melding aan de bestuurder wanneer het
systeem actief is en het systeem vereist geen
handelingen van de bestuurder.
WAARSCHUWING!
Er kunnen situaties optreden waarbij het
HSA-systeem (Hill Start Assist) niet wordt
geactiveerd en de auto enigszins kan gaan
rollen. Voorbeelden hiervan zijn lichte
hellingen, als de auto beladen is of een
aanhangwagen trekt. HSA is geen systeem
dat de taken en verantwoordelijkheden van
de bestuurder overneemt. De bestuurder
blijft te allen tijde verantwoordelijk voor
het houden van afstand ten opzichte van
andere voertuigen, personen en objecten,
en - als belangrijkste - het bedienen van
de remmen voor veilig gebruik van de auto
onder alle omstandigheden. Veilig
autorijden vereist altijd uw volle aandacht.
Het negeren van deze waarschuwingen kan
een aanrijding en ernstig of zelfs dodelijk
letsel tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING!
Als u een aanhangerremregeling gebruikt
op uw aanhanger, kunt u de remmen van
de aanhanger in- en uitschakelen met de
remschakelaar. In dat geval is er na het
loslaten van het rempedaal mogelijk
onvoldoende remkracht om zowel de
auto als de aanhangwagen op een helling
stil te laten staan. Om te voorkomen dat
de auto omlaag rolt als u weer gaat
rijden, moet u de aanhangerrem hand -
matig inschakelen of meer kracht op de
rem zetten voordat u het rempedaal
loslaat.
HSA is geen handrem. Trek de
parkeerrem altijd helemaal aan voordat u
uitstapt. Controleer ook of de schakel -
hendel in de stand PARK staat.
Het negeren van deze waarschuwingen
kan een aanrijding en ernstig of zelfs
dodelijk letsel tot gevolg hebben.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 88
89
Ready Alert Braking (RAB)
Ready Alert Braking (RAB, anticiperend
remsysteem) kan de tijd verkorten die nodig is
om bij een noodstop de volle remkracht te
bereiken. Het systeem anticipeert op moge-
lijke noodstopsituaties door te registreren hoe
snel de bestuurder het gaspedaal loslaat. De
elektronische remkrachtregeling (EBC)
bereidt het remsysteem voor op een noodstop.
Tractieregelsysteem (TCS)
Dit systeem bewaakt de hoeveelheid wielspin
van elk van de aangedreven wielen. Als er
wielslip wordt gedetecteerd, oefent het trac -
tieregelsysteem (TCS) mogelijk remdruk uit
op het/de slippende wiel(en) en/of wordt het
voertuigvermogen verlaagd voor een betere
acceleratie en stabiliteit. Een voorziening
van TCS, Brake Limited Differential (BLD),
functioneert op dezelfde wijze als een
limited-slipdifferentieel en regelt de wielspin
van een aangedreven as. Als één wiel van een
aangedreven as sneller draait dan het
andere, wordt het doorslippende wiel afge -
remd. Hierdoor kan er meer koppel naar het
niet-doorslippende wiel gaan. BLD kan inge -
schakeld blijven, zelfs als TCS en het elek -
tronisch stabiliteitsregelsysteem (ESC) zijn
beperkt.
Antislingerregeling (TSC)
Antislingerregeling (TSC) maakt gebruik van
sensoren in de auto die het gevaarlijk slin -
geren van de aanhanger detecteren. TSC
neemt de nodige maatregelen om het slin -
geren te stoppen. TSC wordt automatisch
ingeschakeld wanneer een gevaarlijk slinge -
rende aanhanger wordt gedetecteerd.
OPMERKING:
TSC is niet in staat om het slingeren van alle
aanhangers te stoppen. Ga tijdens het
trekken van een aanhanger altijd voorzichtig
te werk en volg de aanbevelingen voor het
disselgewicht van de aanhanger. Raadpleeg
de paragraaf "Trekken van een aanhanger" in
het hoofdstuk "Starten en rijden" voor meer
informatie.
Wanneer TSC is ingeschakeld, knippert het
controle-/storingslampje ESC, wordt het
motorvermogen verlaagd en voelt u dat de
wielen afzonderlijk worden afgeremd om te
proberen het slingeren van de aanhanger te
stoppen. Wanneer het ESC-systeem in de
stand "Partial Off" (gedeeltelijk uit) of "Full
Off" (volledig uit) staat, is TSC uitgescha -
keld.
ONDERSTEUNENDE RIJSY -
STEMEN
Dodehoekbewaking — indien aanwezig
Het systeem voor dodehoekbewaking maakt
gebruik van twee radarsensoren in de achter -
bumper en detecteert motorvoertuigen
(auto's, vrachtwagens, motorfietsen, etc.) die
vanaf de achterzijde, voorzijde of zijkant van
de auto in de dode hoek bewegen.
WAARSCHUWING!
Als TSC tijdens het rijden wordt
geactiveerd, rem dan af, zet de auto zo snel
mogelijk op een veilige plaats aan de kant
en verdeel de lading van de aanhanger
opnieuw om het slingeren tegen te gaan.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 89
151
HANDREM
Elektrische handrem (EPB)
Uw auto is uitgerust met een nieuw elek-
trisch handremsysteem (EPB) dat meer
gemak biedt. De parkeerremschakelaar
bevindt zich in de middenconsole.
Parkeerremschakelaar
Om de parkeerrem handmatig in te scha -
kelen, trekt u de schakelaar kort omhoog.
Het waarschuwingslampje BRAKE in de
instrumentengroep en een indicator op de
schakelaar gaan branden.
Om de parkeerrem handmatig los te maken,
moet de contactschakelaar in de stand RUN
staan. Plaats vervolgens uw voet op het
rempedaal en duw de parkeerremschakelaar
kort naar benden. Zodra de parkeerrem volledig uitgeschakeld is, gaan het waar
-
schuwingslampje BRAKE en de schakelaar -
indicator uit.
De parkeerrem kan ook automatisch worden
vrijgegeven. Terwijl de motor loopt en de
versnellingsbak in een versnelling staat, laat
u het rempedaal los en trapt u het gaspedaal
in. Omwille van de veiligheid moet de veilig -
heidsgordel eveneens worden vastgegespt.
OPMERKING:
Mogelijk is een zacht zoemend geluid
hoorbaar vanaf de achterzijde van de auto
wanneer de parkeerrem wordt ingescha-
keld of uitgeschakeld.
Als uw voet zich op het rempedaal bevindt
wanneer u de parkeerrem inschakelt of
uitschakelt, merkt u mogelijk dat het
rempedaal iets beweegt.
De nieuwe automatische parkeerrem -
functie kan worden gebruikt om de
parkeerrem automatisch in te schakelen
wanneer u de auto parkeert. De automati -
sche parkeerrem kan worden ingeschakeld
en uitgeschakeld via het menu Settings
(instellingen) in Uconnect.
De parkeerrem kan eveneens worden inge-
schakeld wanneer de contactschakelaar in
de stand OFF staat, maar kan alleen
worden uitgeschakeld wanneer de contact -
schakelaar in de stand ON/RUN staat.
Als uitzonderlijke omstandigheden
vereisen dat de handrem tijdens het rijden
moet worden ingeschakeld, drukt u de
schakelaar van de elektrische handrem
omhoog en houdt u deze vast zolang de
inschakeling noodzakelijk is. Het waar -
schuwingslampje BRAKE gaat branden en
er klinkt een continu geluidssignaal. Ook
blijven de remlichten automatisch
branden zolang het voertuig in beweging
is.
SafeHold is een nieuwe functie voor het
automatisch inschakelen van de handrem
onder bepaalde omstandigheden. Het EPB
controleert de status van de veiligheids-
gordel van de bestuurder, het bestuur -
dersportier en de pedaalstanden om te
bepalen of de bestuurder is uitgestapt
terwijl de auto nog steeds kan bewegen en
schakelt vervolgens automatisch de
parkeerrem in om te voorkomen dat de
auto wegrolt.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 151
225
Een band repareren met de bandenservicekit
Wanneer u stopt om de bandenservicekit te
gebruiken:
1. Parkeer de auto op een veilige plaats enschakel de waarschuwingsknipperlichten
in.
2. Zorg dat het ventiel (op het wiel van de lekke band) zich vlakbij de grond
bevindt. In die stand reikt de slang van
de bandenservicekit tot het ventiel en
kan de bandenservicekit recht op de
grond staan. Hierdoor bevindt de set zich
in de beste positie voor het inspuiten van
het afdichtingsmiddel in de lekke band
en het bedienen van de luchtpomp.
Verplaats de auto zo nodig om het ventiel
in die positie te brengen voordat u
begint.
3. Zet de versnellingsbak in de stand PARK en zet het contact in de stand OFF.
4. Trek de handrem aan. Voorbereiding van het gebruik van bandser
-
vicekit:
1. Rol de afdichtingsslang uit en verwijder de dop van de fitting aan het uiteinde van
de slang.
2. Zet de bandservicekit recht op de grond, naast de lekke band.
3. Verwijder het dopje van het
ventiel en schroef de fitting aan het
uiteinde van de afdichtingsslang op
het ventiel.
4. Maak de stekker los en steek de
stekker in de 12 Volt-aansluiting
van het voertuig.
OPMERKING:
Verwijder geen voorwerpen (bijvoorbeeld
schroeven of spijkers) uit de band.
Afdichtingsmiddel uit de bandservicekit in
de lekke band spuiten: 1. Start altijd het voertuig voordat u
de bandservicekit inschakelt.
2. Controleer of de functieregel -
knop op de stand voor de afdich -
tingsfunctie staat.
Voorkom dat de bandenreparatieset in
contact komt met uw haar, ogen of
kleding. Het afdichtmiddel van de
bandenreparatieset is schadelijk bij
inademen, inslikken en huidcontact. Het
veroorzaakt irritatie van de huid, ogen en
luchtwegen. Spoel onmiddellijk met veel
water na eventuele aanraking met de
ogen of de huid. Trek zo snel mogelijk
andere kleding aan wanneer TIREFIT in
aanraking is gekomen met de kleding.
De afdichtingsoplossing van de banden -
reparatieset bevat latexrubber. Raad -
pleeg bij een allergische reactie of
huiduitslag onmiddellijk een arts. Houd
de bandenreparatieset buiten het bereik
van kinderen. Bij inslikken de mond met
veel water uitspoelen en veel water
drinken. Braken niet opwekken! Direct
een arts raadplegen.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 225