Page 265 of 370

263
Wassen met hogedrukspuit
DEALERSERVICE
Een erkende dealer beschikt over goed opge-
leid servicepersoneel, speciale gereed -
schappen en de nodige uitrusting om alle
werkzaamheden met het nodige vakman -
schap uit te voeren. Er zijn servicehandlei -
dingen verkrijgbaar met gedetailleerde
gegevens voor een correct onderhoud van uw
auto. Raadpleeg deze servicehandleidingen
voordat u zelf probeert onderhoud uit te
voeren. OPMERKING:
Bij opzettelijk manipuleren van het emissie
-
regelsysteem kan de garantie vervallen en
bent u strafbaar.
Airco, onderhoud
Voor optimale prestaties kunt u het aircosy -
steem het best laten controleren door een
erkende dealer aan het begin van het zomer -
seizoen. Bij deze onderhoudsbeurt moeten
ook de condensorribben worden gereinigd en
moet een werkingstest worden uitgevoerd.
Laat ook de spanning van de aandrijfriem
controleren.
LET OP!
Let er bij het aansluiten van de accuka-
bels op dat de pluskabel op de pluspool
en de minkabel op de minpool aange-
sloten worden. De accupolen zijn gemar -
keerd met plus (+) en min (-) op de
accubehuizing. De kabelklemmen
moeten stevig op de aansluitpolen zitten
en mogen geen corrosie vertonen.
Wanneer u een snellader gebruikt terwijl
de accu nog in de auto aanwezig is,
koppel dan beide accukabels in de auto
los voordat u de lader op de accu
aansluit. Gebruik een snellader nooit als
starthulp.
LET OP!
Het wordt afgeraden het
motorcompartiment te reinigen met een
hogedrukreiniger. Er zijn
voorzorgsmaatregelen getroffen om alle
onderdelen en aansluitingen te
beschermen, maar de druk die door deze
machines wordt gegenereerd, is zodanig
dat volledige bescherming tegen het
binnendringen van water niet kan worden
gegarandeerd.
WAARSCHUWING!
U kunt ernstig letsel oplopen tijdens het
werken aan of bij een motorvoertuig. Voer
alleen de service uit waarvan u de kennis
en waarvoor u de juiste apparatuur heeft.
Als u twijfelt over uw kunde om een
bepaalde werkzaamheid uit te voeren,
breng dan uw auto naar een vakkundige
monteur.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 263
Page 266 of 370

SERVICE EN ONDERHOUD
264
Aircoluchtfilter
Bezoek uw erkende dealer voor onderhoud.
Wisserbladen
De rubber delen van de wisserbladen, de
voor- en achterruit regelmatig afsponsen of
met een zachte doek en een niet-schurend
reinigingsmiddel schoonmaken. Zo verwij-
dert u strooizout, vet of olieaanslag en
vermindert u de kans op streepvorming en
vlekken.
Als de ruitenwissers langdurig worden
gebruikt terwijl de ruit droog is, zullen de
wisserbladen sneller slijten. Gebruik altijd
sproeivloeistof als u met de wissers strooi -
zout of vuil van een droge voor- of achterruit
wilt verwijderen.
Rijp of ijs niet met behulp van de wissers van
de voor- of achterruit verwijderen. Controleer alvorens te wissen of de wisserbladen niet
aan de voorruit zijn vastgevroren, om bescha
-
diging te voorkomen. Zorg dat de wisser -
bladen niet in aanraking komen met
aardolieproducten zoals motorolie, benzine,
enz.
OPMERKING:
De levensduur van ruitenwisserbladen is
afhankelijk van de geografische regio en de
mate van gebruik. Wanneer u merkt dat de
ruitenwissers klapperen of (water)sporen of
natte plekken achterlaten, dan duidt dit op
een slechte werking van de ruitenwisser -
bladen. Wanneer een van deze symptomen
zich voordoet, reinig of vervang dan de
ruitenwisserbladen.
Uitlaatsysteem
De beste bescherming tegen koolmonoxide -
vergiftiging is een goed onderhouden
uitlaatsysteem.
Wanneer u merkt dat het uitlaatgeluid is
veranderd, uitlaatgassen in de auto ruikt of
als de onder- of achterzijde van de auto is
beschadigd, laat dan een erkende monteur
het volledige uitlaatsysteem en de naburige
carrosseriedelen controleren op breuk,
schade, slijtage of verplaatsingen. Open
naden of losse verbindingen kunnen ertoe
WAARSCHUWING!
Gebruik voor uw airco uitsluitend door de
fabrikant goedgekeurde compres-
sorsmeermiddelen en koudemiddelen.
Sommige niet-goedgekeurde koudemid -
delen zijn brandbaar en explosief en
kunnen daardoor ernstig letsel veroor -
zaken. Andere niet-goedgekeurde koude-
middelen of smeermiddelen kunnen het
systeem beschadigen, wat hoge repara-
tiekosten met zich meebrengt. Raad -
pleeg de Service- en garantiehandleiding
in uw informatie voor de eigenaar voor
meer informatie over de garantie.
Het aircosysteem bevat een koude-
middel onder hoge druk. Om persoonlijk
letsel of schade aan het systeem te voor -
komen mag het bijvullen van koude-
middel, of andere reparaties waarbij
leidingen moeten worden losgekoppeld,
alleen worden uitgevoerd door een
vakbekwame monteur.
LET OP!
Spoel het systeem van de airconditioning
niet met chemicaliën, omdat daardoor de
onderdelen van de airconditioning
beschadigd kunnen raken. Dergelijke
schade wordt niet gedekt door de
standaardgarantie.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 264
Page 267 of 370

265
leiden dat uitlaatgassen binnendringen in
het interieur. Laat het uitlaatsysteem ook
altijd controleren wanneer de auto op een
hefbrug wordt gezet voor het verversen van
smeervet of olie. Laat indien nodig onder-
delen vervangen.
Onder normale bedrijfsomstandigheden
heeft de katalysator geen onderhoud nodig.
Het is echter van belang dat de dealer de
motorafstellingen regelmatig optimaliseert
om zo schade aan de katalysator te voor-
komen.
OPMERKING:
Opzettelijk knoeien aan het uitlaatgasregel -
systeem is strafbaar en kan leiden tot straf -
rechtelijke vervolging. In uitzonderlijke situaties (bij zeer ernstige
motorschade) kan een doordringende geur
duiden op een ernstige en abnormale over
-
verhitting van de katalysator. Als dit zich
voordoet, breng dan de auto tot stilstand, zet
de motor af en laat hem afkoelen. Laat
onmiddellijk daarna onderhoudswerkzaam -
heden uitvoeren, met inbegrip van het
afstellen van de motor volgens specificaties
van de fabrikant.
Houd rekening met het volgende om moge -
lijke schade aan de katalysator tot een
minimum te beperken:
U mag nooit het contact uitschakelen
tijdens het rijden en wanneer de versnel -
lingsbak in een versnelling is geschakeld.
Probeer het voertuig niet te starten door
deze te duwen of te slepen.
Laat de motor niet stationair draaien als
een of meerdere onderdelen van het
contact zijn losgekoppeld of verwijderd,
bijvoorbeeld tijdens diagnosetests, of
gedurende langere perioden waarbij de
motor zeer onregelmatig stationair draait
of sprake is van afwijkende bedrijfsom -
standigheden.
WAARSCHUWING!
Uitlaatgassen kunnen gezondheidspro-
blemen veroorzaken of zelfs dodelijk
zijn. Ze bevatten koolmonoxide (CO), een
kleur- en geurloos gas. Het inademen
ervan kan bewusteloosheid en vergifti -
ging veroorzaken. Raadpleeg "Veiligheid -
stips" in "Veiligheid" voor meer
informatie om inademen van koolmo-
noxide (CO) te voorkomen.
Een heet uitlaatsysteem kan brand
veroorzaken wanneer u boven brandbaar
materiaal parkeert. Denk bijvoorbeeld
aan droog gras of bladeren die in aanra-
king komen met de hete uitlaat. Parkeer
daarom nooit op een ondergrond waar uw
uitlaat in aanraking kan komen met
brandbaar materiaal.
LET OP!
Vanwege de katalysator mag uitsluitend
loodvrije benzine worden getankt. Door
gelode benzine verliest de katalysator
zijn regelende werking voor de uitlaat -
gassen en kunnen de motorprestaties
aanzienlijk afnemen met ernstige motor -
schade tot gevolg.
De katalysator kan worden beschadigd
als u de auto niet in goede conditie
houdt. Bij een motorstoring, vooral bij
het overslaan van de motor of duidelijke
vermogensverliezen, moet u de auto
meteen laten repareren. Als u doorrijdt
met een ernstige storing kan de kataly-
sator oververhit raken waardoor deze en
de auto beschadigd raken.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 265
Page 268 of 370

SERVICE EN ONDERHOUD
266
KoelsysteemControle van koelvloeistof
Controleer de koelvloeistof (antivries) ieder
jaar (bij voorkeur voordat de vorst invalt). Als
de motorkoelvloeistof (antivries) vuil of
roestig lijkt, moet het systeem worden
afgetapt en doorgespoeld en daarna met
nieuwe motorkoelvloeistof (antivries) worden
gevuld. Controleer of de voorzijde van de
airco-condensor vrij is van insectenresten,
bladeren, enz. Spuit de voorzijde van de
condensor indien nodig voorzichtig verticaal
vanaf de bovenkant schoon met een tuins-
lang.
Vuldop van het koelsysteem
Draai de vuldop goed vast, zodat wordt voor -
komen dat er koelvloeistof (antivries) wordt
gemorst en de koelvloeistof (antivries) terug -
loopt naar de radiateur via het expansiereser -
voir/koelvloeistofreservoir, indien aanwezig.
Controleer de vuldop en reinig deze grondig
wanneer er afzettingen zichtbaar zijn op het
sluitvlak.
Remsysteem
Om altijd optimale remprestaties te waar -
borgen, moeten alle onderdelen van het
remsysteem regelmatig worden gecontro -
leerd. Raadpleeg "Onderhoudsschema" in dit
hoofdstuk voor de juiste onderhoudsinter -
vallen.
WAARSCHUWING!
Hete koelvloeistof (antivries) en stoom
uit de radiateur kunnen ernstige brand -
wonden veroorzaken. Als u stoom van
onder de motorkap hoort of ziet komen,
mag u de motorkap pas openen nadat de
radiateur voldoende is afgekoeld. Open
nooit de vuldop van het koelsysteem als
de radiateur of het koelvloeistofreservoir
heet is.
Houd uw handen, gereedschap, kleding
en sieraden uit de buurt van de radia-
teurventilator wanneer de motorkap is
geopend. De ventilator start automatisch
en kan op elk moment starten, of de
motor loopt of niet.
Draai de contactsleutel in de OFF-stand,
als u werkzaamheden gaat verrichten in
de buurt van de radiateurventilator. De
ventilator is temperatuurgeregeld en kan
op elk moment gaan draaien indien het
contact in de stand ON staat.
WAARSCHUWING!
Open een heet motorkoelsysteem niet.
Vul nooit koelvloeistof (antivries) bij als
de motor oververhit is. Draai nooit de
vuldop los om een oververhitte motor te
laten afkoelen. Door de hitte komt het
koelsysteem onder druk te staan. Om
brandwonden en ander letsel te voor -
komen, mag u nooit de vuldop verwij -
deren van een koelcircuit dat heet is of
onder druk staat.
Gebruik geen andere vuldop dan de voor -
geschreven vuldop voor uw auto. Dit kan
leiden tot persoonlijk letsel of motor -
schade.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 266
Page 269 of 370

267
(Vervolgd)
(Vervolgd)
Hoofdremcilinder
De vloeistof in de hoofdremcilinder moet
worden gecontroleerd bij onderhoudswerk
-
zaamheden aan de motor, of onmiddellijk
zodra het waarschuwingslampje voor het
remsysteem gaat branden.
Maak de bovenzijde van de hoofdremcilinder
schoon voordat u de dop verwijdert. Vul
indien nodig vloeistof bij tot aan het vereiste
merkteken op het remoliereservoir. Het is bij
schijfremmen een normaal verschijnsel dat
het vloeistofpeil daalt naarmate de
remblokken verder slijten. Controleer het
remvloeistofpeil wanneer de remblokken
worden vervangen. Een laag vloeistofpeil kan
echter ook worden veroorzaakt door lekkage
en controle kan noodzakelijk zijn. Gebruik uitsluitend door de fabrikant aanbe
-
volen remvloeistof. Raadpleeg de paragraaf
"Vloeistoffen en smeermiddelen" in het
hoofdstuk "Technische gegevens" voor meer
informatie.
WAARSCHUWING!
Rijden met uw voet op het rempedaal is
gevaarlijk en kan leiden tot een aanrijding.
Rijden met uw voet op het rempedaal
veroorzaakt abnormaal hoge
remtemperaturen, verhoogt de slijtage van
de remvoering en kan leiden tot schade
aan het remsysteem. U beschikt dan in
noodgevallen niet over het volledige
remvermogen.
WAARSCHUWING!
Gebruik uitsluitend door de fabrikant
aanbevolen remvloeistof. Raadpleeg de
paragraaf "Vloeistoffen en smeermid -
delen" in het hoofdstuk "Technische
gegevens" voor meer informatie. Gebruik
van de verkeerde remvloeistof kan
ernstige schade veroorzaken aan uw
remsysteem en/of de werking ervan
nadelig beïnvloeden. Het juiste type
remvloeistof wordt ook vermeld op het
reservoir van de originele hoofdremci -
linder.
Om vervuiling te voorkomen door mate-
riaal of vocht van buitenaf, dient u
uitsluitend nieuwe remvloeistof te
gebruiken, of remvloeistof uit een
hermetisch afgesloten reservoir. Zorg
ervoor dat de dop van het reservoir van
de hoofdremcilinder altijd is vastge-
draaid. Remvloeistof in een open reser -
voir neemt vocht op uit de lucht,
waardoor de remvloeistof een lager kook-
punt krijgt. De remvloeistof kan hierdoor
gaan koken tijdens stevig of langdurig
remmen, waardoor de kans bestaat dat
de remmen plotseling niet meer werken.
Dit kan een aanrijding tot gevolg hebben.
Het bijvullen van het vloeistofreservoir
met te veel remvloeistof kan leiden tot
het morsen van vloeistof op hete
motoronderdelen, waardoor de remvloei -
stof vlam kan vatten. Remvloeistof kan
ook schade toebrengen aan gelakte
oppervlakken en vinyl. Let er daarom op
dat er geen remvloeistof op deze opper -
vlakken terecht komt.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 267
Page 270 of 370

SERVICE EN ONDERHOUD
268
Handgeschakelde versnellingsbak — indien
aanwezig
Vloeistofpeil controleren
Controleer het vloeistofpeil door de vuldop te
verwijderen. Het vloeistofniveau moet liggen
tussen de onderkant van de vulopening tot
maximaal 4,7 mm (3/16 inch) daaronder.
Indien nodig moet vloeistof worden bijgevuld
tot aan het juiste niveau.
Bezoek uw erkende dealer voor service.
Automatische versnellingsbak
Keuze van smeermiddel
Voor optimale prestaties en levensduur van
de versnellingsbak is het belangrijk dat u de
correcte transmissievloeistof gebruikt.Gebruik alleen door de fabrikant aanbevolen
transmissievloeistof. Raadpleeg de paragraaf
"Vloeistoffen en smeermiddelen" in het
hoofdstuk "Technische gegevens" voor de
specificaties van vloeistoffen. Het is belang
-
rijk dat de transmissievloeistof continu het
vereiste peil heeft en dat u de aanbevolen
vloeistof gebruikt.
OPMERKING:
Er mogen geen chemicaliën door de versnel -
lingsbak worden gespoeld; uitsluitend het
goedgekeurde smeermiddel mag worden
gebruikt.
Speciale additieven
De fabrikant raadt het gebruik van speciale
additieven in de transmissievloeistof ten
zeerste af. Automatische transmissievloei -
stof (ATF) is een geavanceerd en hoog -
waardig product waarvan de prestaties door
additieven nadelig kunnen worden beïn -
vloed. Daarom raden we u aan geen addi -
tieven aan de transmissievloeistof toe te
voegen. Gebruik geen vloeibare afdichtmid -
delen, aangezien deze juist schade aan
afdichtingen kunnen toebrengen.
Vloeistofpeil controleren
De vloeistof is in de fabriek op het juiste peil
gebracht en vereist onder normale gebruiks -
omstandigheden geen aanpassingen. Het is
niet nodig om het vloeistofpeil regelmatig te
controleren en om die reden is geen peilstok
aanwezig. Een erkende dealer kan het trans -
missievloeistofpeil controleren met behulp
Zorg dat er geen vloeistof op basis van
aardolie in de remvloeistof terechtkomt.
De afdichtingen van het remsysteem
kunnen hierdoor worden aangetast,
waardoor de remmen hun werking
gedeeltelijk of geheel kunnen verliezen.
Dit kan een aanrijding tot gevolg hebben.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
LET OP!
Wanneer u een andere
versnellingsbakvloeistof gebruikt dan
aanbevolen door de fabrikant, kan
daardoor de schakelwerking van de
versnellingsbak achteruitgaan en/of grijpt
de koppelomvormer schokkend aan.
Raadpleeg de paragraaf "Vloeistoffen en
smeermiddelen" in het hoofdstuk
"Technische gegevens" voor de
specificaties van vloeistoffen.
LET OP!
Spoel de versnellingsbak niet met
chemicaliën, omdat deze de
versnellingsbak kunnen beschadigen.
Dergelijke schade wordt niet gedekt door
de standaardgarantie.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 268
Page 271 of 370

269(Vervolgd)
van speciaal gereedschap. Als u merkt dat er
sprake is van vloeistoflekkage of een defect
in de versnellingsbak, neem dan onmiddel-
lijk contact op met een erkende dealer om
het transmissievloeistofpeil te laten contro -
leren. Als het voertuig wordt gebruikt met
een verkeerd vloeistofpeil, kan ernstige
schade aan de automatische versnellingsbak
worden toegebracht.
HET VOERTUIG OMHOOG
BRENGEN
Indien het nodig is om het voertuig omhoog
te brengen, ga dan naar een erkende dealer
of naar een servicestation.
BANDEN
Banden — Algemene informatie
Bandenspanning
Voor de veiligheid en goede rijeigenschappen
is een juiste bandenspanning absoluut nood -
zakelijk. Als de bandenspanning niet juist is,
heeft dit gevolgen voor het onderstaande:
Veiligheid
Brandstofverbruik
Bandenslijtage
Rijcomfort en voertuigstabiliteit
Veiligheid
Zowel te lage als te hoge bandenspanning
beïnvloedt de rijstabiliteit. Het gevoel
ontstaat dat de auto te traag of te nerveus op
het stuur reageert.
LET OP!
Als echter een vloeistoflek in de
versnellingsbak optreedt, breng dan
onmiddellijk een bezoek aan een erkende
dealer. Anders kan de versnellingsbak
ernstig beschadigd raken. Een erkende
dealer beschikt over het juiste
gereedschap om het vloeistofpeil
nauwkeurig bij te vullen.
WAARSCHUWING!
Een onjuiste bandenspanning is gevaar-
lijk en kan leiden tot ongelukken.
Bij een te lage bandenspanning veert de
band te veel in en kan de band te warm
worden en lek raken.
Bij een te hoge bandenspanning zal de
band schokken op het wiel minder goed
opvangen. Voorwerpen op de weg en
gaten in het wegdek kunnen de banden
beschadigen waardoor ze lek raken.
Banden met een te hoge of te lage span -
ning kunnen het rijgedrag van de auto
beïnvloeden en kunnen een klapband
veroorzaken waardoor u de controle over
de auto kunt verliezen.
Als niet alle banden dezelfde spanning
hebben, kunnen besturingsproblemen
optreden. U kunt de controle over de
auto verliezen.
Als de bandenspanning van de linker -
banden verschilt van die van de rechter -
banden kan de auto naar links of rechts
gaan trekken.
Zorg dat alle banden altijd op de voorge-
schreven spanning (voor koude banden)
zijn.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 269
Page 272 of 370

SERVICE EN ONDERHOUD
270
OPMERKING:
Een ongelijke bandenspanning tussen
linker- en rechterbanden kan leiden tot
een onnauwkeurige en onvoorspelbare
besturing.
Ongelijke bandenspanning links en rechts
kan leiden tot naar links of naar rechts
trekken van de auto.
Brandstofverbruik
Door een te lage bandenspanning wordt ook
de rolweerstand van de band hoger, waardoor
het brandstofverbruik toeneemt.
Bandenslijtage
Onjuiste koude bandenspanning kan leiden
tot abnormale slijtagepatronen die de levens -
duur van het loopvlak verkorten, waardoor de
banden eerder vervangen moet worden.
Rijcomfort en voertuigstabiliteit
Een juiste bandenspanning draagt bij aan
het rijcomfort. Bij een te hoge bandenspan -
ning rijdt de auto schokkerig en oncomfor -
tabel.
Bandenspanning
De juiste spanning voor koude banden staat
vermeld op de B-stijl aan de bestuurders -
zijde of op de achterrand van het bestuur -
dersportier.
Band- en beladingsinformatiesticker
Deze sticker geeft u belangrijke informatie
over:
1. Het aantal personen dat in de auto vervoerd kan worden.
2. De bandenmaat voor uw auto.
3. De spanning voor koude banden voor de banden aan de voorkant, achterzijde en
de reserveband. Ten minste één keer per maand:Bandenspanning controleren met een
draagbare bandenspanningsmeter van
goede kwaliteit en indien nodig
aanpassen. Een visuele schatting van de
bandenspanning volstaat niet. Banden
lijken soms de juiste spanning te hebben
terwijl de spanning in werkelijkheid onvol
-
doende is.
Inspecteer banden op slijtage of zichtbare
schade.
De op het plaatje aangegeven bandenspan -
ningswaarden gelden altijd voor "koude
banden". De banden zijn "koud" als ten
minste drie uur niet met de auto is gereden,
of minder dan 1,6 km (1 mijl) is gereden na
een periode van ten minste drie uur stil -
stand. De spanning van een koude band mag
nooit hoger zijn dan de maximumspanning
die op de wang van de band staat vermeld.
LET OP!
Plaats na het controleren van de
bandenspanning of het vullen van de
banden altijd de ventieldop terug.
Hierdoor voorkomt u dat het ventiel
beschadigd raakt door binnendringend
vocht of vuil.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 270