149
(Vervolgd)
Functies van de Keyless Ignition — rempedaal/
koppelingspedaal niet ingetrapt (in de stand
PARK of NEUTRAL)
De werking van Keyless Ignition is vergelijk-
baar met die van een contactschakelaar.
Deze heeft drie standen: OFF, ON/RUN en
START. Om de contactmodus te kiezen
zonder het voertuig te starten en om de
accessoires te kunnen gebruiken, volgt u de
onderstaande stappen, te beginnen met de
contactschakelaar in de stand OFF:
1. Druk op de toets ENGINE START/STOP om de contactschakelaar in de stand ON/
RUN te zetten.
2. Druk nogmaals op de knop ENGINE START/STOP om de contactschakelaar in
de stand OFF te zetten.
De motor uitschakelen
Voertuigen met een mechanische sleutel -
houder:
Ga als volgt te werk om de motor uit te scha -
kelen:
1. Parkeer het voertuig zodanig dat het geen gevaar voor het overige verkeer oplevert. 2. Zet de transmissie in de versnelling
(handgeschakelde modellen) of zet de
schakelhendel in PARK (P) (modellen
met automatische transmissie).
3. Terwijl de motor stationair draait, zet u de contactschakelaar op STOP/OFF.
4. Verwijder de sleutel uit het contact als de motor uit is.
Voertuigen die zijn uitgerust met een elektroni -
sche sleutel (contact zonder sleutel):
Als u de motor wilt uitschakelen terwijl de
voertuigsnelheid groter is dan 8 km/u
(5 mph), moet u de knop START/STOP
indrukken en vasthouden of binnen enkele
seconden drie keer achtereen op de knop
START/STOP drukken. De motor wordt uitge -
schakeld en de contactschakelaar wordt in
de stand RUN gezet.
Wanneer u de auto uitzet (de contactschake -
laar van RUN op STOP zet), blijft de voeding
naar de accessoires nog drie minuten actief.
Wanneer u het bestuurdersportier opent
terwijl de contactschakelaar op RUN staat,
klinkt er een kort signaal dat de bestuurder
eraan herinnert de contactschakelaar op
STOP te zetten. Wanneer de contactschakelaar op de stand
STOP/OFF staat, blijven de ruitschakelaars
nog drie minuten actief. Door het openen van
een voorportier wordt deze functie uitgescha
-
keld.
Laat de motor na intensief rijden enige tijd
stationair draaien, zodat de temperatuur in
het motorcompartiment kan dalen voordat u
de motor uitschakelt.
Normaal starten — dieselmotor
Voordat u het voertuig start, moet u uw stoel
verstellen, de binnen- en buitenspiegels
verstellen en uw veiligheidsgordel vast -
maken.
De startmotor mag niet langer dan 30 seconden
worden bediend om de motor te starten. Wacht
enkele minuten tussen startpogingen om de
startmotor tegen oververhitting te beschermen.
WAARSCHUWING!
Wanneer u het voertuig verlaat, moet u
zich er altijd van verzekeren dat de
Keyless Ignition Node in de stand "OFF"
staat. Verwijder daarna de sleutelhouder
uit het voertuig en vergrendel het voer -
tuig.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 149
235
(Vervolgd)
Om schade aan uw auto te voorkomen is de
juiste sleepuitrusting vereist. Gebruik
uitsluitend sleepstangen en andere uitrus-
ting die speciaal voor dit doel zijn gemaakt
en volg de instructies van de fabrikant van de
uitrusting. Het gebruik van veiligheidsket -
tingen is verplicht. Bevestig sleepstangen of
andere sleepuitrusting altijd aan een
dragend deel van het voertuig, nooit aan
bumpers of hieraan bevestigde beugels. De
verkeersvoorschriften met betrekking tot het
slepen van voertuigen moeten worden opge -
volgd.
OPMERKING:
U moet controleren of de automatische
parkeerremfunctie is uitgeschakeld
voordat u het voertuig sleept, om te voor -
komen dat per ongeluk de elektrische
parkeerrem wordt aangetrokken. De auto-
matische handremfunctie wordt ingescha- keld of uitgeschakeld via de door de klant
te programmeren functies in de Uconnect
instellingen.
Bij voertuigen met een lege accu of
waarvan het elektrische systeem is uitge-
vallen en de elektrische parkeerrem (EPB)
is ingeschakeld, moeten de achterwielen
met behulp van een dolly of krik van de
grond worden getild wanneer het voertuig
op een autoambulance wordt gezet.
Wanneer u tijdens het slepen accessoires
wenst te gebruiken (ruitenwissers, ruitont -
dooier, enz.), dient de contactschakelaar in
stand ON/RUN te staan.
OPMERKING:
De Safehold-functie schakelt de elektroni -
sche handrem in wanneer het bestuur -
dersportier wordt geopend (als de accu is
aangesloten, het contact is ingeschakeld, de
transmissie niet in de stand PARK staat en het rempedaal is losgelaten). Als u het voer
-
tuig sleept met de contactschakelaar in de
stand ON/RUN, moet u de elektrische
parkeerrem handmatig uitschakelen telkens
wanneer het bestuurdersportier wordt
geopend, door het rempedaal in te trappen
en vervolgens de EPB los te zetten.
Wanneer de accu van de auto leeg is, raad -
pleeg dan de paragraaf "Schakelhendel
ontgrendelen" in dit hoofdstuk voor instruc -
ties over hoe u de automatische versnel -
lingsbak uit de stand PARK schakelt zodat
het voertuig kan verplaatst.
Sleepmethode
Wielen LOS van de grond MODELLEN MET
VOORWIELAANDRIJVING (FWD) 4X4-MODELLEN
Slepen met alle wielen op de
grond GEEN
NIET TOEGESTAAN NIET TOEGESTAAN
Slepen met behulp van een
wiellift of dolly Achter
NIET TOEGESTAAN NIET TOEGESTAAN
Voor OKNIET TOEGESTAAN
Flatbed (autoambulance) ALLEBESTE METHODE ENIGE METHODE
LET OP!
Gebruik geen takelsysteem met sleeplus
om de auto te slepen. Anders kan de
auto beschadigd raken.
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 235
285
* Optioneel
** De vermelde spanning is voor comfort. Voor een lager brandstofverbruik kan de bandenspanning van de voorbanden worden verhoogd tot maximaal 44 psi
(3 bar) en de bandenspanning van de achterbanden tot maximaal 41 psi (2,8 bar).
Bij terreinrijden met een Trailhawk-voertuig brengt u alle vier de banden terug naar een waarde van 35 psi (2,4 bar) vóór en 32 psi (2,2 bar) achter.
Wielen en banden
VelgmaatBandenmaatBandenspanning
psi (bar) ** Reservewiel
Model Sport 16 x 6.5 ET40215/65 R16 98H
3-SEASON 35 (2,4) voor
32 (2,2) achter
T165/80 D17* (Com-
pact) - 225/60 R17 99H* (full-size tijdelijk gebruik
met snelheidsbegrenzing)
17 x 7.0 ET40
225/60 R17 99H
3-SEASON 35 (2,4) voor
32 (2,2) achter
Model Longitude 17 x 7.0 ET40225/60 R17 99H
3-SEASON 35 (2,4) voor
32 (2,2) achter
Model Limited 18 x 7.0 ET40
225/55 R18 98H -
3-SEASON 35 (2,4) voor
32 (2,2) achter
19 x 7.5 ET40 235/45 R19 95H -
3-SEASON 35 (2,4) voor
32 (2,2) achter
Model Trailhawk 17 x 6.5 ET40225/60 R17 99H ALL
SEASON 35 (2,4) voor
32 (2,2) achter 225/60 R17 (full-size)
S Model 17 x 7.5 ET40 235/45 R19 95H -
3-SEASON 35 (2,4) voor
32 (2,2) achter T165/80 D17* (Com
-
pact) 225/60 R17 99H*
(full-size tijdelijk gebruik
met snelheidsbegrenzing)
20_MP_UG_NL_EU_t.book Page 285