Page 25 of 332

Zoemer Item Oorzaak Opmerking / oplossing
KnipperenDe externe
zoemer gaat
ongeveer
3 seconden af.Preventief
systeem voor
niet goed
gesloten
portierenAls de bedieningsmodus op "OFF"
staat en u de portieren probeert te
vergrendelen door op de
vergrendel-/ontgrendelknop van
het bestuurdersportier of voorste
passagiersportier te drukken,
terwijl een van de portieren niet
goed is gesloten.—
Knipperen Geen geluidKeyless
Operation-
systeemDe batterij van de Keyless
Operation-sleutel is leeg.Vervang de batterij zo snel mogelijk bij een Fiat
Servicepunt.
Branden Geen geluidKeyless
Operation-
systeemDe stroomvoorziening wordt niet
overgeschakeld van "OFF", omdat
de Keyless Operation-sleutel in
het voertuig niet kan worden
gedetecteerd. Als een
waarschuwing wordt afgegeven
dat de sleutel zich in het voertuig
bevindt, komt dit doordat de
batterij van de Keyless
Operation-sleutel leeg is of de
toestand van de radiogolven in de
omgeving slecht is.Bevestig dat de Keyless Operation-sleutel zich in het
voertuig bevindt. Als de sleutel zich in het voertuig
bevindt, steek hem dan in het contactslot. Nu zou
de motor gestart en de bedieningsmodus gewijzigd
moeten kunnen worden.
Branden Geen geluidKeyless
Operation-
systeemEr is sprake van een storing in het
Keyless Operation-systeem.Als het waarschuwingslampje gaat branden, neem
dan contact op met het Fiat Servicenetwerk.
BrandenInterne zoemer
gaat af
(intermitterende
geluiden)Keyless
Operation-
systeemEr is sprake van een storing in het
elektrische systeem.Als het waarschuwingslampje gaat branden, neem
dan contact op met het Fiat Servicenetwerk.
23
Page 26 of 332

Zoemer Item Oorzaak Opmerking / oplossing
BrandenInterne zoemer
gaat af
(constante
geluiden)Keyless
Operation-
systeemEr is sprake van een storing in het
elektrische systeem.Zet onmiddellijk het voertuig stil op een veilige plaats
en neem contact op met het Fiat Servicenetwerk.
KnipperenDe externe
zoemer gaat
ongeveer
3 seconden af.
De interne
zoemer gaat
ongeveer
1 minuut af.Herinnering
Keyless
Operation-
sleutelAls de bedieningsmodus op "OFF"
staat en de Keyless
Operation-sleutel nog in het
contactslot zit, en u het
bestuurdersportier probeert te
openen.Neem de Keyless Operation-sleutel uit het
contactslot. Raadpleeg "De motor starten en
afzetten".
BrandenDe interne
zoemer gaat afStuurslotEr is sprake van een storing in het
stuurslotsysteem.Raadpleeg "Stuurslot".
KnipperenDe externe
zoemer gaat
ongeveer
3 seconden af.Herinnerings-
systeem
bedieningsmodus
OFFAls de bedieningsmodus in een
andere modus dan "OFF" staat en
alle portieren gesloten zijn, en u de
portieren probeert te vergrendelen
met gebruik van de
vergrendel-/ontgrendelknop van
het bestuurdersportier of voorste
passagiersportier.Raadpleeg "Herinneringssysteem bedieningsmodus
OFF".
24
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 27 of 332

Zoemer Item Oorzaak Opmerking / oplossing
Branden Geen geluiden StartonderbrekingssysteemEr is sprake van een storing in de
elektronische startonderbreking
(antidiefstalsysteem).Zet de bedieningsmodus op "OFF" en start de
motor nog een keer. Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk, als de waarschuwing niet wordt
geannuleerd.
KnipperenDe interne
zoemer gaat afStuurslot Het stuurslot blijft op slot.Ontgrendel het stuurslot volgens de procedure van
de referentiepagina. Raadpleeg "Stuurslot"
Branden Geen geluiden StuurslotHet stuurslot werkt niet naar
behoren.Raadpleeg "Stuurslot".
BELANGRIJK
1)Als u in een vliegtuig een sleutel bij zich
draagt, druk dan niet op een van de
knoppen op de sleutel. Als in een vliegtuig
op een van de knoppen wordt gedrukt,
zendt de sleutel elektromagnetische golven
uit, die de werking van het vliegtuig nadelig
zouden kunnen beïnvloeden. Als u een
sleutel in een tas hebt, zorg er dan voor dat
de knoppen op de sleutel niet gemakkelijk
abusievelijk kunnen worden ingedrukt.
2)Breng geen wijzigingen of toevoegingen
aan het startonderbrekingssysteem aan;
wijzigingen of toevoegingen zouden kunnen
leiden tot een slechte werking van de
startonderbreker.
3)Als de sleutelhoes wordt geopend, zorg
er dan voor dat geen water, stof, enz.
binnentreedt. Raak ook de interne
componenten niet aan.4)Mensen met een implanteerbare
pacemaker of een implanteerbare
cardioverter defibrillator mogen niet in de
buurt van de externe zenders (A) of de
interne zenders (B) komen, zie fig. 15,
fig. 16. De radiogolven die het Keyless
Operation-systeem gebruikt, kunnen een
negatieve invloed hebben op
implanteerbare pacemakers of
implanteerbare cardioverter defibrillators.
5)Als u gebruik maakt van andere
elektromedische apparaten dan
implanteerbare pacemakers of
implanteerbare cardioverter defibrillators,
neem dan van tevoren contact op met de
producent van het elektromedische
apparaat om te bepalen of de radiogolven
het apparaat negatief kunnen beïnvloeden.
De werking van elektromedische apparaten
zou kunnen worden beïnvloed door
radiogolven.
BELANGRIJK
1)Lege batterijen zijn schadelijk voor het
milieu. Lege batterijen moeten
overeenkomstig de wet in speciale bakken
gedeponeerd worden. Ze kunnen ook
ingeleverd worden bij het Fiat
Servicenetwerk dat voor hun verwerking zal
zorgen.
25
Page 28 of 332

CONTACTSLOT
(indien aanwezig)
LOCK
De motor is afgezet en het stuurwiel zit
op slot. De sleutel kan in deze stand
alleen worden ingestoken of
uitgenomen.
ACC
De motor is afgezet, maar het
audiosysteem en de andere elektrische
systemen kunnen nog worden bediend.
ON
Alle elektrische systemen van het
voertuig kunnen worden bediend.
START
De startmotor treedt in werking. Laat de
sleutel los zodra de motor is gestart; de
sleutel keert automatisch terug naar de
stand "ON".Opmerking Als het voertuig is uitgerust
met een elektronische startonderbreker.
Om de motor te starten, moet de
ID-code die de zender in de sleutel
verzendt, overeenkomen met de
ID-code die in de computer van de
startonderbreker is geregistreerd.
Raadpleeg "Elektronische
startonderbreker (antidiefstalsysteem)".
De sleutel uitnemen
Als op voertuigen uitgerust met een
handgeschakelde versnellingsbak de
sleutel wordt uitgenomen, druk dan de
sleutel in op de stand "ACC", houd de
sleutel ingedrukt tot die naar de stand
"LOCK" is gedraaid en neem de sleutel
uit.
Als op voertuigen uitgerust met een
automatische versnellingsbak de sleutel
wordt uitgenomen, zet dan eerst de
versnellingspook in stand "P"
(parkeren), druk de sleutel in op de
stand "ACC", houd de sleutel ingedrukt
tot die naar de stand "LOCK" is
gedraaid en neem de sleutel uit.
6) 7) 8) 9) 10)
1) 2) 3)
MOTORSCHAKELAAR
(Indien aanwezig)
Om diefstal te voorkomen, start de
motor niet, als geen voorgeregistreerde
Keyless Operation-sleutel wordt
gebruikt. (Startonderbreking)
Als u de keyless operation-sleutel bij u
hebt, kunt u de motor starten.
24AG0004466
25AHA103488
26AHA105990
26
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 29 of 332

4) 5) 6) 7)
Opmerking Als u de motorschakelaar
gebruikt, druk deze dan volledig in. Als
de schakelaar niet volledig wordt
ingedrukt, kan het gebeuren dat de
motor niet start of dat de
bedieningsmodus niet kan worden
gewijzigd. Als de motorschakelaar goed
wordt ingedrukt, hoeft de
motorschakelaar niet ingedrukt te
worden gehouden.
Opmerking Als de batterij van de
Keyless Operation-sleutel leeg is of de
Keyless Operation-sleutel zich niet in
het voertuig bevindt, gaat gedurende
5 seconden een waarschuwingslampje
knipperen.
Bedieningsmodus van de
motorschakelaar en de bijbehorende
functie
UIT
Het indicatielampje op de
motorschakelaar gaat uit. De
bedieningsmodus kan niet op "OFF"
worden gezet, als de versnellingspook
(van een automatische versnellingsbak)
niet in de stand "P" (parkeren) staat.
ACC
Elektrische systemen, zoals het
geluidssysteem en het stopcontact,
kunnen worden gebruikt. Het
indicatielampje op de motorschakelaar
licht oranje op.
AAN
Alle elektrische systemen van het
voertuig kunnen worden gebruikt. Het
indicatielampje op de motorschakelaar
licht groen op. Het indicatielampje gaat
uit als de motor draait.
Opmerking Uw voertuig is uitgerust
met een elektronische startonderbreker.
Om de motor te starten, moet de
ID-code die de zender in de sleutel
verzendt, overeenkomen met de
ID-code die in de computer van de
startonderbreker is geregistreerd.
Raadpleeg "Elektronische
startonderbreker (antidiefstalsysteem)".De bedieningsmodus wijzigen
Als u op de motorschakelaar drukt
zonder het rempedaal (automatische
versnellingsbak) of het
koppelingspedaal (handgeschakelde
versnellingsbak) in te trappen, kunt u de
bedieningsmodus wijzigen in de
volgorde "OFF", "ACC", "ON", "OFF".
OPMERKING Verricht de volgende
procedure als de bedieningsmodus niet
kan worden gewijzigd naar OFF:
1 – Plaats de hendel van de
kiesschakelaar in “P” (PARK) en wijzig
de bedieningswijze vervolgens naar
OFF. (Voor voertuigen met
automatische versnellingsbak)
2 – Een andere oorzaak zou een lage
accuspanning kunnen zijn. Als dit het
geval is kunnen het keyless
entry-systeem, de keyless
operation-functie en het stuurslot niet
werken. Neem contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
27AHA103505
28AG0022644
27
8) 9)
Page 30 of 332

Automatische stroomonderbreking
ACC
Als de bedieningsmodus ongeveer
30 minuten op "ACC" heeft gestaan,
wordt de stroom naar het
geluidssysteem en andere elektrische
systemen die in die stand kunnen
worden gebruikt, automatisch
uitgeschakeld. (alleen als het
bestuurdersportier is gesloten en de
versnellingspook in de stand “P”
(parkeren) staat).
Als u het bestuurdersportier opent of de
motorschakelaar weer bedient, wordt
de stroomtoevoer hersteld.
Opmerking Als de stroomtoevoer van
"ACC" automatisch is onderbroken, kan
het stuurwiel niet meer op slot en
kunnen de portieren niet worden
vergrendeld of ontgrendeld met de
Keyless Entry- of Keyless
Operation-sleutel.
Opmerking De functies kunnen als
volgt worden aangepast:
De tijd die verstrijkt voordat wordt
overgegaan tot de automatische
stroomonderbreking, kan worden
verlengd tot ongeveer 60 minuten.
De automatische
stroomonderbreking van "ACC" kan
worden uitgeschakeld. Wendt u voor
nadere informatie tot het Fiat
Servicenetwerk.
Herinneringssysteem
bedieningsmodus OFF
Als de bedieningsmodus op een andere
modus dan "OFF" staat, en u de
portieren tracht te vergrendelen door op
de vergrendel-/ontgrendelknop van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier te drukken, gaat een
waarschuwingslampje knipperen, gaat
de externe zoemer af, en kunt u de
portieren niet vergrendelen.
Herinneringssysteem
bedieningsmodus "ON"
Als het bestuurdersportier wordt
geopend, terwijl de motor is afgezet en
de bedieningsmodus op een andere
modus dan "OFF" staat, gaat de interne
herinneringszoemer van
bedieningsmodus "ON" intermitterend
af om u eraan te herinneren dat de
bedieningsmodus op "OFF" moet
worden gezet.
BELANGRIJK
6)Neem de sleutel tijdens het rijden niet uit
het contactslot. Het stuurwiel gaat dan
namelijk op slot, waardoor u de controle
over het voertuig verliest.
7)Als er geknoeid is aan het contactslot
(bijv. een poging tot diefstal), dan moet
men het laten controleren bij het Fiat
Servicenetwerk alvorens te gaan rijden.
8)Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als het voertuig wordt verlaten,
om onverhoeds gebruik van de
bedieningselementen te voorkomen.
Vergeet niet de handrem aan te trekken.
Schakel de 1e versnelling in als het voertuig
op een helling omhoog staat geparkeerd
en de achteruitversnelling bij een helling
omlaag. Laat nooit kinderen zonder
toezicht in het voertuig achter.
9)Verwijder de sleutel nooit terwijl het
voertuig rijdt. Het stuurwiel zal blokkeren
zodra eraan gedraaid wordt. Dit geldt ook
voor voertuigen die gesleept worden.
10)Het is ten strengste verboden om
aftermarket-werkzaamheden uit te voeren
waarbij wijzigingen aan de stuurinrichting of
de stuurkolom betrokken zijn (bijv.:
installatie van een diefstalbeveiliging).
Dergelijke handelingen kunnen de
prestaties, de garantie en de veiligheid
negatief beïnvloeden, waardoor het
voertuig niet meer aan de typegoedkeuring
voldoet.
29AHA103505
28
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 31 of 332

BELANGRIJK
1)Als de motor tijdens het rijden wordt
afgezet, werkt het servomechanisme van
de remmen niet meer en neemt de
remwerking af. Bovendien werkt de
stuurbekrachtiging niet en moet meer
moeite worden gedaan om te sturen.
2)Laat de sleutel niet lange tijd in de stand
"ON" staan, terwijl de motor niet draait,
want daardoor loopt de accu leeg.
3)Draai de sleutel niet naar de stand
"START", terwijl de motor draait. Hierdoor
zou de startmotor kunnen beschadigen.
4)Het indicatielampje (A) fig. 26 knippert
oranje in geval van problemen of storingen
van het Keyless Operation-systeem.
Gebruik het voertuig nooit als het
indicatielampje op de motorschakelaar
oranje knippert. Neem direct contact op
met het Fiat Servicenetwerk.
5)Gebruik de motorschakelaar niet, als
deze niet soepel werkt en lijkt te blijven
hangen. Neem direct contact op met het
Fiat Servicenetwerk.
6)Zet de bedieningsmodus op "OFF", als
de motor niet draait. Als de
bedieningsmodus lange tijd op "ON" of
"ACC" staat, terwijl de motor niet draait,
kan de accu leeglopen, waardoor de motor
niet meer kan worden gestart en het
stuurwiel niet meer kan worden vergrendeld
of ontgrendeld.7)Als de accu wordt ontkoppeld, blijft de
huidige bedieningsmodus in het geheugen
opgeslagen. Als de accu weer wordt
aangesloten, wordt automatisch de
opgeslagen bedieningsmodus
geselecteerd. Zorg ervoor dat de
bedieningsmodus op "OFF" staat, voordat
de accu wordt ontkoppeld voor reparatie of
vervanging. Wees voorzichtig als de accu
leeg is en u niet weet in welke
bedieningsmodus het voertuig staat.
8)De bedieningsmodus kan niet van "OFF"
naar "ACC" of "ON" worden veranderd, als
de Keyless Operation-sleutel niet in het
voertuig wordt gedetecteerd. Raadpleeg
"Keyless Operation-systeem:
werkingsbereik voor het starten van de
motor en het wijzigen van de
bedieningsmodus".
9)Als de Keyless Operation-sleutel zich in
het voertuig bevindt, maar de
bedieningsmodus niet verandert, is de
batterij van de Keyless Operation-sleutel
mogelijk leeg.
PORTIEREN
11) 12) 13)
Opmerking Om te voorkomen dat de
sleutel in het voertuig wordt opgesloten,
kan de vergrendelingsschakelaar op het
bestuurdersportier noch de sleutel
worden gebruikt om het
bestuurdersportier te vergrendelen, als
het portier open is.
Vergrendelen of ontgrendelen met
de sleutel
A — Vergrendelen
B — Ontgrendelen
Opmerking Als de portieren van
voertuigen met centrale
portiervergrendeling met de sleutel
worden vergrendeld of ontgrendeld,
worden alle portieren vergrendeld of
ontgrendeld. Raadpleeg "Centrale
portiervergrendeling".
30AHA105453
29
Page 32 of 332

Opmerking Als het voertuig is uitgerust
met het Keyless Operation-systeem,
kan het bestuurdersportier met de
reservesleutel worden vergrendeld of
ontgrendeld. Raadpleeg
"Reservesleutel".
Vergrendelen of ontgrendelen
vanuit het voertuig
A — Vergrendelen
B — Ontgrendelen
Opmerking Het bestuurdersportier kan
worden geopend zonder de
slotschakelaar te gebruiken, door aan
de interne handgreep te trekken. Op
voertuigen met centrale
portiervergrendeling worden alle
portieren tegelijkertijd ontgrendeld.
Opmerking Op voertuigen met een
Dead Lock-systeem, kan het portier
niet worden ontgrendeld door de
vergrendelingsschakelaar naar de kant
voor ontgrendeling te drukken, terwijlhet Dead Lock-systeem is
ingeschakeld. (Raadpleeg "Dead
Lock-systeem").
Vergrendelen zonder sleutel
Zet de interne vergendelingsschakelaar
(1) in de vergrendelde stand en sluit het
portier (2).
Opmerking Het bestuurdersportier kan
niet met de interne
vergendelingsschakelaar worden
vergrendeld, terwijl het
bestuurdersportier openstaat.
Het achterportier openen of sluiten
(anderhalve cabine)
Het achterportier kan worden geopend
of gesloten, terwijl het voorportier
openstaat.
1. Zet het voorportier ver open.
2. Trek aan de handgreep (A) van het
achterportier.
3. Open het achterportier.4. Als deze portieren worden gesloten,
sluit dan het voorportier pas als het
achterportier is gesloten.
14) 15) 16) 17) 18) 19)
CENTRALE
PORTIERVERGRENDELING
Als de portieren herhaaldelijk continu
worden vergrendeld en ontgrendeld,
zou het ingebouwde beveiligingscircuit
van de centrale portiervergrendeling in
werking kunnen treden en de werking
van het systeem kunnen verhinderen.
Wacht in dit geval ongeveer 1 minuut
voordat u de centrale
portiervergrendeling weer gebruikt.
Alle portieren kunnen worden
vergrendeld en ontgrendeld, zoals
hieronder beschreven.
Het bestuurdersportier met sleutel
Met gebruik van de sleutel om het
bestuurdersportier te vergrendelen of
ontgrendelen.31AHA105466
32AHA105479
33AHA104036
30
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG