Page 17 of 332

Vergrendelen
Druk op de vergrendelknop (1). Alle
portieren worden vergrendeld. De
richtingaanwijzers knipperen één keer.
Als de portieren worden vergrendeld
terwijl de schakelaar van de
binnenverlichting in de middelste stand
(●) staat, knippert de binnenverlichting
ook één keer.
Ontgrendelen
Druk op de ontgrendelknop (2). Alle
portieren worden ontgrendeld. Als in dit
geval de schakelaar van de
binnenverlichting ook in de middelste
stand (●) staat, gaat de
binnenverlichting één keer gedurende
ongeveer 15 seconden branden en
knipperen de richtingaanwijzers twee
keer.
Opmerking Voor voertuigen uitgerust
met een spiegelschakelaar, worden de
buitenspiegels automatisch in- of
uitgeklapt als alle portieren met de
knoppen op de sleutel van het Keyless
Entry-systeem worden vergrendeld of
ontgrendeld. Raadpleeg
"Buitenspiegels".
Opmerking Als er binnen ongeveer
30 seconden nadat de ontgrendelknop
(2) is ingedrukt geen portier wordt
geopend, worden de portieren
automatisch opnieuw vergrendeld.De functies kunnen als volgt worden
aangepast:
De tijd vanaf het indrukken van de
ontgrendelknop (2) tot de automatische
vergrendeling kan worden gewijzigd.
De functie voor het bevestigen van
de handeling (knipperen van de
richtingaanwijzers) kan voor alleen het
vergrendelen of alleen het ontgrendelen
worden geactiveerd.
De bevestigingsfunctie (die de
portiervergrendeling of -ontgrendeling
aangeeft met het knipperen van de
richtingaanwijzers) kan worden
uitgeschakeld.
Het aantal keer dat de
richtingaanwijzers knipperen tijdens de
bevestigingsfunctie kan worden
gewijzigd.
Werking van het Dead
Lock-systeem (indien aanwezig)
Op voertuigen met een Dead
Lock-systeem, kan het Dead
Lock-systeem worden geactiveerd door
de vergrendelknop (1) twee keer in te
drukken. Raadpleeg "Dead
Lock-systeem".
Werking van de buitenspiegels
(Voertuigen uitgerust met een
spiegelschakelaar)
Inklappen: als de portieren worden
vergrendeld met de vergrendelknop (1),
worden de buitenspiegels automatisch
ingeklapt.Uitklappen: als de portieren worden
ontgrendeld met de ontgrendelknop (2),
worden de buitenspiegels automatisch
uitgeklapt.
Opmerking De functies kunnen zoals
hieronder aangegeven, worden
gewijzigd. Wendt u tot het Fiat
Servicenetwerk.
Automatisch uitklappen als het
bestuurdersportier wordt gesloten en
de volgende handeling wordt verricht.
Behalve voor voertuigen uitgerust met
het Keyless Operation-systeem: draai
de contactschakelaar naar de stand
"ON" of "ACC". Voertuigen uitgerust
met het Keyless Operation-systeem:
zet de bedieningsmodus op "ON" of
"ACC".
Automatisch inklappen als de
contactschakelaar naar de stand
"LOCK" is gedraaid of als de
bedieningsmodus op "OFF" is gezet en
het bestuurdersportier wordt geopend.
Automatisch uitklappen als het
voertuig een snelheid van 30 km/u
bereikt.
De automatische uitklapfunctie
uitschakelen.
Opmerking De buitenspiegels kunnen
door de volgende handelingen ingeklapt
of uitgeklapt worden, zelfs bij iedere
bovenstaande wijziging. Na het
indrukken van de
vergrendelingsschakelaar om de
portieren te vergrendelen, als de
15
Page 18 of 332

vergrendelingsschakelaar twee keer
achtereenvolgens binnen ongeveer
30 seconden wordt ingedrukt, worden
de buitenspiegels ingeklapt. Na het
indrukken van de
ontgrendelingsschakelaar om de
portieren te ontgrendelen, als de
ontgrendelingsschakelaar twee keer
achtereenvolgens binnen ongeveer
30 seconden wordt ingedrukt, worden
de buitenspiegels weer uitgeklapt.
Opmerking Het Keyless Entry-systeem
werkt niet onder de volgende
omstandigheden:
Als de sleutel nog in het contactslot
zit (behalve voor voertuigen met het
Keyless Operation-systeem).
Als de bedieningsmodus niet op
"OFF" staat (voertuigen met het Keyless
Operation-systeem).
Als het portier openstaat.
Opmerking De knop op de sleutel
werkt binnen een afstand van ongeveer
4 m tot het voertuig. Het werkbereik
van de knop op de sleutel kan echter
afwijken als het voertuig zich in de buurt
van een televisiezendmast,
energiecentrale of radiozendstation
bevindt.
Opmerking Als een van de volgende
problemen zich voordoet, zou de
batterij leeg kunnen zijn.
De knop op de sleutel wordt op de
juiste afstand tot het voertuig bediend,
maar de portieren worden niet
vergrendeld/ontgrendeld.
Het indicatielampje (3) is uit en gaat
niet aan. Neem voor meer informatie
contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Raadpleeg "Procedure voor het
vervangen van de batterijen van de
sleutel", als u de batterij zelf vervangt.
Opmerking Als de sleutel kwijt of
beschadigd is, wendt u dan tot het Fiat
Servicenetwerk voor een vervangende
sleutel.
Opmerking Als u een extra sleutel wilt,
wendt u dan tot het Fiat
Servicenetwerk. De volgende aantallen
sleutels zijn beschikbaar:
Sleutel voor het Keyless
Entry-systeem: max. 4 sleutels
Sleutel voor het Keyless
Operation-systeem: max. 4 sleutels
Procedure voor het vervangen van
de batterij van de sleutel
1)
3)
Zorg ervoor dat u statisch ontladen
bent door een geaard metalen
voorwerp aan te raken, voordat u de
batterij vervangt.
Opmerking Vervangende batterijen zijn
verkrijgbaar bij een elektronicazaak.
Indien gewenst, kan de batterij bij een
Fiat Servicepunt worden vervangen.
1. Verwijder de schroef (A) uit de sleutel
(uitsluitend Keyless Entry Key).2. Draai de reservesleutel uit de sleutel.
(Uitsluitend keyless operation-sleutel)
Zie “Reservesleutel”.
3. Houd het Fiat-merk naar u toe
gericht en plaats een in stof gewikkelde
platte schroevendraaier in de uitsparing
in de sleutelhoes en gebruik de
schroevendraaier om de hoes te
openen.
10AHA106809
11AHA109044
16
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 19 of 332

Opmerking Verricht de procedure met
het Fiat-merk naar u toe gericht. Als het
Fiat-merk niet naar u toe is gericht als u
de sleutelhoes opent, kunnen de
knoppen eruit vallen.
4. Verwijder de oude batterij.
5. Introduceer een nieuwe batterij met
de pluskant (B) omhoog.
Keyless Entry-sleutel
Munttype batterij CR1620Keyless Operation-sleutel
Munttype batterij CR2032
6. Doe de zender stevig dicht.
7. Draai de in stap 1 verwijderde
schroef (A) weer in (uitsluitend Keyless
Entry Key).
8. Breng de in stap 2 verwijderde
reservesleutel weer aan (uitsluitend
keyless operation-sleutel).
9. Controleer of het Keyless
Entry-systeem werkt.
KEYLESS
OPERATION-SYSTEEM
Met het Keyless Operation-systeem
kunt u de portieren vergrendelen en
ontgrendelen, de motor starten en de
bedieningsmodus wijzigen door
eenvoudigweg de Keyless
Operation-sleutel bij u te dragen.De knoppen op de Keyless
Operation-sleutel kunnen ook worden
gebruikt als de knoppen op de sleutel
voor het Keyless Entry-systeem.
Raadpleeg "De motor starten en
afzetten".
Raadpleeg "Keyless Entry-systeem". De
bestuurder zou altijd de Keyless
Operation-sleutel bij zich moeten
hebben. De sleutel is nodig om de
portieren te vergrendelen en
ontgrendelen, de motor te starten en
het voertuig te bedienen, en controleer
dus altijd voordat u het voertuig verlaat
en de portieren vergrendelt of u de
Keyless Operation-sleutel bij u hebt.
4) 5)
Anderhalve cabine
12AHA109057
13AHA106812
14AHA106825
15AH3100287
17
Page 20 of 332

Dubbele cabine
De werking van het keyless
operation-systeem kan op de volgende
manieren beperkt worden. (Het keyless
operation-systeem kan als een keyless
entry-systeem worden gebruikt.) Wendt
u tot het Fiat Servicenetwerk
U kunt de handelingen voor het
vergrendelen en ontgrendelen van de
portieren beperken.
U kunt de handelingen voor het
starten van de motor beperken.
Het keyless operation-systeem kan
uitgeschakeld worden..
Wanneer de handelingen van het
keyless operation-systeem gewijzigd
worden, werken de zenders als volgt.
Enkel vergrendeling en ontgrendeling
van portieren: externe en interne
zender.
Enkel starten van motor: interne
zenders.OPMERKING De keyless
operation-sleutel werkt met een
bijzonder zwakke elektromagnetische
golf. In de volgende gevallen zou het
Keyless Operation-systeem niet naar
behoren kunnen werken of instabiel
kunnen zijn.
In de buurt van apparatuur die sterke
radiogolven uitzendt, zoals een
energiecentrale, een radio-/
televisiezendstation of een vliegveld.
In de buurt van een
communicatieapparaat, zoals een
mobiele telefoon of radiotoestel, of in de
buurt van een elektronisch apparaat,
zoals een pc.
Als de Keyless Operation-sleutel een
metalen voorwerp raakt of erdoor wordt
afgedekt.
Als een Keyless Entry-systeem in de
buurt wordt gebruikt.
Als de batterij van de Keyless
Operation-sleutel op is.
Als de Keyless Operation-sleutel in
een omgeving met sterke radiogolven
of lawaai wordt bewaard. Gebruik in
dergelijke gevallen de reservesleutel.
Raadpleeg "Vergrendelen/ontgrendelen
zonder Keyless Operation-functie".
Opmerking Doordat de Keyless
Operation-sleutel constant
communicatiesignalen van de zenders
in het voertuig ontvangt, loopt de
batterij zelfs leeg, als de KeylessOperation-sleutel niet wordt gebruikt.
De levensduur van de batterij is 1 à
2 jaar, afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden. Als de
batterij leeg raakt, vervang hem dan
volgens de beschrijving in deze
handleiding, of laat hem vervangen bij
een Fiat Servicepunt. Raadpleeg
"Procedure voor het vervangen van de
batterij van de sleutel".
Opmerking Doordat de Keyless
Operation-sleutel constant signalen
ontvangt, kan de ontvangst van sterke
radiogolven van invloed zijn op de
levensduur van de batterij. Bewaar de
sleutel niet in de buurt van een tv, pc of
ander elektronisch apparaat.
Werkingsbereik van het Keyless
Operation-systeem
Als u de Keyless Operation-sleutel bij u
draagt en binnen het werkingsbereik
van het Keyless Operation-systeem op
de knop voor het vergrendelen/
ontgrendelen van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier drukt, wordt de
ID-code van uw sleutel gecontroleerd.
U kunt alleen de portieren vergrendelen
en ontgrendelen, de motor starten en
de bedieningsmodus wijzigen, als de
ID-code van uw Keyless
Operation-sleutel overeenkomt met die
van het voertuig.
16AH3100229
18
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 21 of 332

Opmerking Als de batterij van de
Keyless Operation-sleutel leeg raakt of
er sprake is van sterke
elektromagnetische golven of lawaai,
kan het werkingsbereik kleiner zijn en
de werking instabiel worden.
Werkingsbereik voor
portiervergrendeling en
-ontgrendeling
* — verwijst naar de voorkant van het
voertuig
Het werkingsbereik is ongeveer 70 cm
vanaf de vergrendel-/ontgrendelknop
van het bestuurdersportier of voorste
passagiersportier.
Opmerking De portieren kunnen alleen
vergrendeld en ontgrendeld worden als
u op een portierknop drukt die de
Keyless Operation-sleutel detecteert.
Opmerking Als u te dichtbij het
voorportier of de ruit van het portier
bent, werkt het systeem mogelijk niet.Opmerking Als de sleutel zich laag bij
de grond of hoog in de lucht bevindt,
werkt het systeem mogelijk niet, zelfs
niet als de Keyless Operation-sleutel
zich binnen 70 cm van de
vergrendel-/ontgrendelknop van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier bevindt.
Opmerking Als de Keyless
Operation-sleutel zich binnen het
werkingsbereik bevindt, kan zelfs
iemand die de sleutel niet bij zich
draagt, de portieren vergrendelen en
ontgrendelen door op de
vergrendel-/ontgrendelknop van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier te drukken.
Werkingsbereik voor het starten
van de motor en het wijzigen van de
bedieningsmodus
* — verwijst naar de voorkant van het
voertuigHet werkingsbereik is het interieur van
het voertuig.
Opmerking Als de Keyless
Operation-sleutel zich in een kleine
houder bevindt, zoals het
dashboardkastje, op het
instrumentenpaneel, het opbergvak in
het portier of de bagageruimte, is het
wellicht niet mogelijk de motor te
starten en de bedieningsmodus te
wijzigen, zelfs niet als de sleutel zich
binnen het werkingsbereik bevindt.
Opmerking Als een Keyless
Operation-sleutel zich te dicht in de
buurt van het portier of de ruit van het
portier bevindt, is het wellicht niet
mogelijk de motor te starten of de
bedieningsmodus te wijzigen, zelfs niet
als de sleutel zich buiten het voertuig
bevindt.
De Keyless Operation-functie
gebruiken
17AHA101787
18AHA101790
19AHA105437
19
Page 22 of 332

De portieren vergrendelen
Als u de Keyless Operation-sleutel bij u
draagt en de vergrendel-/
ontgrendelknop (A) van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier binnen het
werkingsbereik indrukt, worden de
portieren vergrendeld.
De richtingaanwijzers knipperen één
keer en er wordt één geluidssignaal
afgegeven.
Raadpleeg ook "Vergrendeling en
ontgrendeling: portieren, centrale
portiervergrendeling".
Portieren ontgrendelen
Als u de Keyless Operation-sleutel bij u
draagt en de vergrendel-/
ontgrendelknop (A) van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier binnen het
werkingsbereik indrukt, worden alle
portieren ontgrendeld.
Als in dit geval de schakelaar van de
binnenverlichting ook in de middelste
stand staat, gaat de binnenverlichting
gedurende ongeveer 15 seconden
branden. De richtingaanwijzers
knipperen twee keer en de externe
zoemer gaat twee keer af.
Als binnen 30 seconden nadat de
vergrendel-/ontgrendelknop van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier is ingedrukt, geen
portieren worden geopend, worden deportieren automatisch opnieuw
vergrendeld.
Raadpleeg "Vergrendeling en
ontgrendeling: portieren, centrale
portiervergrendeling".
Opmerking Voor voertuigen uitgerust
met een spiegelschakelaar, worden de
buitenspiegels automatisch
in-/uitgeklapt als alle portieren met de
Keyless Operation-functie worden
vergrendeld/ontgrendeld. Raadpleeg
"Buitenspiegels".
Opmerking Als op voertuigen uitgerust
met het Dead Lock-systeem de
vergrendel-/ontgrendelknop (A) van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier twee keer wordt
ingedrukt, wordt het Dead
Lock-systeem ingeschakeld (raadpleeg
"Instelling van het systeem").
Opmerking De Keyless Operation-
functie werkt niet onder de volgende
omstandigheden:
De Keyless Operation-sleutel bevindt
zich in het voertuig.
Er is een portier open of niet goed
dicht.
De bedieningsmodus staat niet op
"OFF".
Opmerking De tijd tussen het
ontgrendelen en het automatisch
vergrendelen kan worden gewijzigd.
Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk.Bevestiging van vergrendeling en
ontgrendeling
De handeling kan zoals onderstaand
weergegeven worden bevestigd. De
binnenverlichting gaat echter alleen
branden als de schakelaar van de
binnenverlichting op de middelste stand
(●) staat.
Vergrendeling – de richtingaanwijzers
knipperen één keer.
Ontgrendeling – de binnenverlichting
gaat ongeveer 15 seconden branden,
de richtingaanwijzers knipperen twee
keer.
Opmerking De functies kunnen zoals
hieronder aangegeven, worden
gewijzigd. Neem voor meer informatie
contact op met het Fiat Servicenetwerk.
Opmerking De functie voor het
bevestigen van de handeling (knipperen
van de richtingaanwijzers) kan voor
alleen het vergrendelen of alleen het
ontgrendelen worden geactiveerd.
Opmerking De functie voor de
bevestiging van de handeling
(knipperen van de richtingaanwijzers) en
de externe zoemer kunnen worden
uitgeschakeld.
Opmerking Het aantal keer knipperen
voor de bevestiging van de handeling
(knipperen van de richtingaanwijzers)
kan worden gewijzigd.
20
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 23 of 332

Vergrendelen/ontgrendelen zonder
Keyless Operation-functie
Reservesleutel
De reservesleutel (A) kan alleen worden
gebruikt om het portier te vergrendelen
en ontgrendelen. Ontgrendel voor
gebruik van de reservesleutel de
slotschakelaar (B) en verwijder deze uit
de Keyless Operation-sleutel (C).
Opmerking Gebruik de reservesleutel
alleen in noodgevallen. Als de batterij
van de Keyless Operation-sleutel leeg
is, vervang die dan zo snel mogelijk,
zodat u de Keyless Operation-sleutel
kunt gebruiken.
Opmerking De reservesleutel is in de
Keyless Operation-sleutel geïntegreerd.
Opmerking Bewaar de reservesleutel
na gebruik altijd op de gebruikelijke
plaats.Portiervergrendeling en
-ontgrendeling
Als de reservesleutel naar voren wordt
gedraaid, worden de portieren
vergrendeld, en als de reservesleutel
naar achteren wordt gedraaid, worden
de portieren ontgrendeld. Raadpleeg
ook "Vergrendeling en ontgrendeling:
Portieren".
1 — Vergrendelen
2 — Ontgrendelen
Werking van het Dead
Lock-systeem
Voor voertuigen uitgerust met het Dead
Lock-systeem, kan het Dead
Lock-systeem worden ingeschakeld
met gebruik van de vergrendel-/
ontgrendelknop van het
bestuurdersportier of voorste
passagiersportier. Raadpleeg "Dead
Lock-systeem".
20AG001082321AHA105440
21
Page 24 of 332

Inschakeling van het waarschuwingssysteem
Om te voorkomen dat het voertuig wordt gestolen of dat het Keyless Operation-systeem per ongeluk wordt gebruikt, worden
de lamp en zoemer gebruikt om de bestuurder te waarschuwen.
Zoemer Item Oorzaak Opmerking / oplossing
KnipperenDe externe
zoemer gaat
4 keer af. De
interne zoemer
gaat af.Bewakingssysteem
voor de
verwijdering
van de Keyless
Operation-
sleutelAls het voertuig wordt geparkeerd,
terwijl de bedieningsmodus op
een willekeurige modus anders
dan "OFF" staat en u het portier
sluit nadat u een van de portieren
hebt geopend, en de Keyless
Operation-sleutel mee het voertuig
uit neemt. In dit geval gaat de
externe zoemer 4 keer af. Als een
voertuig wordt gestart, gaat de
interne zoemer één keer af.Als u de Keyless Operation-sleutel door een ruit uit
het voertuig verwijdert zonder een portier te openen,
werkt dit systeem niet.
De instellingen kunnen dusdanig worden gewijzigd
dat het systeem wel werkt als de Keyless
Operation-sleutel door een ruit uit het voertuig wordt
verwijderd zonder een portier te openen. Neem voor
meer informatie contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
Als de ID-code van de sleutel en die van het
voertuig niet overeenkomen, door bijvoorbeeld
omgevingsomstandigheden of elektromagnetische
omstandigheden, kan het waarschuwingssignaal
worden geactiveerd, zelfs als de Keyless
Operation-sleutel zich binnen het werkingsbereik
voor het starten van de motor bevindt.
KnipperenDe externe
zoemer gaat
ongeveer
3 seconden af.Preventief
systeem tegen
insluiting van
de sleutelAls de bedieningsmodus op "OFF"
staat, u alle portieren sluit, terwijl
de Keyless Operation-sleutel in
het voertuig is achtergebleven, en
u de portieren probeert te
vergrendelen door op de
vergrendel-/ontgrendelknop van
het bestuurdersportier of voorste
passagiersportier te drukken.Zorg ervoor dat u de Keyless Operation-sleutel bij u
hebt, voordat u de portieren vergrendelt. De
portieren zouden zelfs vergrendeld kunnen worden
als u de Keyless Operation-sleutel in uw voertuig
hebt achtergelaten, afhankelijk van de
omgevingsomstandigheden en de omstandigheden
voor draadloze ontvangst.
22
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG